De riolen-constructie van de Nieuwesloot is zoodanig
dat bij overvnlden toestand van het diepste riool deze
het water overstort in het hooger gelegen vnilwater-,
riool.
Waar de krnin van het vuilwaterriool boven het bui
tenwater ligt, wordt een groot magazijn van rioolgas
gevormd.
Wordt het rioolgas rijk aan zwavelwaterstof, dan is
hetzij door druk schok of vonk, eene ontploffing mogelijk.
Op Zaterdag zijn de riolen meer gevuld de rioolgassen
worden dan tijdelijk iets samengeperst en de mogelijk
heid is niet geheel buiten gesloten, dat dit de oorzaak der
ontploffing ismeer waarschijnlijk is hetdat in dit
geval het lichtgas veel aan de ontploffing bijdroeg.
Over het vuilwaterriool toch lag eene 2° gaspijp die
juist daar ter plaatse erg lek was.
Het rioolwelf was niet zuiver dicht meer want de
metselspecie was door de veel zwavelhoudende rioolgassen
ontleed en hechtte niet meer voldoende aan de steenen.
Daardoor ontstonden veel fijne voegjes waardoor riool
gas, lichtgas en lucht zich met elkaar konden mengen,
zoodat een vanzelf ontplofbaar mengsel werd gevormd,
dat verder het rioolgas aanstak.
Zoolang men hem niet van het tegendeel overtuigt,
gelooft hij, dat de laatstgenoemde reden de oorzaak van
het ongeval is.
Om spanningen in het riool voor het vervolg tegen te
gaan (waardoor vermoedelijk de stankafslnitingen iD de
Schapensteeg werden verbroken) liet hij eene ontspannings-
pijp op het riool plaatsen met het voornemen die ter
hoogte naar behoefte in de lucht te doen uitmonden.
De verdere riolen en gasleidingen worden nagezien en
zoo noodig gereinigd of heisteld.
Gesteld in handen van de vaste commissie van bijstand
in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke
werken en eigendommen.
7. Verslag van het burgerlijk armbestuur omtrent
den toestand van het armwezen in 1894.
Voor kennisgeving aangenomen.
8. Brief ten geleide van het verslag der kamer van
koophandel en fabrieken over 1894.
Voor kennisgeving aangenomen wordt als bijlage tot
het gemeente-verslag afgedrukt.
9. Brief van den heer J. W. Willemsen, leeraar aan
de burgeravondschool, houdende dankbetuiging voor het
in de raadsvergadering van 1 Mei genomen besluit om
hem f 19,20 terug te geven door hem voor zijne tijde
lijke vervanging betaald.
Voor kennisgeving aangenomen.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de
leden ter lezing gelegen hebbende stukken.
Van de vaste commissie van financiën.
10. Rapport op de rekening van het burgerweeshuis
over 1894, sluitende in ontvangst op f 12969.77, in
uitgaaf op f 11857.82, met een batig slot van f 1111.95.
Het onderzoek der rekening leverde geene bezwaren op,
zoodat de commissie voorsteltze onveranderd goed te
keuren.
Aangenomen de heeren Karseboom, de Lange en de
Wit bleven als regenten buiten stemming.
11. Rapport op de rekening van den schuttersraad
der dienstdoende schutterij over 1894, sluitende in ont-
f 136.90 ontvangen. Van de toelage uit de gemeentekas,
toegestaan tot een bedrag van f 2433 werd slechts ge
bruik gemaakt tot een bedrag van f 1604.815. De com
missie stelt voor de rekening goed te keuren.
Aangenomen.
12. Rapport op de rekening van het burgerlijk arm
bestuur over 1894, sluitende in ontvangst op f 12706 90,
in uitgaaf op f 11816.76®, alzoo met een batig slot van
f 890.135. De commissie stelt voor de rekening onver
anderd goed te keuren. Aangenomen.
13. 3e suppletoire gemeente-begrooting, dienst 1894,
sluitende in ontvangsten en uitgaven op j 29957,085
en twee ontwerp-besluiten tot het doen van af- en over
schrijvingen iu de gemeente-begrooting voor 1894 ver
gezeld van een rapport der vaste commissie van finan
ciën, de onveranderde vaststelling voorstellende, daar bijna
graag herroepen als hij maar kwam Doch hij kwam
niet. En bovendien had Janeck nog zoo'n erg droefgeestig
lied gezongen van »rozen en doornen en scheiden gaan,"
en van »een slanke maagd, voor wie 't zich ten goede
of ten kwade zou keeren Bicky was wel is waar
geen slanke maagd, maar een »dubbele hit" zooals Do
nates zei, doch stellig beerde het zich voor haar ten
kwade, en dat deed heldere tranen in haar oogen opwellen.
»Wat sta je toch zoo te peinzen, Bicky klonk 't eens
klaps vlak naast haar.
Met een beklagenswaardig gezichtje wendde Beatrice
zich schielijk tot den vrager: Ach, mijn beste, goede
Janeck, hij bekommert zich heelemaal niet om me
Proczna begreep dadelijk wie er bedoeld werd. »Maar
dat is ergelijkIk zal eens een hartig woordje met dien
mijnheer apart spreken Morgen vroeg om negen uur, na
de koffie, wordt hij gehangen
De kleine keek een beetje ongeloovig op. »Ik heb hem
vreeselijk beleedigdmaar niet met opzet, het viel me
zoo uit den mond
»Alle drommels wat heb je hem dan gezegd
Bicky sloeg de oogen neer. »Ik zal 't je morgen wel
zeggen die nare Flandern kijkt naar ons en staat te
luüteren weet je hoe die er uit ziet 1"
»Nu, hoe dan
»Als schoppenboer en bovendien hinkt hij nog
De erfheer van Proczna lachte vergenoegd. »Dus als
imud, met wien neef Donatus niet licht zal behoeven
te duei loeren A propos ik zie daar juist, dat hij in
gedachten verzonken staat, hoe zou je 't vinden, als ik
hem eens uit uw naam duchtig de waarheid zei
Bicky werd bleek van schrik. Je zult hem toch geen
kwaad doen, Janeck
»Wel verduiveld, ik zal hem den hals omdraaien!" Hoe
goed, dat hij er zoo schalks bij lachte, want Beatrice had
't bijna uitgegild. Nu zag ze echter, dat 't maar gekheid
was en lachte mee. »De man is me volmaakt onver
schillig, ja, ik haat hem zelfs,maar het spijt me toch
erg, dat ik hem te voren zoo doodelijk gekrenkt heb
Och, Janeck, je moest hem eens polsen, of hij voor altjjd
boos op me blijven zal
Wordt vervolgd.
alle verhoogingen een gevolg zijn van door den Raad
genomen besluiten of van aan den Raad bekende toe
standen behoudens het nader grondig onderzoek der
uitgaven bij het nazien der rekening.
Alle besluiten onveranderd vastgesteld.
14. Rapport op het verzoek van G. Roos, met ingang
van 1 April 1895 op verzoek eervol ontslagen nachtwacht,
tot welke betrekking hij in October 1863 benoemd werd,
om hem een jaarlijksch pensioen of gratificatie toe te
kennen. Het voorstel strekt om hem, in overeenstemming
met vroeger genomen beslissingen gedurende zijn leven
voor zijnen ruim 31jarigen dienst, met ingang van 1
April 1.1. eene gratificatie te verleenen van 63 per jaar,
zijnde berekend op den aangenomen grondslag van 2
per jaar. Aangenomen.
15. Rapport op het verzoek van J. Asjes Ez., rij
tuigmaker alhier, om hem voor het maken van eene
veranda achter zijn te verbouwen perceel aan den Tie-
nenwal het gebruik toe te staan van een stuk gemeente
grond aldaar, ter lengte van 7.40 en ter breedte van
3.75 el. Het voorstel strekt, om het verzoek in te willi
gen tot wederopzegging toe, tegen betaling eener jaar-
lijksche recognitie van J 2.77s en om bij den bouw der
veranda op te volgen de te dier zake door burgemeester
en wethouders te geven voorschriften.
Op voorstel van den heer Kraakman aangehouden
ten einde alsnog eene situatie-teekening van de omgeving
over te leggen ten einde goed te kunnen beoordeelen
of dit verzoek zonder bezwaar ingewilligd kan worden.
16. Ontwerp-besluit tot verhooging van het tijdelijk
in 1895 op te nemen bedrag aan kasgeld van f60000 tot
ten hoogste f 100000 ter voorziening in de uitgaven,
welke voor een deel uit eene goldleening zullen worden
voldaanin verband met de onzekerheid, op wolk tijd
stip die leening zal worden gesloten. Vastgesteld.
17. Verzoek van den Voorzitter van Gedeputeerde
Staten dezer provincie aan den Raad, om ter voldoening
aan het verlangen van Z.E. den Minister van Justitie
zijn oordeel uit te spreken over het door den heer Com
missaris der Koningin ondersteunde voorstel van den heer
burgemeester dezer gemeente, om de jaarwedde van
den commissaris van politie alhier nu de tegen
woordige titularis de gemeente verlaatweder terug te
brengen op het vroegere bedrag van 1500 vergezeld
van een brief van burgemeester en wethouders, die voor
stellen aan Gedeputeerde Staten te berichten dat ook
naar des Raads gevoelen de jaarwedde van den nieuw
te benoemen commissaris van politie op f 1500 moet
worden vastgesteld en op dat bedrag steeds behouden
moet blijven, als geëvenredigd aan de werkzaamheden
welke door dien ambtenaar in het gemeente-belang ver
richt worden. Verlangt de Raad te eeniger tijd, om welke
reden ook, aan eenigen titularis als bewijs zijner tevreden
heid eene verhooging van belooning toe te kennen dan
kan, gelijk in meerdere plaatsen geschiedt, aan dezen wensch
gevolg worden gegeven in den vorm eener personeele toelage.
Die handelwijze heeft verder dit groote voordeel, dat bij
verandering van titularis met de vervulling der betrek
king grooter spoed kan worden gemaakt, daar de be
zoldiging van f 1500 dan vast staat. Thans vloeit uit
de tegenwoordige regeling natuurlijk vertraging voort
daar verscheidene sollicitanten wel in aanmerking wenschen
te Komen op eene jmi jraao nu r iooo aucu mei van
f 1500.
Vier leden der commissie van financiën kunnen zich
vereenigen met de door den heer burgemeester en de
door het college van burgemeester en wethouders aan
gevoerde beschouwingen, om de jaarwedde aanvankelijk
terug te brengen van f 1800 tot f 1500 en met het
denkbeeld, om mocht de Raad later bij gebleken geschikt
heid en dienstijvor dat bedrag willen verhoogen dan
die verhooging toe te kennen in den vorm eener perso
neele toelage. Deze leden stellen dan ook voor in dien
geest aan Gedeputeerde Staten te berichten.
Één lid dezer commissie zon de jaarwedde op f 1800
willen behouden. Vooreerst acht hij dit bedrag niet te
hoog, maar bovendien lijdt het bij hem geen twijfel, of
de gemeente, die bij het aanstellen van een bekwamen en
geschikten titularis groot belang heeft, zal meer kans
van welslagen hebben bij eene hoogere jaarwedde. Ver
scheidene sollicitanten zullen zich toch terugtrekken
wanneer de jaarwedde op f 1500 terug gebracht wordt.
Dat lid zou dus aan Ged. Staten willen berichten dat
de Raad de jaarwedde op f1800 behouden wenscht te zien.
De heer Canters stelt op hoogen prijs, het streven
om te bezuinigen, daar waar het mogelijk is, doch kan
in dit geval niet medegaan met het voorstel, om de jaar
wedde van den commissaris van politie van f 1800 op
f 1500 terug te brengen. De gemeente heeft voor die
betrekking noodig een man van tact, iemand, die de
geschiktheid bezit om met de bevolking op eene goede
wijze om te gaan, en die zich geheel met ijver en lust
aan zijne taak wijdt. In de laatste jaren is hier steeds
een commissaris geweest zonder groot gezindoch de
mogelijkheid is niet uitgesloten, dat eens een titularis
optreedt, die wel een groot gezin heeft. Werkelijk acht
hij f 1800 jaarwedde niet te hoog voor iemand, die zich
geheel aan zijne taak wijdt en zich doet kennen als een
geschikt en bekwaam man.
De heer Karseboom deelt geheel het gevoelen van
den heer Canters. Raadplegende in de gedrukte notuleD
de beweegredenen, welke in 1891 aanleiding hebben ge
geven tot verhooging der jaarwedde tot f 1800, een besluit
met algemeene stemmen genomen, dan leest hij, dat tot die
verhooging alleen overgegaan is op grond van de ver
meerdering der werkzaamheden en de verhouding van
de jaarwedde alhier tot de jaarwedde van andere plaat
sen, ia rang met Alkmaar nagenoeg gelijkstaande. Die be
weegredenen bestaan naar zijne meening nog oven zeer en
zeker volstrekt niet minder. De bevolking is na dien
tijd nog met rnim 1000 toegenomen en sedert zijn de
werkzaamheden zeker niet verminderd, in verband met
de alhier gevestigde Cadettenschool. Vergelijkende de
jaarwedde met andere gemeenten zooals Middelburg en
Zutfen met meer inwoners 2000, Amersfoort en Gorin-
chem met minder inwoners 1800, Hilversum, Roermond
Zaandam, enz. 1600, dan acht hij behoud der jaarwedde
op f 1800 hoogst billy k en wensehelijk.
De heer C o n ij n deelt het gevoelen der heeren Can
ters en Karseboom. Bij een jaarwedde van f 1800 heelt
men meer sollicitanten dan bij 1500 en met het oog
op de wensehelijkheid om de gelegenheid te hebben voor
eene goede keuze, acht hij behoud der wedde op
f 1800 noodzakelijk.
De heer Bruinvis vraagtof er bij het uitloven
van j 1500 jaarwedde nog genoeg geschikte en bekwame
sollicitanten overblijven eene vraag, die alleen door den
burgemeester beantwoord kan worden. Zijn bezwaar om
1800 jaarwedde toe te kennen vloeit daaruit voort
dat hij den te benoemen persoon niet kent. Het Rijk
geeft aan den commissaris van politie geene vergoeding
voor de diensten die hij aan het Rijk bewijst en nu
geeft hij de voorkeur aan een titularis, die de handhaving
der gemeentelijke verordeningen en voorschriften nauw
keurig nagaat en niet hoofdzakelijk zich in 's Rijks dienst
waant. Zoolang hij niet weetof de titularis aan dien
wensch voldoet is hij ongenegen f 1800 jaarwedde toe
te kennen.
De heer Goede verklaart het lid te zijn in Het
rapport der commissie van financiën als voorstander van
f 1800 jaarwedde genoemd. Gaarne aannemende dat er
vele sollicitanten zijn is zijn bezwaar, dat menigeen
die voor de betrekking hoogst geschikt zal zijnzich
terug trekt bij eene verlaging der jaarwedde tot /T500.
Bij het groote belang dat de gemeente heeft bij eene
benoeming van een geschikt persoon wil hij dat kwaad
voorkomen.
De heer Kraakman is van meeningdat zij die
gevraagd hebben naar deze betrekking in de meening
zullen verkeerd hebben dat de daaraan verbonden jaar
wedde 1800 bedraagt. En nu vreest hij dat menigeen
gedupeerd zal zijn wanneer hij later verneemtdat die
wedde slechts f 1500 bedraagt. In dien toestand komt
hem behoud der wedde op J 1800 wensehelijk voor.
De Voorzitter vreest het bezwaar van den heer
Kraakman niet. Aan het ministerie van justitie is aan
verscheidene sollicitantenzooals hem gebleken is, reeds
medegedeeld de mogelijkheid dat de wedde tot j 1500
tei'uggebracht zou worden. Van de ruim 30 sollicitanten
is hem slechts bekend dat één uitdrukkelijk verklaard
heeft zich bij eene jaarwedde van f 1500 terug te trek
ken. Er blijven in ieder geval hoogst bekwame en ge
schikte personen nog genoeg over en hij blijft de meening
toegedaan dat met eene jaarwedde van 1500 zeer
goed kan worden begonnen.
Nadat de heer Canters volgehouden had, dat bij
verlaging der wedde de Raad zich den pas zal afsnijden
om een goeden commissaris van politie te krijgen, het
geen iedereen toch wil en de heer Karseboom ge
wezen had op de inkonsekwentie, waaraan de Raad zich
zal schuldig maken, door thans een besluit te nemen in
strijd met een vóór 3 jaren genomen besluit, waarvan
de beweegredenen nog evenzeer bestaan, wordt bij hoof
delijke stemming het voorstel van burgemeester en wet
houders met 8 tegeh 7 stemmen aangenomen.
Vóór stemden de heeren Bruinvis, v. d. Bosch,
Preijer, de Sonnaville, de Grootde Lange, Janssen en
Rentmeester.
Van de vorige vergadering.
Bouwplan Westerweg.
18. Rapport van de vaste commissie van bijstand in
betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke
werken en eigendommen op het verzoek van de heeren
N. A. Conijn en A. de Vries, betrekkelijk het maken
ngou op gomoontogrond aan. don Wester-
weg in den hout, in verband met de plannen om hunne
aldaar gelegen stukken land te bebouwen.
De heer Kraakman kan tot zijn leedwezen met
dit bouwplan niet medegaan. Volgens dat plan zouden
de huizen gebouwd worden tot aan den gemeentegrond;
dat is eene afwijking van den regel, die bij het ontwer
pen van dergelijke bouwplannen gevolgd wordt, namelijk
om de nieuwe straten te maken op eigen terrein. Bij
uitvoering van dit plan zou in de toekomst het gevolg
worden, dat de geheele Westerlaan als wandelweg ver
viel en straat werd. Bij bebouwing van dit terrein zou
hij de grenzen dus aanmerkelijk terug gebracht willen
hebben. Verder licht hij nog verscheidene andere bezwa
ren toe met de bebouwing van het terrein zal aan de
uiterste grens aangevangen worden. Dit gaat nietaan
de tegenovergestelde zijde zou men moeten beginnen.
Eene straat van 6 meters breedte bij eene lengte van
ongeveer 200 meters is veel te smaldit is geen goede
verhouding. Verder wil men 40 arbeiderswoningen aan
één rei bouwen met het oog op brand is dit hoogst
bedenkelijk. De geheele straat zou kunnen afbranden.
Waar ziet men zoo iets 1 Neem bijv. de Langestraat
dan ontdekt men, dat overal zijstraten gevonden worden.
De uitvoering van dit plan kan met het oog op de be
langen van veiligheid, gezondheid, reinheid nooit in de
hand gewerkt worden. Bovendien had men nog met
eene Maatschappij, die bouwen ging, te maken, het ware
mogelijk tot eene behoorlijke oplossing te komen maar
het terrein zal worden verkocht in 133 perceelen, zoodat
de gemeente te doen krijgt met 133 eigenaren. Hij zou
dus afwijzend op het verzoek willen beschikken.
De Voorzitter ontraadt ten sterkste de uitvoering
van het bouwen van deze hoofdzakelijk voor arbeiders
woningen bestemde gebouwen. Er bestaat op het oogen-
blik geen behoefte aan dergelijke woningen er zouden,
zooals dezer dagen weer ondervonden is nog meor ver
armde gezinnen uit den omtrek, geldelijk gesteund, zich
hier vestigen. Men bedenke, dat de uitgaven voor ver
lichting onderwijs armwezen daardoor slechts rijzen
zonder dat voordeelen daar tegenover staan.
De heer Bruinvis zou de afwijzende beschikking
in dezen vorm willen geven, dat de Raad zijne mede
werking niet kon verleenen voor do uitvoering van dit
plan, zooals het daar ligt. Belanghebbenden kunnen een
beter plan ontwerpen, waarbij aan de verschillende be
zwaren tegemoet gekomen wordt, dan blijft de Raad vrij,
al dan niet zijne medewerking te verloenen.
De heer Boelmans ter Spill, die als belang
hebbende zich buiten de zaak zal houden, wenscht alleen
te wijzen op de mogelijkheid, dat de toestand veel slech
ter kan worden, wanneer de belanghebbenden eenvoudig
niets aan de gemeente vragen en gaan bouwen. Hoewel
hij persoonlijk liever hot terrein onbebouwd zag, meent
hij, dat de raad ook niet met twee maten moet meten.
Hij ziet in het rapport niet toegelicht, waarom hier zoo
vele bezwarende bepalingen worden voorgesteld, welke
niet gemaakt zijn b.v. bij de behandeling van het ver
zoek betrekkelijk de Landstraat.
De Voorzitter antwoordt, dat belanghebbenden
toch altijd aan de voorschriften der politie-verordeningen