VERBIEDEN.
No. 134. Eerste blad.
Zeven en UT egentigste Jaargang.
1895.
ZONDAG
10 NOVEMBER.
Buitenland.
Nederland
Provinciale Staten van Noordlioiland.
ALRMAARSCHE E0IIRA1Y1
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonn-loentsprya per
maanden voor Alkmaar f O,WOf,anco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummer 3 ut».
felefoonnummer s 3
Prijs der gewone Advertenfiën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Als men in eenige boschrijke streek van ons vaderland
in eene dichterlijke stemming geraakt, wanneer in 't woud,
(om met Hofdijk te spreken) de herfstzon door het kleu
rig loover schouwten 't weemlend weefselen van die
schaduwen en stralen, een kleurgemengel schept, waar 't
glanzen van metalen bij zwjjmt en dof wordtdan is
het tien tegen een dat uw dwalende blik juist valt op
een wit geschilderd bordje met zwarte letters, waarop
staatVerboden toegang art. 461 Wetboek van strafrecht.
Alleen zeer dichterlijke naturen zijn bestand tegen
deze herinnering aan 't strafrecht te midden der vrije
natuur.
Bij sommigen zal de poëtische plaats maken voor eene
bespiegelende gemoedsstemming.
Ihuis komende, zullen zij deze bepaling van het
beroemde wetboek opslaan en lezenHij die zonder
daartoe gerechtigd te zijn over eens anders grond, waar
van de toegang op eene voor hem blijkbare wijze door
den rechthebbende is verboden looptrijdt of vee laat
loopen, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste f 15.
Hetgeen in dit artikel onaangenaam aandoet is wel
ditdat de onschuldigste bezigheid ter wereld eene
wandeling, tot een strafbaar feit wordt gestempeld.
Niet toch is er sprake van beschadiging van eens anders
goed, noch van een afgesloten terrein waar men slechts
over een muursloot of heining zon kunnen binnen
komen, noch van grond met landbouwproducten bebouwd
neen het loopen of rijden over eens anders eigendom
tengevolge waarvan niemand eenig nadeel kan onder
vinden, wordt tot een delict gemaakt.
Men stelt zich onwillekeurig de vraag of de wande
laardan wel of de wetgever zich op verboden terrein
beweegt
Maar, zal misschien iemand tegenwerpen, »een strafwet
dient tot verbieden de wet wordt des te voortreffelijker
al naar mate zij in meer gevallen voorziet." Doch is dit
wel juist i Dreigt in onzen tijd het verbieden niet eene
hebbelijkheid te worden
Zou 't niet beter zijn indien we elkander wat meer
vrijheid lietenj, zoodat ieder burger belang had om zelf
mede te helpen, opdat het ongeoorloofde werd nagelaten
Leert de ondervinding niet, wanneer men de zorg voor
een plantsoen overlaat aan de bezoekers, dat de baldadig
heid veel geringer isdan wanneer steeds een opzichter
er op uit is, om overtreders te bekeuren
Zou het niet beter zijn om weinig te verbieden en
dan aan weinig verbodsbepalingen gestreng van over
heidswege de hand te houden dan om allerlei hande-
lingen met straf te bedreigen tengevolge waarvan bij
gestrenge en letterlijke handhaving, de helft der burgerij
voor den rechter zou moeten verschijnen
Wie nog mocht betwijfelenof inderdaad beperking
van verbodsbepalingen wenschelijk zou zijn of nietkan
niet beter doen dan eenige gemeente-verordeningen zich
aan te schaffen, b.v. die der gemeente Alkmaar.
Geenszins is het de bedoeling om juist de alkmaarsche
politie-verordening af te keuren of daarop critiek uit te
oefenen.
Zij is zeker niet minder goeddan die van andere
gemeenten. Maar toch mogen alle ingezetenen helpen
wenschen, dat zij nimmer rigoreus worde toegepast.
Indien uw kinderen een vlieger oplaten, op de Paarden
markt of op de Vest, dan zou dit f 5 boete kosten.
Art. 200. Het is verboden in de wijken A B C, D
een vlieger op den openbaren weg op te laten.
Sommige bepalingen zijn van zeer algemeenen en vèr-
strekkenden aard.
Stel, gij klimt in een boom in uw tuin, en gij scherpt
uw zakmes aan een straatsteen. Deze euveldaden komen
n op 10 te staan.
Art. 209. Het is verboden in de boomen te klimmen.
Art. 206. Het is verboden messen op steenenbanken
of ander gemeente-eigendom te slijpen of te scherpen.
Niet minder bedenkelijk is hetom bij vriezend weör
uw ruiten schoon te maken.
Art. 190. Het is verboden, bij vorstaan de straat
glazen te wasschen.
Edoch", denkt gij, »aan de straat, staat er." Derhalve
schuift gij van binnen het raam open, steekt het boven
lijf door de raamopening, gaat behoedzaam op het kozijn
zitten neemt een spons, altijd met dezelfde boosaardige
bedoeling van glazen wasschen
Doch juist komt een diender voorbijdie u herinnert
aan artikel 191, waaruit blijkt, dat de wetgever ook dit
geval voorzien heeft.
Art 191. Het is verboden, zittende op het raamkozijn
met het bovenlijf buiten het raam ramenschoon
te maken of te wasschen.
Dat art 174 belet leeuwen en tijgers(wilde dieren),
door deze rustige stad te vervoeren zonder vergunning
van B. en W., wie zou dit niet prijzen
Art. 179 verbiedt echter door de Harddraverslaan een
koe te geleiden.
Het is verboden vee door den houtte geleiden
tenzij naar en van een stal binnen deze gemeente.
Ook mag geen bokkenwagen door het Fnidsen. ((Art
173.) Véloeipèdes mogen des avonds niet rijden, ook niet
met licht op.
Art. 172. Het is verboden van een half uur na zons.
onder- tot een half uur voor zonsopgang, b. met véloei
pèdes te rijden. Uit dit artikel blijktaangezien melk-
karren voorzien van een zichtbaar brandende lantaarn
waarvan het model goedgekeurd moet zijn door burge
meester en wethouderswel 's avonds mogen rijden
rijwielen daarentegen het niet mogen ook niet met een
lantaarn.
Gelukkig dat sommige overtredingen alleen in een be
paald gedeelte van het jaar iemand straf kunnen doen
beloopen. Art. 131 b.v. verbiedt: op het ijs zijne behoefte
te doen.
Ook het laten weiden van vee en gevogelte op de
straat, art. 176, is alleen denkbaar, indien het gras
tusschen de kleine steeDen in den zomer zijn vollen was
dom bereikt heeft. Doch dit zal niet licht gebeuren
want nauwelijks komen eenige weerbarstige grassprietjes
tusschen de straatsteeoen gluren, of de politie herinnert
u aan art 187, waar staat:
Elk hoofdbewoner (van een perceel) is verplicht
de straat voor de helft a. van gras te zuiveren.
Uit 't oogpunt van wetgeving zijn er enkele bepalingen
die de opmerkzaamheid verdienenb.v. art 67. Bij dit
artikel wordt aan de politie 't recht gegeven om een
deel harer bevoegdheden aan een ander over te
dragen.
Het spreekt van zelfdat de reizigers die onze g
meente met een bezoek vereeren, niet mogen verhinderd
worden het stationsgebouw binnen te gaan als ze weer
willen vertrekken.
Teneinde dit mogelijk te maken wordt bepaald »Ieder
is verplicht de bevelen op te volgen, door of vanwege de
politie te geven, opdat de reizigers niet worden verhinderd
het stationsgebouw binnen te gaan of te verlaten.
Eene overtreding van bijzondere soort wordt in de arti
kelen 40 en 62 aangegeven, n.l. het hinderlijk zijn.
De beslissing omtrent de hinderlijkheid wordt even
wel niet op de twee marktplaatsen aan dezelfde personen
toevertrouwd.
Op de kaasmarkt hebben alle beambten van de politie,
de marktmeester en de opzichter der kaasdragers gelijke
bevoegdheid, nl. u uit te noodigen de markt te verlaten.
Geeft gij hieraan geen gevolg, dan kunt gij met f 10
beboet worden.
Op de graanmarkt is het tarief goedkooperverwijdert
gij u niet op de eerste uitnoodiging van den marktmeester,
dan kost het hoogstens 6.
De politie evenwel heeft op de graanmarkt niet de
macht, gelijk op de kaasmarkt, om over iemands hinder
lijkheid te oordeelen.
Het springt in 't oog, dat «hinderlijk zijn'' een moeielijk
te omschrijven begrip is.
Al dergelijke verbodsbepalingen, waarvan enkelen wor
den herinnerd, hebben de beste bedoeling, die geenszins
dezerzijds wordt miskend.
Alleen wordt de algemeene strekking, de richting die
men tegenwoordig volgt, afkeurenswaardig geacht.
Hoe meer dwang de staat uitoefent, hoe minder zal
vrijwillig worden gedaan. In de vrijheid ligt opvoedende
kracht, zoowel voor een individu als voor een volk.
De strafwetgever zij er op bedacht, zoowel zijn gebied
binnen de engste grenzen te beperkenals er voor te
zorgen, dat streng zijn wet worde gehandhaafd.
3BUID—Al? RIKA. President Kruger heeft op de
vraag van den heer Chamberlain geantwoord dat. nij in
het vervolg de Vaal-rivier overgangen niet zou sluiten
zonder toestemming van de Koningin van Engeiand.
OOSTENRIJK ÜONBAKME. De hongaarsche
Kamer van afgevaardigden heeft het wetsontwerp be
treflende vrijheid van eeredienst aangenomen met de
daarin door de Magnatentafel gebrachte wijzigingen.
Den 8 vroeg de heer Steinweerder in het oostenrijk-
sche Huis van afgevaardigden aan den voorzitter, waar
om de verkiezing van den heer Lueger als burgemeester
van Weenen nog niet bekrachtigd was
De minister-president antwoorddedat de regeering
niet gehouden iszich uit te laten over de redenen
waarom de keus niet door den Keizer goedgekeurd was.
Zij is te dien aanzien alleen aan haar eigen geweten
rekenschap verschuldigd. De bekrachtiging was onmo
gelijk zonder dat er waarborgen waren, dat het gemeen
tebestuur onpartijdig en vrij van opruiende neigingen
zou zijn. Met 108 tegen 64 stemmen werd op zijn ver
zoek geweigerd de interpellatie verder in behandeling te
In de door 61 leden bijgewoonde zitting van den 7
werd door de verschillende commissiën verslag gedaan.
Het rapport der commissie in zake de zeewering van Cal-
lantsoog strekte, om het voorstel van Gedeputeerde Staten
aan te nemen. Daarbij wel'd o. a. de meening uitgespro
ken, dat de onderhandelingen met de regeering tot geen
verder resultaat zonden leiden.
Bij de verkiezing van een lid van Ged. Staten werd
bij eerste stemming reeds gekozen de heer jhr. mr. C. J.
den Tex met 44 stemmen de heer J. Coninck Westen
berg verkreeg 9, de heer M. J. van Lennep 2, de heer
Hartogh 2 stemmen, en ieder van de heeren Boreel van
Hogelanden, Serrurier, Ankersmit en Willinge 1 stem.
Den 8, toen 57 leden tegenwoordig waren, werd het voor
stel in zake Callantsoog met algemeene stemmen aangeno
men. De heer Zur Mühlen meende alleen, dat de zee zoo groote
kracht uitoefent, gelijk hij te Helder kan waarnemen, dat
men niet mag vertrouwen op een enkelen dijk. Wanneer de
voordijk, uit los zand bestaande, doorbreekt, is het te laat en
het land loopt onder. Daarom had hij gaarne gezien, dat,
wanneer toch door de provincie gelden aan den polder
Callantsoog worden toegestaan, deze gelden reeds dadelijk
werden aangewend tot versterking van den voordijk.
De heer Wester wondt, lid van Ged. Staten,
toonde uit verschillende precedenten aan, dat het ver
zorgen der zeeweringen althans van den Helder tot de
eilanden Rijkszaak is Hij was overtuigd, dat de hoofd
ambtenaren van den waterstaat de meening van Ged.
Staten beamen en dat te s-Gravenhage alleen dit wordt
bestreden. De voordijk verkeerde op dit oogenblik in
voldoenden waterkeerenden toestand.
De heer Rutgers van Rozenburg protesteerde
tegen het uitlokken eener stemming tegen den Staat, als
zou deze de verplichting hebben de geheele zeewering
langs de kust te onderhouden. Waar nu de zaak voor-
loopig is geregeld, geeft hij aan Ged. Staten in overwe
ging, te voldoen aan het verlangen der regeering en een
reglement samen to stellen, waardoor aan alle geschillen
een emde gemaakt wordt.
Met algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming,
werd aangenomen het voorstel van Ged. Staten tot het
verleenen van een provinciaal subsidie van
1" 8500 per jaar voor de jaren 1896 tot en
met ÏOOO aan de Ambachtsschool te Alkmaar,
op voorwaarde, dat het Rijk telken jare ten minste
f 8000 en de gemeente Alkmaar ten minste f 3000 ten
behoeve van deze school toestaan. Met 32 tegen 25 st.
werd aangenomen eene motie van de heer de Vries, om
de behandeling van de voordracht van Ged. Staten tot
wijziging der verordening op de inrichting en het ge
bruik van trambanen, op of langs de voor het publiek
verkeer openstaande wegen en bruggen, tot de zomerver-
vergadering te verdagen.
De voordracht tot het verleenen van een subsidie tot
een bedrag van 1ji in de kosten van beharding van
Rijkswege van den weg op den oostelijken djjk
van het Droot-Aoordhollandsch kanaal van
Akersloot naar Alkmaar, mits niet te boven gaande
de som van f 3300, werd mede met algemeene stemmen
aangenomen.
Ook werd met algemeene stemmen goedgekeurd de
voorgestelde subsidie aan den omnibusdienst «De Drie
Lgmonden. De wijzigingen in de reglementen van be
stuur, o. a. voor den Eendragtspolder onder Alkmaar,
werden mede aangenomen.
Bij kon. besluit van den 6 is op verzoek eervol
ontslag verleend als hoogheemraad van den Hondsbossehe
en Duinen tot Petten aan den heer J. C. Enschede.
De gemeenteraad van Nieuwer-Amstel heeft den 8
met 9 tegen 8 stemmen besloten tot het aankoopen van
10 rijwielen voor politie-diensten.
Ter beschikking van den Gouverneur Generaal van
Ned. Indië kunnen worden gesteld twaalf onderwijzers,
om te worden benoemd tot onderwijzer der 3e klasse bij
het openbaar lager onderwijs voor europeanen en daar
mede gelijk gestelden daar le lande. Voor uitzending
kunnen in aanmerking komen zij, die bezitten hoofdakte,
akte voor de fransche taai en akte voor de gymnastiek
of vrije- en ordeoefeningen. In de Staatscourant vau den
8 worden de nadere bijzonderheden vermeld.