No. 121.
2*even en Negentigste «laargang.
1895.
V K IJ D A G
11 OCTOBER.
(lemeeuteraad van Alkmaar,
Feuilleton.
op Woensdag 9 October 1895,
Berlijnsclie Roman,
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,—
De 3 nummers Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertcntiën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
des namiddags 123/4
uur.
No. 11. Voorzitter de Burgemeester A. Maelaine Pont.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering waarna
1. de notulen der vorige vergadering gelezen en goed
gekeurd worden.
2. Deelt de Voorzitter mede, dat door hem krachtens
art. 68 der gemeentewet dadelijk in handen van de
speciale commissie voor de demping van het Geestwater
om bericht en raad gesteld is een adres van P. C. Bak
ker, broodbakker alhier, waarbij hij wijst op de bezwaren,
welke uit die demping voor hem zonden voortvloeien.
Voor kennisgeving aangenomen.
Zijn medegedeeld de sedert de vorige vergadering inge
komen stukken.
Van Gedeputeerde Staten.
3. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbe
sluit van 3 September n°. 15 tot regeling der jaarwedde
van eenige leeraren aan de burgeravondschool gedurende
den cnrsus 1895/96.
4. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbe
sluit van 3 September n°. 16, strekkende tot benoeming
van nog twee onderwijzers aan de openbare burgerschool,
ieder op 700 jaarwedde.
De Voorzitter deelt namens burgemeester en wethou
ders mede dat het gevolg van een door hen met den
directeur der burgeravondschool gehouden overleg is
geweestdat na afloop van het schooljaar 1895/6 er
niet meer dan vier klassen zullen bestaan of vermin
dering van het aantal leeraren daaruit zal voortvloeien,
is niet te zeggen, daar dit afhangt van de noodzakelijk
heid om sommige klassen te splitsen wegens het groot
aantal leerlingen.
Nos. 3 en 4 alsmede de mededeeling des Voorzitters
voor kennisgeving aangenomen.
Van Burgemeester en Wethouders.
5. Brief ten geleide van het proces-verbaal van op
neming der kas en boeken van den gemeente-ontvanger.
Voor kennisgeving aangenomen.
Bebouwing terrein Steeweg.
6. Briefwaarbij medegedeeld wordtdat nadat
in den afgeloopen zomer ingediende plannen tot be
bouwing van het ten name van Geertje Dekema, weduwe
van P. van der Horstalhier staande perceel aan den
Steeweg sectio B Nr. 3340groot 0.53.30, geheel ver
vallen zijn thans andere bouwplannen ingediend zijn
door de heeren D. Limper en P. P. Daane beiden te
Amsterdam in verband waarmede genoemde eigenares
van dat terrein verzoektde daarin ontworpen straat
bij de gemeente Alkmaar in eigendom en onderhoud
over te nemennadat zij aangelegd en gerioleerd zal
zijn op de door haar aangegeven wijzehierop neer
komende
1°. demping der sloot tusschen den Steeweg en haar
genoemd perceel, met uitgangeu voor de te bauwen woon
huizen
2°. eene straat te maken over genoemd perceel van
den Steeweg naar het Jaagpad ter breedte van 8 M.
tusschen de beide rooilijnen aan beide zijdon, met trottoirs
en straatgootter breedte van 1.25 M., met beharden
rijweg.
3°. een riool te maken van dubbel verglaasde ijzeraar
den buizen, wijd minstens 25 cM. in den aanvang en 30 cM.
bij het einde, tot afvoer van vnil- en hemelwater, met
5 stuks gemetselde zinkputten, gedekt met ijzeren platen,
alsmede 10 stuks gegoten kolken met stankschermen
verbonden door buizen aan de zinkputten dienende tot
afvoer van straatwater.
Nu het voornemen bestaat hier goede woonhuizen te
bouwen zooals uit de overgelegde teekeningen zal blij
ken hebben burgemeester en wethouders geene bedenking
voor te stellen, genoemde straat bij de gemeente in eigen
dom en onderhond over te nemen nadat de verzoekster
de straat op de aangegeven wijze te hunnen genoegen
zal hebben aangelegd en gerioleerd en van den Staat der
Nederlanden vergunning zal hebben verkregen tot het
laten uitloopen van het aan te leggen riool in het Groot
Noordhollandsch Kanaal, tot het verkrijgen waarvan
zij reeds stappen gedaan heeft.
Gesteld om bericht en raad in handen van de vaste
commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en
onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen.
7. Verzoek van A. van Kleef, om eene kleine ver
hooging van jaarwedde als opzichter over den hont en
de plantsoenenna de onlangs plaats gehad hebbende
verhooging van loon aan de arbeiders in dienst bij de
plantsoenen, en in verband met het doorloopend toezicht
op Middenhout en de daaraan voor hem verbonden werk
zaamheden.
Gesteld om bericht en raad in handen van burgemees
ter en wethoudersde vaste commissie voor den hout
en de plantsoenen gehoord.
Verzoek van den heer M. Lubckéingenieur te
Brusseldomicilie hebbende Kruisweg 55 te Haarlem
om vergunning voor den aanleg en de exploitatie van
een stoomtramweg Haarlem-Alkmaarvoor zoo
ver de gemeente Alkmaar betreft, en wel volgens de door
hem overgelegde teekeningen zijnde door hem aan den
minister van waterstaathandel en nijverheid vergunning
gevraagd voor den aanleg en de exploitatie van een
stoomtramweg van Beverwijk over Castricum naar Alk
maar in aansluiting aan zijnen in aanleg zijnde tram
weg HaarlemBeverwijk. Ter lezing gelegd.
9. Brief van den heer A. J. Caspers, houdende dank
betuiging voor zijne benoeming tot tijdelijk assistent-
leeraar aan de burgeravondschool.
Voor kennisgeving aangenomen.
10. Verzoek van P. Messelaarom de doorvaartwijdte
der bruggen over de Ondegracht bij de Brillensteeg en
de Ridderstraatwanneer deze bruggen in het volgende
jaar vernieuwd worden op dezelfde wijdte te brengen
als die van de brug bij het stadserf, namelijk 5 M. 15 c.M.,
daar het menigmaal gebeurtdat door bovengenoemde
twee bruggen de schepen niet kunnen varen, tot groot
ongerief voor zijne zaak.
Gesteld in handen van de vaste commissie van bijstand
in betrekking tot het beheer en onderhond der plaatse
lijke werken en eigendommen om bericht en raad.
11. Verzoek van den heer M. van der Werf, koopman
en winkelier alhier om de drie zware opgaande hoornen,
welke staan voor zijne twee in aanbouw zijnde woon
huizen aan den Geestersingelweg te nemen daar deze
boomen het uitzicht belemmeren, veel vocht in die per-
ceelen brengen en door de overhangende takken bij harden
wind die perceelen dreigen te beschadigen.
Gesteld in handen van burgemeester en wethouders
om bericht en raadde vaste commissie van bijstand
voor de plantsoenen gehoord.
12. Verzoek van A. M. de Jong, J. Asjes Ez. en
J. P. Wigmaneigenaren van perceelenuitkomende
aan den Tienenwalom de boomen staande midden in
den weg en hinderlijk voor de rijtuigen en schadelijk
voor licht en lucht voor de te bouwen bovenwoningen
en reeds staande huizen weg te laten nemen en den
weg te doen bestraten of beharden.
Aangehouden in verband met het straks aan de orde
komende voorstel van burgemeester en wethouders be
trekkelijk den Tienenwal.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de
leden ter lezing gelegen hebbende stukken.
Van de vaste commissie van financiën.
13. Rapport op de begrooting van het burgerlijk
armbestuur voor 1896 sluitende in ontvangsten en
uitgaven op f 12410f 448.265 lager dan voor 1895.
De post bedeelingen in geldgeraamd op ƒ7700, j 115
hooger dan voor 1895 is samengesteld als volgt
eigen armen f 1875.25, 21 meer; bestedelingen, te
Alkmaar verpleegdf 645.50, j 176.50 meer; r k. armen,
beneden den ouderdom van 60 jaren aan wie door het
r. k. parochiaal armbestuur onderstand wordt geweigerd,
3093.70 98.45 meer Ned. herv. armenaan wie
door de diaconie der Ned. herv. gemeente onderstand
wordt geweigerd f 1849.55 100.25 meer dan voor
1895 terwijl in verband met de steeds toenemende be
volking en dientengevolge denzelfden toestand waarin
het armwezen blijft verkeeren op eene verhooging van
236 wordt gerekend over de verschillende onderdee-
len verdeeld.
Voor aankoop van granen en kosten der bakkerij is ƒ1600
geraamd of f 100 minder in verband met de uitgaaf
in 1894 en de zeer lage graanprijzen. De berekening is,
dat 6266 noodig zijn; voor 1895 werd op 6223 stuks
gerekend.
Voor turf en arbeidsloon is naar de uitkomsten in 1894
wederom 300 uitgetrokken terwijl voor kleeding en ge
reedschappen f 80of 65 mindervoldoende wordt
geacht.
De post verpleging in gestichten is geraamd op f 2100,
ƒ400 minder, verdeeld in de volgende onderafdeelingen:
3 personen in het hervormde diakoniehnis a 150 per
naar het Hoogdnitsch
VAN
PAUJL IilSTDAU.
19)
Op dit oogenblik was Hennern werkelijk verliefd op
Engenie. Op zijn bleek gezicht kwam een vluchtig rood.
Een oogenblik kon hij geen woord zeggen. Toen zeide hij
»Hartelijk dank. Ik zal zoo straks aan nw vader vra
gen, wanneer ik u de bouquet zelf mag brengen."
Engenie knikte toestemmend. Zij wist, dat zij zich
voor haar geheele leven verbondon had.
Het was haar evenals Hennern hoogst aangenaam,
dat op dat oogenblik de predikant aan zijn glas tikte
en opstond. Hij alleen bracht een toast uit op het jonge
paar en op Donnsdorf. Toen hij daarbij ook de overleden
mevrouw Donnsdorf herdacht, vergoot de goede Donns
dorf, die heden bijzonder teerhartig gestemd was, weer
heete tranen.
Toen het diner geëindigd was, greep Hennern de hand
van Engenie en bracht haar vol eerbied aan zijne lip
pen. Hij presenteerde haar zijn arm en drukte haar arm
tegen zich aan, toen hij haar naar het aangrenzende
salon geleidde, waar de koffie gepresenteerd werd.
Weding alleen had die kus gezien. Hij lachte in zijn
vuistje. En toen Hennern daarop naar hem toe kwam
en hem vroeg, wanneer zij den geheimraad zijne opwach
ting mocht maken, om mejuffrouw Engenie eenige bloe
men te brengen, antwoordde de oude man met buiten
gewone vriendelijkheid
Als het n voegt, dan liefst morgen. Morgen is het
zondag en dan ben ik niet op het ministerie. U zult
ons den geheelen dag thuis vinden."
Berwitz moest Agnes de verzekering geven, dat hij
dien avond stellig zou komen.
»Het zou u toch niet onaangenaam zijn, als n dadelijk
bij uw eerste bezoek mijn man niet aantreft Ehrike
gaat eiken avond naar zijne sociëteit en ik verveel mij
boven, als mijne vriendelijke buurman in het parterre
zich niet over mij ontfermt. Zie maar eens, hoe mijn
man daar zit!" zeide zij, op Ehrike wijzende die weer
in een hoek op een gemakkelijken stoel was gaan zitten
en eene groote sigaar had aangestoken. Hij had zijne
sigaar midden in den mond en zette er wel is waar
een kluchtig gezicht bij. Maar het was toch wel wat
vreemd dat juist Agnes daarover de opmerking maakte
»Is het niet precies, alsof hij op de clarinet blaast?"
Berwitz moest onwillekeurig lacheu om de treffende
vergelijkingen.
Het gezelschap bleef nog ongeveer een uur bijeen.
Daarna namen de gasten afscheid. Het jonge echtpaar
verwisselde van toilet en maakte zich gereed voor de
reis. Tegen zeven nar kwam het rijtuig voor, dat de
twee gelukkige menschen en de enorme bagage naar de
Anhalter spoor bracht.
Donnsdorf stond bij het open venster, groette met zijne
hand en wenkte met zijn zakdoektotdat het rijtuig
wegreed. Toen het rijtuig den hoek omging bracht
Donnsdorf zijn zakdoek aan zijne oogen en droogde zijne
tranon.
Daarop nam hjj zijn hoed en ging uitom wat bewe^
ging te nemen. Ondertnsschen werden door de bedienden
de overblijfselen van het feest opgeruimd, en toen hij
omstreeks negen uur in zijn huis terugkwam hadden
de vertrekken, waarin hij groot geworden was, gelukkig
geleefd had met zijne vrouw en waarin hij oud gewor
den wasweer hun gewone aanzien teruggekregen
Donnsdorf had afleiding gezocht. Hij was naar den die
rentnin gegaan had er kennissen gevonden, maar had
het er toch niet kunnen uithouden. Hij was reeds spoe
dig opgestaan en langs de minst bezochte wegen van den
dierentuin langzaam weer naar hnis geslenterd.
Frida was altijd heel stil geweest. Hij had gemeend
dat hij het stille wezentje tot nu toe ter nauwernood
had opgemerkt. Maar nu scheen hem het huis toch akelig
stil en doodsch toe. Hij begreep niethoe dat moge
lijk was.
Hij ging naar haar kleine boudoir, waar de snuiste
rijtjes die zij daar gaandeweg verzameld had nn ook
geheel ontbraken. Het zag er netjes maar ongezellig
uit zonder eenige versiering alsof het eene logeerka
mer was
Donnsdorf was droevig gestemd. Nn eerst besefte hij,
wat het voortdurend bijzijn van het innig geliefde kind
voor hem geweest was. Hij had de stille Frida toch
veel meer gehoord, dan hij had knnnen vermoeden. Nn
was alles leeg en stom om hem heen.
Langzaam keerde hij weer terug naar het salon, waar
de ramen nog open waren. Hij ging voor het venster
staan, van waar hij Victor en Frida nog voor het laatst
had toegewuifd en keek weemoedig naar de straat, loen
ging hij zitten en staarde voor zich uit. De oude man
voelde zich alleen, en in zijne weemoedige stemming be
dekte hij zijne oogen met zijne handen en weende.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Het was in de konde, onvriendelijke maand Januari
van het jaar 1887. Victor en Frida Ellers waren nu
sedert twee eu een half jaar getrouwd en genoten het
grootste geluk. Dat zeiden de menschen, dat zeide papa
Donnsdorf, dat zeiden Frida en Victor zelf.
De blauwe hemel van den huiselijken vrede was inder
daad door geen enkele wolk verstoord. Victor was tegen
zijne tengere kleine vronw en tegen zijn gemoedelijken
schoonvader, die elk uur, waarin hij niets te doen had
en de goede Donnsdorf kon er zoo wat twaalf tellen op
een dag in het hnis van zijne kinderen doorbracht
de voorkomendheid en vriendelijkheid in eigen persoon.
Maar Frida was ook zoo bescheiden en gemakkelijk in
den omgang en hield zoo inDig veel van haar man, dat
het voor Victor die boven alles van zijn gemak hield
inderdaad gemakkelijk was, zijn goedig vrouwtje goed
te behandelen.