Poolsch Bloed,
No. 80. Tweede blad. Zeven en Negentigste Jaargang.
1895.
ZONDAG
7 JULI.
SCHUTTERIJ.
FEUILLETON.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Doorvoer van vee door Frankrijk.
NATALY VON ESCIISTRUÏH.
UkHAAIISCmi cou
Deze Courant wordt Dinsdag-, 11 nderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonn-mentsprijs pel
maanden voor Alkmaar f 0,80; Aanco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers O, Afzonderlijke nummers 3 r-is,
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer
De BURGEMEESTER der gemeente A L K M AAR
brengt ter algemeene kennis datblijkens een bij hem
ingekomen bericht van den heer Commissaris der Ko
ningin in deze provincie de doorvoer van rund
vee, herkomstig uit Nederland, door Frankrijk
wederom is toegestaan.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd,
5 Juli 1895.A. MACLAINE PONT.
DKAADWlüT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis dat aan hen vergunning
is gevraagd door REINBERT ROOKERwinkelier,
wonendo alhier, tot het voortzetten van den verkoop van
sterken drank in het klein in het perceel aan het Luttik-
Oudorp, hoek Sint Annastraat, wijk O, 'No. 24 welke
vergunning thans ten name staat van PIETER VER
HOEVE Pz.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MAOLAINE PONT.
AlkmaarDe Secretaris,
5 Juli 1895. NUHOUT VAN DER VEEN.
Bedrijfsbelasting.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKM AAR
brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22. Mei
1845 (Staatsblad no. 22), bij deze tor kennis van de inge
zetenen der gemeente, dat een kwartaalskohier op°de
Bedrijfsbelasting, dienstjaar 1894/5 op 2 Juli
1895 door den Directeur der directe belastingen in
Noordbolland executoir verklaard, heden aan den Ont
vanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voornoemd,
5 Juli 1895. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van Alkmaai
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de. commis
sie voor de schutterij, bedoeld bij art. 15 der wet, op
Woensdag 17 Julla.s., te 11/2 ure precies, ten raadhuize
dezer gemeente, zitting zal houden tot het beoordieelen der
lichaamsgebreken en verdere bezwaars chrlften
tegen den dienst bij do schutterij, met inbegrip der
krachtens art. 9 der wet ingeschrevenen, onder o pmerking,
dat alleen bij persoonlijke opkomst vrijstelling van den
dienst kan verleend worden, terwijl, wanneer vrijstelling
van broederdlenst verlangd wordt, bovendien schrifte
lijke bewijzen, voor dien tijd ter gemeente-sec. retarie aan
te vragen gevorderd worden.
Dienstdoende schutters kunnen hi inne be
zwaren tevens op die zitting doen onderhoeken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE P0N1L
Alkmaar De Secretaris
6 Juli 1895. NUHOUT VAN DER VEEN.
DOOR
54)
ACHTIENDE HOOFDSTUK.
Op het exercitieveld der Keizer-Frans-mlaneneen
uitstekend terrein op eenigen afstand buiten de stad
ontwikkelde zich omstreeks het middaguur een voor den
wintertijd buitengewone drnkte. Het korps officieren had
besloten van het zachte woer gebruik te maken, om bij
bet rennen over de vlakte op het ongezadelde paard
den voormaligen kurassier der garde te toonen dat
Rensseck's .wilde jacht" niet enkel in de springhaan
een goed figuur sloeg.
De meeste dames waren met rijtuig gekomen om het
stellig hoogst vermakelijke schouwspel bij te wonen, alleen
mevrouw von Hofstraten redde de eer harer medezusters
en draafde op een ongelooflijk hoogbeenigen dragonders
knol, dien graaf Hechelberg op eigen verantwoording haar
in plaats van den nog niet herstelden appelschimmel ten
gebruike had gegeven, aan de zijde vaa haar echtgenoot
dwars over het veld naar de plaats van samenkomst.
Janeek Proezna reed met zijn pleegzuster, en vorst Hel-
ler-Hüningen had er schik in, zijn sierlijken goudvos vlak
bij het rijtuig te dringen, om met een behendige wen
ding den fijnen kop van zijn renner naast Ricky's blo
zende wang te brengen.
Darling wil maar eens aan uw viooltjes ruiken 1"
plaagde de jonge offieier lachend, toen freule von Drach
zich zoo ver mogelijk in de kussens terugtrok, .het beest
heeft smaak en is aan suiker gewond, daaronj voelt 't
zich tot u aangetrokken J"
XII.
Parijs2 Juli 1895.
Voor wie Parijs niet kent klinken de namen der straten
'Vrij vreemd, en is hat moeilijk zich eene voorstelling te
maken van deze en gene wijk of buurt, doch voor hen,
'die reeds eenige malen deze groote stad bezochten is
het vrij gemakkelijk zich een voorstelling te maken van
de plaats waar de besprokene handeling voorvalt. Hoe
groot ook Parijs zijn moge, toch blijkt het weldra dat
men er zeer gemakkelijk den weg vindt; ten eerste wordt
de stad in hare geheele breedte van oost naar west door
sneden door de rivier de Seine, zoodat wij steeds kunnen
spreken van den linkeroever en van den rechteroever.
De straten en kaden, welke evenwijdig loopeu met de
rivier, worden dus gerekend met de Seine mede te gaan,
en de nummers Joopen dus ook van oost naar westen
wat de straten aangaat, die den loop der rivier kruisen,
deze worden gerekend te beginnen het jlichtst bij de
Seine, en hoe verder ze zich van de rivier verwijderen,
des te hooger worden de nummers der huizen. Ieder
vreemdeling, die slecht? eenige dagen te Parijs vertoefde,
kent de .groote boulevards, en vooral de boulevards des
Italiens, de Montmartre, Poissonnière, enz.hij kan zich
dan rekenschap geven dat de straten, die dezelfde namen
voeren als die boulevards, hem brengen naar het mid
denpunt der oude stad, naar de Halles Centrales, naai
de Seine, den Pont Neuf met het ruiterstandbeeld van
Henri HV, naar de kerk Notre-Dame en naar de oude
Cité. Aan den anderen kant der boulevards voeren de
fanbonrgen ons naar Montmartre, en vooral de faubourg
Poissonnière loopt recht op Montmartre aan, naar den
tegenwoordigen boulevard Barbès, waar de groote firma
Crespin en Dufagel hare magazijnen un kantoren heeft.
Door den faubourg Montmartre komt men in rae Cadet
en op het plein van dien naam. en -steekt op den hoek
der rue Lafayette, waar het gebouw staat van de courant
Le Petit Journal, over naar de rue Rocbechonart, welke
evenwijdig loopeude met faubourg Poissonnière ons ook
naar Montmartre voert. In ree ttochecho aart is, of liever
was' tot gisterenmiddag half een, eene reusachtige fabriek
van militaire kleedingstukken, bekend als 1' Usiue Go
dillci, geheel opgetrokken van ijzer en glas, afkomstig
van de machinegalerij van de tentoonstelling van het
jaar 1867. Deze fabriek met de nieuwe daarnaast staande
huizen vormde een groot vierkant, begrensd door de vier
straten Roehechouart, Petrelle, Condorcet en faubourg
Poissonnière zij heeft ongeveer tweeduizend werklieden
en gisterenmiddag, terwjjl de mannen en vrouwen buiten
waren voor hun middagmaal, barstte tegen half een are
plotseling een hevige brand hit, welke zoo snol toenam
dat in minder dan tien minuten alles in lichte laaie
stond. Het gevolg was eene vreeselijke paniek in de
geheele wijk, de fabriek stond in vuur, en uit de nabij
liggende huizen, de nummers 54, 56 en 58 van de rue
Roehechouart begonnen de bewoners dadelijk hun huis
raad en kostbaarheden te redden. De brandweer werd
geseind, stoom- en handspuiten en reddingladders kwamen
»Maar ik heb niet eens suiker bij me
.Dat doet er niet toe:! Gij zijt immers .zelve zoo zoet,
Bicky
Hechelberg klemde zijn monecle in den ooghoek en
draaide het hoofd als door een electrischen schok naai
den spreker om Wel verdraaid waar heeft onze jongste
kameraad die laffe praatjes opgediept 1 Neen, Beauty-
patchdat gaat niet, dit komt op mijn hoofd neer 1 Gij
staat bij mijn escadron, het soliedste van het gansche
regiment, de menschen zouden misschien zeggen, dat ge
die hofmakerij van mij geleerd hadti Waarde freule,
ik acht 't mijn plicht, u voor dezen jongsten luitenant
te waarschuwen 't heeft volstrekt geen nut, zich door
hem allerlei leugens te laten wijsmaken over korter
of langer tijd moet ik hem laten fnsillseren
.Fnsilleeren Bicky staarde den spreker aan alsof
hij een spook was»dat moogt gij immers volstrekt
niet enkel als hij deserteert en ook dan nog zou 't
afschuwelijk allervreeselijkst van u zijn want Do-
natns is de netste van het gansche regiment en ik ver
zeker n, dat hij nooit van zijn leven eenig kwaad heeft
gedaan
De anderen barstten in een luid gelach uit, doch de
ritmeester^ zette zijn rood en glimmend gezicht in een
zeer ernstige plooi. .Zoo? Inderdaad? t Is maar jammer
voor Hüningen, dat gij niet de conduitelijst op te ma
ken hebt, freule, ik houd me overtuigd, dat gij hem tus-
schen heden en morgen een ganschen sterrenhemel op de
schouders zoudt bezorgen! Wat dankt u er echter van,
als ik u eens de oogen opende over dat heerschap
.Maak me niet ongelukkig, waarde graaf, ik kan niet
anders dan u mijn secondant zenden
.Laat hem maar praten, Donatus ik geloof er immers
toch geen woord van riep Bicky vol ijver om hem te
troosten.
Doch Hechelberg trok een krijgshaftig gezicht en
voegde zijn tegenpartij toe .Goed, laten we onze kaartjes
wisselen Gij schiet morgen van elf tot twaalf
ik van twaalf tot één, natuurlijk over den zakdoek
.Dat zullen we toch nog eens zien 1" bracht freule von
nit alle hoeken van Parijs pijlsnel aangereden, de brigades
van agenten en eene geheele compagnie marine-soldaten
kwamen met den stormpas aanloopen, de brand was in-
tusschen bepaald verschrikkelijk, het water ontbrak, of
liever er was in het eerst niet voldoende drukking, zoodat
slechts zeer dunne waterstralen in die vuurmassa ge
worpen konden worden. Daarbij blies de wind met
stormachtige kracht, zoodat de huizen in de mes Roehechou
art eu Coudorcet groot gevaar liepen, en tegen twee ure de
daken reeds in brand stonden. Pompiers en agenten
klauterden naar boven en sloegen met bijlen en sabels
de brandende stukken hout los. In rue Petrelle sloegen
de vlammen over, en de strijd tegen het woedende element
werd met ieder oogenblik moeilijker. De prefect van
politie de heer Lépine was tegenwoordig eu onder
zijne leiding zorgdeD commissarissen en inspecteurs
voor de handhaving der goede orde. De brandweermannen
gedrocgon zich dapper een hunner Gardés genaamd
viel door een glazen dak, en brak zijn ruggegraat. De
ongelukkige werd door den heer Lépine zeiven gered van
verbrand te worden, doch hij is zoo zwaar gewond, dat
hij waarschijnlijk nog heden sterven zal. De vlammende
massa verspreidde eene hitte, welke, afgescheiden nog
van de politiemacht, de menigte dwong op een afstand
te blijven staan van ongeveer dertig eldoch ondanks
die gloeihitte stonden in rue Petrelle twee pompiers op
een ladder, vlak bij de vuurzee, en hielden het ander
half uur vol, met de slang in de hand de waterstralen
te richten op de huizen, die anders stellig verbrand wa
ren. Deze twee wakkere mannen, die letterlijk gekookt
of gebraden moeten zijn, op het oogenblik dat wij schrij
ven, zullen voor hun moedig gedrag extra beloond worden.
Verscheidene personenbraudweormannon militairen
agenten en ook gewone burgers, die allen flink hun plicht
deden, ondervonden een begiu van verstikking, anderen,
weder ontvingen brandende stukken bont, vensters enz.
op het lijf, zoodat verscheidene personen gekwetst zijn.
Hoe de brand is aangekomen weet men niet, alles is zoo
snel gegaan, de schade bedraagt vele millioenen, en een
veertigtal huisgezinnen uit de naburige woningen zijn
zonder dak. De president der republiek zond dadelijk
tweeduizend francs, de gemeenteraad stemde onmiddellijk
voor twintigduizend en gelukkig heeft de fabriek nog
zeer groote werkplaatsen te Saint-Oueneven buiten
Parijs gelegen, zoodat die tweeduizend arbeiders, mannen
en vrouwen, niet lang werkeloos zullen blijven.
Men is den brand meester, doch nog gedurende eenige
dagen moeten de pninhoopen met water overgoten wor
den, want de kelders liggen vol brandbare stoffen, en
zoo daarin het vuur komt, dan is de ramp niet meer te
overzien.
Wij bleven bij dit onheil misschien wat lang stilstaan,
doch heden wordt over niets anders gesproken. Het
Usine Godillot was hier zeer bekend, en opgericht voor
ongeveer vijf en dertig jaren geleden het lag eerst aan
den andereu kant van de rue Roehechouart, en was toen
ook al eens verbrand. Na den dood van den ouden heer
Godillot, was de fabriek in handen gekomen van eene
maatschappij van aandeelhouders, en is de heer Heil-
Drach met vlammende blikken hijgend uitXenia en de
vrouw van den kamerheer hadden er pret in en verzochten
den ritmeester om het hoofdstuk uit de chronique scan
daleuze, waarin Heller-Hüningen de hoofdrol speelde.
De graaf draaide zijn zwaren lichtblonden knevel op.
Luister slechts dames en breek den staf over dat bru
tale luitenantje Gij weetdat ik hem op voorspraak bij
mijn eskadron heb opgenomen en hem met veel toege
vendheid verbazend verwend heb 1 Wat is nu mijn dank
Het kuiken groeit de klokhen over het hoofd en steekt
den draak met haar Een enkel voorbeeld zal mijne woor
den verduidelijkenVerleden zomer, tijdens de manoeu
vres, wil het ongeluk, dat mijn 63cadrou er lustig op los
rijdt eu ten slotte aan den voet van een bosclirijken borg
van hot noch haar meer weet. Zooals het gebruik in den
dienst vordert, beeft bij aanwezigheid van zijn ritmees
ter de luitenant steeds ongelijk en dientengevolge snauwde
ik onzen Beauty-patch met een verwoed gezicht toe dat
een officier bij het manoenvreeren op een onbekend ter
rein steeds een plattegrond bij de hand moest hebben 1"
.Boem 1"
.Niet in de rede vallen ventje. Den volgenden
dag maken we op dezelfde plek halt. Plotseling0 duikt
mijn luitenantdie er onder den rit al in 't oog vallend
gewatteerd uitzagnit zijn uniform een zwaarwichtig
papieren voorwerp op, dat hij plechtig uit elkaar vouwt en
hetgeen nn een reusachtige landkaart blijkt te zijn. Steeds
grooter steeds eindeloozer breidde het ding zich uit
totdat ten siotte ros en ruiter als achter een reusachtig
scherm verdwenen en daarbij hield de man het papier
zoo vlak voor de oogen en tuurde er zoo aanhoudend
op alsof hij zich niet verzadigen kon aan het gezicht
.Voor den duivel, liüuingen, wat voer je toch uit
vraag ik op hem toe rijdend. Zonder op te zien, geheel
verdiept in zijn kaart, antwoordt hij met een ernstdie
voor zijn toekomstige strategische kennis veel beloofde
,Ik bestudeer het terrein, ritmeester Tot zoover
is het geval heel aardig en lofwaardigdames, maar het
hinkende paard komt achteraan. Ten hoogste getroffen
buig ik me nu ook over het papier heen, enwat zie