Poolsch Bloed,
No. 71. Eerste blad. Zeven en Megentigste Jaargang.
1895.
ZONDAG
16 J NI.
Bertha von Süttner.
FEUILLETON.
NATALT VON ESCHSTRUTH.
ALKMAABSCHE EOIHAM.
Deze Courant wordt .Diasdag-, Doaderdag- en
SKaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het
geheele rjjk 1-,
De 3 nummers fO,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Pry» der gewone Ad ver ten tl i:n:
Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. COS-
TEE ZOON.
Telefoonnummer3.
„Die Waffen nieder'i" is een meesterwerk, dat iu onze
omgeving nog niet die algemeene bekendheid geniet
waarop het aanspraak mag maken.
Ten onrechte. Toen de beroemde Amerikaanscheschrijf
ster Harriët Beecher Stowe in de Negerhut van Oom Tom
de afschaffing van de slavernij bepleittewas weldra dit
boek in ieders handen.
Bekend is, hoe haar werk de vrijmaking van de slaven
in Amerika heeft bevorderd.
Niet minder groot als de indrnk wasdie de Negerhut
op den lezer maakteis de overtuigende kracht van
Bertha von Süttner's boeiend verhaal „die Waffen nieder
Schitterender pleidooi voor de afschaffing van menschen-
moord op groote schaal den modernen oorlogwerd
nimmer geleverd.
Niemand slaat het boek diebtzonder meegesleept en
overwonnen te zijn. Men erkental lezende dat de
schrijfster volkomen gelijk heeftdat de oorlog een
onzinnigheideen dwaasheideen schandelijk over
blijfsel van vroeger is, en niets dan veroordeeling verdient.
Hoe bereikt de schrijfster dit doelwelke middelen
gebruikt zij om den lezer zoo te bekoren vast te houden
en te overtuigen
Het spreokt van zelfdat het lang niet gemakkelijk
wasom alle gruwelensmarten en ellenden van den
krijg bijeen te garen en te laten lezenen tevens te
ontgaan dat men wrevelig het boek wegwerpt.
Naar ons voorkomtslaagt de schrijfster voornamelijk
door het betrachten van eenvoud en natuurlijkheiden
door telkens een glimlach af te dwingen wegens humo
ristische opmerkingen.
En wanneer zij de gruwelen van een slachtveld in
herinnering 'brengtdan weet zij deze in korte trekken
samen te vatten en wel zóódat de indruk daarvan
vlijmend scherp is.
Een en ander zij het geoorloofd eenigssins nader aan
te toonen.
Martha de heldin van hot verdicht verhaalis eenige
jaren jonger dan de schrijfster zelf, die te. Praag in 1843
geboren werd. Evenals zijis Martha van een oud en
adelijk Hongaarsch geslacht. De lezer wordt in de hoogste
kringen der .Oostenrijksche samenleving binnen geleid.
Martha houdt dagboek.
Zij beschrijft haar huwelijk met een knappen officier
der huzarenen hoe 1 Januari 1859 het jonge paar zich
verheugt met de geboorte van een zoon.
Het huwelijk van de schrijfster zelf bleef kinderloos
DOOR
45)
Met haastige schreden stoof hij de trap af. De meeste
.equipages waren reeds weggerend, alleen het elegante
span van Proczna en het huurrijtuig der Gowers stonden
nog te wachten.
De Engelsche wilde juist instappen, haar man betaalde
den koetsier.
Met een paar rassche schreden bevond Janeck zieh aan
hare zijde. «Veroorlooft gij me mevrouw, dat ik u be
hulpzaam ben vroeg bij op hoogst vriendelijken toon
vatte haar kleine hand en hield het portier open. Half
verschrikt wendde zij het hoofd naar hem om. Het schijnsel
der lantaarn viel op haar bleek gelaat, waarlangs tranen
biggelden.
«Ik vraag u duizendmaal vergiffenis, mevrouw, dat ik
eerst nu de gelegenheid waarneem om u te naderen, en
hoop dat gj mij veroorlooven zult, het verzuimde door
een spoedig bezoek in te halen,au revoir!"
Hij maakte een buiging, bracht de hand der jonge
vrouw aan zijn lippen, nam even den hoed af voor den
adjudant eu trad weer naar zijn rijtuig.
Een nauw hoorbaar: «Hartelijk dank 1" klonk hem na,
daarop klepperden de hoeven over het plaveisel.
Proczna liet zich achterover zakken in de zachte kus
sens drukte de gebalde vuist tegen het voorhoofd en
zijn blik dwaalde naar buiten in de duisternis... Nog
ging de ochtendzon niet opmaar het wasalsof reeds
haar roodachtig schijnsel veelbelovend begon door te
schemeren.
het is daarom aandoenlijk te lezen hoe telkeus de ge
boorte van een zoon als de gelukkigst denkbare gebeur
tenis wordt beschreven.
De oorlog met Italië en Frankrijk breekt kort daarna
uit. Martha is diep bedroefd. Haar mande officier
houdt zich sterk. Hij is zeker van de overwinning.
Hij doet het volkomen alsof het oorlogvoeren een klei
nigheid was. Hij is er zeker van weldra terug te keeren.
„Je dacht toch niet", zoo troost hij zijn vrouw, „toen
je met een huzaren-officier tronwdetdat zijn eenige
bezigheid tulpen kweeken zon zijn
Oostenrijk wordt bij Magenta en Solferina woldra ge
heel verslagen.
Tegen aller verwachting sneuvelt Martha's echtgenoot.
Haar vaderoud-generaal der Oostenrijksche armee wil
noch voor zichnoch voor zijn dochter het vernietigende
van de nederlagen erkennen. Hij wil het doen voorkomen,
alsof Oostenrijk vrede sluit, nlat omdat het moet, maar
wegens politieke redenen.
„Je moet niet denken", zegt de generaal tot zijn
dochter, „dat we bang zijn. In 't geheel niet. We hebben
niets anders te doen dan een nieuw armeecorps uit te
rusten om Milaan weer terug te nemen. Je ziet dus wel
in, dat wij vrede sluiten wegens zuiver staatkundige rede
nen en in het belang van het Europeesch evenwicht."
„Ja vader", antwoordt Martha zuchtend „ik zie het
in. Maar het zon wel zoo verstandig geweest zijn in
dien men het Europeesch evenwicht vóór Magenta had
doen gelden en geen oorlog gevoerd had 1"
Juist wordt op dit oogenblik binnengebracht ter inzage
een pakket boeken, waaronder Darwin's werk „Het ont
staan der soorten", dat juist verschenen was.
„Wie kan nu nog belang stellen", aldus vervolgt de
oude generaal„in zulk eer gewichtigen tijd als de
tegenwoordige in zulk prulwerk
„De confederatie van de ItaliaaDsohe staten en de opper
macht van Oostenrijk in den Duitschen Bond dat zijn
zaken die ver reiken en nog in de geschiedenis langen
tijd zullen voortbestaan terwijl van dit Engelsche boek
geen menseh ter wereld iets meer zal weten. Merk dat
wel opMartha."
„Ik heb het gemerkt"', voegt de schrijfster er sober
aan toevan dergelijke naïeve opmerkingen vloeit het
werk over.
Martha bleef niet lang weduwe. Een vriend van haar
man, ook militair, Tilling, wordt haar tweede echtgenoot.
Het tweede boek is getiteld „Vredestijd." Maar in
welke kringen de schrijfster ons binnen leidt, zij ver
zuimt niettelkens schijnbaar geheel onwillekeurig de
Ook gravin Xenia staarde met brandende oogen naar
den nachtelijken hemel.
Zj stond aan het hoekraamdiepe stilte heerschte
rondom haar weggestorven was de klank van liederen
en woorden, slechts de echo er van ruischte nog in hare
ziel. O, die heerlijke liederen
Als dauwdroppels waren ze op het smachtende hart
gevallen, voor het oogenblik 'ba-leem, doch voor den lan
gen stillen eenzamen nacht een wegvretend gif een
brandende vonk.
Werktuigelijk was Xenia aan den openstaande vleu
gel getreden, over welks toetsen nog kort geleden zijne
handen gegleden hadden om al die lieve betooverende
wijzen er aan te ontlokken zachtkens streek zij er over
heen koud als ijs waren ze op het gevoel.
Een bedelaar de zoon van een oproerling
Ja er behoorde moed toe tegenover die ingekankerde
aristocratie het hoofd op te heffen en de waarheid te
bekennen veel moed en veel trots en een ijzeren wil,
om zoo alles onder den voet te treden wat anders dooi
de wereld wordt aangebeden Nog altijd zag ze Janeck
Proczna voor zich zijne fiere, ridderlijke gestalte met het
edele hoofd en de breede borstdie het versmaadde de,
reeks van eereteekens te dragenwier sterren immers
dof waren vergeleken bij den goudglans-die zjjne lie
deren als in rondspattende vonken verspreidden! Waarom
moest juist deze man, zoo laag uit het stof opgeheven
waarom moest juist hij op den drempel van graaf Dynar's
slot neergelegd zijn
't Was of een rilling haar door de leden voer; peinzend
wendde zij het hoofd om en keek de zaal rond go-
heel alleen was ze
Waarom merkte zij dat zoo eensklaps op Immers
nog nooit in haar leven had zij zich eenzaam en verla
ten gevoeld Of ja toch eens op dien vroegen
morgen toen de erfgenaam van Proczna de wijde wereld
in trok fier en vastberacien als een manvoor wien zij
de oogen moest neerslaan Toen was 't ook zoo doodsch
en ledig om haar heen geweesttoen had haar hart ge
beefd evenals op dit oogenblik
gesprekken over den oorlog te doen honden en alle argu
menten die daarvóór pleiten te ontzenuwen.
Wanneer men het 't minst verwacht, spreekt een mi
nister opeens van „het zwarte punt aan den politieken
horizont." Het zwarte punt dreigt telkens een onweers
wolk te worden en houdt den lezer in spanning.
Martha en haar tweede echtgenoot beseffen meer en
meer hun taak om als apostelen van den wereldvrede
op te treden.
De oorlog met Denemarken breekt uit. En daarop
volgt, in 1866, de strijd tusschen Pruissen en Oostenrijk.
Tilling wordt gewond maar herstelt. Hij verlaat den
dienst.
Evenwel verliest Martha tengevolge van den oorlog
alles wat haar dierbaar is. Haar twee zusters sterven
aan de cholerahaar broeder eveneens. Het echtpaar
verhuist vervolgens naar Berlijnen komt te Parijs
kort vóór den oorlog van 1870. Tilling kent geen ander
levensdoel dan vredes-ideëen te vespreidendoch men
stelle zich voorhoe pijnlijk het den lezer treftdat
juist Tilling de vredesapostelten slotte verdacht wordt
van spion te zijn der Duitschers. 1 Februari 1871 wordt
hij gefusileerd.
Ter wille van het goede doel en het groote talent van
de schrijfster vergeeft men sommige tafereelen die bijkans
te veel afgrijzen verwekken.
De episode van een afdeeling artilleriedie in een
modderpoel geraaktis kenschetsend en een uit de velen.
„De knnnonuier begrijpt er tenminste iets van", zegt de
schrijfster, „maar het arme, doodvermoeide, goedmoedige
paard, dat zijn uiterste krachten inspant, wat moet het
bij zich zelf van zooveel onverstand denken Denken
zooals dieren doenniet met woorden en begrippen
maar met gevoelen. De pijn die het voeltmoet des
te heftiger zijn omdat het paard niet de gaaf heeft
zich te uiten.
Slechts in de uiterste smart geeft het een schreeuw.
Een gil zoolang, zoo klagend, dat hij mij nog in de ooren
klinkt en 's nachts steeds vervolgt."
Vooral bij herhaalde lezing, merkt men op, dat even
als bij een goed schilderij, alle trekken, ook de donkerste
schaduwen, dienen om den indruk van het geheel te ver-
hoogen.
Dergelijke boekon worden niet te vergeefs geschreven.
In Dresden verschijnt een maandschrift, dat denzolfden
titel draagt als het bovengenoemde werk.
De hoofdredactie voert Bertha von Süttner. Zij woont
op het slot Hermannsdorfbij Eggenburg in Neder-Oos-
tenrijk.
De kaarsen flikkerden en teekenden hare schaduwen
af op de portière van wit atlas zachte schreden werden
daarachter gehoord.
Xenia schrikte als een angstig kind.
De bedienden weken op haar gezicht bedeesd terug.
«We wilden de lichten komen uitdoen, gravin!"
Haastig gaf Xenia een wenk dat zij er in toestemde
en begaf zich naar hare vertrekken. De viooltjes in heur
haar waren verwelktmaar in het diepst van haar ge
moed was 't, alsof daar heel schroomvallig en zacht een
groen blaadje boven ijs en sneeuw kwam uitkijken, als
een vriendelijke lentebode.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
De commandant der Keizer-Frans-ulanen prins Eens-
seck, stond in het gansehe leger bekend als een even
voortreffelijk als hartstochtelijk ruiter. 't Was zjn
grootste verdienstein zjn regiment den kranigsten en
meest cavaleristischen geest aan te kweeken. Zijne es
kadrons waren modellen en hunne manier van doen was
befaamd een overmoedige dikwjls tot het doldrieste
overslaande trek bezielde officieren en manschappen en
de verschillende ruiterstukjes die van tijd tot tijd' de
militaire kringen in rep en roer brachten, grensden aan
het ongelooflijke. Daarin bereikte de trots van het regi
ment haar toppuntde officieren wedjverden met elkaar,
om de steeds hoogere eischen van hun commandant te
vervullen. Welk een innige voldoening en welk een heer-
Ijk loon toen bj de groote manoeuvres de Keizer-Frans-
ulanen boven alle anderen uitblonken toen zj het on-
mogeljke mogeljk maakten en een koninkljk generaal
der cavalerie onder een trotsch goedkeurend knikken aan
het regiment den nieuwen bjnaam gaf van «Keusseck's
wilde jagers Derhalve lustig er op los gerend
voorwaarts door dik en dun over heggen en slooten
over brandende horden Reusseck jaagt vooruit
Hoera voor de Keizer-Frans-ulanen
De oude manége voldeed niet langer aan de eische