Stadsb erichten.
BURGERLIJKE STAND.
Onderworpen blijven en dat niet gebouwd kan worden, I
wanneer niet voor behoorlijken afvoer van vuil- en he
melwater enz. gezorgd wordt.
De heer Bruinvis ontkent, dat met twee maten
gemeten wordt. Beide aangehaalde bouwplannen zijn niet
met elkander te vergelijken de toestand was aan den
Nieuwlandersingel geheel anders. De eischen der veilig
heid, zooals de heer Kraakman heeft uiteengezet,
maken dit bouwplan onmogelijk. Men kan een beter
plan ontwerpen en die mogelijkheid blijft bestaan bij aan
neming van zijn voorstel.
Do heer Kraakman herinnert zich niet, ooit anders
gesproken te hebben, dan hij nu doet. Hij verwijst naar
de vergadering, in December 1894 gehouden, toen de
raad zelfs uitdrukkelijk verklaard heeft in te stemmen
met het door hem toen voorgestane gevoelen.
Het voorstel van de heeren Kraakman en Bruin
vis, door verscheidene leden ondersteund, wordt daarop I
bij hoofdelijke stemming aangenomen met 12 stemmen
tegen 1 stem van den hper Janssen. De heeren Can
ters en Boelmans ter Spill bleven buiten
stemming.
19. Is overgegaan tot het benoemen eener commissie
van drie leden die onderzoeken zal het door burge
meester en wethouders aan den Raad ter onbewoonbaar
verklaring voor te dragen perceel aan de Gedempte
Baansloot Nr. 38, wanneer dit perceel niet vóór 15 Juni
door de bewoners ontruimd i3, als in alle opzichten on
geschikt voor bewoning en dientengevolge gevaarlijk voor
den algemeenen gezondheidstoestand.
Benoemd de heeren de Groot, Stoel en Janssen met
11, 10 en 8 stemmen verder waren uitgebracht op de
heeren Kraakman 6, Boelmans ter Spill 3 stemmen en
op ieder der heeren Goede, de Lange, Conijn en de Wit
1 stem. Eén blanco biljet werd gevonden.
20. Gaat de vergadering over in zitting mot gesloten
deuren ter behandeling van 2 rapporten der vaste com
missie van financiën op bezwaarschriften tegen den aan
slag in de plaatselijke directe belasting dienst 1895.
21. Na heropening der deuren wordt bij de gewone
rondvraag door den V oorzitter aan de leden, door
den heer Boelmans ter Spill de aandacht ge
vestigd op het bederven der Singelgrachten door het
wegnemen der sierlijke lijnen waardoor hij vreestdat
die lijnen langzamerhand zullen gelijken op de boorden
van het Noordhollandsch Kanaalwaartegen de heer
Bruinvis opkwam en door den heer Canters op
den ondragelijken stank van hot water uit het brandriool
op de Laat dat duidelijk bleek bij den brand in de
vorige week in de fabriek van den heer Schilling.
De Voorzitter herinnerde dat de beproeving der
spuiten op de Laat om die reden reeds vroeger opge
houden heeft en beloofde overweging of hierin veran
dering zou zijn te brengen. Op eene vraag van den heer
Kraakman of in de volgende vergadering verwacht
mogen worden rapporten in zake de stoomtram Purrne-
rend-—Alkmaar en het voorstel van 4 raadsleden in zake
gaslevering voor arbeiderswoningen onz., antwoordde de
Voorzitter bevestigend.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
Zondag, den 2, werd alhier een cricttetwedstrijd
gespoeld tusschen de alkmaarscbe Cricket- en Footbalclub
«Always Forwards" (»A. F.") en de hoornsche Cricket
en Footballclub «Sport" op het veld op «Cranebroeck."
Deze eerste wedstrijd op het gebied van cricket eindigde,
dat »A. F." in de le afdeeling 21 punten behaalde, tegen
«Sport" 29, terwijl in de 2e afdeeling «A. F." 44, «Sport"
daarentegen 27 punten maakte, zoodat bij het einde van
den wedstrijd Alkmaar 65Hoorn 56 punten had. De
eerste won dus met 9 punten.
De afdeeling Alkmaar der Hollandsche Maatschappij
van landbouw zal op vrijdag den 7 op de bovenzaal
van het Café Central eene ledenvergadering houden
ter bespreking van een schrijven van burgemeester en
wethouders dezer gemeente over de instelling van een
paardenmarkt, naar aanleiding van een rapport, uit
gebracht door het hoofdbestuur van het »Nederlandsch
Paarden-Stamboek."
De rijks hoogere burgerschool alhier heeft
een kostbaar geschenk ontvangen van een harer oud-leer
lingen. De heer J. A. H. Reiziger, te Paramaribo ge
vestigd heeft eene verzameling van 36 west-indische
houtsoorten overgezonden met belofte die later zooveel
mogelijk volledig te maken. Zijn wij goed ingelicht, dan
bestaat hier te lande alleen te Haarlem eene zoo om
vangrijke verzameling van dien aard.
Ten huize van den heer N. Konijn alhier had
onder voorzitterschap van den heer A. R. Mulderop
woensdag, den 5, des avonds te half acht uur, de alge-
meeDe vergadering plaats van de Alkmaarsche Hard-
draverij-Vereenlging. Er waren 24 leden tegen
woordig. Blijkens door den secretaris, den heer P. H. M.
Ibink Meienbrink, verstrekte mededeeling, blijft het leden
tal ongeveer stationair. De rekening over het afgeloopeu
dienstjaar werd nagezien door eene commissie van 3 leden,
zijnde de heeren C. van Stam, Jb. Fortuin en Th. J. Meeues,
en op haar advies goedgekeurdals sluitende met een
batig saldo van 528,42 tegen J 598,48 in het vorig
dienstjaar. Deze achteruitgang vindt zjjne oorzaak in
de hoogere kosten der in 1894 gehouden dubbele hard
draverij toen de na den eersten omloop afgevallen paar
den naar een nieuwen prijs en premie dingen konden.
De harddraverij is dit jaar bepaald op kermiswoens-
dag, 28 Augustus, met prijzen van 250, 100 en ƒ50.
De paarden moeten in Nederland geboren zijn en aange
spannen voor tweewielige rijtuigen.
De barometerstand alhier was 's morgens te
8 uur als volgt: op den 5 Juni 769.4; den 6 768.3.
In de den 5 gehouden vergadering van de Kamer
van koophandel en fabrieken is o. a. behandeld
een schrijven van b. en w., verzoekende om advies over
een bij dat college ingekomen schrijven van het hoofd
bestuur der Vereenigmg »het Nederlandsch Paardenstam
boek" aan het bestuur der afdeeling «NoordholLand" van
die vereeniging over het houden van paardenmarkten in
het noordelijk deel dezer provincie. Besloten werd aan
b. en w. te adviseeren het daarheen te leiden dat een
paardenmarkt in het leven wordt geroepen in de maand
Juli die markt te honden in de harddraverslaan en de
bestaande paardenmarkt in het begin van September te
laten bestaan zooals zy is.
Onze zeewering.
Aan den staat der Nederlanden, de beide Kamers
der Staten-Generaal, de Provinciale Staten, den polder
Callantsoog en de beide eigenaars der duinen aldaar,
werd het volgende adres verzonden
Het Hoogheemraadschap van den Hondsbossche en
Duinen tot Petten, heeft in zijne algemeene verga
dering van 1 Mei 1895 het onderstaande besluit genomen.
Het werd daarbij geleid door de overweging van de
hoogst ernstige gevolgen, die uit eene doorbraak van de
belendende zeeweringen voor zijne dijken, voor menschen
en vee en goederen zouden kunnen voortspruiten.
Dat besluit houdt in, »om aan allen, die zouden kun-
«nen geacht worden tot onderhoud verplicht te zijn, eene
«minnelijke doch formeele aanzegging te doen, dat de
«toestand der zeeweringen benoorden en bezuiden den Zee-
«dijk der Hondsbossche zeer onvoldoende is."
Bij de algemeene beschouwingen, die tot dat besluit
gevoerd hebben, werd nagegaan de toestand, zooals die
reeds vóór den laatsten winter was en na dien geworden is.
Die zeeweringen toch bevonden zich reeds in zorg-
wekkenden toestand en werden daarenboven gedurende
de stormen van den 22 December en den 23 Januari
j.l. hevig door de zee geteisterd; zij leden groote schade
en namen belangrijk af.
Te Callantsoog werden op meerdere punten, tusschen
de mijlpalen 9 en 13, de duinen geheel weggeslagen en
drong de zee tot nabij den zwakken Voordijk door. Al
daar werd in de maand Januari j.l. door acht leden van
ons collegie eene opname gedaan allen waren verbaasd
over de door de zee aangerichte verwoesting en van oor
deel, dat de toestand zorgwekkend en eene spoedige en
degelijke herstelling dringend noodzakelijk is.
Onze Hondsbossche zeewering, ten koste van tonnen
gouds opgetrokken, werd wel eenigszins beschadigd, doch
was bij machte het geweld der golven te weerstaan.
Benoorden en bezuiden haar werden echter geheele duin-
regels weggeslagen en wordt het gevaar van doorbraak
dreigender.
Eene doorbraak aan de eene zijde zou het zeewater
tot den Hazedwarsdijk en den Zijperdijk brengen en aan
de anderede zuidelijke bij Kamperduinhet verband
tusschen de duinenrij en den Zeedijk der Hondsbossche
I wegnemen en dezen, van ter zijde aangetast, achterloops
maken. In dit geval zou de Harger- en Pettemerpolder
onderloopen en zouden de Slaperdijk benevens de Oude
Schoorlsche Zeedijk de zee moeten keeren.
Zoowel aan de zuidzijde als aan de noordzijde is de
Staat eigenaar van het strand en de duinen.
Verder noordelijk liggen de Callantsoogerduinendeze
I zijn in bezit van particulieren en worden begrensd ten
westen door het strand en de zee, ten oosten door den
Zijpschen dijk, den polder Callantsoog, den Voordijk en
waar het Koegras begint door den Zanddijk (dijk van
Oldenbarneveld).
De Zanddijk mag na de procedure, gevoerd tegen den
I eigenaar der gemelde duinen, geacht worden onbetwist
1 het eigendom te zijn van den Staat, die den dijk aanlegde.
De Voordijk heeft den polder Callantsoog beoosten
zich en tot versterking daarvan, kruinverbreeding en
taludverlonging, deden Ged. Staten aan dien polder
bevelaan dat bevel is voldaan, doch de draagkracht
van dien polder is niet voldoende, om aan den Voor
dijk, waarvan de aanleg zijne geschiedenis heeft, zeewe-
rende kracht te geven.
Wie met de instandhouding der zeewering te Callants
oog belast is blijkt nog na net Koninklijk Besluit van
27 Mei 1876 Stbl. No. 109, eene twistvraag te zijn.
Alvorens de geschilpunten in deze beslist zijn, zou eene
overstrooming in hare gevolgen onherstelbare rampen
kunnen veroorzaken en onnoemelijke schade aan het
Hoogheemraadschap van den Hondsbossche en zjjne inge
landen kannen aandoen. Ten eindo zich tegen die schade
te beveiligen en de volle verantwoordelijkheid daarvan
te doen drukken op hen, die voor de goede instandhouding
der zeeweringen behooren te waken Jen aansprakelijk zijn,
heeft de Algemeene Vergadering het voorschreven besluit
genomen en wordt dit bij deze ter Uwer kennis gebracht.
Daarbij mag de stille hoop gekoesterd worden, dat
vooral de hooge in deze betrokken lichamen het over
eenkomstig het landsbelang zullen achten om door tijdig
en minnelijk overleg zoodanige, al waren het voorloopige,
maatregelen te nemen dat een oud spreekwoord door
den ondergang van het van Ouds «Gemeene Landt" niet
opnieuw van toepassing worde.
Het Bestuur van het Hoogheemraadschap voornoemd,
p D. F. VAN LEEUWEN, Dijkgraaf,
(bet.) j A_ p BURGER> Secretaris.
Alkmaar, 31 Mei 1895.
GEBOREN.
4 Juni. Johannes Jacobus, z. van Dirk Ranzjjn en Hille-
gonda Elisabeth Hugteuburg.
5 Johannes Jacobusz. van Johanne3 Jacobus de
Roos en Gerardine Elisabeth van Dam.
OVERLEDEN.
5 Juni. Tennis Mulder, 56 j. en ruim 10 m.
Tweede Kamer.
Xeeroof op de Anna.
Den 5 was aan de orde de interpellatie van den heer
E. Smidt over den zeeroof op de Anna door hem eene
hoogst ernstige zaak genoemd voor de reederij en in het
algemeen voor de veiligheid onzer koopvaardijvloot. Na
voorlezing der verschillende berichtenzoo in de nieuws
bladen voorkomende als bij de reederij ingekomen en
gewezen te hebben op berichten ook in buitenlandsche
bladen waarin aangedrongon wordt op genoegdoening en
schadevergoeding deelt hij mede dat de reederij groote
verliezen heeft geleden de vermoorde kapitein vrouw
en kinderen nalaat en de stuurman nog lang niet her
steld is en men niet weet hoe het zal afloopen. Hij vraagt,
of de feiten zijn zooals ze voorgelezen zijnen of de
regeering maatregelen heeft genomen om bestraffing der
schuldigen en vergoeding te krijgen. De minister van
buitenlandsche zaken verzekertdat de regeering met
groot genoegen de interpellatie heeft vernomenom te
kunnen mededaelenwat gebeurd is en wat zij doen zal.
Wat de eerste vraag betreftzegt hijhet eerste be
richt der zaak uit de pers te hebben vernomen aan wier
activiteit hij hulde brengt, maar hij kan onmogelijk zeg
gen, dat alle berichten in de bladen juist zijn. Hij deelt
dus alleen mede de officiöele berichtendie bijna in alle
opzichten het medegedeelde bevestigen. Het meest offi-
eiëele bericht is van den commandant van het fort Alu-
cemas op een eilandje in zee bij de kust van Marokko.
Vandaar is gezien de aanval door de schepenbemand
met Moorenhun entering en hun poging om het schip
naar land te krijgen. De 16 booten waren met 120
Kabylen bemand. De afstand van de kust was niet meer
dan 7 a 8 mijlen volgens latere berichten. Door wind
stilte kon de Anna de reis niet voortzetten. Om half
vier zag het schip een boot de kust verlaten bemand
met 8 mannen. Deze gelastten der bemanning de zeilen
neer te halenwat niet werd gedaan. Toen enterden
ze het schip en de ongewapende bemanning was tegen
de roovers die steeds toenamen niet opgewassen.
De kapitein werd doodelijk getroffen en de stuurman
verwond. De rooveis trachtten het schip naar de kust
te krijgen zonder succes. Tragisch is het lot van de
Anna en hare bemanning. Hij brengt hulde aan de na
gedachtenis van don kapiteindie ondanks zijne ernstige
verwonding tot het laatste toe zijne manschappen aan
spoorde het schip niet te verlaten. Dit feit staat echter
niet op zichzelf. Het is bekend dat de Marokkaansche
kust hier bewoond is door een wilde bloeddorstige be
volking die er op uit is zeeroof te plegen. Dit feit is
het derde in één jaar onder dezelfde omstandigheden. In
Augustus 1.1. werd een engelsch schip daar aangerand
en in October trof hetzelfde lot een italiaanseh barkschip.
De onveilighoid van die kust is zoo bekend dat officiëel
gewaarschuwd is tegen die kuststreek, daar er voorbeelden
zijndat de bevolking gewapende schepen aanvalt tot
op 12 mijlen in zee. De daders zijn genoegzaam bekend,*
althans de dorpen van de volksstammen.
In het algemeen kan men aannemen dat de feiten
door den heer Smidt aangehaald juist zijn. Hoe moeten
die feiten bestempeld worden? Geen twijfel: als zeeroof.
Wie moet daarvoor verantwoordelijk gesteld en hoe de
bestraffing worden opgelegd De tuchtiging past het eerst
aan deu staat Marokko zelf. Kan er sprake zijn van
schadevergoeding Hij moet aarzelen bevestigend te ant
woorden op de vraagof de Staat van een bevriende
mogendheid schadevergoeding moet vragen Maar iedere
Staat moet zorgen dat dergelijke gebeurtenissen niet
het gevolg zijn van gemis aan toezicht. De Marokkaansche
regeering is in dit opzicht te kort geschoten. Een eisch
tot schadevergoeding is ten deze dus gewettigd. Bovendien
bestaan met Marokko verdragen van 1622 en 1751, waarin
is ovoreengekomen, tegen plundering van eikaars ingeze
tenen te waarborgen. Overigens zou hij in het algemeen
hij herhaalt hot niet hot recht tot schadevergoeding
erkennen.
Heeft de legeering en zoo ja welke maatregelen
genomen tot bestraffing en schadevergoeding Hij ver
zekert dat van het eerste oogenblik af de regeering niet
ia gebreke is gebleven maatregelen te nemen en voor
te bereiden tot genoegdoening aan de nederlandsche on
derdanen. Reeds 3 Mei werd den duischeu min.-resident
in Marokkobelast met het Nederlandsch consulaat, last
gegeven om aan te dringen op bestraffing en op het re
serveeren van een eisch tot schadevergoeding. Het is hem
aangenaam, te kunnen bevestigen, dat die vertegenwoor
diger de aangewezen man is om zulk een eisch te stellen.
Ofschoon de uitslag slechts zeer voorloopig kan zijn
bestaat er reden tot tevredenheid daarover. Op
15 Mei ontving de regeering bericht, dat een nota door
hem aan Marokko was gezonden en dat de Marokkaansche
regeering geantwoord had. De hoofdvizier deelde den
consul-generaal mededat de sherif zeer verontrust is
over het gebonrdedat bericht is afgezonden aan een
generaalom de daders te zoeken en te straffen. Hij
verzekert daarbijdat het de wensch van den sherif is
om recht te doen. Er zou een afgezant naar Melila ge
zonden worden. De nota der nederlandsche regeering is
in handen gesteld van de regeering van Marokkozij
heeft een gunstig onthaal gevonden en geleid tot afzen
ding van een specialen gezant. Er moet tijd gelaten
worden daar in Marokko de zaken niet vlug gaan.
Ten aanzien van de voornemens der regeering, kan
hij zeer weinig positieve verklaringen afleggen. Men
moet afwachten. En het is wenschelijk niet iets toe te
zeggen als men niet weet, dat het kan worden nageko
men. Met volle waardeering van hetgeen ook door de
duitsche regeering is verricht, zegt hij, dat alles zal ge
schieden namens den Ned. Staat. Mocht er aanleiding
bestaan tot meer handelend optreden om nakoming van
de gedane beloften te krijgen, dan zal zulks geschieden
met nederlandsche krachten, waartoe maatregelen reeds
worden voorbereid. Doch ook in deze zal Nedeiland
zich moeten onthouden van het drijven van groote poli
tiek. Het optreden moet een repressief karakter heb Oen,
niet een preventieve handeling. Eerst als deze zaak is
gevideerd, kan van overleg met de buitenlandsche mo
gendheden sprake zijn.
De heer Smit dankt den minister voor de inlichtingen
en zet nader de billijkheid van schadevergoeding uiteen.
Z. i. is bij uiet-inwilliging der eischen door Marokko,
een europeesch optreden gewettigd, daar het hier geldt
een enropeesche zaak en een europeesch belang. De in
terpellatie is hiermede afgeloopen.
Vervolgens wordt de beraadslaging voortgezet over de
motie-Tydeman ten gunste van Staatsexploitatie in zake
de telephonie. Zij werd ten slotte verworpen met 42
tegen 39 stemmen. Daarentegen werd met 77 tegen 4
stemmen aangenomen eene motie van den heer Bastert
luidende
De Kamer van oordeeldat de regeling van den
telephoondienst wettelijke voorziening eischtgaat over
tot de orde van den dag."
Amsterdam. Den 2 is de tentoonstelling bezocht
door 20500 en den 3 door 20650 betalende personen.
Toen den 2 in Oud-Holland de 100.000ste bezoeker de
Nijmeegsche poort, binnen ging, werd door den voor
zitter van het Comité voor Holland aan de bezoekster,
een ruiker vereerdterwijl haar en haren echtgenoot
in de bestuurskamor een glas champagne werd aange
boden.
De heer S. W. Josephus Jitta, het oudste lid van den
Raad heeft wegens hoogen leeftijd en om gezondheids
redenen het lidmaatschap van den Raad nedergelegd.
Bij kon. besluit van 29 Mei is de heer Servaas de
Bruin, letterkundige te 's-Gravenhage, benoemd tot broe
der in de orde van den Nederl. Leeuw