No. 127 Esven en Megentigste t! aar gang. 1895. V It IJ DAG 25 OCTOBER. PARIJSCHE BRIEVEN. Feuilleton. Buitenland. IOJE2 VfiOUW. Berlijusche ftoman, ALUAARSCHE COURANT. Dezo Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs «Ier gewone Advertcntiën Per regel f 0,lö. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3. XX Parijs, 18 Óct. 1895. Men bewondert dikwijls de parijsche courantensehrijvers, die iederen dag één of meor artikelen schrijven in ver schillende bladen, en bovendien nog den tijd vinden de letterkunde te verrijkeD met gedichten, romans en too- neelstukken. Zoo b.v. de dichter Catulle Mendes, die ons onlangs een nieuwen roman gaf, »Gog" geheeten, en die tegelijkertijd groote kolommen volschrijft met goed bewerkte dramatische kritiek, en zoo tusschen door fraaie poëzie levert, alsof hij de verzen zoo maar uit de mouw schudt. Dan hebben wij Paul Hervieu, wiens comedie »les Tenailles" druk wordt besproken, daar deze .tenailles' deze tangen, de artikelen der wet zijn, welke man en vrouw aan elkander verbindt, waarbij de man eerst van deze wet gebruik maakt om de vrouw te behouden, die hij niet bemint, die hem ook niet liefheeft, maar aan wie hij hare vrijheid niet wil teruggeven omdat zijne positie in de maatschappij medebrengt, dat hij gehuwd wil blijven en zich niet wil laten scheiden. Er bestaat dus geene wettige reden tot echtscheiding, want tot nog toe hebben beide echtgenooten elkander niet anders te verwijten, dan dat zij niet met elkander over weg kun nen de vrouw echter gaat gebukt ouder dezen dwang, en zij werpt zich in de armen van oenen vriend zij wordt moeder en de vriend sterft. De echtgenoot blijft steeds dezelfde huiselijke tiran, die allen en alles naar zijn eigen wil zetzoo ook wanneer het kind grooter gewordeu, hooger onderwijs moet ontvangen, wil hij den zoon naar eene groote stad zenden. De moeder bestrijdt dit plan, omdat het kind zeer zwak van gezondheid is, de vader wil echter gehoorzaamd wortten wanneer de moeder ziet dat zij weder het hoofd moet buigen, werpt zij den man voor de voeten, dat de zoon alleen haar kind is, en zij bewijst dit door het aanhalen van vele detailswelke den vader de oogen doen opengaan. In zijne woede wil hij moeder en zoon wegjagen, doch thans weigert de vrouw hare vrijheid, voor haren zoon wil zij de huwelijksketenen blijven dragen, en de echtgenoot, die eenmaal van de wet gebruik maakte om tegen haren wil de niet beminde vrouw te behouden, wordt thans door diezelfde wet als met langen geknepen, want be wijzen der ontrouw heeft hij niet, en hij moet dus de ontrouwe echtgeuoote en den bastaard dulden. Geen wonder, dat na zulk eene voorstelling de ponnen in be weging kwamen, en het geheele vraagstuk van het hu welijk besproken werd. Wanneer men zelf geboren is uit ouders, die het goed met elkander konden vinden, en bij wie zelfs de gedachte aan de mogelijkheid eener echtscheiding niet zou zijn opgekomenwanneer men zelf vrouw en kinderen heeft, en daarbij zulke drukke werkzaamheden, dat men niet eens den tijd heeft naar eene andere vrouw om te kijken, dan is men eigenlijk niet geplaatst op het juiste standpunt om zulk een vraag stuk te beoordeelen, en uit te maken of het gewenscht zou zijn, de gelegenheid tot echtscheiding zoo gemakkelijk te maken, als velen dit wel wenschen. Na alles wat wij gelezen hebben ten voordeele van de stelling des heeren Paul Hervieu waarbij de gedurige vereeniging tusschen twee echtgenooten gegrond moet zijn op beider vrijen wilkomen wij tot de slotsom dat die groote criticiHervieu Colomba Clemenceau en anderen wel licht groot gelijk hebben, maar het dan toch nog een voudiger zon zijn, in het geheel niet meer te trouwen, want als het voldoende wordtals men elkander niet meer liefheeftechtscheiding aan te vragen ware het o.i. verstandiger de vrije liefde toe te passen. Er is overigens te Parijs in alles vooruitgang of althans verandering te ontdekken. Zoo vervullen ons de uitspraken der rechtbank steeds met eerbied, doch stemmen ons loch ook tot nadenken. Daar was b. v. die ongelukkige Anthelme, een jong, sterk man, die tengevolge van een proces tegen zijnen gewezen patroon, den heer F., in twist geraakte met dien heer. en in zijne drift den heer F. een klap tegea net hoofd gaf. Gaarne stemmen wij toe dat het zeer onaangenaam is, een klap te ontvangen, doch wettigde dit de daad van F die zijn revolver op den ongelukkige afschoot en Anthelme doodde Toch word F. door de jury vrijgesprokenen komt het ons voor dat de jury hier wel wat al te toegevend was want een twist waarin eenige klappen vallen mag men toch niet oplossen met zijne tegenpartij neêr te schieten. Van aangenamer aard zijn onze overdenkingen bij het zien hoeveel medewerking het comité der parijsche pers heeft bij de feesten ten voordeele der soldaten, die naar Madagascar trokken. Het regent gillen en gaven, de Kermesse populaire, de wedrennen te Anteuil, hadden een prachtig succes, en de Garroussel militaire van aan staanden Zondag belooft ook zeer winstgevend te worden, want de prijzen der plaatsen zijn gesteld op 20, 10, 5 en 3 francs. Iederen dag leest men de lijsten van de sommen die inkomen, reeds werd ingeschreven voor over de 171 duizend franken, en de twee bovengenoemde feestelijkheden brachten in ronde cijfers 100 duizend francs opnu nog de Garroussel militaireen wij gelooven gerust te mogen rekenen dat het cijfer van 300,000 verre overschreden zal worden. Slaan wij een blik op do in geschreven sommen, dan zien wijde Rothschild frères, Crédit Lyonnais, Banque de Paris, enz. enz. allen voor 5000, de groote magazijnen Bon Marché, Louvre, Priu- temps, elk voor 3000 francs Max Lebaudy, bijgenaamd »le Petit Sucrier", 25000 enz. enz. en eene menigte groote en kleine sommen. Bovendien zonden de Rothschild frères nog eene som van 100 duizend franken aan het ministerie van finantiën, bestemd voor de gewonde en zieke sol daten, die van Madagascar naar Parijs terugkomen. Hoort men dikwijls klagen over de slechtheid en de zelfzucht der menschon in het algemeen, dan is het een vertroostend feit zooveel medewerking te zien, waar het een goed en vaderlandslievend doel geldt. J. M. T. naar het Hoogduitsch VAN 25) PAUL LIMAU. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. De winter was weer in het land gekomen zonder dat de werkelijk groote veranderingen in de financiëele aan gelegenheden van de families Donnsdorf en Hennern en in hunne verhouding tot elkander door de buitenwereld konden opgemerkt worden. Het scheen wel dat alles bij het oude was gebleven en zelfs bloedverwanten en be langhebbenden dachten het. De crisis die het huis in den herfst had doorstaan, scheen overwonnen te zijn. Het had allen schijn alsof de oude firma onder leiding van Hennern alleen weer gelukkig geopereerd en zeer goede zaken gemaakt had. Ook Donnsdorf was daarvan overtuigd en hij verweet het zich zelf nu en dan in stilte dat hij misschien toch nog te spoedig den moed had laten zakken. In elk geval behoefde Ehrike geen berouw te nebben dat hij aan den ondernemenden handelsman zjju vertrouwen geschonken had. De zakenwaaraan hij deelgenomen had door bemiddeling van zijn huisvriend en schranderen raadsman, brachten onverwachts rijke winsten aan. Victor en Frida leefden nog maar altijd onbezorgd voort en Donnsdorf had er nog niet toe kunnen komen, zijnen kinderen de waarheid meê te deelen. Toen het maatschappelijk leven in de hoofdstad uit zijn wiuter- slaap ontwaaktekwam er weer vroolijk gezelschap in het prachtige atelier en de gezellige salons. In geheel Berliin was geen gastvrijer huis dan dat van den beeld houwer in de Gorneliusstraat. Gewerkt werd er zeker niet veeldes te levendiger werd er gedebatteerd over de kunstvragen des tijds, des te scherper was de critiek, die uitgesproken werd om trent de kunstwerken, die naam maakten. Daarbij kwa men dan nog smakelijke gerechten, goede wijn, goede sigaren, goede muziek en allerlei gezellige afwisselingen, waar de vindingrijke Victor nooit om verlegen was, wanneer hij het zijnen gasten aangenaam wilde maken. Hij was eeii uitstekend gastheer, en in zijne eorzucht om zooveel mogelijk vrooiijke gezichten, amusante kunste naars, mooie jonge vrouwen en meisjes, de dragers van de voornaamste namen en hooggeplaatste personen tegelij kertijd bij zich te zien en gezellig met elkander te zien .praten, scheen zijn ideaal streven als kunstenaar tijdelijk geheel te zijn opgegaan. Frida beminde hem afgodisch en hij Dehandelde zijn klein vrouwtje zoo vrie - deljjk eu hij was zoo vol attenties voor haar, alsof hij haar ook beminde. Hij had zich aan dat zelfbedrog zoo zeer gewend, dat hij het ten slotte zelf geloofde. Donnsdorf was vriendelijker dan ooit te voren. Maar hij, die nu zes en vijftig was gewordeu, zonder ooit gekweld te zijn door finaucieele moeilijkheden, wiens frisch gelaat, waarin nog geen rimpel te zien was, den stempel droeg van de grootste tevredenheid, was toch onrustiger geworden. Hij had er in de laatste weken eerst met een enkeien wenk, daarop steeds duidelijker over gesproken, dat zijn oude huis op het Leipziger plein, waarin hij geboren was, hem volstrekt niet meer beviel. Het was hem veel te groot. Zoo ter loops had hij ook eens gezegd dat het een dwaasbeid wasdat hij voor zijne woning zooveel uitgaf, des te meer, ornaat hij het in een kleinere eenvoudiger omgeving veel meer naar zijn genoegen zou hebben. Waarom tneld iiij dan alles zoo grootsch Hij bad eigenlijk genoeg aau één enkele kamerwaarin zijn bed stond. Hij was toch den geheelen dag bij zijne kinderen hij at bij hen hij ont ving geene bezoekenhij wist eigenlijk niet wat de dienstboden in zijn huis toch wel voor bezigheden had den Het was Victor, die hem op een keer het volstrekt BEliRIE. Een en twintig slachtoffers van de ramp te Ottignies zijn reeds omgekomen. UEHtEMARHEAT. Den 18 betoogde in het Folke- thing de minister-president, baron von Reedtz Thott, dat het vergelijk den staatkundigen strijd had beëindigd gelijk uit de beraadslagingen over de geldelijke voor stellen gebleken en door ieder erkend was. Het minis terie had nn een vrijere en meer onafhankelijke stelling tegenover het tegenwoordige Folkething, waarvan de meer derheid zich feitelijk geneigd toont,de bemiddeling aan te nemen. Wat het program van het ministerie betreft, dit bestaat uit zijne wetsvoorstellen. De rechterzijde van het Landsthing koos dien dag den vorigen minister-president Estrup tot lid van het bestuur der partij, om hem tot vooozitter te benoemen. DUITSïCHIjAAID. De uitslag der periodieke ver kiezingen voor de Tweede Kamer in Saksen is, dat de anti-semieten geen enkelen zetel veroverd hebben en dat de meerderheid conservatief is gebleven. Die partij, welke meestal op den steun der nationaal liberalen kan rekenen, bezit 45 van de 82 zetels. Te Erfurt is de officier van justitie bij de arr. recht bank tot f 30 boete veroordeeld, omdat hij tegen een beklaagde redacteur van een socialistisch blad, tijdens de terechtzitting gezegd had Gij zijt gewoon en maakt er uw handwerk van den lieden hun eer te rooven. De keizer hield den 18 bij de onthulling van het standbeeld voor keizer Frederik (op zijnen geboortedag) te Worth de volgende rede. Na de aanwezigen namens keizerin Frederik en het keizerlijk huis bedankt te hebben voor hunne tegenwoor digheid, vervolgde de keizer »Met een bewogen gemoed staat hier mijne moeder, zich herinnerend, dat het haar vergund is geweest, hier uit don mond van haren gemaal het bericht van de eerste, door hem behaalde zege te vernemen". Hij dankte zijne moeder in het bijzonder voor de genade, dat zij was opgekomen om de plechtig heid bij te wonen, en vervolgde»Wat wij gevoelen bij den aanblik vau dit standbeeld en bij het 25-jarig her inneringsfeest van de wedergeboorte de» vaderlands, hier vooral, waar het eerst het Zuidduitsch en het Noord- duitsch bloed samenvloeide tot het cement, waarmede het dnitsche rijk weder is opgebouwd, dat treft diep ons aller hart. Wij jongeren leggen, ten aansehouwe van den grooteu overwinnaar, de gelofte af, te houden wat hij voor ons heeft bevochten, de banden die hij smeedde te handhaven en dit Rijksland te beschermen tegen wien het ook zij en duitsch te doen blijvenzoo waarlijk helpe ons God en ons Dnitsche zwaard De Keizer besloot met een drievoudig hoera! voor keizerin Frederik, wier tegenwoordigheid do kroon had gezet op dezen dag. Den 23 des morgens heeft de ontslagen agent van politie Ziegenbalg op het Königspleiu te Leipzig vijf «amimmea— niet ernstig gemeende voorstel deed »Het zou oog het eenvoudigste zijn, als u bij ons kwaamt. Ons huis is toch zeker groot genoeg voor drie menschen En tot nu toe,J zijn we toch maar met ons tweeën gebleven." Frida, die haar vader innig lief had, omhelsde Victor gaf hem een kus en riep in volle verrukking uitGij zijt toch de edelste, do beste man van de wereld Dat had ik u nooit durven vragen Maar ik zou er zoo big meé zijn." Donnsdorf was evenzeer diep getroffen en drukte zijn goednartigen zoon de haDd. Victor was er volstrekt niet op bedacht geweest, dat zijn voorstel zoo spoedig en zoo gaarne zou worden aangenomen, zoodat het besluit vau Donnsdorf hem eenigszins overrompelde. Maar hij was wijs genoeg, om daar niets van te zeggen. Hij zag wel in, dat hij er niet op terug kon komen en daarom nam hij dan ook maar hot kloeke besluit om bonne mine a mauvais jeu'te maken en zijn goeden naam ais teeder, liefhebbend schoonzoon door geen onvoorzichtig woord in gevaar te brengen. Hij wist ook zeer goed. dat papa Donnsdorf eigenlijk een zeer bescheiden eu gemakkelijk man was, die hem nooit zijn gezelschap opdrong en zich nooit met zijne zaken bemoeide, en dat hij bovendien zeer veel contri bueerde tot instandhouding van zijne huishouding. Donnsdorf nam dadelijk de noodige maatregelen om zijne eigen huishouding op te breken. Zijn huis op het Leipziger plein werd te koop of te huur aangeboden en na korten tijd verhunrd. De mooiste meubels, het prach tige zilver en eenige oude, hechte meubels, de kunst voorwerpen, die veel waarde hadden en eenige dingen waarop Donnsdorf zwak had werden overgebracht naar de woning van de kinderen al het andere werd ver kocht. In de laatste week van het jaar 1886 had de verhuizing van Donnsdorf naar de Corneliusstraat plaats, en het is te begrijpeu, dat Victor er op gesteld was om van die heerlijke gebeurtenis in vereeniging met den Ouden- en Nieuwjaarsdag een schitterend feest te maken. Half December werden invitaties voor dat feest aan alle vrienden en bekenden verzonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1