Poolsch Bloed, pïïblicatïë: No. 91. &even en Megentigste Jaargang, 1895. Y RIJ 1) A G 2 AUGUSTUS. PARIJSCHË BRIEVEN^ FEUILLETON. NATALY VON ESCHSTRUTH. ALKMAARSCHE COlltWT Dszo Courant wordt SMKSdeg-, Itonderdug- en Xafierdagavocd uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,8©franco door hot geheeia rijk 1, De 3 nummers ©,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Tclt'lommomiiicr frys der gewone Advertentlën: Per regel j 0,16. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. ZIKHPCTTfilf. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaab; Herhaaldelijk tot de ervaring gekomen zijnde, dat door de ingezetenen misbruik wordt gemaakt van de in de straten en wegen liggende zinkputten door, in strijd met de bij de algemeene politie-verordening gemaakte bepalingen, daarin allerlei vuil en vaste stoffen te werpen, tengevolge waarvan bij zware regenbuien, zooals in de laatste dagen het geval was, de afvoer van hemelwater nagenoeg geheel belemmerd wordt Noodigen de ingezetenen dringend uitdaarmede niet voort te gaan waardoor zij zichzelven voor schade en nadeel zullen vrijwaren wanneer weder zware regen buien mochten voorkomeD zijnde aan de politie opge dragen proces-verbaal op te maken tegen hen die in strijd met de bestaande voorschriften mochten handelen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. MAOLAINE PONT. AlkmaarDe Secretaris 30 Juli 1895. NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren den ingezetenen, in verband met het gedurig baldadig vernielen van de isolatoren van de Rijkstelegraaf lijnen, aan de bepaling van artikel 351 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij eone gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren wordt bedreigd tegen hem die telegraaf- en telephoonwerken, voorzoover deze werken ten algemeenen nutte gebezigd worden opzettelijk en wederrechtelijk ver nielt beschadigd of onbruikbaar maakt. Zij manen tevens ouders, voogden en onderwijzers aan, om hunnen invloed op de jeugd te doen gelden, ten einde het stuk werpen van de isolatoren der Rijkstelegraaf- en telephoonpalen tegen te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. AlkmaarDe Secretaris, 31 Juli 1895. NUHOUT VAN DER VEEN. Personeele Belasting. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKM AAR brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad no. 22), bij deze ter kennis van de inge zetenen der gemeente dat het voljaarsch kohier no. 3 der belasting op het personeel, dienstjaar 1895/6, op 30 Juli 1895 door den Directeur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaard, heden aan den Ont vanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voornoemd, 1 Aug. 1895. A. MACLAINE PONT. XV. Parijs26 Juli 1895. Wij zijn er aan gewend dat het in Parijs 's zomers altijd buitengewoon stil is, doch met ieder jaar schijnt 65) De kleine hand die op zijn arm rustte beefdemis schien wel van koude. »En welke van die twee geaardheden schijnt u de ge lukkigste »Ik benijd iederon sterveling die zoo bovenmate be mind wordtdat alle banden der wereld die anders nog macht uitoefenen over een menschenhartals kaf voor den wind voor den drang der hartstochtelijke liefde ver dwijnen slechts dat is gelukkig, dat alleen!" Een oogenblik heerschte er diepe stilte donkere scha duwen vielen over den wegdoor de takken gierde de sneeuwstorm. »Ge zijt koud, Xenia. Gij trilt als een popelblad! En ik heb geen mantel om u te beschutten Zij antwoordde niet. »Laat eens een oogenblik mjjn arm losga hier vlak naast »Mylord" staan.hij dekt u een weinig voor den wind en Proczna trad haastig naar den anderen kant op zijn paard toe gespte den zadel los en trok het dek kleed er onder uit. »Ziehier, spoedig! wikkel u er in!... hoe dom, dat ik niet eer op die gedachte gekomen ben Xtnia schudde, zonder hem aan te zien, het hoofd. »De paarden zijn warm.ze mogen niet. Een wolk van sneeuw dwaï relde op Janeck schoot toe, sloot de bibberende gestalte in zijn armen en wierp ter beschutting het dekkleed over haar heen eenige secouden lang rustte Xenia als versuft aan zijn borst. sEr helpt niets aan, we moeten voort! ik neem u vóór mij in den zadel en staart Mylord aan zonder last zal het ons toe, hetzij dan verbeelding of werkelijkheid, dat het dit jaar nog stiller is dan het vorige en zoo gaat het ons ook thans en komt het ons voor als ware de groote stad herschapen in eene stille provinciale gemeente. Voor de dagbladen is het een bepaalde komkommertijd die moeten het erg voelen doch ze zijn er aan gewoon, en over het algemeen hebben de dagbladen hier geene reden tot klagen. Men kan gerust zeggen dat te Parijs iedereen de courant leest nie alleen, doch die ook koopt, want in de meeste huisgezinnen leest de man een politiek of letterkundig blad, de vrouw neemt de kleine courant, Petit Journal of Petit Parisian de jonge man de zoon leest allerlei sportbladen en de jonge dames en meisjes lezen zoowat van alles, feuilletons, allerlei, modes enz. Neemt men 's morgens den trein, hetzij ton 6 uur of tegen 9 uur, alle medereizigers hebben neus en oogon gericht op het courantengeschrijfin omnibus en tram is het precies hetzelfde, ja zelfs zij die te voet gaan hebben dikwijls in de eone hand, rotting, parapluie, ci garette of half maantje (broodje van 1 sou) en in do andore hand het blad hunner keuze. Ieder is dus on geveer gelijktijdig op de hoogte van het nieuwste nieuws en dit is de reden, dat dit nieuws volstrekt niet het onderwerp der gesprekken uitmaakt, of het moet dan al iets heel bijzonders zijn. Onder die bijzondere feiten noe men wij den dood van don gewezen minister Stamboeloff, die hoewel dit Parijs volstrekt niet aanging, toch het onderwerp van alle gesprekken was. Hoe men er elders over oordeelt, behoeven wij hier niet te onderzoeken, doch te Parijs was het algemeene gevoelen, dat de on gelukkige zijn verdiende loon kreeg. Deze beoordeeling is voor hier zeer natuurlijk, want daar Stamboeloff steeds ijverde tegen den invloed van Rusland in Bulgarije, was hij reeds daardoor te Parijs weinig in aanzien, en werden zijne wreedheden in het breede uitgemeten. Voor eenigen tijd geleden kwamen dikwijls berichten van vergiftigingen na het eten van groote kreeften, hier »homards" ou »langoustes" geheeten. Het gevolg daarvan wasdat in een der cafés-cbantants een gedicht werd gezongenwaarvan het rnfr<:: luiddeen voulez vnns des homards? oh, les sales bétes ils ont des poils aux pattes (lust gij kreeften oh, wat een leelijke beesten ze hebben haren aan de pooten en deze uitroep werd dadelijk populair, zoodat men thans bij alle gelegenheden, of het pas geeft of niethoort roepen en voulez vous des homardsevenals men hier vroeger riep on dirait du veau (het lijkt wel kalfsvleosch), al welke uitroepen al even weinig geestig zijn, als het onzinnige, thans onder- wetsche »haast je maar niet." Men maakt er echter ook variatiën opdoch dan moet men niet doen als de straatventer die langs eenige politie-agenten loopende uitriepen voulez vous des vachards (van vache-koe een scheldnaam hier door sommigen aan de agenten gegeven) voor welke ongepaste kreet die camelot ver oordeeld werd tot eene boete van 25 francs. Als nouveauté hebben wij hier de Chanteurs de Cours." De scours" is de groote binnenplaats der parijsche huizen, er komen in die scours" vele bedelaars en liedjeszangers. Eene artisteeen allerliefste zangeresEugenie Buffet hij wel kunnen galoppeeren Nood breekt wetlaten we van het oogenblik gebruik maken dat de wervelwind be daard is Xenia sprak geen woord tegen in weerwil der scheme ring die zeer snel toegenomen was, zag Janeck, dat haar gelaat even kleurloos was als de sneeuwsterretjes die om haar heen dansten. Voorwaarts Gravin Dynar kreeg een schok. »Ik hoor hoefgeklepper!" «Bij den hemel. het komt nader. halliho »Halliho «Men zoekt ons «God zij gedankt Xenia klemde zich vast aan den arm haars pleegbroe ders met groote, strakke oogen staarde zij naar de krom ming van den wegom welke twee pikeurs kwamen aan stuiven. «Dat is te rechter tijd hartelijk dank voor uw op merkzaamheid en hulp mijne heeren wij hebben een ongeluk gehad met het paard en onze eerste zorg dient nu te zijn mijn zuster onder dak te brengen De eerste gelegenheid is de beste mijne heeren 't komt er niet op aan waar en hoe »Nog geen tien minuten van hier staat een boschwach tershuisje, graaf!" «Voortreffelijk dan kunnen wij 't te voet bereiken! Uw arm, Xenia, binnen weinige oogenblikken zijt ge geborgen!" Geborgen als een echo weergalmde het in haar ziel waartoe beschuttende muren en een dak boven haar hoofd Toen zij aan zijne borst rustte en zijn sterke arm haar omvatte toen was zij geborgen geweestal mochten ook storm en sneeuwvlagen over haar heen woeden En als de orkaan van het oproer over Polen's landouwen giert,... aan wiens hart zal ze dan toevlucht zoeken Een huivering voer haar door de leden, maar er speelde een glimlach om de bleeke lippen. Kozyuiër Kozyniër ruischte het in den wind als een schelle juichtkreet door de lucht. geheeten is met eenige mannelijke zangers op den ge malen inval gekomen als straatzangers op die binnen plaatsen te gaan zingen en nu eens met hun drieën dan weder met hun vieren loopen deze zangers thans goheel Parijs af, en zingen bij voorkeur op plaatsen, waar zij van te voren weten, dat zij met gejuich worden ontvangen. Reeds vloeiden duizenden franken, welke de moedige zangers inzamelden, in de liefdadigheidskassen, en komen den ongelukkigen ten goede. Het is werkelijk een aller gelukkigst denkbeelden het voorbeeld werd reeds door anderen gevolgd en oen troepje zangers maakt eene rondreis door de provinciën. Reeds dikwijls wezen wij er op, dat het in sommige wijken in en om Parijs vooral des nachts vrij gevaarlijk is. Men heeft dan veel kans aangerand, beroofd en zelfs vermoord te worden. Wij zeiden dit niet om kwaad te spreken van deze fraaie stad, vooral niet omdat wij weten dat het in bijna alle groote steden ongeveer hetzelfde is. Doch in den laatsten tijd werden het Bois de Boulogne, het Bois de Yincennes en bijna alle openbare tuinen, plantsoenen en squares de geliefkoosde verzamelplaatsen van alle mogelijke vagebonden en misdadigers, zoodat het daar zelfs overdag onveilig was. Thans is men bezig aan dien toestand een einde te maken men houdt iederen nacht eene «rafle" dat is eene algemeene jacht, en bij honderden worden èn booswichten èn ongelukkigen, die zelfs geen tehuis meer hebben, door de politie opgepakt. Wat men echter verder met al die opgepakte lieden doet, weten wij niet, het komt ons echter voor, dat men ze na eenigen tijd weder loslaat, want iedere maal dat booswichten worden aangehouden, lezen wij in de cou ranten, dat die lieden reeds een ontelbaar aantal veroor deelingen achter den rug hebben. 28 Juli. Eindelijk, wel eindelijk, hooren wij van fransche zijde het zoogenaamde historische feit tegen spreken, als zou in 1795 de hollandsche vloot bij Texel door fransche huzaren zijn veroverd geworden. Tot heden wist iedere franschman u te vertellen dat de cavalerie van generaal Pichegru over het ijs trok, en de vloot aanviel en ze met vuistslagen bemachtigde. Gisteren echter heeft in de Academie van wetenschappen de heer Louis Legrand er op gewezendat de geschiedenis van Frankrijk rijk genoeg is aan roemrijke wapenleiten waarop alle franschen met recht trotsch kunnen zijn en het dus verstandiger is niet aan legenden te hechten welke volkomen onjuist zijn. De heer Legrand bewijst met vele documenten in de handdat de bevelhebbers der hollandsche schepen van de toenmaals wettige regee ring den last hadden ontvangen zich volstrekt niet tegen de fransche huzaren te verzetten zoodat deze laatsten aan boord een zeer goede ontvangst genoten. Er kan dus geen sprake zijn van verovering toch bewezen de fransche soldaten dat zij moed hadden, want zij wisten van te voren niet dat de hollanders hen als vrienden zouden ontvangen, en daar de vloot vast lag in het ijs, zou de aanvaller wel eens gevaar goloopen hebben met vloot, vriend en vijand in de lucht te vliegen. Persoonlijk zijn wij blij dat het uit is met deze legende want het was ons altijd vreemd te moedewanneer wij hoorden DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. In de kleine boschwachterskamer hield men schemer uurtje. Er heerschte een behaaglijke warmte de bloedvink in de eenvoudige kooi had den kop reeds tusschen de vleugels gestoken en herhaalde slechts nu en dan, als hij door eenig gedruisch plotseling opschrikte eenige melan cholische tonen die de inleiding op zijn lijfdeuntje uit maakten. Arm maar zindelijk en netjes zag 't er in het kleine, lage vertrek uitdat te gelijker tijd als keuken, woon- en slaapkamer dienst deed. Er naast hoorde men geblaat een afgeplankte ruimte, misschien oorspronkelijk de haard stede was voor de geit tot winterverblijf ingeruimd. Een jonge vrouwdie in weerwil der behoeftige om standigheden toch nog met een zekeren smaak gekleed was zat op een lage voetbank bij het knappenff vuur en liet een stevig van de pret kraaiend jongske op haar knieën rijden. Ten slotte buitelde de kleine ruiter meteen doordringenden vreugdekreet bijna achterover en zou op den steenen vloer terecht gekomen zijn indien niet de moeder hem bijtijds in de armen opgevangen en hoog opgetild hadals droeg hij plotseling vleugels aan de kleine schouders. Dit spelletje duurde onvermoeid voorttot het eens klaps gestoord werd door het vreemde voorname gezel schap dat met een wind- en sneeuwvlaag de deur kwam binnenvallen. De kleine Max zag zich plotseling allerjammerlijkst veronachtzaamd en op zijn eentje op het lage bankje in een hoek geduwd terwijl zijn moeder met veel bedrijvig heid heen en weer liep, om de vreemde dame te bedienen, die op vaders armstoel bij het vuur zat het hoofd met de vochtige goudgele lokken achterover geleund en de oogen gesloten alsof ze sliep. De kleine Max staarde haar met grooteverbaasde oogen aan wendde het hoofdje om en nam eens terdege den onbekenden heer op die zich boven den gloed van den haard in de verkleumde handen wreef. De bloedvink

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1