Poolsch Bloed,
Schoolartsen.
steven en Megentigste jaargang.
1895.
ZONDAd
23 J U NI.
FEUILLETON.
MTALY VON ESCHSTRUTH.
Eerste blad.
ALKMAAItSC
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,SOfraneo door het
geheele r$jk 1,
De 3 nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Frjjs der gewone Advertenties*
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Een van die nieuwigheden het meest geschikt voor
een hoofdartikel van een provinciaal blad, maar overigens
onbruikbaar. In de practijk niets te weegbrengende dan
verhooging van kosten voor 't onderwijs, dat toch al te
duur is. De doctor op school! Wat moet hij, de drager
van miiliarden gedoopte en ongedoopte microben en
bacillen in de school verrichten? De boel in de war
sturen? Weet ge wat de Pruisische Regeering gezegd
heefttoen men haar voorstelde te Breslau de school
commissie met twee geneeskundige leden te versterken
«Dat 't beter ware twee geestelijken daarbij aan te
stellen."
Zoo redeneert men, bijaldien men de vraag of school
artsen noodig zijn, of niet, der overweging waardig keurt
hetgeen niet dikwijls het geval zal zijn.
Immers, dat kinderen een zeker aantal ziekten, achter
eenvolgens moeten doorloopen doorloopen is een weinig
eigenaardige uitdrukking, omdat een zieke meestal to bed
ligt, beschouwt men als eeue treurige, maar niettemin
onvermijdelijke noodzakelijkheid.
Hij moet de schoolziekten nog doorloopen zeggen
we van een knaapje, dat er redelijk gezond uitziet, nog
geen bril draagten nog niet behebt geweest is met
mazelen, roodvonk diphteriewaterpokken of kinkhoest
«n geen aanleg tot tering schijnt te hebben.
Sommige ouders zijn in dit opzicht, als ze geen kinde
ren tengevolge van een dier ziekten verloren zeer op
timistisch gestemd. De kinderziekten zijn in hun oog
middelen om later goed gezond te worden.
Steller dezes heeft een oud en ervaren agent eener
levensverzekeringmaatschappij gekend(de man is nu
dood), die van deze volksovertuiging handig partij wist
te trekkenom tot 't sluiten van oen contract zijne
vrienden over te halen. «Mijne Maatschappij," zoo sprak
hij ten slotte, is solide en veel -sterker dan andere zuster
maatschappijen. Weet u waarom Zij heeft gepokt en
gemazeld."
Dit argument, uit 't dagelijkseh leven gegrepen, miste
slechts bij geheel onwilligen het gewenschte succes.
Doch behalve de algetneene vrees voor vermeende
nieuwigheden zijn er voornamelijk drie bezwaren inge
bracht tegen de benoeming van schoolartsen.
I. De moeielijkheid om medici te vinden, die in staat
zijn om aan alle eischen die men den schoolarts
stellen moet, te voldoen.
II. De overheersehing van de schoolartsen over de
onderwijzers en bet daaruit voortvloeiend gebrek
-L-n-r.yro ij m
DOOR
48) -
Met ze. dzame zekerheid en allerkranigst werd er ge
reden. Wel parelde het zweet op menig voorhoofd, maar
de roep over de Keizer-Frans-ulanen was niet zoo broos
als zeepbellen en de benaming«Reusssck's wilde, koene
jacht" was geen ijdele waan. De adelaar loog voornit,
de lansen stoven er flink achteraan, om hunne vaantjes
zegevierend naast hem te planten.
Waro geestvervoering bezielde de heeren, het Janus-
hoofd van het genot had zich omgewend en liet in plaats
van het overmoedig lachende gezicht een ernstig gelaat
zien met van eerzucht flikkerende oogen.
Onbewimpelde erkenning behield het veld. De dampende
rossen drongen voor de tribune opeen. Prins Reusseck
schudde zijn gast met warme hartelijkheid de hand en
de dames gaven met een vloed van woorden hare be
wondering te kennen.
«Een sterk stuk, Proezca Hechelberg wreef met zijn
zakdoek over het vettige, vuurroode gelaat. »Uw schim-
meltje springt alsof hij van gomelastiek was en is zoo
rap als de geoliede bliksemstraal, dat mag zelfs de meest
naijverige niet tegenspreken Gij hebt hem zeker uit een
circus, dat hij zich zoo tot allerlei kunsten leent
«Ja zeker, ritmeester! Jussuf is voor het circus aange
reden en heeft daarin ook ai verscheidene lauweren be
haald
Ongelooflijk Fabelachtig! vertel me eens, nit
welke manege is hij afkomstig?..."
Als door een electrischon schok werden de hoofden bij
elkaar gestoken en drong men al nader op de tribune aan.
aan samenwerking, die zoo noodzakelijk is tnsschen
beide eategcriën van personen.
III. De groote onkosten aan 't stelsel verbonden.
Wat het eerste betreftevenals in Hongarije zon men
hier te lande aan een der hooge scholen een cnrsus in
't leven kunnen roepen om meer bijzonder de school-
hygiène te doeeeren.
Doch ook voordat deze cnrsus werd opgerichtzou
men voorloopig evenals in 't buitenlanddeze hoogst
gewichtige betrekking wel aan praetizeerende geneesheeren
kunnen toevertrouwen.
voortdurende inspanning der kinderen (die slechts ver
stomping te weeg brengen kan) te voorkomen.
Medewerking met de onderwijzers is eerder te ver
wachten dan medewerking van de ouders.
Doch eindelijk het derde puntde kosten.
Men kan desnoods toegeven, dat misschien de kosten
van 't onderwijs hooger zullen worden.
Doch is dit een ernstig bezwaar
Indien de schoolkinderen minder worden geschaad door
het schoolgaan, indien er voor gezorgd wordt, dat hunne
lichamelijke ontwikkeling gelijken tred houdt met hunne
Het tweede bezwaar zal slechts in den beginne zich intellectueele, ctan zou dit toch wat geld waard zijn
doen gelden.
Yeel zal afbangen van den tact van den arts en de
nauwkeurigheid waarmee de wetgever zijne bevoegdheden
omschrijft.
Toch valt niet weg te cijferen dat de eischen van 't
onderwijs zich in de oogen van sommige onderwijzers
verzetten tegen de inkorting der schooluren tegen een
veelvuldige verstoring van orde en rust in de klasse
tegen vermindering van huiswerk. Zoowel de arts als de
onderwijzer moet dus wat weten te geven en te nemen.
Volkomen terocht zegt de heer Blok in een hoogst
belangrijk opstel over dit onderwerp
De mogelijkheid dat epidemiën van allerlei aard wor
den bezworen, is toch in geld omgezet, eon bezuiniging.
Het zon een bezuiniging van beteekenis zijn, wanneer
de kosten -die de meeste infectieziekten in een huis
honden teweeg brengen de last en het verdriet buiten
rekening latende konden bespaard worden.
En onder cijfers is niet te brengen hot voordeel, indien
bijziendheid en andore lichaamsgebreken die den lijder
voor allerlei betrekkingen ondeugdelijk makentijdig
zooveel mogelijk verholpen worden.
Wie nog mocht betwijfelen het nut van hygiënische
maatregelen in 't algemeenkan niet beter doen dan de
«Wat de vrees voor gebrek aan samenwerking tnsschen statistiek dezer gemeente in te zien die door den be
leeraren en artsen en voor 't ingrijpen in eikaars werk
kring aangaat, geloof ik, dat een juiste waardeering van
eikaars bekwaamheden en van eikaars bedoelingen in alle
gevallen én aan de onderwijzers èn aan de schoolartsen
steeds den rechten weg zal aangeven, dien zij moeten
inslaan, om door onderling samenwerken en door verstan
dig toegeven aan onafwjjsbare eischen te komen tot 't
doel dat beide partijen beoogen.
Het komt ons voor dat de ervaring de juistheid dezor
meening zal bevestigen.
kwamen ambtenaar ter secretarie, den heer J. Hoek, werd
samengesteld, over de jaren 1844 tot 1893 gevoegd bij
ons nummer van 14 Maart 1894.
Het is bekend dat, tengevolge van snel genomen maat
regelen, herhaaldelijk in deze stad het gevaar voor cholera
en pokken gekeerd werd.
En zon men door tijdige wegzending en desinfectie
niet eveneens er in kunnen slagen, kinkhoest, besmette
lijke keelziekte of roodvonk te beperken Waarom niet?
Gelijk de regeling thans is, zon de onderwijzer alleken-
Het is dan ook zeer de vraag of de meeste tegen- j teekenen aan besmettelijke ziekten eigen moeten weten
werkingtegen de schoolartsen niet ondervonden zal
worden van de zijde der ouders.
De minder ontwikkelde ouders zijn meestal gekant
ook wegens financiëele redenen, tegen zindelijkheids maat
regelen.
om tijdig de overige leerlingen te behoeden wanneer
een zijner leerlingen ziekte-verschijnselen vertoont. Deze
kennis van den onderwijzer die toch al zooveel moet
weten, nog bovendien te vergen, zou hoogst onbillijk zijn.
Is het niet bij uitstek noodzakelijk, dat zij, die aan tu-
De geheele opvoeding der meer gegoede kinderen leidt berculose lijden nit de school worden verwijderd
er tegenwoordig toe om alle aandacht te schenken aan
het bjjeengaren van boeken-geleerdheid.
De bron van kennis moet liefst den geheelen dag voor
■den schoolknaap vloeien
Is de schooltijd voorbij, dan breekt de tijd voor huis
werk en voor de privaatlessen aan.
Het zal dns op den weg der schoolartsen liggen om
Is de onderwijzer in staat, dienaangaande een onderzoek
in te stellen
Kunnen misschien de schoolcommissies het gemis van
artsendie geregeld de school bezoekenvergoeden
Geenszins
De schoolcommissie mist bij de tegenwoordige wet
geving alle macht en zij bestaat niet nit deskundigen.
Hebt maar geen vrees, dames zei Janeck met een lijf 0m het heerschap te overbluffen, steken meteen
bgaa overmoedigen lach. De flinke renner is tevens met grenzenloos gevoel van eigenwaarde een lucifertje in
de etiquette vertrouwd, want de rijzweep, waarvoor hij brand - en nauwelijks heeft de man ons erbarmelijk
het «erst den trotsehen nek heeft leeren buigen, droeg pogen in de gaten gekregen of hij duwt ons een ge-
aan den knop een keizerskroon. beel vuurwerk onder den nens en deelt ten slotte mee
aQf Lu I., „a„ A-ni
dat hij in zijn vrije uren circusvoorstellingen geeft op bet
ongezadolde paard Hahahaha Houd u gedekt, meneer
de geheimraad ik stel voor, heeren, dat we maar heel
stilletjes afdruipen I"
Nog nooit had men in de renbaan znlk oon geanimeerd
gezelschap bijeengezien.
»Is er geen lauwerkrans bij de hand Proczna moet
«Ah zoo! in Parijs! wij vermoedden reeds! Donder
en weerlicht, vertel ons dat eens, Proczna
Janeck klopte zijn paard liefkozend op den nek. «Zoover
ik weet, dames en heeren, hebben ook de Dnitsche kran
ten hare kolommen gevuld met berichten over de pi
kante, nieuwste caprice der Parijsche hofkringen, name
lijk, het in 't leven roepen van een circus, welker kuns-
tenaars nit de aristocratie werden gevormd. Natuurlijk I gedecoreerd worden!" riep mevrouw Loonie met stralende
met volkomen vermgding van alle openbaarheid. Nooit oogen - Dien, als ik nwe sneeuwklokjes op de
heb ik aam de trapeze een bezoorlijker verschijning ge- borst droeg, gravin, zou ik ze wel weten te gebruiken
zien, dan de gravin de Belleboeuf, nooit bevalliger stan- »Wie zegt u, Excellentie, dat ik het niet weet?" -
den op het gespannen koord dan die der markiezin de Xenia nam het bouquetjo van haar borst en za* naar
Bougetde hertogin de O. jongleerde met zilveren bal- Jaueck op; nimmer te voren had zooveel leven, zooveel
len en madame de laffy had in het schoolnjden haar opgewektheid bet bekoorlijke gelaat bezield. «Ziehier de
weerga niet, terwijl de hertog de Larochefoucauld de beste eenige orde, die ik te vergeven heb, Janeck zei ze glim-
clown en de hei tog de Morny de mtmnntendste ballet- lachond. «Gaarne zon ik nwe verdienste aan de groote
danser was dien ik ooit bewonderd heb kiok hangen Proczna bracht de hand, die hem de
Kostelijk. grootsch ongelooflijk geniaal en bloemen aanbood, ridderlijk aan de lippen,
de overige heeren, wat deden die?" ,Naar ik hoop luiden deze groote sneeuwklokken mij
Met een fijnen glimlach haalde 1 roezna de schouders niet volgens hare bestemming een lied van ijs van
op. «Alles, wat men gewoonlijk in een circus ziet ver- koude en wintersche guurheid toe," zei hij schertsend
toonen. Prins O. trad op met een apporteerpaard, de beide terwijl hij de bloemen in het knoopsgat stak, en daarbii
graven Dumont sprongen over veertien paarden en de trof zijn blik mevrouw Leonie.
hertog van Valence. «Voor zoover ik weet, kondigen zij de lente aan.
«Wat deed 1 roezna Dat willen we gaarne weten." Xenia zei dit kortaf, en een schaduw vloog over haar
«Janeck Proczna Hij boeide zijn publiek door
stoute toeren op het ongezadelde paard, dames
«Hüningen Hou me vast! ik val om schreeuwde
Hechelberg met een stentorstem, door al het leven
gelaat. «Als wij bloemen plakken, al zyn zo nog zoo
bleek en koel, dan ligt immers hot strengste en langste
gedeelte van den winter achter ons 1"
In dien zin zal nwe decoratie mij een kleinood zijn,
heen, doch Donatns was bijna dol van de pret, hij sloeg Xenia, waarin voor mij de blijde belofte opgesloten ligt'
hf°den,1 1QC0,n. ®n ,lach,te 200 luid en Hartelijk, als dat ook ia het hooge Noorden het groen der hoop ein
eigenlijk alleen hij lachen kon.
Onbetaalbaar't is om te
delijk door ijs en sneeuw heenbroekt
gieren I Daar laat die I Bij die woorden maakte hij een buiging voor gravin
oclijkeit er ons waarachtig voor den tweeden keerinloo- I Dynar, doch opnieuw vloog zijn blik als een vonk naar
pen Twee uren lang rijden we ons de longen uit het Leonie over.