George Hitchcock. Poolsch Bloed No. 86. Eerste blad. Seven en Megentigste Jaargang. 1895. ZONDAG 21 J U L I. FEUILLETON. NATALY YON ESCH8TRUTH. Deze Courant wordt JMsasdag-, Uoaderd&g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheeie rjk 1, De 3 nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Frfls der gewone Advertentlëns Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. ÏAR ia VI Telefoonnummer: 3. Wanneer een Noordhollander midden in Amerika in eene tentoonstelling van Amerikaansche moderne schil derijen tal van doeken aantreft, die hem voor een oogen- blik naar Kennemerland verplaatsen dan is zijne gewaar wording moeial jk in woorden te brengenzij is het best te vergelijken met diewelke iemand gevoelt bij het onverwacht ontmoeten van een vriend zijner jeugd. In een wildvreemde omgeving plotseling zich te be vinden en pays de connaissanceten gevolge van de voorliefdedie sommige Amerikaansche meestersals Melchers en Hitchcock blijken te bezitten voor de zee aan onze kustvoor de dninende weidenden aanblik van het uitspansel en de zongelijk die de binnenplaatsen onzer woningen verlichtis eene ware verrassing. Men gevoelt bij het zien dezer schilderijen dat het bloedhetwelk volgens Tollens door onze aderen vloeit, Nederlandsch bloed isdat de liefde tot den vaderland- schen bodemhoe belachelijk ook in het oog van den cosmopolietiets meer is dan ijdele waan en dat de mensch zelfs de 19de eenwsche mensch die zich snel verplaatstaan de omgevingwaarin hij van jongs af verkeerdegehecht blijft en die niet zonder zeer afdoende redenen zon kunnen verlaten. Kan men in deze gevoelens eenigermate komendan erkent men daarmededat omgekeerd een vreemdeling niet spoedig hier te lande zijn tenten zal opslaan. Dat een jong Amerikaan van goeden huize, voor wien de geheele wereld openstaat zich vrijwillig in balling schap begeeft tusschen Egmond en Bergenenkel ter wille van de kunstdoor hem beoefend is geen alle- daag3ch verschijnsel. De mandie ver van zijn land gaat wonen om ongestoord zich te wijden aan de studie van het Hollandsche landschap moet een buitengewoon man zijn. Welke motieven hebben Hitchcock bewogen om zijne inspiratie hier te lande te zoeken Alleen uit zijne levensgeschiedenis kunnen deze redenen worden opgespoord. De familie Hitchcock is afkomstig nit Massachusetts. Zijne voorouders vestigden zich ter wille van hunne vrije godsdienstige overtuiging in Rhode Island een der kleinste staten van de Unie. Zij behoorden tot de magistraatspersonen. In de stad Providence dragen nog sommige straten den naam van een der leden dezer familie. Hitchcock's vader was de eerstedie de traditie zijner vooronders verbrak. Hij 60) EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De regen hield langzamerhand op. Een heerlijk fris- sche koelte waaide om Proczna's slapen terwijl hij een zaam door het verlaten plantsoen wandelde. Zijn blik volgde de jagende wolkendie zich meer en meer ver deelden. Van de takken vielen druppels neer de vochtige kie zelsteentjes op den weg glinsterden als zilver en bij elk zuchtje joeg de wind de dorre bladeren ritselend voor zich nit. Janeck stapte langzaam voort. 't Is kalm geworden in zijn binnenste, de golven der opwinding zijn tot bedaren gekomen, het gloeiende voor hoofd is afgekoeld, 't is hem te moede als den zeeman, die zich overtuigtdat hij den juisten koers volgt tus schen storm en klippen door houdt hij aan op de veilige haven. Aan de benedenverdieping der villa Floriana zijn alle vensterluiken gesloten nit de salons van Gravin Dynar flikkert een rood schijnsel door de kale boomtoppen. Zacht en dof doet de klok in de vestibule haar eentonig getik booren. »Menoer de baron is naar de sociëteit en de beide dames drinken thee bij de gravin »Verwacht mijn zuster nog meer gasten »0 neen meneer Proczna wendde zich met een vluchtig handgebaar naar de trap en beklom de witmarmeren treden. voelde zich tot de schilderkunst aangetrokken in een tijd, toen de „nieuwe wereld" nog geen schilder van naam had voortgebracht, Toen Hitchcock's vader vroeg stierf, werd zijn jongste zoon George bestemd om in de rechten te studeeren. Hij behaalde in 1874 een graad en scheen aanvankelijk den loopbaan te zullen volgen waarvoor hij was opge leid Doch aan wien moeder Natuur een artistieken aanleg schenktkan zich daaraan niet onttrekken. George richtte dan ook kort daarna zijn atelier te Chicago in. In korten tijd maakte hij een aantal schil derstukken gereed doch veel succes van zijnen arbeid had hij niet. Weldra verkreeg hij de overtuiging dat die weinige waardeering niet onrechtvaardig was en dat de eerste schreden op het gebied der kunst al even moeielijk zijn al3 die op het gebied der rechtsgeleerdheid. Hij hoopte door ernstige studie van de oude meesters zijne tekortkomingen in te zullen halen. In 1877 ging hij naar Londen naar de kunstschatten van het Britsch museum. Doch ook in Engeland onder vond hij teleurstelling. Hij werd Diet toegelaten in de South Kensington Art Schools, en het onderwijs, dat in eene bijzondere schil derschool gegeven werdbeviel hem slechts matig. Wel licht kon de jonge Amerikaan die geheel voor zijn werk leefde, zich niet te best schikken in de levenswijze zijner Engelsche mede-studenten die liever de oestervork dan het penseel hanteerden. Hij begaf zich eerst naar Parijsdaarna korten tijd naar Dusseldorfen eindelijk in 1880 naar den Haag, met de bedoeling om zich onder leiding van Mesdag te stellen. Geen wonder dat een landschapschilder zich door de kunst van Mesdag gevoelt aangetrokken. Men behoeft slechts enkele zeeën van dezen meester te zien, om zijn oorspronkelijkheid te bewonderen. De rustelooze jaren waren voor Hitchcock evenwel niet vruch teloos voorbij gesneld in navolging van zijn leider evenals hij betooverd door de eigenaardige schoonheid der licht-effecten aan het Hollandsche strand begon Hitchcock op raad van Mesdag met eene zelfstandige bestndeering van het Hollandsche landschap. Hij vestigde zich te Egmond aan Zeewaar hij onge stoord werken kon. Op zekeren dagtoen hij zelf af wezig was, kwam de keizerin van Oostenrijk (toen onder behandeling van Dr. Metzger te Amsterdam) op een harer wandeltochten toevalliger wijze te Egmond. Het welbekende artistieke gebouwtje trof hare opmerkzaam heid. Zij wenschte het atelier te bezoeken. Een onafgewerkte schetsvoorstellende de zilveren Een bediende stond reeds boven op het portaal te wachten. l)e dames zijn nog met iets bezig mag ik n verzoe ken hier in dit salon binnen te treden Janeck liet zich van den natgeregenden mantel ontdoen, streek even de golvende lokken van het voorhoofd naar achteren en trad binnen. »Ha charmant! welkom, mijn waarde onder het rinkelen zijner sporen rees Heller Hüningen uit den hoek der sofa op en snelde den binnentredende te gemoet. »Wees gegroet, gezegende des Heeren zong hij Proczna op zijn eigen wijze toe en reikte hem hartelijk de hand. Uit een fauteuil dook een allerliefst toiletje op 't was freule Bicky, die zich onder een stormachtige begroeting aan Proczna's arm hing. »Hoe heerlijk dat gij komtJaneck, we spelen samen domino en ik win aan één stnk door 1" »Nn ja omdat je van kindsbeen af op de fijnheden van 't spel gedrild ben !'- Donatas drong zijn nichtje heel handig van Proczna weg en nam zelf diens arm. »Een af schuwelijk spel, mijn beste Proczna, je zoudt turelnnrsch worden van al dat staren op die zwarte stippen." Bicky's gelaat gloeide alsof zij het hellevuur had aan geblazen. Omdat hij er niets van begrijpt, Janeck, en al tijd over andere dingen zit te babbelen! Eerst heb ik hem ,klok en hamer' voorgeslagen doch toen beweerde hij dat hij bij dat spel zoo opgewonden werd, zoodat ik uit toegevendheid met de dorninosteenen ben komen aandragen." »Welk een schandelijke zelfzuchtonder het devies »liever dood dan onhoffelijk moet ik een vreemd spel wagenwaarbij ik zonder eenige schaedloosstelling op hemeltergende wijze geplukt word! Den ganschen avond heb ik geen enkele maal gewonnen is dat nu zooals 't behoort Zie maarden halven inhoud van de bonbon doos die ik expressel jk voor den inzet heb meegebracht, heeft miju tegenpartij reeds naar zich toegesleept 1" Donatas kneep zijn vriend heimelijk in den arm, zette een onhntst gezicht en wees naar de tafel waar Bicky zich met beide armen beschermend over den schaal met zee begrensd door de blonde duinen trok in die mate haar aandachtdat den volgenden dag de keizerin een kamerheer uitzond om het stuk te koopen. Te Egmond aan Zee voltooide Hitchcock zijn eerste schilderij die hem beroemd maakte. Het is een tul- penbed. Des avonds vóór de opening van Parijsche tentoon stelling van 1885 was Hitchcock's naam bij het publiek volslagen onbekend. Den volgenden morgen was hij een beroemd man in de kunstwereld. De roode tulpen waartusschen een jonge vrouw staat, zonder dat de harmonie van het geheel verbroken wordt, hadden een verdiend succes. Door de eerste kunstkenners Albert Wolf en Paul Leroi werd dit werk zoowel wegens de kleur het licht en de slanke vrouwenfiguur om strijd geprezen. Het is een dier doeken, dat te midden van honderden opvalt en dat zelfs bij den oppervlakkigen beschouwer in het geheugen blijftomdat het oorspronkelijk is. Want Mesdag moge aan zijn Amerikaanschen kunstbroeder een meer bepaalde richting gewezen hebben en de aanleiding geweest zijn tot dit ongewoon talent Hitchcock heeft toch zijne oorspronkelijkheid weten te bewaren. En in dit opzicht staat hij boven zijne landgenooten die meer navolgers zijn van Europeesche meesters en die dus niet door deze eigenschap uitmunten. In Scribenrs Magazine 1887 komen twee opstellen voor van dezen schilder, die men gaarne in goed Neder landsch vertaald zou willen zien. Zij zijn het ten volle waard. Uit deze schetsen met de pen spreekt dezelfde fijn ge voelende beschaafde artistieke natuur, die zijne schilde rijen zoo aantrekkelijk maakt. Slechts eene opmerking daaruit moge hier plaats vinden. „Zoowel bij zonneschijn als bij bewolkten hemel", schrijft Hitchcock„is Holland het meest harmonieuse land van de wereld. Bij welke weergesteldheid ookhet is altijd een schilderij. Die gouden najaarsdagen wan neer de natuur zich vertoont als door een teeder geelge- klenrde middenstof, hoe keurig zijn ze! „De diepe tint van de donkerste winterdag en de heldere zonneschijn van het voorjaarze zijn geheel ver schillend van die in andere landen. „De gouden toon van Rembrandt kan dan ook niet anders zijn dan de reflex van dit zonlicht." Eigenaardig is hetdatniet minder dan haar echt- The pitoresque quality of Holland. suikergebak wierp die zij volgens hare verzekering eer lijk verdiend had Donatas mocht zooveel uit de doos eten als hij wilde maar jaweluit louter ongezeggelijk- heid wou hij telkens van haar winst iets wegkapen en of ze al van elk taartje een stukje afbeet't hielp niets, juist die nam hij bij voorkeur Janeck schoot in een gullen lach »In welk een afgrond des verderfs moet ik weer den blik slaan Zelfs getee- kende schapen steelt de wolflieve Bicky Doch moed gevat, ik zal n krachtdadig ter zijde staan, want deze deug niet begint me wat al te lastig te worden »Neen Janeck vrede moet gij stichten Donatns moet begrijpen dat ik volkomen gelijk heb on hem waarlijk niet bedrieg. »Goed, ik zal scheidsrechter zijn. Heller-Hüningen moet ten slotte uit volle overtuiging toegeven dat zijn ongeluk in het spel eenig en alleen berust op het bekende feitdat. menschen die gelukkig zijn in de liefde nog nooit een hoofdprijs nit de loterij getrokken hebben." »Gelnk in de liefdo ach ja, daar zal t wel aan liggen." Cieky's oogeu begonnen te glinsteren; met bekoor lijke naïveteit schoof zij haar suikergebak over tafel naar de plaats van haar tegenpartij. »Hier Donatns ik schenk je alles alles en zal in 't geheel niet meer zoo erg opletten maar dan zij zag bijna smeekend naar hem op: »dan moet ge mij daarvoor het geluk in de liefde gunnen »Deel 't maar samen kinderen voor één alleen is het geluk een schuwe vogel met z'n beiden houdt men 't gemakkelijker vast »Deelen het nufje schudde haarkrulkopje, «ie mand krijgt ook maar een kruimeltje van mijn geluk, ik verstop het diep heel diep in mijn hart op zijn hoogst schrijf ik in mijn dagboek Aan en dan drie kruis jes »Drie kraisjes Dat is uitmuntend 1" »Eu daaronder mjn lievelingsgedicht »Alle drommels, nichtje, komt or eens mee voor den dag, ik hond verbazend veel van gedichten Donatas draaide do punten van zijn blonden knevel nog wat meer op en knielde vol verwachting op een stoel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1