mmm
Uit de latere berichten omtrent den brand te
Hooge Zwaluwe blijkt, dat 35 huizen en schuren verbrand
en 40 gezinnen zonder dak zijn. De brand ontstond in
een hooischuurtje achter het huisje van L. Knoop, nabij
de kerk des morgens te half tien. In een oogenblik stond
ook het woonhuis in brand en binnen weinige minuten
was een naburig gebouw ook aangestoken. De brandweer
stond machteloos tegenover de uitbreiding, welke de brand
kreeg. Honderden menschen uit de omstreken kwamen
toesnellen en zagen met ontzetting de steeds voortgaande
vlammen aan. De burgemeester liet alle herbergen sluiten.
Uit Geertruidenberg kwam de stoomspuit van 't garnizoen.
Eerst tegen 5 uren raakte men het vuur meester. De
schade wordt op ongeveer f 200.000 begroot voor het
grootste gedeelte waren de verbrande bezittingen ver
zekerd.
Gedurende Juli 1895 is in de Rijkspostspaarbank
ingelegd 2,270,742.53 en terugbetaald 1,351,452.53.
Op 30 Juni was ten name van de verschillende inleggers
ingeschreven 40,136,592.66zoodat het saldo op 31
Juli 1895 bedroeg 41,055,882.661/2. In den loop der
maand zijn 6640 nieuwe spaarbankboekjes afgegeven en
2393 geheel afbetaald zoodat aan het einde der maand
nog 479,283 boekjes in omloop waren.
Bij koninklijk besluit van den 27 zijn benoemd:
tot bewaarder van de hypotheken het kadaster en de
scheepsbewijzeu te Amsterdam de heer G. van Iterson,
thans administrateur van de registratiede hypotheken
en het kadaster bij het departement van financiën
met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde
betrekkingen
tot administrateur, van de registratiede hypotheken
en het kadaster bij het departement van financiën de
heer J. 0. Bonmanthans inspecteur der registratie en
domeinen bij dat departementmet aanwijzing tevens als
de hoofdambtenaar die overeenkomstig art. 27 der wet
op de vermogens zal zijn belast met het verleenen der
daarbij bedoelde machtigingen.
De indische begrooting voor 1896 is ingevolge de
toezegging van den minister van koloniënom haar
vroeger in te dienen, thans reeds aan de Tweede Kamer
ingezonden.
Volgens het Vaderland heeft een wetsontwerp tot
instelling van Kamers van Arbeid den Raad van State
reeds verlaten.
Haarlem. Oen 28 en 29 zijn voor de hoofdakte
geslaagd S. J. A. J. Kleijn te Gorinchem J. A. Kok
H. J. Scholten, J. van Beek en P. G. de Jager te Am
sterdam G. C. Weeren en J. van den Brink alhier en
W. Bakker te Helder. De examens zijn thans afgeloopen.
Van de 231 candidaten slaagden 119, d. i. 51 pet. Van
de 54 dames slaagden 37, d. i. 68x/2 pet. en van de 177
heeren 82, d. i. 45 pet.
Uitgeest. Ook hier zal de verjaardag van H. M.
de Koningin feestelijk worden gevierd en wel op zondag
1 September. Het fanfarecorps Onderlinge Oefening"
zal alsdan op het terrein van »de Ooievaar" een middag
concert geven van 12 tot 1 uur en een avond-concert
van 6 tot 8 uur. Ook de zangvereeniging aZang en
Vriendschap" zal hare zeer gewaardeerde medewerking
verleenen.
Wleringerwaard. Vrijdag, den 30, 's morgens,
brandde alhier in de kom der gemeente do boerderij van
den heer D. Jimmink af. De oorzaak is hooibroei. Van
den inboedel werd niet veel gered. Dank zij de goede
beschutting van eenige regels boomen wist men de be
lendende perceelen te behouden. De spuit uit de nabu
rige gemeente Anna Paulowna, die men uit voorzorg
had ontboden behoefde geen dienst te doen. Alles was
verzekerd ook de kleederen der dienstbode.
Zaandam. Don 28 dos avonds tusschen 8 en ll'/j
nnr is ingebroken tijdens de afwezigheid der bewoners
die de kermis bezochten. Toen de dienstbode thuis
kwam vond zij de secretaire opengebroken.
De heer des huizes die inmiddels door een der buren
was gehaald, kwam weldra tot de ontdekking, dat de
dieven ongeveer j 100 hadden gestolen. De linnenkast
was blijkbaar met een beitel opengebroken, doch de daarin
liggende spaarbankboekjesbeuevens een enveloppe met
twee muntbiljettenschijnen aau hun aandacht ontsnapt
te zijn.
Den 28 is tot onderwijzer te Venhuizen benoemd
J. Ott Ez. aldaar.
boven allen twijfel verheven, maar hij had tot op dezen
dag nog geen werk van buitengewone beteekenis voort
gebracht. Sedert twaalf jaren woonde hij in Berlijn. Hij
ging met veel menschen om en was overal gaarne gezien.
In de gezelschappen vierde hij eigenlijk grooter triomfen
dan als kunstenaar. Hij had een mooie tenorstem, speelde
zeer goed piano en wanneer de conversatie dreigde te
verflauwen, zorgde Victor reeds uit zichzelf, zonder dat
de gastvrouw het hem bepaald behoefde te vragen, voor
het herstel van den goeden toon. Dan plaatste hij zich
voor de piauo en zong, al naar de omstandigheden, met
een smachtenden oogopslag liederen van Franz of Schu
mann, met een trouwhartigen blik Weener of Stier-
marksche volksliederen, of oolijk lachend coupletten uit
de nieuwste operette. Daarbij was hij een zeer knap
man, van opvallende lengte, breed van schouders als
een gladiator, met krullend, blond haar en een blonden
vollen baard de type van een oud-Germaan.
De zwarte rok kleedde hem zeer goed en in de door
hem zelfgemaakte strik van zijn das van wit cachemire,
liet hij zijne rechten en privilegiën als kunstenaar uit
komen. Hij had menschonkennis en was onderhoudend,
en alle jonge meisjes wisten zeer goed, dat Victor het
voornemen had om te trouwen.
Hij scheen nog maar altijd niet de ware gevonden te
hebben. En ieder jong meisje, dat belang stelde in Victor,
durfde hopen, dat zij in 't eind nog wel de ware kon zijn.
Ooenraad was drie jaar ouder dan Victor. Als de zoon
van rijke ouders, uit eene zeer voorname, oude familie
gesproten, was hij onder de gelukkigste omstandigheden
opgegroeid, had hij als student zijn diensttijd vervuld,
en juist, na inmiddels bevordering in het leger gemaakt
te hebben, zijn eerste juridisch examen gedaan, toen de
oorlog tegen Frankrijk uitbrak. Gedurende den veld
tocht werd hij luitenant, kreeg het ijzeren kruis, vol
tooide daarna zijn juridische studiën en trad in den
staatsdienst.
Omstreeks 1875 werd hij tot raad van legatie benoemd
en toegevoegd aan het gezantschap van zijn geboorte-
staat in Berlijn. Deze betrekking bekleedde hij nog, toen
OE HKAVI) TE ICHVCEA.
Den 29 trof onze gemeente een groot onheil in het
verbranden van het aloud kerkgebouw dat een sieraad
was voor het groote marktplein.
De loodgieter L. Spiering moest eenige herstellingen
aan het dak verrichten en had daartoe het daarbij ge
bruikelijke loodgieterskacheltje brandend op de zuider
dakgoot geplaatst. Op welke wijze nu het vuur zich
aan het dak meêdeelde zal wel nooit opgehelderd worden.
Te 5 ure begon het geheele zuiderdak te branden, alsof
het van alle zijden te gelijk was aangestoken. Dit ver
schijnsel heeft zich bij het verbranden van oude kerk
gebouwen meermalen vertoond. Men schrijft het toe aan
het snel geleidend vermogen der tallooze spinnewebben
en stofdeelen, die zich in het verloop der eeuwen tusschen
het leien bovendak en de plafoneering hebben opgehoopt.
Tijdens het verbranden van het dak wendde men vele
pogingen aan om nog te redden wat men kon. Veel
heeft men helaas niet kunnen meönemeneenige stoelen,
het zilverwerk, dat gebruikt werd tijdens het avondmaal,
eenige belangrijke boeken behoorende tot de kerkelijke
administratie enz. Een gedeelte van het zeer schoon
besneden koorhek werd naar buiten gebracht, doch brak
onder het vervoeren. Het duurde gernimen tijd, eer de
hooge toren zichtbaar vlam vatte. Toen echter het
kerkdak met veel geraas in het ruim der kerk stortte
sloegen de vlammen een poos later uit den toren en
werd dc geheele omgeving in dikke rookwolken gehuld.
Met een vervaarlijk loeiend geluid golfden vlammen, stof
en rook naar boven en overdekten de omliggende huizen
met een zee van vonken. Met zes spuiten 3 van de
gemeente en 3 van omliggende plaatsen wist men ge
lukkig grooter onheilen te voorkomen. Zoo nu en dan
vertoonde zich wel aan een der omliggende perceelen
een begin van brand maar dadelijk waren de wakkere
spuitgasten er bij om met een stroom van water het
vuur te blusschen. Aan de uitstekende houding der
spuitgasten en brandmeesters is het vooral te danken
dat de brand tot het kerkgebouw bleef beperkt.
Met schrik zag men het oogenblik tegemoetwaarop
de brandende torenspits naar beneden zou storten. Een
zucht vau verlichting outsnapto ieders borsttoen zij
met denderend geraas eensdeels in het kerkruim eens
deels in den toren neersmakte. De groote torenklok
die tot half zes trouw zijne plichten had vervuld tui
melde te ongeveer half zeven na één klap te hebben
doen hooren naar beneden. Met een dreunenden slag
viel een poos later een gedeelte van den Noordermuur
naar de zijde van het kerkhof hek, tengevolge waarvan
dichte rook en stofwolken do marktplaats overdekten en
de menschen met schrik deed uiteenstuiven. Een uurtje
later was het gevaar voor het in brand raken der om
liggende gebouwen geweken en bood de brandende kerk
in het duistere van den avond een schouwspel aan, voor
de honderden toeschouwers nooit te vergeten. Van heinde
en verre waren de menschen gekomen om den brand te
zien. Meer dan honderd rijtuigen waren bij de ver
schillende stalhouders opgereden, waarvan de inzittenden
tot zeer laat in den avond op het marktplein bleven
vertoeven. Van het brandende gebouw werd door don
bekenden kunstschilder Egruond te Winkel eene teekening
gemaaktvan de ruïne werden den volgenden dag door
den photograaf' Niestadt alhier photografieën vervaardigd.
Schagen verliest in dit kerkgebouw een hoogst merk
waardig gedenkteeken uit de middeleeuwen.
Volgens de oudste berichtenin het onlangs uitgegeven
werkje van den heer Hazen voorkomende werd het in
1460 gesticht. De kerktoren was opgetrokken in oud-
gothischen stijlde ijzeren kerkramen echter, die in 1859
in plaats van de oude kerkramen waren ingezetweken
van dien stijl geheel af. De toren aan de gemeente be
hoorende dagteekende van 1619, was versierd met een
opengewerkte peer en fraai kruisop welks uiteinde als
windwijzer het beeld van Magnus, een Westfriesche reus,
was geplaatst; de groote slag- en brandklok werd in 1597
gegoten door Hendrikus Wegewaert te Kampenen
prijkte met het eenigszins onduidelijk randschrift»Chris-
tophorus Servos martirque Venuste fusus hue accelerat
hij bij zijn vriend, graaf Bruno Pagger, kennis ma^te
met Éugonie. Coenraad was kleiner en slanker dan de
herculische vriend zijner jeugdmaar toch boven de
middelmaatgoed geëvenredigd met kleine handen en
voeten. Hij was de type van een Zuid-Oostenrijkerzeer
donker glanzend haar dat kort afgeknipt was donkere
oogen en een donkere gelaatstintblauwachtige sporen
op wangen en kin toonden een sterken baardgroei aan
hij had alleen maar een snor. Zijn hoofd met do platte,
kleine ooren was bijzonder rond. Als student had hij de
gewoonte aangenomen en sedert behouden, om bijna
altijd de monocle in zijn rechteroog te zetten. Dat gaf
aan het anders goedige gezicht eene eenigszins uitda
gende, spotachtige uitdrukking. Berwitz kleedde zich met
veel zorg en oen onberispelijken smaak.
De twee vrienden waren, nadat zij afscheid genomen
hadden van de Paggers, stilzwijgend naast elkander
voortgegaan en hadden niettegenstaande den weinig uit-
lobkenden vochtigkouden Jannari-avond onwillekeurig
hun stap vertraagd, toen Berwitz aan eene lange, stomme
alleenspraak een einde maakte met den luid uitgesproken
zin: ^Overigens begrijp ik, dat gij met haar inge
nomen zijt."
Victor, die zich evenzeer in gedachten met Eugenie had
bezig gehouden, scheen het ongewone van deze inleiding
volstrekt niet op te merken. Hij begreep ook dadelijk
de ware beteekenis en zeide
»Ja, als alles was, zooals hot moest zijn, dan zou ik
mij ook geen oogenblik bedenken. Dat zij mooi isbe
hoef ik u niet te zeggen gij hebt haar immers gezien.
Dat zij verstandig is en goed ontwikkeld zult gij ook
wel opgemerkt hebben. Zij heeft meer geleerd dan eigen
lijk wel noodig is. Zij heeft zelfs haar examen gedaan
als onderwijzeres, zooals ik toevallig vernomen heb. Ik
geloof ook, dat zij heel lief is. Dat zij juist niet bijzon
der vroolijk en spraakzaam isligt aan hare treurige
omgeving. Het leven in gezelschap van den ouden, grim-
migen geheimraad moet nu juist niet zeer opwekkend
zijn. Als zij in de geschikte kringen verkeerde zou zij
zeker ontdooien. Daarover ben ik het minst bezorgd."
Scagen. Henricus Wegewaert me fecit 1597 Campis."
Wegens ouderdom werd de kerk in 1866 geportland
»wat wel tot hare verbetering, maar juist niet tot hare
verfraaiing heeft gestrekt", zegt Hazen terecht.
Jammer dat het sierlijk gebeeldhouwd koorhek van
het jaar 1630 en de schoone preekstoel in de vlammen
zijn ondergegaan. Ook de prachtige graftombe, in 1882
gerestaureerd, van den in 1618 overleden heer Johan van
Scagen met zijne gemalin Anna van Assendelft is geheel
vernield. Onder den vloer der kerk bevond zich de
grafkelder der Heeren en Vrouwen van Schagen. Deze
heeft van den brand niet geleden. Het orgel, in 1853
geplaatst, is natuurlijk een prooi der vlammen geworden.
Naar wij vernemenis ook het schoone vaandel van de
gymnastiek- en schermvereeniging »Lycurgus" alhier ver
brand. Het vaandel was echter tegen brandschade ver
zekerd. De gemeentetoren was geassureerd bij de brand
waarborgmaatschappij de Jong Co., voor eene som van
40000 de kerk bij eene Utrechtsche maatschappij voor
90000het orgel en het meubilair bij dezelfde maat
schappij voor 15000.
De burgemeester van Schagen had met verlof de ge
meente verlaten doch hem werd per telegraaf van het
onheil kennis gegeven waarop hij met den laatsten trein
terugkeerde.
Nader schrijft onze correspondent
De sierlijke koperen kronen in het schip en de zij
beuken der kerk daarin in het jaar 1663 opgehangen,
zijn geheel versmolten. In 1869 waren zij op doelmatige
wijze ingericht tot het branden van gas ter vervanging
van kaarsen. De groote bijbel, een geschenk van Nico-
laas Hinloopen van het jaar 1761 werd gered. Niet
door den kunstschilder Egmond maar door de heeren
Oudes van Nieuwe Niedorp en F. Gielen van Schagen
zijn teekeningen gemaakt van den brand en de ruïne.
Verscheidene omliggende perceelen hebben eenige brand
schade en veel waterschade geleden vooral de heer
Meurs, een broodbakker, lijdt aanmerkelijke schade aan
bedorven meel en koren. In een tuin, waarin men ver
schillende kleedingstukken enz. had gedragen ontstak
een groote vonkenregen brand in de goederen, die daar
door onbruikbaar zijn geworden. De spuiten van Bar-
singerhorn, Haringhnizen, Schagerbrng en Sint Maarten,
weike laatste spuit hot eerst aanwezig wasbewezen
uitstekende diensten voor het bewaren der omliggende
woningen. Van de gemeente Winkel werd een telegram
ontvangen of hulp noodig waswaarop ouder dankbe-
tuiging geantwoord werd dat de aanwezige 7 spuiten
voldoende water konden geven. Den 30 kwamen nog
vele vreemdelingen de verwoesting in oogenschouw nemen.
De toegang tot de rnïuo werd hun echter geweigerd
met het oog op het gevaar, dat de overhangende muren
opleverden.
Den geheelen dag smeulde het vuur nog door, vooral
in den toren die opgehoopt is met verkoolde balken
ijzeren stangenraderen van het uurwerk en stukken
van do groote klok die voor het grootste gedeelte ge
smolten is. Op den avond van den brand werd door
den waarnemenden burgemeester bevel gegeven, de café's
om 10 uur te sluiten, wat wanordelijkheden zoo dik
wijls bij dergelijke gebeurtenissen aan de orde geheel
voorkwam. De versterkte politiemacht behoefde geen
enkelen keor handeleud op te treden. Do ruïne van het
een maai zoo trotsche kerkgebouw levert een belangwek
kend gezicht op.
De boekerijverbonden aan het Museum van
üiunstnijverheid te Haarlem, die voornamelijk boesen
en plaatwerken bevat ten dienste der kunstambachten
was gedurende de maand Augustus gesloten en zal met
1 September weder geopend worden. De nieuwe catalogus,
die onlangs verscheen bevat 125 nummers van porte
feuilles met pl. m. 5000 verschillende afbeeldingen en
modellen voor de meest verschillende ambachten en pl.
m. 1000 nummers van boek-, plaatwerken en tijdschriften.
Deze catalogus wordt tegen 20 cent aan postzegels franco
toegezonden. Het is nog niet algemeen bekend, dat aan
deze boekerij boek- en plaatwerken over het geheele land
gratis kunnen ontboden worden, alleen de kosten van het
transport der gevraagde boekwerken komon voor rekening
van den aanvrager. Omtrent den inhoud van den cata
logus zal de opgave der verschillende rubrieken, waarin
hij is ingedeeld, eenig licht verspreiden geschiedenis der
beeldende kunsten in het algemeenbouwkunstschilder
kunst beeldhouwkunstbewerking der metalen bewer
king van het houtkeramieke kunsttextiele kunst
costuumkunde graphische kunstheraldiek rapporten,
verslagen, tentoonstellingen, catalogussen en tijdschriften.
Men ziet dus, dat allen, die met de kunsten en ambachten
Welnu, hernam Berwitz, »waaraan hapert het dan?
Mejuffrouw Weding schijnt u ook genegen te zijn,"
Als het op straat niet zoo donker geweest was zou
Coenraad bemerkt hebben welk een gelukkige glimlach
om Victor's lippen speelde, toen hij antwoordde
»Dat hoop ik. Maar gij weet toch, dat het bekende
begin van de Humoreske,Hij was kunstenaar en zij
had ook niets' als het ware voor ons gemaakt is. En
ik heb nu juist niet veel vertrouwen in het niet minder
bekende hutje op de heide', waarin zooals het heet
plaats i,s voor een gelukkig minnend paar. Ik verdien
met mijne kunst ternauwernood zooveelals ik noodig
heb om van te leven. En juist deze voortdurende zorgen
verdringen mij al meer en meer van den weg dien ik
vroeger voor mij zagom tot mijn ideaal te geraken.
Waarlijk, ik ben dikwijls wanhopig, als ik er aan denk,
wat ik al niet moet missen, wat de kunst beUeft, alleen
om maar even behoorlijk te kunnen leven 1 En zoo ge
niaal, zoo echt kunstenaar, laat ik liever het juiste woord
noemen zoo onverantwoordelijk lichtzinnig ben is toch
nietdat ik niet bedenken zouwelke verantwoorde
lijkheid ik op mij neem als ik het lot van een lief
en mooi meisje voor altijd aau het mijDe verbind en
een huishouding opricht. Maar al kon ik ook zoo ge
wetenloos zijn, dan zou papa Weding nog wel te rechter
tijd met de noodige energie ingrijpen, dat weet ik zeker.
Sedert eenige weken ben ik bij den ouden hoer in on
genade. Het is duidelijk dat het hem geen genoegen
doet, dat mejuffrouw Eugenie mij vriendelijker bejegent."
Wordt vervolgd.