Groote Paardenmarkt
Poolsch Bloed,
n
No. 100.
Xeven en XATegentigste Jaargang.
1805.
V RIJ D A (r
23 AUGUSTUS.
te ALKMAAR
op Maandag 2 September 1895.
Buitenland.
FEUILLETON.
Nederland.
NATALY V0N ESOÏÏSTRUTH.
il
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Wla.sdag-, Eloaderösg- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het
geheels rijk 1,
De 3 nummers ©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Fry s der gewone Advertentiën:
Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
BEI.©IE. De Koning is naar Zwitserland vertrok
ken van waar hij naar Aix-les-Bains denkt te gaan.
Den 17 zijn te Antwerpen de Scheldefeesten hervat
met een verlichting van de Groenplaats, die den 13 was
uitgesteld wegens den regen. De verlichting slaagde,
dank zij het schoone weder, uitstekend. Den 18 werd
een optocht gehouden met de vaandels, die sedert acht
dagen tentoongesteld waren. Des namiddags om drie uur
vertrok de stoet met tamboers en trommelslagers in Oud-
Antwerpsche kleederdracbt voorop. 28 muziekkorpsen
waren in don optocht ingedeeld, die met de prachtig ge
kleurde vaandels een schitterend effect maakten. Een on
afzienbare menigte stond aan beide zijden door de straten.
ENREMID. De nieuw benoemde opperbevelhebber
van het engelsehe leger, lord Wolseley, onderscheidde
zich reeds vóór twee en veertig jaar in den birmaanschon
veldtocht van 1852 tot 1853, waarbij bij zwaar gewond
en zijn naam op eervolle wijze in de telegrammen vermeld
werd. Later maakte bij zich zeer verdienstelijk in den
Krimoorlog, in Indië bij het derapen vau den bekenden
opstand en in den chineeschen veldtocht van 1860. Tien
jaar later voerde hij de expeditie naar de Roode Rivier aan
voor zijn schitterend beleid in den Asjantijasehen oorlog
van 1873 tot 1874 ontving hij een dankbetuiging van
het Parlement. Hij werd na de rampen, die de engelschen
in Zoeloelaud troffen, naar Zuid-Afrika gezondon, bracht
den oorlog met de Zoeloes ten einde en streed daarna
tegen do Transvaalsche Boeren. Zijne laatste krijgsver
richtingen als bevelhebber van het expeditionaire leger
in Egypteeindigende met de overwinning van Tel-el-
Kebir,' zijn nog algemeen bekend, terwijl hij aanvoerder
was der engelsehe strijdmacht in Soedan in 1884 en
1885. Hij was de eerste bestuurder van Cyprus en be
kleedde daarna verschillende militaire betrekkingen, het
laatst dip van opperbevelhebber in Ierland.
De Times verwacht van een man van zoo groote prac-
tische ervaring eene hervorming van het ministerie van
oorlog en het leger op een gezonden grondslag.
De stoomboot Lyon is den 20 des avonds te Newhaven
aangekomen met alle passagiers en de bemanning, samen
297 personen, van de engelsehe boot Seaford, die op reis
van Diep'pe naar Newhaven bij mist door de Lyon was
aangevaren en gezonken. De Lyon bekwam averij en
vier passagiers werden gewond.
Lagerhuis. Den 20 is het voorstel van Webster,
om de verkiezing van den dynamiatman John Daly, die
in Limerick gekozen is ongeldig te verklaren wegens
zijne veroordeeling tot tuchthuisstraf, aangenomen met
256 tegen 74 stemmen.
James W. Lowther is gekozen tot voorzitter der com
missie van het Lagerhuis en onder-voorzitter.
Bij de behandeling der begrooting van uitgaven voor
buitenlandsche zaken in het Lagerhuis deelde de secre
taris van staat voor dat departement den 21 mede dat
de britsche commissaris de afbakening van den stoot-
kussenstaat aan den Mekong in onderzoek heeft.
De algemeene staatkunde, door de regeering ten opzichte
van Siam te volgen, zal in overeenstemming zijn met de
eischen der staatkundige en handelsbelangen van Engeland
en zal de zelfstandigheid en de onafhankelijkheid van
Siam waarborgenin verband met de door Frankrijk
gedane verzekeringen. Deze staatkunde sluit geen gevaar
in zich voor de vriendschappelijke betrekkingen met
Frankrijk.
Ten opzichte van Egypteverklaarde de secretaris
zullen wij de staatkunde ODzer voorgangers voltooien.
BIJITSCHLAAD. De sociaal-democraten te Essen
hebben eenparig den wegens meineed tot tuchthuisstraf
veroordeelden aanvoerder van mijnarbeiders Schroder tot
hunnen candidaat voor den Rijksdag gekozen.
ITALIË. Den 18 des avonds, na afloop eener ge
meenteraadsverkiezing drong een groot aantal kiezers
te Mercato de trap van het raadhuis op. De ijzeren
leuning week en 60 menschen vielen naar beneden. Een
was dood twee lagen op sterven 14 werden zwaar en
dertig licht gewond.
OOSTEARIJK-HOftEABIJE. De aartshertog
Frans Ferdinand de vermoedelijke troonopvolger, lijdt
aan eene catarrhale aandoening der longen en bevindt
zich thans in een voor hem uitgekozen plaats in het ge
bergte zoodat hij geen deel kan nemen aan de gewone
najaarsoefeningen.
ltLSLAAD. Volgens offieiëele opgaven zijn in het
gouvernement Volhyuië van 21 tot 27 Juli 222 personen
door cholera aangetast en 72 gestorven. In de daarop
volgende week werden 466 personen aangetast, van wie
er 166 stierven.
TlJftltUE. In haar laatste schrijven aan de ge
zanten verwerpt de Porte op nieuw het toezicht der
mogendheden dat zij noodlottig acht voor de Souverei
niteit van den Sultan en de onafhankelijkheid van hot Rij li.
VEItEUAIUUE STATEST. Het te Denver in
gestorte hotel heette oorspronkelijk het Eden-Museum
en was gebouwd door de weduwe van den bekenden
dwerg Tom-Pouce. Later werd het in een familie-hotel
veranderd door de laatste eigenaars, Gumry en Grenier,
die beiden het leven hebben verloren bij de ramp.
De ontploffing is do schuld van den machinist, die in
zijn dronkenschap niet gezorgd had dat er voldoende
water in de ketels was, en toen de ketels gloeiend waren
er koud water in liet stroomen. De machinist zelf kwam
er ongedeerd af.
De 62 kamers van het hotel waren op 10 na alleD
bezet, toen de ontploffing gebeurde. Verschrikkelijk was
de toestand der slachtoffers, die nog levend in de puin
hopen zaten bekneld, toen alles vuur vatte; de ter hulp
toegeschoten burgers zagen hen levend verbranden, zonder
iets tot hun redding te kunnen doen. Gelukkig was de
brandweer het vuur spoedig meester; men kon toon het
puin gaan opruimen maar dit moest mot de uiterste
omzichtigheid geschieden. Een der eerste, die men redde,
was een man die bij de instorting niet gedeerd maar
door het vuur jammerlijk gebrand was. Meu had in
korten tijd reeds 14 lijken te voorschijn gehaald maar
het aantal slachtoffers moet grooter zijn.
Te Ocean City (Maryland) zijn zeven menschen ver
dronken door het omslaan eener zeilboot.
CHINA. De chineesche overheid te Kucheng heeft
den britschen en den amerikaanschen eonsul vergunning
geweigerd om tegeuwoordig te zijn bij het verhoor der
gevangenen. De beide consuls hebben tegen dozen maat
regel verzet aangeteekend en zullen deze zaak aan het oor
deel van den Onderkoning onderwerpen.
DOOR
74)
De vleugeldeuren naar de warande van het slot staan
wijd open, een zachte avondlucht en het zilveren schijnsel
der maan omvloeit streelend het jonge paar, dat arm in
arm naar buiten op don drempel getreden is. Een ronw-
kleed golft Xenia om de slanke leest, en het aangezicht,
dat op den schouder van haar geliefden man rust, is met
tranen bedauwd. Polen is verloren, zijn lauwerkransen
zijn vertreden, zijn vaandel aan flarden gescheurd, onder
de voetzool zijner vijanden vergaat hot in het stof.
Janeck Proczna slaat de blikken op naar den helderen
nachtelijken hemel, waaraan de sterren als trouwe, lief
devolle oogen glinsteren. »Buze cos Polske przes tak
liezne wicki!" ontwelt hem als een vraag vol neerdruk
kende smart aan de lippen, wat in zijn hart vreugde
of verdriet wekt, bruist in een lied naar don sterrenhe
mel op
Op de duistere tuinpaden klinken zachte schreden.
Zwaar leunend op den arm van een boer, sleept een zil-
verharigo grijsaard met de pijnlijke inspanning van een
stervende zich naar het slot voort.
Het maanlicht valt op de vermagerde, strakke gelaats
trekken, waarover de schaduwen des doods reeds uitge
spreid liggen. 't Is dezelfde man, die eens als vluch
teling met zijn kinderen in een nacht van wilden sneeuw
storm aan Proczna's poort heeft geklopt.
Hij heeft woord gehouden nooit heeft hij naar zijn
zoon gevraagd en ouderzoek gedaan, hij heeft geweten,
dat hij hem eenmaal weer halen zal, zoodra Polen's hoer
lijkhoid herrijst, en hij heeft geworsteld en gestreden, heeft
enkel geleefd voor zijn ongelukkig vaderland. Daar
schiet eindelijk de bliksem neer en doet de fakkel des
oproers ontvlammen. Hij is oud en zwak geworden van
ellende en ontbering, maar hij leeft weer op in den roes
der hoop, hij snelt naar Polen, vecht als een jongeling,
zoekt zijn zoon Zal hij dralen te komen Neen dui
zendmaal neen Janeck is immers zijn zoon, en Poolsch
bloed verloochent zich nimmer Hij -doolt rond over
de slagvelden, hij staart in het aangezicht van levenden
en dooden, nergens is zijn zoon te ontdekken. Bitter
heid en wanhoop vervullen zijn hart. Zwaar gewond
ligt hij in een armoedige schaapherdershut verscholen
verpleegd door den ouden, trouwen Aloizy, zijn voorma-
ligen stalknecht, dien hij onder de vanen der Kozyniërs
terugvond, en die trouw als een schaduw aan de zijde
zijns meesters gestreden heeft
»Naar mijn zoon, hem nog éénmaal zien, eer ik sterf,
zien, of Poolsch bloed zich werkelijk zoo geheel en al ver
loochenen kan 1'' En de tranen rolden hem over de
wangen, en Aloizy neemt den doodelijk kranke op zijn
sterke armen en trekt met hem lange, smartvolle dagen
voort, tot aan den drempel van Proczna's kasteel. Doch
een bleeke engel schrijdt naast hem en beschnt zorgvuldig
de naar den grond gerichte fakkel, opdat de uitdoovende
vlam nog eenige minuten moge flikkeren.
Aloizy fluistert do stervende zoo zacht als de wind,
die door de bloeiende twijgen suist; »niot mijn naam ver
raden bij alle heiligen nietik ben een vreem
deling voor mijn zoon een vreemdeling
»Ik beloof het, Uwe Genade God verlichte het gemoed
van mijn jongen gebieder on schonko ziju hart duizend
oogen om u te herkennen."
»Ik bon een Pool, Aloizy en hij een kreunende
klaagtoon ontwringt zich aan de bleeke lippen, machteloos
zakt hij in de armen van zijn trouwen volgeling ineen.
»Slechts nu niet sterven nog nietDau treffen
tonen zijn oor vol, aangrijpend, doordrongen van na-
melooze smart. *Bóze! cos Polske tak liezne wieki!"
Zoo kan alleen een Pool zingen.
Bevend richt hot grijze hoofd zich opals de vlam,
Amsterdam. Den 15 is tnsschen burg. en weth.
on de Ned. Bell-Telephoon-maatschappij eene overeenkomst
gesleten met bet doel het telephonisch vorkeerna het
eindigen der bestaande concessie derhalve na 7 Sept.
a.s., te verzekeren en wel o.a. op de volgende voor
waarden
De gemeente vergunt aan de Maatschappij, om met
uitsluiting van anderen tot 1 November 1896 de exploi
tatie van voor het publiek verkeer bestemde telephonische
verbindingen in de gemeente Amsterdam voort te zetten.
Heeft de gemeente niet vóór 1 Juli 1896 aan de Maat
schappij schriftelijk verklaard dat zij haar eigen net op
1 November 1896 in exploitatie zal bre;igen dau wordt
haar vergundeveneens met uitsluiting van anderen,
de exploitatie der telephonische verbindingen voort
te zetten tot, 1 Mei 1897 welke vergunning we
derom op denzelfden voet kan worden verlengd tot 1
November 1897indien niet vóór 1 November 1896 van
gemeentewege wordt verklaarddat het gemeente-net
met 1 Mei 1897 in exploitatie komt.
Zoolang de maatschappij haar net exploiteertmag de
gemeente bare verbindingen niet in exploitatie brengen.
Gedurende den termjjn van exploitatie na 7 Sept. a.s.,
is de maatschappij geen retributievan welken aard ook,
aan de gemeente verschuldigd.
De Maatschappij kan gedurende den termijn van voort
zetting der exploitatie op den bestaanden abonnements
prijs voortgaan nieuwe overeenkomsten met hare abon-
nenten te sluiten. De abonnementsprijs mag echter nimmer
hooger gesteld worden dan bij de thans nog geldende
concessie, te weten: ƒ118 per jaar binnen de gemeente
Amsterdam. Zij is tot nieuwe aansluitingen (daaronder
zoogenaamde verhuizingen begrepen)wanneer deze ver
langd wordenverplichtdoch niet gehouden tot
die kort voor het uitdooven nog éénmaal opflikkert, zoo
fonkelt het in de donkere oogholten. Aloizy. hoort ge
wel Boze cos Polske.nader, Aloizy.dat zijn
Gods engelen, die mij roepen. och welke heerlijke
klanken.Met een plotselinge krachtsinspanning heft
hij zich op en waggelt in de armen van zijn metgezel
op het terras toe.
Behoedzaam zich schnilhondende achter het heesterge
was naderen zijdaar staan zij beneden aan de trap.
Boven valt het zilveren licht op twee hooge gestalten,
een jonge vrouw vlijt zich tegen de borst van Proczna's
erfheer.scherp teekent zijn profiel zich af tegen de
donkere kruinen der boomen op den achtergrond. zijn
zoon Lijn zoon
De oude zakt op de knieën en heft het van verrukking
stralende aangezicht en de gevouwen handen naar den
zanger op, als do gloriekrans eens heiligen golft het
sneeuwwitte haar om het met diepe rimpels doorgroefde
voorhoofd alsof een zegenende hand voor eenige seconden
de macht des doods in de strakke gelaatstrekken gebroken
had, zoo zweeft een glimlach van gelukzaligheid om de
reeds bestervende lippen. Als in verrukking luistert hij
naar het lied, en terwijl de laatste regel j-zoo doe ons
in stof verkeeron, doch in vrij stof wegsterft, begint
de geknielde gestalte te trillen en te beveu, tranen wellen
op in de oogen en alles is vergeten, wat tusschen het
verleden en het heden ligt. „Janeck roept hij met een
weergalmenden kreet, »Janeck, mijn zoon
Beneden aan de trap der warande ligt de erfgenaam
van Proczna op do knieën en houdt deu stervenden vader
in de armen. Zijne lippen drnkt hij herhaaldelijk op voor
hoofd en wangen van den Poolscheu balling; vader
juicht hij met een uitdrukking van grenzenloozo liefde
iu stem en blik, »keert go eindolijk tot uw kind terug 1"
»Draag hem naar boven, Janeck hij is ziek, bij beeft
van koude en afmatting 1" smeekt Xenia met verstikte
sDem, laat zich naast den stervende op de knieën vallen
en overdekt de kille hand met tranen en kussen. Een
zachte, krachtelooze druk is het antwoord. »Neen, neen!"
fluistert hij afwerend, »laat me hier laat me den hemel