kapitaals-uitgaven. Zij is dus gerechtigd ten laste der
aanvragers te brengen den kostenden prijs van aanleg
en levering van toestellen voor zoover de toestellen niet
door de gemeente geleverd worden vermeerderd met 10
procent. Is eene nieuwe aansluiting noodig tengevolge
van het verhuizen van een abonnentdan mag de
kostende prijs echter niet met 10 procent worden ver
hoogd.
De gemeente-rekening over 1894 is den gemeenteraad
aangeboden tot een bedrag van 14.153.486.015 in ont
vangstenen f 11.697.601.53 in uitgaven, alzoo met
een voordeelig saldo van 2.455.884.48s. Op 1 Juni 1895
was over 1894 nog te ontvangen 1.368.552.68s en
uit te geven f 3.469.129.09, zoodat ten slotte een be
drag van 355.308.08 beschikbaar blijft.
Bij kon. besluit van den 12 i^ met ingang van 1
Nov. aan J. W. Kloppert, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als directeur van het Rijkstelegraafkantoor te
Aleuwedlep.
Bij kon. besluit van den 17 is met ingang van den
19 aan K. Dik, zich ook schrijvende K. E. Dik, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van
Nieuwe Pekela.
Bij kon besluit van den 20 is benoemd met ingang
van 1 Sept. tot burgemeester van Egciond-binnen en
Kginonil aan Ze© de heer P. Pranger, secretaris dier
gemeenten en van Ursem de heer J. Kos, secretaris dier
gemeente.
De minister van oorlog heeft geene termen gevonden
om de toelage der officieren gedurende de groote oefe
ningen te velde te verhoogen.
Hr. Ms. gaffelschoener Argus", over welks uit
blijven ongerustheid heerschte, is den 21 behouden te
Wleuwediep binnen gekomen de vertraagde terugkeer
wordt toegeschreven aan de volslagen windstilte, waar
mede hot schip sedert den 14 onafgebroken kampte.
Te Niouwendam is in den nacht van den 16 op
den 17 ingebroken in het raadhuis: alle kasten, op de
secretarie aanwezig, zijn doorzocht. Vermist worden een
oude revolver met eenige patronen en een busje met
eenig geld. Te Durgerwoude is in dienzelfdon nacht op
4 verschillende plaatsen ingebroken.
De minister van financiën heeft bekend gemaakt, dat
hij, onder poststempel Utrecht van den 18, ontvangen hoeft
eene som van 3000, ter overmaking naar Noerlandsch-
Indië.
Bij kon. besluit van den 19 is met het gezond
heidsonderzoek van uit zee aankomende schepen, inge
volge ^de bepalingen der wet van 28 Maart 1877 (Stsbl.
no. 35,) voor den tijd van drie jaren belast, met ingang
van 1 Sept. a.s., voor Vlieland en Terschelling de heer
G. Swartsenburg, geneeskundige te Vlieland.
Don 20 is te 's-Gravenhage o.a. voor de fransche
taal l.o. geslaagd S. Klinkerbijl te Marcncarspel.
iemand, die onbekend wenscht te blijven, heeft aan
de ned. herv. kerk te Oud-Loosdrecht eene som van
f 3000 geschonken.
Te Nijmegen is voor de stichting Volksbelang aan
besteed het bouwen van 55 woningen op een terrein, ge
legen aan de Groesbeeksche Dwarsstraat te Nijmegen.
Laagste inschrijver was do heer Verhey voor 72000.
Te Utrecht is door het bestuur der tweede coöpe
ratieve bouwvereeniging Concordia aldaar aanbesteed het
bouwen van 86 woningen op een terrein, gelegen aan den
Amsterdamschen straatweg, in 2 perceelen en in massa.
Laagste inschrijver voor de massa was J. II. de Vos te
Utrecht voor J 117645.
De Nederl. Bell-Telephoonmaatschappijwelke te
Schiedam 58 geabonneerden teltheeft besloten, den
abonnementsprijs te verlagen van f 60 tot f 40 wan
neer vóór 1 October a.s. het getal van 58 tot 100
abonneerden gestegen is.
De gemeenteraad van Loosdrecht heeft met alge-
meene stemmen op één na besloten, den heer J. Floor,
gekozen tot lid van den gemeenteraad niet toe te laten,
°P..Srond dat hij als voorganger der geref. (doleerende)
gemeente moet geacht worden, bedienaar van den gods
dienst te zijn en dus valt onder de verbodsbepaling
van artikel 23 h der gemeentewet.
de groote zaal van »Tivoli" te Utrecht werd
den 18 de landdag gehoudenuitgeschreven door het
hoofdbestuur van den Algemcenen Nederlandschen
Tiuimerliedeultond.
De stoet had zich te 12 uur aan het station van het
boven het hoofd houdenhij is geopend, om mij op
te nemen.tot de rust; Janeck.en ik ben moe....
ach zoo moe. Is dat uw vrouw Hij legde zijn hand
streelend op het blonde hoofd, zijn blik staarde vorschend
in hare betraande oogen. Welnu dan, heb hem lief en
God in den hemel zal er u voor zegenen en mijn ziel zal
u nabij zjjnl".Zenuwachtig richt hij zich op. Hoort
gij den storm loeien ziet- ge wel, hoe de sneeuwvlokken
dwarrelen Al maar verder, steeds voortGinds glin
stert een licht.erbarm u, graaf. ontneem me mijn
kind niet. 't is alles wat mij overgebleven is Daar
ligt het andere dood en verstijfd en nu ook nog
het laatste Neem hem tot u ik haal hem terug,
ik keer weer, zoodra Polen's ketenen verbroken zijn, zoodra
ik hem zijn eerlijken naam kan hergeven Mijn zoon
blijft hij toch in alle eeuwigheid Hem tot een Duitscher
maken haha Het Poolsche bloed heeft zich nog nimmer
verloochend neem mijn zoon neem hem tot u
Met een diepen zucht klemt hij zich vast aan Proczna's
arm. »Waar zijt ge, Janeck? Ik zoek n onder de va
nenik zoek u op de slagvelden van Polen.. wee
mij -v.
Zacht klinkt het aan zijn oor Boze cos Polsfce"....
Proczna's lippen hebben geen ander antwoord.
Eensklaps rekken zich de krampachtig saamgetrokken
leden, een diep en zalig herademen doet de stervende
borst zich verheffen En toch heeft het Poolsch bloed zich
met verloochend^. flnistert hij met zalig glinsterend
oog, Janeck, Janeck, mijn zoon!"Hij vat beide handen
van het jonge paar en omsluit die met bevende vingeren:
sBidt voor Polen Hoopt op de toekomst. God zij met
u, mijn vaderland niech zyje Polska f"
Langzaam buigt de engel de fakkel ter aardehii
•dooft uit. J
Slot volgt.
Staatsspoor opgesteld en trok vandaar, na bekomen mach
tiging van burgemeester en wethoudersmet ontrolde
banieren naar het vereenigingslokaal.
Vertegenwoordigd waren de afdeelingen Amsterdam
(Concordia Inter Nos) on Scheepsbeschietersvereeniging
(Eenheid zij ons doel), Rotterdam 's-Gravenhage, Haar
lem Leiden UtrechtArnhem, Scheveningen, Schagen,
DelftMiddelburg Helder en Beverwijk.
De voorzitter, de heer Wolfswinkel, riep den talrijken
aanwezigen een woord van welkom toe.
Op de agenda waren drie belangrijke vraagpunten aan
de orde gesteld 1. Wettelijke regeling en bescherming
van den arbeidof de noodzakelijkheid daarvan. Inleider
de heer A. H, Gerhard van Amsterdam. 2. De betee-
kenis van het internationaal congres te Londen voor de
vakbonden. Inleider de heer Cornelissen uit Amsterdam.
weerslandskas en de verzekering tegen werk
stakingen door de vakbonden onderling, Inleider de heer
W. van der Vliet.
De heer Gerhard wenschte aan te toonen dat in do
eerste plaats de aandacht der werklieden behoort te
trekkenof de wettelijke regeling van den arbeid niet
bovenaan behoort te staan en verder onder welke om
standigheden deze regeling iets te beduiden zal hebben.
Critiseerende het rapport, door professor d'Aulnis uit
gebracht in den gemeenteraad van Utrecht, stelde spr.
de groote verdiensten in het licht van bepalingen omtrent
den arbeidsdnur en omtrent het loon.
Reeds in 1872 schreef lord Shaftesbury aan het Kamer
lid Mackay dat de lichamelijke, zedelijke en maatschap
pelijke toestand van den werkman in Engeland veel
verbeterd was.
Spreker toonde verder aan dat de volwassen werkman
een concurrent krijgt in zijn kind. Werden in Engeland,
Duitschland en Zwitserland wettelijke bepalingen veroverd,
de hoofdzaak is en blijft echter de wijzewaarop die
bepalingen werden verworven. Do toestand werd ver
beterd doordat de werklieden door hun vakvereenigingen
voorgingen, en de wet hierop hot zegel drukte. De
praetlsche ervaring van iederen werkman leert ook hier,
dat bij korter arbeidstijd men meer tot stand kan bren
gen wat in het financieel en moreel belang van den
arbeider iseen conclusieop het congres te Brussel
geconstateerd.
De roeping van den mensch is om mensoh te zijn
niet de slaaf der maatschappijdoch steeds te trachten
een betere plaats in de maatschappij in te nemen. Daar
voor is zeker arbeid noodig. Deze zich uitbreidende
geest is met meer tegen te honden. De hervormingen
moeten komen tengevolge van een flinke arbeidersbe-
weging die weet wat zij wil.
De heer Cornelissen stelde op den voorgrond, dat de
vertegenwoordiging van elke vakvereeniging méér op het
congres te Londen hoogst gewenscht is dat zij nuttig
en noodzakelijk zullen zijn. Wij zullen daar" kunnen
samenwerkenzegt sprekermet de socialisten waar de
vraag behoort overwogen te wordenHebben wij met
hen dezelfde belangen te voeren De strijd loopt niet
over kleine verbeteringen doch over het einde het gaat
over de_ vraag: wie in de fabrieken en werkplaatsen
meester isen wie in de toekomst meester zal zijn pa
troon of werkman.
Er zal geen tegenstrijdigheid op het congres zijn, want
wat de een in theorie wilwil de ander in praktijk
uitvoeren.
De heer Kloos stelde de volgende motie
»De Timmerliedenbond vergaderd te Utrecht op 18
Aug., spreekt haar afkeuring uit over de mannen die
tot het houden van het congres te Londen hot initiatief
hebben genomen die daardoor inbreuk maakten op de
vrijheid van anderen."
Deze motie werd verworpen met drie stemmen voor.
De heer van der Vlietals laatste sprekerbehandelde
de weerstandskassen en releveertdat door de tegen
werking der kleine afdeelingen deze nog niet zijn'tot
stand gekomen.
Met een beroep op de Unie van Utrecht in 1579, waar
de provinciën zich aaneensloten tegen denzelfden vijand
betoogde spr. de noodzakelijkheid voor de arbeiders van
het stichten van weerstandskassen.
Nadat de voorzitter had voorgesteld in optocht met
de vaandels naar het Vreeburg te trekken en daar den
stoet te ontbindenen na een opwekkend woord tot de
vergadei'denwerd de bijeenkomst gesloten.
~u Bussum is den 21 des nachts op drie plaatseD
ingebroken in bewoonde huizen veel zilver, voorwerpen
van waarde en kleederen worden vermist.
T°t inspecteur der registratie en domeinen 2e klasse
m de tiende divisie is benoemd de heer J. M. van Walsem
thans in de 12e divisie.
Bij kon. besluit van den 10 zijn nieuwe bepalingen
vastgesteld betreffende de benoeming en bevordering van
surnumerairs der posterijen en telegraphie. Zij, die daar
voor in aanmerking wenschen te komen, moeten zich on
derwerpen aan een vergelijkend examen, waartoe alleen zij
toegelaten worden die op den eersten Januari van het
jaar waarin het examen gehouden wordt het 18 jaar
hebben volbracht, doch het 23 nog niet zijn ingetreden
en die van een goed gedrag en lichameljjk goedgekeurd
zijn.
In de polders Waard en Groet is men thans
druk bezig met het binnenhalen der granen. Het weder
komt dezen werkzaamheden uitstekend te stade. In het
algemeen vallen de granen zeer mede, zoowel kwaliteit
als kwantiteit. Er zijn landbouwersdie op ruim 40
mud tarwe, 50 mud gerst, 80 mud haver, 32 mud erwten
en 40 mud paardeboonen per bunder meenen te mogen
rekenen.
Barsingerhorn. Aan den raad der gemeente
werd een adres aangeboden van de vereeniging »Het
Witte Kruis" om bij voorkomende gelegenheden, slechte
en ongezonde woningen te Kolhorn gelegen, voor reke
ning der gemeente aan te koopen en te doen slechten.
Een adres van instemming hiermede, van verschillende
ingezetenen van Kolhorn, zal den raad mede worden toe
gezonden. Het is zeer de vraag, of de inwilliging van
het verzoek niet op geldelijke bezwaren zal afstuiten.
Oudorp. Den 21 's morgens brak brand uit in
een loods en werkplaats van den polder Heerhngowaard,
die zich eerst ernstig liet aanzien, doch door de spoedige
komst van de spuit dezer gemeente en den overvloed
van water bij het terrein van den brand, tot, dit ééne
gebouw werd beperkt, hoewel de daar naast staande loods
en de zich daarop bevindende houtzaagmolen ook veel
door den brand hebben geleden. De schade aan mate
rialen en gereedschappen is vrij aanzienlijk.
Schagen, De prijzen voor de a.s. harddraverij
alhier te houdeD, zijn den 20 bepaald op 200, 75 en
de inleggeldenbedragende voor elk paard 2,50. Tot
deelneming zullen worden toegelaten paarden van alle
rassen ingespannen voor tweewielige rijtuigen. Als ge
woonlijk zal de Harmoniekapel uitgenoodigd worden de
harddraverij met haar muziek op te luisteren, terwijl
van gemeentewege 's avonds een vuurwerk zal worden
ontstoken.
Beverwijk. Alhier is in den nacht van den 18
ingebroken in een alleen staand gebouwtje, dat gebruikt
wordt voor kantoor van den Rijksontvanger. De deuren
zijn waarschijnlijk met valsche sleutels geopend en uit
een geldbakje dat in een kast stond werd een bedrag
van f 24 aan klein geld ontvreemd. Ook werd inge
broken in de onbewoonde villa Kinheim van mevrouw
Laan te Wormerveer. Verschillende voorwerpen werden
opengebroken en beschadigdmaar aangezien er geen
geld gevonden werd, zijn de inbrekers onverrichter zake
vertrokken.
Haarlem. Den 19 en 20 zijn alhier voor de
hoofdakte geslaagd P. Ronner te Kgmond aan Zee,
J. Faber te Noordwijk, F. J. Schikkinger, G. Voerman
en P. Schouten, allen te Amsterdam.
- Melder. Den 20 is door de genie alhier in het
openbaar aanbesteed het wijzigen van geschut-emplace
menten in het fort Erfprins als verbetering van onder
geschikt belang aan werken in de stelling Helder, ge
raamd op 19350. Laagste inschrijver de heer D.°de
Vries alhier voor f 16645.
De gemeenteraad heeft~den 20 met 9 tegen 5 stemmen
aangenomen het voorstel van burg. en weth. tot het
bouwen eener teekenschool op het Molenplein, waarover
in de vorige zitting de stemmen gestaakt hadden.
Ken nieuwe Aljeh-oorlogT
De Haagscho correspondent der Zaanl. Ct. maakt melding
van een hem ter oore gekomen gerucht, als zou met het
optreden yan generaal Vetter als commandant van het
ïeger in Nederiandsch-ïndië eene verandering van pnze
Atjeh-politiek gepaard gaan. Algemeen bekend is, dat de
generaal zijne benoeming slechts heeft, aanvaard na een
herhaald aandringen van den gouverneur-generaaldie
daarbij steun vond zoowel bij de Nederlandsche regeering
als bij de Koningin-Regentes, en thans verluidt, dat een
der voorwaarden, door hem gesteld, deze is: het verlaten
van de lijdelijke houdingdoor ons in de laatste jaren
ln, aangenomen en het volgen van een agressieve
taktiek die met de geheole onderwerping van het Rijk
zou moeten eindigen.
Wat aan het gerucht nog meer schijn van waarheid
geeft is, dat generaal Vetter, blijkens een onderzoek van
den bewusten Haagschen correspondentmet het oog op
zijn Atjeh-plannen conferenties heeft gehad met generaal
Verspyck en generaal Van der Heyden. Vrijdag j 1. was
o.a. de nieuwe legercommandant den geheelen dag de
gast van den commandant van het invalidenhuis te Bron
beek, en met hem vooral moet hij ziine denkbeelden zeer
breedvoerig hebben besproken.
In verband mot een en ander vraagt de briefschrijver,
of do Nederlandsche volksvertegenwoordiging in zulk een
zaak van overwegend landsbelang, waarbij zeker millioenen
schat en misschien ook duizenden menschenlevens gemoeid
zijn, voor een voldongen feit zal en mag worden gesteld
dan welof de regeering de Staten-Generaal vooraf in
de gelegenheid zal stellen over den nieuwen koers te
oordeelen. Dit laatste schijnt hem dringend noodzakelijk.
Uit een militair oogpunt, zegt de correspondent, is er
misschien zeer veel aan te voeren voor een flinker, ac
tiever optreden in Atjeh. De meer dan 20jarige oorlog,
dien wij daar voeren, werkt demoraliseerend op het leger,
verzwakt het prestige van de compagnie tegenover de in
landers^ ondermijnt onze financieele kracht.
Het is niet te verwonderen dat bij de militaire over
heden de begeerte steeds levendiger wordt om met Atjeh
korte metten te maken en ons eindelijk, zij het dan ook
misschien ten koste van nieuwe en zware offers, van dien
kanker af te helpen. En die begeerte niets is natuur
lijker zal^door het groot succes op Lombok nog wel
wat zijn aangewakkerd.
Ondanks dat alles is echter eon zeer voorzichtig op
treden ernstig beraad en kalm overleg meer dan ooit
raadzaam.
Erkend moet worden dat wij met de coneeutratie in
Atjeh bitter weinig vooruit zijn gekomen. We verliezen
geen terrein maar blijven onophoudelijk in de bedreigde
positie, die we ook bij den aanvang reeds innamen. Kans
op een spoedige geheele onderwerping van Atjeh bestaat
er nietzooals de zaken nu staan, kunnen er misschien
10, wellicht nog meer jaren voorbij gaan, alvorens
we een geregeld Nederlandsch bestuur in het gansche
Rijk van Atjeh kunnen invoeren.
Van tijd tot tijd znllen er nog offers vallen en voort
durend zal men millioenen er aan ten koste moeten leggen
om zeer langzaam, stapje voor stapje, het einddoel te
naderen.
Bedenkt men dit alles dan heeft een meer actief op
treden, een korte aanvallende oorlog, die tot algeheele
onderwerping zou moeten leiden, zeker veel aantrekke
lijks, vooral voor den soldaat, wien het jarenlang talmen
begint tegen te staan als ware het een uitvloeisel van
gemis aan moed.
Doch wanneer van den anderen kant een volkomen
onderwerping van de nog in verzet zijnde Staten van
Atjeh alleen is te bereiken door over te gaan tot wat
men noemt een verdelgings-oorlogdan mag daarover
toch ook weder niet te licht worden gedacht.
Vooieerst omdat zulk een krijg ook van onze zijde met-
schrikbarende offers zou gepaard gaan, offers in bloed
en in goed maar ookwijl de toestand in Atjeh hoe
stuitend en onaangenaam ook voor ons leger en voor onze
financiën, toch nu niet van dien aard is dat ze eene ver
nietiging rechtvaardigt van zooveel eigendommen en een
uitroeien van zoo talrijke scharen van vijanden", als
vermoedelijk het gevolg er van zou zijn.
Het is ik besef 't een moeilijke zaak, ook voor
de regeering, om, wanneer werkelijk de nieuw optredende
legercommandant meent dat slechts langs dezen weg van
krachtig optreden een einde aan den noodlottigen toe
stand is te maken, zich uit overwegingen van humaniteit