De minister van binnenl. zaken heeft-het gemeente
bestuur van Opsterland berichtdat hij geene termen
aanwezig achtom het besluit van burgem. en weth.,
waarbij A. Dijkstra tot tijdelijk onderwijzer werd benoemd
te Siegerswoudemet welke benoeming de burgemeester
zich niet kon vereenigen, ter vernietiging aan H.M. de
koningin-regentes voor te dragen.
Den 2 is bij Zwijndrecht het kind van den over
wegwachter door den trein die om 7.40 van Dordrecht
naar Rotterdam vertrok, overreden en gedood. De moeder,
die het zagzeeg bewusteloos ineen.
Den 2 des morgens te elf uren kwamen de ko
ningin, gekleed in een crêmekleeding-toilet, met een hoed met
een witten veer en een witten parasolen de koningin
regentes, gekleed in zwart satijn en een lila-kapothoedje, aan
het station te Zwolle aan, alwaar een eerewacht der dienst
doende schutterij was opgesteld en waar EL H. M. M.
opgewacht werden door den commissaris der koningin
den heer P. Lijcklama a Nijeholt. Nadat deze den wensch
uitgedrukt had dat het bezoek aan de verwachtingen
zou beantwoorden en de vorstinnen een goeden indruk
van de provincie zouden medenemen werden door hem
de verschillende autoriteiten voorgesteld. Na een oogen-
blik wachten in de wachtkamer traden de vorstinnen
buiten en bestegen onder daverende toejuichingen het
a la daumont bespannen rijtuigdat omringd was door
de 18 leden der eerewachtgekleed in gesloten donker
blauwe rok met goud afgezetlange broek met
gouden biessteek met goud galon verlakte schoenen
en degen en het prachtvolle vaandeldoor de Zwolsche
dames geschonken. Vooral de Diezelstraat leverde een
prachtigen aanblik op. In de vestibule van het gouver
nementsgebouw werden de vorstinnen verwelkomd door
de echtgenoote van den commissaris der provincie, terwijl
zijne dochters haar bloemenruikers overhandigden en een
welkomstlied zongen. Na zich verfrischt en op het balkon
aan het volk vertoond te hebben werd uitgereden en
een bezoek gebracht aan het Sophia-ziekenhuis aan het
einde der Rijnvis-Feithlaanen aan het Oude mannen-
en vrouwenhuis van het gemengd armbestuur der ned.
herv. gemeente in de Deventerstraateven buiten de
Sassenpoort.
De oudste dier verpleegden, de bijna 99jarige weduwe
Huije, bood H.M. een ruiker aan, terwijl de aandacht
gevestigd werd op de 88jarige weduwe Ketel, die bij
het verlovingsfeest van de tegenwoordige groothertogin
van Saksen-Weimarprinses Sofie der Nederlanden als
keukenmeid dienst deed. Na afloop van het toen gehouden
déjeuner werd door de Regentes in de receptiezaal van
het Hotel audiëntie verleend aan bewoners der provincie
Overijsel, welke in grooten getale aanwezig waren.
In de afgeloopen week is voor het notarieel Staats
examen eerste gedeelte o.a. geslaagd de heer P. W. van
der Ploeg te Helder.
Een der studenten van de Polytechnische School,
de heer T. de M., die eenige weken bij de werken aan
de nieuwe sluis te IJmuidcn doorbracht, heeft bij zijn
vertrek aan een der leden van de Commissie tot uitdee-
ling van warme spijzen 120 ter hand gesteld om ze
in den aanstaanden winter voor dat doel te besteden.
Het hoofdbestuur der Vereeniging tot bevordering
van de Nederlandsche Visscherij heeft aan de Tweede
Kamer een adres verzonden, waarin, met het oog op de
wenschelijkheid dat ook visschers aan de verkiezingen
kunnen deelnemen, verzocht wordt in het nieuwe wets
ontwerp voor het kiesrecht te bepalen dat de gewone
tijd van verkiezing der leden in de Tweede Kamer is de
tweede Maandag der maand Juni.
De gemeenteraad van Wageningen heeft besloten
tot het bouwen eener kazerne voor de marechaussées; de
kosten zijn geraamd op 13987 en de gemeente zal het
gebouw aan het Rijk verhuren voor f 950 per jaar.
Bij kon. besluit van den 28 zijn wederom aan tal
van personen onderscheidingen verleend o.a. zijn benoemd
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de heer van Simme
ren, kapitein-commandant der schutterij te Kakhuizen,
en de heer Berghuisdirecteur der ambachtsschool te
Arnhemtot ridder van den Nederl. Leeuw de heer
mr. F. S. van Nierop, directeur der Amsterdamsche Bank.
Bij kon. besluit van den 29 is benoemd tot heem
raad van den Anna Paulownapolder de heer M. Komen.
zij in de nauwe, beter verlichte 1 innenruimte van den
wagen weêr duidelijk herkenbaar te voorschijn was ge
komen en aan den linker kant van den wagen had
plaats genomen. Hij meende ook met zekerheid gezien
te hebben, dat zij nog één keer door de ruiten naar hen
keek, en daarover had hij zich verheugd. Hij glimlachte
om zijne dwaasheid. Waarom had hij Engenie zoo op
merkzaam nagekeken En als hij zich niet vergist had,
als zij iverkelijk nog eens naar hen gekeken had, wat
ging hem dat aan Niet voor hem was dan haar zoekende
blik geweest. Waarom hield hij zich nu nog met haar
bezig Waarom zag hij haar voortdurend voor zich in den
langen, verlichten wagen Hij kon het maar niet begrijpen.
Blijkbaar had Eugenie iets onverklaarbaars, iets geheim
zinnigs over zich en prikkelde het zijne nieuwsgierigheid
om dat uit te vorschon. Want wat kon het anderszijn,
dat nu nog terwijl hij alleen was, aan al zijne gedachten
diezelfde richting gaf Maar deze oplossing van het
raadsel, dat hij zich zelf had opgegeven, voldeed hem
toch niet. Want hij moest zich zelf eerlijk bekennen,
dat met de belangstelling voor mejuffrouw Eugenie We
ding nog een zeker spijtig gevoel omtrent zijn vriend
Victor verbonden was. Het ergerde hem, dat het mooie
meisje bepaald de voorkeur gaf aan zijn vriend, hoewel
het toch zeer natuurlijk waswant Victor en Eugenie
kenden elkander reeds sedert lang, en zij gingen als
oude kennissen met elkaar om. Het was dus zeer natuur
lijk, maar hij ergerde er zich toch over. Lang, heel lang
zat hij, nu eens gedachteloos, dan weêr vervuld met de
herinneringen aan den afgeloopen avond, voor den haard,
en toen hij eindelijk opstond om zich ter ruste te be
geven, was hij nog even ver als te voren. Hij wist nog
altijd niet, waarom hij maar steeds aan Eugenie bleef
denken, en waarom hij zich ergerde over Victor. Het
een zoowel als het ander kwam hem al heel dwaas
voor. Maar, dat hij die gevoelens koesterde daaraan
kon hij niet twijfelen.
«Och kom dwaasheid zeide hij eindelijk, toen hij
het licht ha l uitgedaan en met den kleinen blaker in
de hand naar zijne slaapkamer ging.
Den 2 is te 's-Gravenhage de Staatscommissie in
zake pensioen-verzekering door den minister van water
staat geïnstalleerd.
Amsterdam. De tentoonstelling is den 31 door
11000 betalende personen bezocht.
De aan den Raad door burg. en weth. ingediende
begrooting voor 1896 raamt de ontvangsten en uitgaven
°P 13 832.597 tegen J 13.821,950het eindcijfer der
vastgestelde begrooting voor 1895. Ter voorziening in
de te verwachten vermindering van uitgaven ad f 164.000,
wordt voorgesteld de plaatselijke directe belasting naar
het inkomen in de begrooting te brengon van 4V4 op
4 pet.
Zaandam. De heer Mats heeft om gezondheids
redenen ontslag genomen als wethouder.
Xiangedijken. Den 2 viel de timmermansknecht
C. d. R, te O u d k a r s p e 1van een in aanbouw zijnd
huis op de balken van den vloer, met het noodlottige
gevolgdat hii ernstig aan den rug gekwetst is.
Het is aan de kermissen in deze streek en den omtrek
te zien dat het den Langedijkers niet voor den wind
gaat. Werd de kermis te Zuidscharwoude niet zoo druk
bezocht als die van vorige jarenook de alkmaarsche
kermis telde heel wat minder Langedijker bezoekers en
van den tegenwoordigen feesttijd te Noordscharwoude
wordt op zeer kalme wijze gebruik gemaakt. Waar niets
isverliest zelfs de kermis haar recht.
Seliermcrhurn. Eene koe, welke alhier geslacht
was, en lijdende bleek te zijn geweest aan miltvuuris
op last van den veearts verbrand.
Hoe onvoorzichtig het is, uit een rijdende tram te
springen bleek alhier de vorige week. Een zoon van den
heer K., te Ursem, die bij de aankomst aan den Scher-
merdijk het oogenblik niet kon afwachten, dat de tram
stilstond, sprong er uit en viel bijna onder den wagen.
Gewond aan handen en gelaat kon hij zijne reis vervolgen.
Door de welwillendheid van den heor J. Blaauw Az., te
Rijp, zal woensdag, den 4, op de tentoonstelling van
Floralia alhier een gedeelte zijner bekende verzameling
oudheden en merkwaardigheden worden tentoongesteld.
Texel. In de laatstgehouden vergadering van den
gemeenteraad, door 10 der 11 leden bijgewoond, werd
de gemeente-rekening over 1894 voorloopig vastgesteld.
De behandeling van het adres van den heer W. F.
Schnmaker, om aangesteld te worden als makelaar, werd
tot een volgende vergadering verdaagd, vermits 5 leden
vóór en evenveel tegen die aanstelling stemden. Aan me
juffrouw J. Coster, vroedvrouw te Oudeschild, werd, met
ingang van 1 December, op haar verzoek eervol ontslag
als zoodanig verleend, wegens vertrek. Daarna werd met
algemeene stemmen tot onderwijzeres aan de openbare
lagere school te den Hoorn benoemd da eenige sollicitante,
mejuffrouw J. Buiste Hoorn. Nadat de voorzitter be
loofd had bij de behandeling der begrooting voor 1896
eene gedeeltelijke hervorming van het brandwezen te den
Burg te zullen voorstellen, werd de vergadering gesloten.
Oudcarspel. Bij den heer V. alhier werd onzen
correspondent een partijtje uien getoond,langer dan een
jaar geleden geplukt. De vrucht was nog volkomen gaaf
en vertoonde niet de minste ontwikkeling. Enkele uien
waren iets gekrompen. Nu de nieuwe uien reeds weken
klaar zijn, is deze zeldzaamheid wel der vermelding
waardig. Zij bewijst de uitstekende kwaliteit der Lange
dijker uien.
iBarslngerhorn. De paling vangst op de Zuider
zee is dit jaar nog zeer onbevredigend. Met het ruwe
weder in Juli werd de vangst vrij wat beter echter
met de latere schoone dagen nam het weêr eene keer.
De visschers te Kolhorn zijn thans allen binnen, tot
herstelling der netten, om te tanen enz Zij gaan dan
nog eens uit (de zoogenaamde herfstteelt.)
In de polders Waard en Groet is dit jaar bui
tengewoon veel stroo geteeld van uitmuntende kwaliteit.
De handel hierin is echter nog traag: veel stroo van het
vorig jaar is hier nog aanwezig, wat wel door de fabri
kanten is aangekochtdoch deze hebben daaraan nog
geen behoefte. Men verwacht dusals een paar jaar
geledenook hiervoor lage prijzen te meer daar ook
voor veevoedering, tengevolge van den gunstigeu hooi
oogst, niets zal worden gevraagd.
Eene uitmuntende boerderij aan de Kreil nabij deze
DERDE HOOFDSTUK.
Er verliepen eenige weken voordat Coenraad en Victor
elkander weêr ontmoetten. Dezen keer duurde het
Berwitz wel wat langhoewel deze tusschentijd toch
volstrekt niet buitengewoon lang was. Want met
den omgang van de twee vrienden was het sedert zij
beiden in Berlijn waren, aldus gesteld, dat zij elkaar na
korter of langer tijd eens opzochten, dat Berwitz den
kunstenaar uitnoodigde voor zijne kleine heerendiners
en hem eens in de twee, drie maanden een bezoek bracht
in zijn atelier bovendien ontmoetten zij elkaar nu en
dan op de winterpartijtjes. Zij waren op een goeden voet
met elkaar, maar van eene innige vriendschap was geen
sprake meer. Als zij elkaar ontmoetten, gingen zij ver
trouwelijk met elkander om ging er evenwel een ge
ruime tijd voorbij zonder dat de een den ander zag, dan
voelde geen hunner eenig gemis.
Dezen keer evenwel verlangde Berwitz meer naar den
vriend zijner jeugd dan ooit te voren. En nadat hij on
geveer drie weken tevergeefs op eene toevallige ont
moeting gewacht had, besloot hij op een goeden dag
om Victor te gaan bezoeken in zijn atelier, dat aan het
einde der wereld, dicht bij den Botanischen tuin in het
nieuwe gedeelte van de Oulmstraat, gelegen was.
Victor was geheel op zijn gemak. Coenraad's ver
wachting, dat zijn vriend over Eugenie zou spreken,
seheen niet vervuld te zullen worden.
Victor sprak onbevangen over alle mogelijke dingen,
slechts niet over hetgeen Berwitz graag hooren wilde, zoo
dat deze zich eindelijk genoodzaakt zag, zelf het gesprek
te brengen op het onderwerp, dat hem bijzonder interes
seerde.
Terwijl de beeldhouwer het gewaad, dat over een ledepop
was geworpen, in sierlijke plooien schikte, zeide Coenraad
zoo onverschillig mogelijk
«Hebt gij de Wedings nog eens weêr ontmoet?"
„Ja een paar keer," hernam Victor, zonder zich in
zijn werk te laten storen.
»Nu
gemeente die tot en met 1894 voor f 100 per bunder
werd verhuurd en dit jaar onverhuurd bleef, is thans
voor eenige volgende jaren verhuurd voor 70 per bun
der. Zoo herstellen zich langzamerhand de verhoudingen.
Helloo. Sedert jaren bestond, gedurende de alk
maarsche kermisdagen, de hinderlijke gewoonte bij een
aantal kinderen, om zich tot het afbedelen van kermis-
centen aan de tol onder deze gemeente op te stellen.
Het behoeft geen betoog, dat de voorbijgangers van dit
opdringende goedje veel last ondervonden. Door de goede
zorgen van den burgemeester dezer gemeente is daaraan
thans een einde gemaakt: wij hopen voor goed.
Schagen. De ruïne van toren en kerk trekt
dagelijks tal van nieuwsgierigen. Men schat het aantal
van Zondag op meer dan 500. Reeds stortten 5 pilaren
met een deel der binnenmuren in, hetgeen met een ge
weldigen slag gepaard ging. Het inwendige der kerk
kan thans niet meer zonder gevaar betreden worden.
Ook de toren begint over te hellen. De kerkeraad der
ned. herv. gemeente besloot tot het bouwen van een
hulpkerk. De heer C. Broersma heeft welwillend voor
de plaatsing een gedeelte van zijn fraaien tuin aangeboden.
W armenhuizen. In deze gemeente komen onder
kinderen eenige gevallen van roodvonk sporadisch voor
hoewel 1 kind reeds daaraan is overleden heeft toch de
ziekte tot heden geen kwaadaardig karakter.
De bloemencommissie alhier zal op den 19 en 20 eene
tentoonstelling houden van in het begin van den zomer
uitgereikte kweekplantendie tentoonstelling zal van
eenige feestelijkheido.a. van eene uitvoering door de
kinder-zangvereenigingvergezeld gaan. Bij publicatie
worden ingezetenen uitgenoodigd de tentoonstelling door
inzending van landbouwproducten en voorwerpen van
nijverheid en huisvlijt op te luisteren.
Den 3 had alhier eene drielinggeboorte plaats2 dier
kinderen overleden reeds.
No. 35 van Handelsbelangenweekblad onder
medewerking van het Handels-Informatiebureau van der
Graaf Co., bevat o. a. onder den titel van »Afmaken of
zuiveren?" een artikeltje, waarin de redactie herinnert,
dat haar meermalen de opmerking werd gemaakt dat zij
afbrak doch niet opbouwde.
Niet zoozeer om zich vrij te pleitenals wei om te
doen uitkomen dat zij de zaak in het openbaar durft
bespreken zeker als zij is van het goed rechtgeeft zij
nog eens een kort woord ter verklaring van het doel on
streven meer bepaald voor zoover dit uit de rubriek
„Uit ons Archief", in dat blad geregeld voorkomende
kan blijken.
In bedoelde rubriek worden gegeven de namen, woon
plaatsen en handteekeningen van die personen en firma's
over wier kredietwaardigheid haar oordeel van dien aard
is, dat zij het in het algemeen belang acht, openlijk tegen
hen te waarschuwen.
Van persoonlijkheid kan en mag dus geen sprake zijn,
en is ook geen sprake. Enkel en alleen om den goeden
handel te waarschuwen voor vallen meer of minder
goed gezetdient de rubriek en alleen zij worden er in
opgenomen die volgens het oordeel der redactie ge
vaarlijk zijn.
Zij laat het gaarne aan het oordeel der lezers over of
een dergelijke handeling goed- of afkeuring verdient,
doch zij zou uit het aantal lezersdat beduidend toe
neemt afleiden dat men voor haar streven wel eenige
sympathie gevoelt.
Omtrent het »afmaken" doet zij nog opmerken dat zij
steeds de mogelijkheid erkent dat een gesignaleerde zich
betert. Dit geschiedtofschoon zeer zelden. Zij denkt
er niet aan te ti'achten hem, die eenmaal verkeerd deed,
het leven onmogelijk te maken, zij werpt deze gedachte,
onzedelijk en onmenschelijk als ze is, verre van zich.
Het gaat niet aan haar eigen loftrompet te s.teken
doch zij heeft den eenmaal gevallene meer dan eens de
hand toegestoken om hem op den goeden weg te helpen
en hem er op te houden (natuurlijk kunnen geen namen
worden genoemd, doch men zal hare stellige verklaring
willen gelooven).
Indien soms tegen het streven om den goeden handel
te waarschuwen, wordt geraasd, geschiedt dit door per-
«Ze zijn heel wel."
«En hoe staat het met n en juffrouw Engenie Gij
behoeft mij niet te antwoorden, als gij dat liever niet
doet. Ik vraag het maar zoo om wat te vragen."
«Er is niets, dat ik voor u zou moeten verzwijgen
Het bevalt mij nog maar niet! Het is altijd nog te vol
viel bij zichzelf in de rede, terwijl hij een weinig achteruit
ging en de drapeering overzag. Vindt gij ook niet, de
groote dwarsvouw is te forsch En hij trok er weer
aan en zocht het op een andere wijze te vinden. «Maar,
wat ik u zeggen wilde ja het is nog alles bij
het oude Mejuffrouw Eugenie is zeer vriendelijk tegen
mij, de oude kan mij niet uitstaan, en ik vlieg nog al
tijd als een motje om de vlam, hoewel ik weet, dat ik
mijn vleugels zal verbranden Och, kijk eens, zoo is
het toch veel beter Hij wees weêr op de ledepop.
«Zeer zeker," bevestigde Coenraad Berwitz.
«Ja mijn waarde hernam de beeldhouwer zonder
met zijn werk op te houden. «Vrouwen zijn eigenaar
dige wezens Men neemt zich altijd van alles voor, en
ten slotte doet men toch wat zij willen. Maar ik ben
nu toch tot de overtuiging gekomen, dat ik mij de ge-
heele geschiedenis uit het hoofd moet zetten. Zoo mag
het niet verder gaan. Ik heb tegenover mejuffrouw Euge
nie reeds zeer duidelijke toespelingen gemaakt, en ik
geloof, dat zij mij ook begrepen heeft."
«En welken indruk hebben uwe toespelingen gemaakt?"
«Dat mag de hemel weten Dat is immers joist de
quaestieDaar kan ik zelf niet achter komen. Eigen
lijk is er ook niets, waarover we met elkander behoo-
ren te spreken. Als ik juffrouw Eugenie morgen links
laat liggen en mij niet meer om haar bekommer
daarover kan zij verwonderd zijnze kan mij zelfs
ongemanierd vinden, maar zij kan zich niet in ernst over
mij beklagen en nog minder zon ik het recht hebben
om haar ook maar in stilte een verwijt ervan te maken
als ik hoorde dat zij verloofd was met een ander. Zoo
is het met de zaak gesteld. En anders niet. Wij houden
veel van elkander, weet gij. Maar dat is ook alles. Zij
is heel mooien als zij geld had zou ik haar dadelijk