No. 134 Tweede blad.
Zeven en if eg^entigste «laargangi
1895.
ZONDAG
10 NOVEMBER.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Feuilleton.
17 B. OU W.
Buitenland.
Berljjnsche Boman,
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel f O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3.
XXII.
Parijs 5 Nov. 1895.
Sedert ons vorig schrijven hadden wij eene interpel
latie in de Tweede Kp.mer over de werkstakingen te
Carmaux, waarin een der belangrijkste maatschappelijke
vraagstukken werd behandeld, waar de regeering de over
winning behaalde, en daarmede de patroon werd in het
gelijk gesteld, die baas wilde blijven in zijne fabriek te
genover de werklieden, die hem hielpen zijn fortuin op
te bouwen. Daarna volgde de interpellatie over de «Che-
mins de fer du Sud", reeds behandeld ia het jongste
nummer dezer courant, en waarvan eene ministerieele
crisis het gevolg was. Verder haddon wij den Allerhei
ligen- en den Allerzielendag, le »Toussaint" en le Jour
des morts", wij kregen een nieuw, geheel radicaal mi
nisterie en heden lezen wij in alle couranten en op alle
muren de openbare rede, voorgelezen in de Tweede Kamer
door den minister-president, tevens minister van binuen-
landsche zaken, den heer Léon Bourgeois, en in den
Senaat door den minister van justitie, den heer Ricard.
Voor wij verder gaan, willen wij even stilstaan bij de
leden van bet nieuwe ministerie
Do heer Léon Bourgeois werd geboren te Parijs den
29 Mei van het jaar 1851, en is afgevaardigde ter
Tweede Kamer van het departement der Marne, sinds 26
Februari 1888. Drie maanden later, in Mei 1888, werd
hij onder-secretaris van staat aan het ministerie van bin-
nenlandsche zaken in het kabinet Floquet. Hij behield
deze waardigheid tot aan den val van dit ministerie, 14
Februari 1889. Eenige dagen vóór den val van het ka
binet Tirard verving hij als minister van binneniandsche
zaken den hear Constans, die als zoodanig aftrad, en
werd vervolgens minister van openbaar onderwijs in het
kabinet Freycinet, gevormd den 17 Maart 1890, bleef
dit in het ministerie Lonbet, hetwelk op zijne beurt
viel den 28 November 1892, tengevolge van eene inter
pellatie over de Panama-schandalen. In het nieuwe ka
binet Ribot werd de heer Léon Bourgeois minister van
justitie, en bleef dit in het opnieuw gevormde kabinet
Ribot, hetwelk in Maart 1890 werd omgeworpen. In
Januari van dit jaar, na den val van het kabinet Dupuy,
gevolgd door de aftreding van den heer Casimir Perier,
president der Republiekdroeg de heer Felix Faure den
heer Léon Bourgeois op een nieuw ministerie te vormen,
31)
naar het Hoogduitsch
VAN
PAUL M ND VI
/^an nag ik u wel verzoeken," zeide Berwitz, ter
wijl zij opstonden, «mij bijzonder aan te bevelen bij uwe
dochter." J
Hoewel nog lang niet alle nommers van het geïmpro
viseerde programma waren afgedaan en enkele gasten
nog met een zeker ongeduld hunne beurt afwachtten
voor de tableaux, die nog gegeven moesten worden of
voor de voordracht, die zij gereed hadden, werd toch,
door de jongere leden van het gezelschap, het verlangen
naar de onvermijdelijke wals, zoo onstuimig geuit, dat
men alle andere plauneD moest laten varen. De die
nende geesten met de ambtskettingen en andere jonge
lieden droegen en schoven de tafels en stoelen, die in
den weg stonden, op zijde en maakten in een ommezien
genoeg vrije ruimte voor de danslustigen.
De vrieudelijke pianist sloeg de eerste maten aan van
de geschiedenissen uit het Weener woud", en dadelijk
zweefde een aantal vroolijke jongelieden in den heer
lijken rhytmus van de wals door de feestelijke ruimte.
Om de dansers heen hadden zich overal groepen ge
vormd, die met blijkbaar welgevallen naar de vroolijke
reien keken.
Hennern had onder het souper aan dezelfde tafel ge
zeten, waaraan Agues als eenige dame met vier van de
meest overmoedige kunstenaars plaats had genomen.
Aan die tafel waren ook de dwaaste dingen uitgehaald.
Hennern had daaraan in zoo verre deel genomen dat
men hem niet als spelbreker kon beschouwen. Inderdaad
had hij weinig opgewektheid om grappen te maken. Er
ging veel om in zijn hoofd, en al was hij ook lichtzinnig
genoeg om licht over de zaken heen te loopen hij kon
het tcch maar niet van zich afzetten, dat hij met de
laatste speculaties weer alles op het spel had gezet. Alles
kwam nu maar daarop aan, of hij den toestand beter
had beoordeeld dan de meeste beursbezoekers.
Hij had reeds eenmaal gelijk gehad, vóór het begin
van den Duitsch-Franschen oorlog. Zijn schitterend suc
ces had hij toen alleen te danken gehad aan zijne scherp
zinnigheid. Hij was er vast van overtuigd, dat hij zich
doch na drie dagen van vergeefsche pogingen, moest de
heer Bourgeois, het opgeven. Eu thans is het dus de
vijfde maal sedert het begin van het jaar 1890, dat de
heei' Léon Bourgeois minister is.
De heer Louis Ricard, geboren te Caen, den 17 Maart
1839 afgevaardigde van het departement van Seine-
Inférieure thans minister van justitie heeft vooral de
aandacht op zich gevestigd doordat hij als minister van
justitie in 1892 in het kabinet Loubet de vervolging
gelastte van de administrateurs der Compagnie du Panama.
Van den nieuwen minister van financiënden heer
Paul Doumer, weten wij niet veel anders te vertellen
als dat^ hij nog bijzonder jong is zes en dertig jaar, en
dat hij een der ijverigste leden was van de commissie
der staatsbegrooting.
Meer bekend is de nieuwe minister van oorlog, de heer
Godefroy de Cavaignacgeboren te Parijs den 21 Mei
1853 en zoon van generaal Cavaignac hoofd der uit
voerende macht in de Tweede Republiek (1848), welbo
het derde keizerrijk voorafging. Onder-secretaris van
staat aan het ministerie van oorlog in het kabinet Brisson
(April 1885), minister van marine in het kabinet Lou
bet, trad de heer Cavaignac als zoodanig af den 11
Juli 1892 en gedurende de debatten over de Panama
schandalen hield bij eene kraehtige redevoeringwelke
luide werd toegejuicht en waarvan de tekst op order dei-
Tweede Kamer op alle muren werd aangeplakt. De heer
Cavaignac is de vervaardiger van oen voorstel eener pro
gressieve belasting op het inkomen en zijn rapport over
de begrooting dor oorlogskosten voor 1896, sluitende
met eene bezuiniging van 27 miljoen franken en aan
radend de stichting van een koloniaal leger en de ver
vanging van het 19e legerkorps (Algiers) door een korps
van het moederland gaf reeds aanleiding tot veel twist
geschrijf.
De heer Edouard Lockroygeboren te Parijsden
17 Juli 1840, thans minister van marine, is eene zeer
bekende persoonlijkheid. Teekenaar, dramatisch auteur,
journalist afgevaardigde van het Seine-departement ter
Nationale Vergadering in Februari 1871 afgevaardigde
van het departement «des Boudhea du Rhone (Marseille)
in 1873 herkozen in 1877 en 1881 werd de heer
Lockroy in Januari 188o minister van handel en nijver
heid in het kabinet Freycinet en behield deze portefeuille
in het kabinet Goblet. In 1888 was de heer Lockroy
minister van onderwijs en schoone kunsten in het minis-
nu ook niet vergiste, en dat het er nu maar op aan
kwam, zoo lang vol te houden, totdat het angstige pes
simisme van de kortzichtige beurs eindelijk zijn vergis
sing zou inzien. Maar wanneer zou dat gebeuren "of
beter nog wanneer zouden de eerste symptomen komen,
die een einde zouden maken aan de zwaartillendheid
van de beurs en die aan de speculatie het vertrouwen
zouden teruggeven De toekomst kon wel is waar door
niemand voorspeld worden. Of evenwel binnen niet al
te langen tijd, zekere feiten van regeeringswege bekend
gemaakt zouden worden, die voor hem de gewenschte
uitwerking op de geldmarkt ten gevolge zouden hebben,
dat wisten de heeren van de Wilhelminastraat zeer goed,
en dat wilde, dat moest hij gewaar worden
Eu hij was immers juist in de gelegenheid, om in het
goed gesloten heiligdom binnen te dringen, wanneer hij
maar een weinig stenneen weinig tegemoetkoming
vond. Zijn schoonvader was als ambtenaar in het cen-
traalbureau van Buitenlaudsche Zaken in de gelegenheid
alles gewaar te worden, wat hij weten wilde. De oude
Weding wist waarschijnlijk alles. Henaern had hem in
de laatste weken dikwijls opgezocht, hem allerlei beleefd-
beden bewezenslimme toespelingen gemaakt en door
rechtstreeksche vragen getracht iets van den ouden mat
gewaar te worden, dat hem misschien op weg kon hel
pen Maar al zijne pogingen waren afgestuit op het
onwankelbare gevoel van plicht en de stilzwijgendheid
van den ouden geheimraad, die Hennern belachelijke
pedanterie en dwaas onverstand noemde. Hennern was
eindelijk tot de overtuiging gekomen dat hij door den
ouden Wediug nooit een enkel woord zou vernemen.
Maar daar kwam nu die raad van legatie von Berwitz
die van alle jonge diplomaten het best op de hoogte
was van hetgeen Hennern het meeste belang inboezemde.
En deze mijnheer von Berwitz was een levenslustige,
vroolijke man, geen stijve bureauman.
Men kon trouwens niet van hem veronderstellen, dat
hij licht een ambtsgeheim zou verradenmaar zonder
zijne plichten als ambtenaar ook maar eenigszins te
verzaken kon hij losweg eenige wenken gevendie
voldoende waren voor Hennern, Aan hem zelf, den man
van zaken, zou hij die wenken natuurlijk niet geven
maar voor die mooie vrouw, met wie hij nu zoo druk
in gesprek was, zou hij toch niet zoo gesloten zijn, als
zij het maar een beetje handig overlegde.
Maar dat was nu juist zoo ongelukkig Eugenie had
niet het flauwste begrip van hare positie als de vrouw
van Hennern en al had hij het haar ook nog zoo goed
ingeprenthij was er toch nog niet zeker van, dat
Eugenie beproeven zou den jongen diplomaat uit te
hooren, die zoo vervuld was van hare schoonheid. Hij
was er dus op voorbereid, dat Eugenie hare zending niet
zou volbrengen.
terie Floquet tot diens val op 3 April 1889. De nieuwe
minister van marine was vice-president der Tweede Kamer
en president van de commissie der staatsbegrooting.
De nieuwe minister van buitenlandsche zaken de
heer Berthelotis het oudste in jaren der leden van dit
kabinet Bourgeois. Hij werd geboren te Parijsden 25
October van het jaar 1827 was reeds minister van on
derwijs en schoone kunsten iD het kabinet Goblet van
December 1886 tot Mei 1887en is een der grootste
fransche geleerden professor in de scheikunde aan het
college de France, lid van de Académie de Médecine
secretaris der Academie van wetenschappen president
van den hoogen raad van publiek onderwijslid van
den Senaat en groot-officier van het legioen van eer.
De heer Gnstave Mesnreur is vóór de eerste maal
minister en wel voor handel en nijverheid. Nog betrek
kelijk jonggeboren in 1847 was de heer Mesnreur
eerst lid later president van den parijschen gemeente
raad en ia sedert 1887 lid van de Tweede Kamer. Hij
hield zich vooral bezig met economische vraagstukken
ijverde in het bijzonder voor den wederopbouw van het
afgebrande Théatre de l'Opéra Comique was lid van de
commissie der staatsbegrootingrapporteur van de be-
grooting der posterijen en telegraafwezen en president
van de commissie van arbeid.
Nog hebben wij de heeren Guyot Desseigne minister
van openbare werken Viger minister van landbouw
Oombes minister van openbaar onderwijsschoone kun
sten en eerediensten Guieyesse minister van koloniën,
doch voor heden willen wij het hierbij laten en in een
volgend schrijven stilstaan bij de verklaring van het mi
nisterie bij den Toussaint en Jour des Morts, het pro
ces van den markies de Nayve enz. enz.
J. M. T.
1IELRIE. Het socialistische Kamerlid Henri Roger
is wegens beleediging van den commissaris van politie te
Bergen, in Henegouwen, veroordeeld door de rechtbank
aldaar tot 50 francs boete, met aanneming van den
opgewonden toestand, waarin hij verkeerd had, als ver
zachtende omstandigheid.
De werkstaking der drukkersgezellen te Gent breide
zich uit.
toen dacht hij aan Agnes. De geruchten, die twee jaar
geleden over de verhouding, waarin de raad van legatie
tot zijne mooie buurvrouw stond, in de verschillende
kringen van den dierentuin de ronde gedaan hadden
waren hem natuurlijk ook ter oore gekomen en hij had
alle reden, om er geloof aan te slaan en ze dus niet
voor boosaardige verzinselen van de babbelzucht te houden.
Agne3 was oene schrandere vrouw, zij was vriendelijk
en hem genegen Zij begreep vlug. Zij had niet altijd
zulke belachelijke bedenkingen als zijne burgerlijke
vrouw, die in de beperkte opvattingen 'van het ambte
naarsleven was opgevoed. Hij maakte daarom gebruik
van een gunstig oogenblik, waarin Agnes geen gekheid
maakte met de jonge kunstenaars Victor zong juist
zijne Andalusische serenade om zijn stoel achter dien
van Agnes te schuiven en haar in te fluisteren
«Gij kunt mij een genoegen doen, Acmes
Waarmee
/Gij zoudt mij daarmee zelfs een dienst bewjjzen en
ook aan uw man. Gij zijt immers op een goeden voet
met Berwitz
«O, zeker
«Zie van hem te vernemen, of voor de naaste toe
komst goede of slechte berichten uit Petersburg te wach-
ten zyn.
»Uit Petersburg
«Ja! Ik ben zeer geïnteresseerd bij de Russische
effecten. Als de papieren rijzen, verdien ik een vermo
gen. Als zij dalen, kan ik ze misschien nog wegdoen
mdien ik ten minste spoedig weet, waar ik aan toe ben'.
Het is voor mij van groot belang te weten, uit welken
noek de Potersburgsche wind waait. Begrijnt eii mii
«Natuurlijk wel."
«Zorg vooral, dat het niet in het oog loopt. Vraag het
aan Berwitz als eene beleefdheid voor u zelf. Laat het
tegenover hem voorkomen, alsof gij zelve in Russische
effecten gespeculeerd hebt of zoo iets."
«In Russische effecten? Moet gij het vandaag
nog weten? vroeg Agnes.
«Als het maar eenigszins mogelijk is, gaarne. Elk
oogenblik is geld waard voor mij."
«Zoo iets verneemt men evenwel beter in een ver
trouwelijk tête k téte," zeide Agnes, alsof zij er onder
vinding van had. Maar als het moet, wil ik het toch
wel probeeren,"
«Hartelijk dank, Agnes. Gij bewijst mij een zeer groo-
ten dienst."
«Dat is afgesproken!" zeide Agnes en wendde zich
weer tot haar blonden buurman links, die haar blijkbaar
bijzonder goed beviel, en die voor de pikante bekoorlijk
heden^ van het allerliefste kleine Weener waschmeisje
ook met blind scheen te zijn.