Poolscli Bloed, Profillen. No. 89. Eerste wad. Reveil en „Megentigste jaargang. 1895. Z O N D A (j 28 J U11. FEUILLETON. llglpi MTALY VON ESCHSTRUTH. ALKMAARSCBE COURANT Dozo Courant wordt »lmsd»g-, Doaderdag- en XaÉerdagavosd uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,8®; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers fO,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. AAia -v'3 Telefoonnummer: 3. fr{)s der gewone Advertentie*»: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De karaktertrekken en capaciteiten van een man van beteekenrs, worden gewoonlijk eerst na zijn verscheiden te boek gesteld. Jhr. Sckorer, de samensteller van het dezer dagen verschenen werk Profillen der provincie Noordholland, behoort tot die personen wier necrologie men zou wenschen te lezen, om oeu volledig beeld te verkrijgen van de hoedanigheden in zijn werkzaam leven geteond. Hiermede is voorzeker niet gezegd, dat zijn levenseinde door iemand begeerd wordt. In geonen deele Moeielijk zoo men in Hollands Noorderkwartier een man kunnen aanwijzen, aan wien meer van ganscher harte, door ieder die hem kent, gezondheid en kracht tot het vervullen zijner betrekking wordt toegewenscht, dan juist aan den "tegenwoordigeu commissaris der koningin in deze pro vincie. Door de wijze waarop zijn ambt doorhem sedert jaren ver vuld wordt, verwierf hjj aller achting en sympathie en eigen aardig is het, dat de voorkomendheid en welwillendheid waarmede hij iedereen bejegent, wel verre van het gezag te schaden, zijn invloed en daardoor ook dien van het college van gedeputeerde staten, veeleer vergrootte. Menig ambtenaar, die in kleinen kring een hooge be trekking bekleedt, verkeert iu de dwaling, dat door zekere terughoudendheid, zekere deftigheid en stugheid, zijn aan zien zal toenemen. Er zijn autoriteiten die wanneer mee hen iets moet vragen of verzoeken, noodig achten, in de eerste plaats den requestrant tot nederigheid te stemmendie dea vrager doen gavoelen, dat alwie niet tot de upper ten thousand behoort, heelemaal niets beteekent, en blij mag zijn, dat hij gehoor ontvangt van den staats-ambtenaar, die van een beter maaksel of zooais de Franschon zeg gen, »de la cuisse de Jupiter" is. Jhr. Mr. Schorer daarentegen is do eenvoudigheid zelf. Zijn uitgebreide kennis van provinciale aangelegenheden en plaatselijke toestanden, vindt wellicht juist door zijne bescheiden wijze van optreden, algemeene waardeering. Daarbij heeft hij een open oog voor 'tgeen het algemeen belang vordert. De tramwegverbinding tussehen Alkmaar en Amster dam is tot stand gekomen omdat hij inzag hoeveel de plattelandsbevolking daarmede gebaat zou zijn. Zonder zijn steun ^ou de ondernemendste concessionaris niet geslaagd zijn om de tallooze bezwaren te overwinnen. 63) - Hare Excellentie Gartner versperde hem met haar uit gestoken rijzweep den weg. «Hebt ge me dan volstrekt niets te vertellen omtrent den mislukten toeleg comte mio «Bijzonder veelmaar niet hier Waar dan?" «In 't weelderige vertrekje daar is 't zoo vredig en warm daar wacht mij de allerliefste ik vlieg haar in den arm neuriede hij zacht, zoodat enkel de schoone vrouw naast hem het verstaan kon. «Dus gij komt!" haar oog glinsterde fel. Zoodra ge mij roeptrose papier, Excellentie, gij weet hoe bijzonder ik op rose papier gesteld ben Met een half wrevelig half teleurgesteld gezicht wierp zij het hoofd met de sierlijke jockeymuts in den nek, en Proczna leed verder, zonder in den loop van den dag de minste notitie meer van haar te nemen. «Dwingeland!" klonk 't hem slechts eens bij het af rijden in de ooren toen de presidente haar ros langs hem heendrong hij glimlachte en haalde de schouders op. Een vroolijkeheldere klank van horens schetterde door het wond, ter begroeting van prins August Ferdi nand en de equipage zijner gemalin. Vorst Reusseckmajoor von Kroppen en luitenant Gower maakten het gevolg van den prins uitwien de opperjagermeester een eind weegs te gemoet gereden was. Anna Reginadie gravin Kany bij zich in het rij tuig had, droeg een kostbaren, met hermelijn omzoomden dolman om de schouders en een keurig opgemaakt, met reigerveeren getooid hoedje op het eenvoudig gekapte Bezwaren wel is waar van administratieven aard maar daarom niet minder belemmerend dan technische. De Commissaris der Koningin heeft niet slechts kennis yan, maar hart voor de provincie en hij kent de bevolking met hare goede en kwade eigenschappen door en door. Hetgeen wij met het voorafgaande wenschten te doen uitkomen is dan ook ditdat het bovengenoemde werk grootere beteekenis verkrijgt door den persoon van den schrijver. Men moet dankbaar zijn, dat de waarschuwingen, die dat werk bevatjuist van zijnentwege aan de verschil - lende waterschap- en polder-authoriteiten werden gericht. Want daardoor verkrijgen ze bij de betrokken besturen gezag. En aangezien het boek waarin zij vermeld staan, ook omdat het zich aangenaam, lezen laatin handen van iedereen komt, kan men de waarschuwende woorden niet in den wind slaan. Op deze wijze nu worden de waterschapsbesturen aangezet tot waakzaamheid, en wordt het doel van dea schrijver, de beveiliging der provincie, beter bereikt., «dan door dfflcieele missives en dito aan schrijvingen had kunnen geschieden. Een enkel voorbeeld, dat meerdere activiteit in deze niet onnoodig is. Reeds lang was bg de autoriteiten bekenddat de toestand van de zeewering tor hoogte van de Groote Keeten gevaar opleverde. De buitenste duinregel was weinig bestand tegen een hoogon vloeddoch er bestond verschil, welk bestuur daarin behoorde te voor zien. Evenzeer was er op gewezendat de Helmdijk op ver schillende plaatsen was doorgegraven. Van de gevaren die deze toestand kon opleveren was men zoo zeor overtuigd dat de ingenieur van den waterstaat, de noodige instructies had gegeven, om de 'vloeddeuren van de Zijporschutsluis tijdig bij doorbraak te sluiten hetgeen dan ook 22 December j.l. onmiddel lijk werd uitgovoerd (zie Schorer bl. 38). Zelfs in deze Courant werd 30 September 1894 het zwakke punt aangegeven, evenwel met geen ander gevolg dan dat de Zijper Courant deze opmerking overnam. Want er was geschil, en derhalve deed men niets. Drie maanden later, 22 December brak werkelijk buitenste duinregel door op de aangewezen plaats. Het zeewater kwam tot aan den Voordijk. De be woners van de Groote Keeten hebben zelfs met plaggen en zodeu den vloed gekeerd. Gelukkig veranderde de wind en liep het water spoedig af. Het geschildat steeds een beletsel scheen om deze zaak in orde te brengen, bestaat thans nog. haar. Bont opgesmukt zat de hofdame naast haar, en keek met de half dichtgenepen oogjes zoo zelfgenoegzaam en genadig rond, alsof de blijde bogroeting van het pu bliek enkel haar opzichtige, rood fluweelen mantel gold De begroeting duurde slechts kort, daarna ging de op perjagermeester op een wenk van Zijn Koninklijke Hoog heid tot het opjagen van het tweejarige wilde zwijn over, waaraan een voorsprong van tien minuten zon gegund worden. Onder het blazen van fanfares werden nu de achtien koppels honden losgelaten en voortging 't in dolle vaart. Een luid hoera volgde het in galop wegrennend gezel schap, de dames stonden overeind in de rijtuigen en wuifden hun een korten groet toe, daarop stoof het door jockey's gemende vierspan der prinses don boschw6g terug, om op een bepaalde plaats, waar de jachtstoet voorbij zou komen, opnieuw stil te houden. Op de open plekken sneed de wind scherp in het ge laat en deed de gouden lokjes op Xenia's voorhoofd dan sen. Vlak naast haar rende Proczna, die met, heimelijke biikken over baar waakte en nu en dan met een haastigen greep haar paard in de tengels viel, als het terrein tot •voorzichtigheid aanmaande. Met gerekten hals joegen de voortreffelijk afgerichte honden, het spoor van het wilde zwijn volgend, het bosch in en de jagers in vollen ren or achteraan. Wat een gesnis en gestamp en geschetter Met blik - semsehietende oogen stormde Xenia onder de ruisehende, laag afhangende dennetakken voort, zich bukkond om de twijgen te ontwijken of boog opgericht in den zadel, waai er een open vak in het bosch was, of waar het over heide en veld ging. Proczna's voorhoofd was bewolkt, hij zag er bezorgd nit. «Niet te wild, Xenia 1" verzocht hij en omsloot hare hand met een forschen greep; «gij kent bet gevaar niet. Laten we wat kalmer rijden, we moesten, dunkt me, de vangst maar aan de anderen overlaten, en bevre diging zoeken in de heerlijke, verkwikkende romantiek van zulk een jacht. Zij keek hem met smeekende blikken aan. «Nietlang- Evenwel besloten de Staten 19 Juli jongstleden bijna zonder discussie om de uitgaven tot herstel, reeds door gedeputeerde staten gedaan goed te keuren. Deze tardieve regeling blijft evenwel kenschetsend. Doch de grootste verdiensten van den arbeid van den heer Schorer ligt daarin, dat hij de aandacht vestigt op den onvoldoenden toestand der z.g. Slaperdijken. Zijn de zeeweringen algemeen genomen goed verzorgdde tweede waterkeering, die bij mogelijke doorbraak de over strooming moet localiseeren, verkeert nagenoeg in den zelfden staat als twee of drie eeuwen geleden. Dat aan de versterking der binnenweringen alle zorg moet worden besteed klemt des te meer, omdat sedert vele kanalen zijn gegraven die a# zoovele geleiders kunnen worden van het instroomende zeewater. De provincie verkeert derhalve in ongunstiger omstan digheden in dit opzicht dan vroeger. Zeer merkwaardig zijn de dwars-doorsneden of profillen, op dertien plaatsen is op de kaart een lijn getrokken, waardoor men met een oogopslag kan zien op welke hoogte de voornaamste zeeweringen en op welke laagte de poldergronden en 'nnn dijken zijn gelegen. Voorts geven een drietal kaarten aan, hoever een ge stelde doorbraak zich vermoedelijk zon uitstrekken. Uit die profillen nu blijkt, (blz. 26,) dat niet alleen het zomerpeil der polders overal diep beneden A. P. ligt maar ook dat het maaiveld, dat is de grond waarop wij wonen, veel, op vele- plaatsen zelfs zeer veel lager ligt dan het gewoon hoogwaterpeil der zeevloeden. Ja zelfs dat de meeste waterkeeringen beneden, of slechts even boven gewoon hoogwaterpeil der zeevloeden liggen, zoodat, waren er geen zeedijken, zoowel het Noorder als bet Zuiderkwartier voortdurend onder liet water bedolven zou zijn en slechts enkele deelen, als b.v. de duinen, de gronden waar vroeger bmnendainen waren bij Haarlem, Alkmaar en St. Pancrag, enkele geestlanden in West friesland, de opgehoogde deelen der steden, Mniderberg en het Gooi, hel hoofd boven water zouden steken, met do dijken der grooto droogmakerijen, die hoog boven A. P.. aangelegd zijn. Slechts een enkele opmerking, die overigens tot de waarde van het geheel niet afdoet moge hier plaats vinden, wat betreft het in de profillen voorkomende zomerpeil. Gelijk de schrijver zegt, is het opgegeven, zooals bet bij keur is vastgesteld, hetzij door het bestuur met of zonder besluit van ingelanden is aangenomen als het best passend voor de omstandigheden waarin de polder verkeert. Ten opzichte van de groote poldefs, als de Schermer zaam Janeck, 't is mij te moede, als moest ik met den gierenden stormwind om het hardst rijden Doelloos voort de wereld in, zonder te denken aan gevaar of belemme ring wat zou me ook kunnen overkomen Gij zijt immers bij me!" «Wel mij, indien ik u voor alle onheil kon vrijwaren Een eigenaardig geglinster tintelde in haar oog. Voor veel harteloed moogt ge me kannen vrijwaren, Janeck, voor het grootste niet!" «Eu waarom juist daarvoor niet?" Zij boog het hoofd achterover en staarde een oogen- blik naar den hoog gowelfden, blanwgrijzen hemel. «Om dat gij 't me zult aandoen «Hebt ge niet bemerkt, hoe ik me verwijderd gehouden heb van nw schoone vijandin Er lag een zachte klank in zijn stem. Eensklaps zag zij hem aan. «Enkel om mijnentwil «Neen en ja, zooals men 't nemen wil." «Ik begrijp n niet." «De hoogste zegepraal der vriendschap bestaat in het geloof aan iemand, zelfs dan, als zijn manier van doen ons onbegrijpelijk schijnt Eon bijna matte glimlach speelde om hare lippen. «Het hoopvol uitzien naar de oplossing van een raadsel valt zoo zwaar «Gij hebt als zuster een zeker recht om openhartigheid van mij te eischen evenals het onder gowone familie omstandigheden vanzelf zon spreken dat ik een alge meene biecht voor u afieieer mijn teer geheim reeds bij iedereen bekend raakte zoo moet ik «Neen, gij moet niet biechten ik kan mijn nieuwsgie righeid beteugelen en wil niets hooren Haar stem klonk scherp en bits en tnssohen de fijne wenkbrauwen ver toonde zich een diepe plooimet een rnk bracht zij haar paard, dat nog steeds door Janeck's hand in een kalmer gang gehouden werd, wat op zijde. «Voorwaarts! we zijn achtergebleven als twee sukkels van ruiters We mogen ons toch niet uit laten lachen En driftig liet zij de kaïwarts op den slanken hals van haar paard neerkomen, om onmiddellijk daarna hoog opgericht in den zadel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1