"Telegrafische Berichten. Nederland. paard 25. tijd worden op de reede van Lief kenshoek maandelijks van 250.000 tot 400.000 P. dynamiet overgeladen, voor het grootste deel bestemd voor de goudmijnen in de Transvaal. DUITSCHIiAlVD. Blijkens officiëele bekendmaking is het voor een steen gehouden voorwerp in het Keizer- Wilhelms Kanaal bij nader onderzoek een voor geruimen tijd gezonken boot gebleken, welke thans verwijderd is en trouwens nooit de scheepvaart belemmerd heeft. De aardstorting van den 3 dezer is zeer gering geweest en heeft voor schepen van 8 el diepgang geen stoornis ver oorzaakt. ENGEEAIAD. Arton, de handlanger van baron de Reinach in de Panama-schandalenis den 16 des na middags te Londen in hechtenis genomen en voor den politie-rechter in Bowstreet gebracht. Hij wordt be schuldigd van bedriegelijke bankbreuk en het verkrijgen van gelden onder valsche voorwendsels in Frankrijk. De behandeling der zaak werd verdaagd. FKAlAM.IlI.fIi. De minister van justitie heeft aan de Kamer een wetsontwerp ingediend, waarbij het lid maatschap van den Senaat en de Kamer onvereenigbaar wordt verklaard met de betrekking van directeur of be stuurder van eene financiëele of nijverheidsinstelling waarbij men tot die posten van staatswege wordt be noemd met die van eigenaar, directeur, gezant, beheerder van of toezicht uitoefenende op zulk eene instelling, welke staatsondersteuning geniet en eindelijk met die van on dernemer van een dienst voor leveringen ten behoeve van werken van vervoer of voor andere diensten van den Staat. Hij die een dezer betrekkingen bekleedt tijdens zijne benoemingmoet binnen acht dagen die betrekking neerleggen. Kamer. Den 18 verweet de socialist Millerand het vorige ministerie, geen voldoende gewicht te hebben ge hecht aan vraagstukken betreffende de volksgezondheid. De republikein Deschanel vroeg, aan wien men de tot stand gebrachte hervormingen te danken had. Minister Bourgeois antwoordde, dat hij in zijn program alle her vormingen van een radicaal program had aangewezen en dat hij trouw woord zal houden. Hij verklaarde geen genoegen te nemen met de eenvoudige orde van den dag, maar wel aanvaardde hij eene motie, waarbij de han delingen en verklaringen der regeering werden goedge keurd. Deze motie werd met 493 tegen 10 stemmen aangenomen. GRIEKEMXAWD. De Koning is den 15 van zijne buitenlandsche reis te Athene terug gekeerd. ©OSTEIAKI.IK-SÏOIAGARI.SE. Den 16 werd uitspraak gedaan in het rechtsgeding tegen de studenten wegens het verbranden der hongaarsche vlag. Een be klaagde werd veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf en 48 tot drie a 5 maanden gevangenisstraf. Vier werden vrijgesproken. In het oostenrijksche Huis van Afgevaardigden hielden de duitsch-nationaleu den 16 een interpellatie over de ontbinding van den gemeenteraad van Weenen. De minister-president verdedigde de wettigheid van dezen maatregel en weerlegde het verwijt, dat hij zich van de Kroon zou bedienen als van een schild. Hij nam de geheele verantwoordelijkheid voor de niet-bekrachti- ging van dr. Luegers verkiezing op zich. De minister van justitie spTak in denzelfden geest. De vergadering was zeer opgewonden. Dr. Lueger hield een rede, waarin hij zeide dat zij die met hem zijn, niet tegen den keizer zijn, maar tegen de Joden. »Tegeu de Joden en de Magyarenriep een stem op de tweede galerijtoejuiching van net publiek en van eenige anti- semietische afgevaardigden. De ministers verlieten de zaalde voorzitter deed de tweede galerij ontruimen. Toen de besprekingen konden hervat worden, maande de voorzitter de eerste galerij aan zich kalm te honden; dit werd beantwoord met een geestdriftig hoera voor doet gij ook met alle andere menschen. Het is voor u bepaald een genot, om alle menschen, die ik noodig heb, van mij te vervreemdenNu neemt gij, ik weet zelf niet welke dwaasheid tot voorwendsel om een man van ons af te stooten, van wien gij zeer goed weet, dat zijne vriendschap voor mij eene onschatbare waarde heeft En op dit oogenblik, nu ik bijna wanhopig ben, nu hot or op aan komt om te behouden wat ik heb of alles te verliezen, speelt gij eene alleraardigste comedie voor mij, die misschien geschikt is om sentimenteele ,bak- vischjes' te stichten, maar die toch goed beschouwd, al zeer belachelijk is." Hennern, die bij de laatste woorden was bljjven stil staan, liep nu met groote stappen door de kamer heen en weer en wachtte op nieuw te vergeefs op een ant woord van zijne vrouw. «Gij zwijgt!" riep hij eindelijk op honenden toon. «Dat is natuurlijk het gemakkelijkst, als men niets te zeg gen heeft »Ik heb zooveel te zeggen," hernam Eugenie, die nu hare bedaardheid teruggekregen had, «dat iü haast niet weet, waarmee ik beginnen moet. Daarom zwijg ik. Mijne manier van spreken is toch onverstaanbaar voor u. Wij behooren tot twee verschillende werelden. Ik zal de moeite niet doen om met u te spreken over mijne gewaarwordingen, die voor u toch een raadsel blijven »0 zoo!" riep Hennern uit met een spotachtigen grijns. »De niet begrepen vrouw Eugenie haalde hare schouders op. »Het is geheel overbodig," voegde zij er bij, »ons ge sprek voort te zetten. Ik verwacht mijn vader, om met hem te overleggen, wat er gebeuren moet. Ik weet trou wens toch al, wat ik zal doen." «Handel daarin geheel naar eigen verkiezing En met een hatelijken 'glimlach vervolgde hij«Misschien zal uw nauwgezette vader het toch nog wel vreemd vinden dat gij mij juist in al mijn slechtheid leert kennen op hetzelfde oogenblik, dat gij verneemt, dat ik geruï neerd ben Evenals voor alle andere beleedigingen, was Eugenie ook voor deze nieuwe beleediging ongevoelig geworden. Zij had met Hennern afgedaan. Wat zou hij nu nog kun nen zeggen, dat hare verbazing had kunnen opwekken Lueger. De voorzitter deed daarop ook de eerste galerij ontruimen. Een voorstel van de christelijke socialen waarin de dadelijke behandeling gevraagd werd en dat door de op positie werd gesteund werd door het Huis verworpen. TUBMI.JE. Uit turksche bron is naar Konstanti- nopel gemeld dat de in opstand gekomen armeniërs van Siwas de muzelmannen hebben aangevallen. Een turksch soldaat werd gekwetst. Een kogel trof het ven ster van den gouverneur. De armeniërs doodden de mu zelmannen van het dorp Mandjilik en plunderden daar. Te Arabkir ontdekte de overheid dynamietbommen, waar mede men de gebouwen in de lucht wilde laten springen. In den nacht van den 26 op den 27 October staken de armeniërs te Arabkir een moskee en een bazaar in brand tengevolge waarvan een hevige brand ont stond die vele huizen vernielde. Zij vielen de bewoners van de muzelmansche wijk te Oeloe Pinar aan en richt ten onder hen eene slachting aan. De muzelmansche bevolking in Diarbekir vroeg be scherming. Er werden maatregelen genomen en de vei ligheid werd hersteld. De overheid van Mamoeretal Aziz heeft mede troepen gezonden naar Kesoek waar botsingen tusschen de mu zelmannen en de armeniers plaats hadden. ITAEIE. Den 18 des avonds is te Reggio di Ca labria een hevige aardschok gevoeld de bevolking is op straat gevlucht. 's-Gravenhage 19 November 1895. Tweede Kamer. Ontwerp personeele belasting;. Er werd een langdurig debat gehouden over de amen dementen tot afschaffing der belasting op de haardsteden en tot belasting van rijwielen. De commissie van rap porteurs en de minister bestreden het eerste nadrukke lijk vooral om financiëele redenen. Zij zijn in beginsel vóór eene belasting op rijwielen maar niet als een af zonderlijke grondslag. Tweede Kamer. Personeele belasting. De heeren SchepelHouwing Meesters van Basten Batenburg en Lucasse hebben voorgesteld art. 29 en 30 van dit wetsontwerp te lezen als volgt Art. 29. De belasting bedraagt jaarlijks voor elk Art. 30. Met afwijking van het vorige artikel be draagt de belasting jaarlijks a. wegens de paarden van praktizeerende genees-, heel- en verloskundigen en veeartsen en wegens de paarden in gemengd gebruik voor elk paard 5 b. wegens de paarden uitsluitend of hoofdzakelijk ge bezigd voor de uitoefening van het bedrijf van rijtuig verhuurder ondernemer van personenvervoer, verhuurder van rijpaarden of manegehouderen niet vallende onder art. 26 voor elk paard f 5 c wegens de paarden van paardenkoopersdie niet tevens een bedrijf, genoemd onder b., uitoefenen, voor elk tiental paarden gedeelten van een tiental voor een tiental gerekend5. Onder paarden in gemengd gebruik worden verstaan paarden die doorgaans en hoofdzakelijk worden gebezigd voor de uitoefening van een beroep of bedrijf van den belastingplichtige niet vermeld ouder b. van art. 25. Indien verschillende dier paarden uitsluitend bij af wisseling tot andere doeleinden worden gebezigd wordt de belasting als voor één paard berekend. Door de heeren Rutgers van Rozenburgde Savornin LobmanHaffmans, Perf en Hartogh is voorgesteld, om rijwielen als 6en grondslag van belasting op te nemen. «Welnu, wat mij betreft, kunt gij alles aan uw vader vertellen, wat gij maar wilt zeide hij, terwijl hij zijn hoed weer van de tafel nam. «Maar gij zult toch wel niet van mij vergen, dat ik daarbij ga zitten. En ik deDk dat het diner u van daag in een vertrouwelijk tête a töte even goed zal smaken alsof ik er getuige van was als de derde in den bond." Henneru wendde zich Daar de deur die uitkwam op den gang. Engenie ging den tegenovergestelden kant nit en kwam weer in haar kleine boudoir. Zij gingen beiden heen zonder een woord tot afscheid. Intnsschen waren de lampen aangestoken. Eugenie was uitgeput op een stoel neergevallen en keek voor zich nit, zonder aan iets bepaalds te denken. Hot was haar, alsof zij versuft was. Plotseling stond zij op, liep het salon door en ging naar de zijkamer, waar Erida meestal speelde. De kamer was leeg. Zij opende de denr van de aangrenzende ka mer. Daar zat de kindermeid te breien. Frida lag met gebalde vuistjes in haar helder wit ledekantje en sliep nog rustig door. Het kind zag er allerbekoorlijkst uit. Het had een blosje op de wangen. «Het is zeker wel tijd," zeide het kindermeisje zacht, «om Frida wakker te maken, anders is zij den geheelen nacht onrustig." «Laat het kind maar rustig slapen," zeide Eugenie op een heel bijzonderen toon, verwijderde zich van het kleine bedje en ging weer terug naar het salon. Met klokslag zes kwam de geheimraad Weding binnen. Engenie ging hem te gemoet en zeide onmiddelijk, nadat zij hem goeden dag had gezegd «Wij eten van daag met ons beiden. Ik heb met mijn man een zeer ernstig en zeer onaangenaam onderhoud gehad, dat groote gevolgen zal hebben. Ik ben tot het inzicht gekomen, dat wij in het vervolg onmogelijk bij elkander kunnen blijven." Het strenge gelaat van den ouden geheimraad werd als versteend. Hoogstbedaard nam hij zijn roodzijden zakdoek nit zijn zak, en maakte daarmee de glazen van zijn bril schoon, die wat beslagen waren. Hij stak den zakdoek langzaam weer in zijn zak, zette de bril op, schoof haar recht en zeide toen eerst «Heb ik u goed verstaan Waar spreekt gij over De commissieden 5 door de Provinciale State van Zuidholland benoemd om een adres te ontwerpen aan H. M. de Koningin-Regentesin zake de berg- en losplaats van dynamiet op en bij Rozenburg heeft een ontwerp-adres aangeboden waarin verzocht wordt 1°. de vergunningaan G. Dirkzwager Gz., verleend, voor goed in te trekken 2°. geene vergunning tot opslag of overlading van dynamiet te verleenendan op zoodanige plaats en in znlke beperkte hoeveelhedendat daaruit voor de per sonen en goederen van de omwonenden geen gevaar kan ontstaan 3°. de bepalingen van het kon. besluit van 15 October 1885 (Staatsbl. n°. 187) in dien geest te wijzigen dat het vervoer en de overlading van dynamiet slechts bij geringe hoeveelheden onder streng toezicht en met in achtneming van goede voorzorgsmaatregelen geoorloofd zuilen zijn 4°. dat vervoer van 15 Nov. af tot 1 April geheel te verbiedenop grond van het groofcere gevaar van ont ploffing dat dynamiet in bevroren toestand oplevert en om het invriezen van met dynamiet geladen schepen op de rivier te voorkomen 5°. van regeeriugswege door daartoe aan te wijzen militairen of ambtenaren een voortdurend en streng toe zicht te bevelen bij vervoeropslag en overlading van dynamiet en soortgelijke springstof. Heerhugowaard. De heer K. Kieft is met 13 van de 14 uitgebrachte stemmen tot heemraad van den polder benoemd in de plaats van wijlen den heer W de Groot. Oudkarspel. De raad dezer gemeente beeft aan den heer J. Visop zijn verzoek wegens lichaamsge breken, een eervol ontslag verleend als hoofd der school aldaar. Zuid- en IVoordscherincr. De collecte ter onder steuning van het fonds «Trouw aan Koning en Vader land", heeft in deze gemeente f 15,22 opgebracht. Het paarddat de vorige week in de Zuidschermer uit eene weide gestolen ward, is weder bij den eigenaar terng. Vrijdag, den 15, kreeg hij eene aanwijzing, dat het paard waarschijnlijk bij eenen paardenslachter te Amsterdam stond. Dadelijk begaf de eigenaar zich daar heen en herkende zijn paard, dat hij voor 80 van den slager terugkocht, de som die deze ook daarvoor betaald bad. De slager had bet paard reeds nit de derde band. Stellagen. In den loop der vorige week heeft de districts-inspeoteur van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, de heer Hangcar, alhier, een onderzoek ingesteld naar de afsluiting der overwegen aan beide zijden van het station. Door bem werd aan het hoofd der open bare school opgave verzocht van het aantal kinderen, dat die wegen moet passeeren tegen den tijd, dat er een trein in aantocht is. Het is te voorzien dat er nu veel kans bestaatdat aan de vertoogen van onzen gemeenteraad gehoor zal worden gegeven en er betere afsluitingen zullen aangebracht worden. De zachte herfst heeft sommige vertegenwoordigers van hei plantenrijk alhier geheel in den war gebracht. In den tuin vau den heer R. zagen wij nl. een pereboom die voor de tweede maal van dit jaar in bloei staat, terwijl in een anderen tuin anjelieren worden aangetroffendie hetzelfde verschijnsel vertoonen. De gymnastiekuïtvoering, den 17 door de gymnastiek- klassen onder leiding van den heer Roep alhier in het lokaal Cérès gehouden, werd door geen overtalrijk publiek bijgewoond. Niettemin deden de kinderen hun uiterste best het hnn onderwijzer en den belangstellenden onders en vrienden zooveel mogelijk naar den zin te maken met veel lust en ijver werden de verschillende oefeningen ten uitvoer gebracht. De rederijkerskamer, die ter afwis seling welwillend hare medewerking verleende door het ten tooneele brengen van een paar aardige stukjes, werd meermalen lnide toegejuicht. Een bal besloot den gezel- ligen avond. Den 17 had in het Noordhollandsch koffiehuis alhier eene buitengewone algemeene vergadering der harddraverij- vereeniging «West-Friesland" plaatswelke vergadering «Van de onvermijdelijke noodzakelijkheid om te schei den," antwoordde Engenie kalm en gedecideerd. Weding was sprakeloos. «Het is te begrijpen, dat mijne woorden u ten zeerste moeten verbazen, want ik heb nooit met n over ons huwelijk gesproken. Ik heb n geen verdriet willen doen en ik dacht, dat ik het wel alleen kou drageu. Maar ik heb mij vergist. Het is niet te dragen." Zij zweeg een oogenblik. De geheimraad geleek wel een geest. Engenie haalde diep adem en vervolgde toen op ver moeiden toon «Ik wil u waarlijk geene verwijten doen. U hebt het goed met mij gemeend, maar u hebt n vergist. Ons huwelijk is van het eerste oogenblik af eene onwaarheid geweest, en nu ik de waarheid heb leeren kennen, ban ik mijn verdere leven niet meer te midden van den leu gen doorbrengen. Het is mij onmogelijk. Ik kan voor mijn man niet zijn, wat hij van mij vergt, Zijne eiscben zijn beleedigend voor mij. Zijne geheele persoonlijkheid haat en veracht ik tot in het diepste mijner ziel en ik weet ook heel zeker, dat hij een groote antipathie tegen mij koestertik ben slechts een last voor hem, die hem des te meer drukt, nn hij, zooals hij mij straks mee deelde, geheel geruïneerd is." «Is Hennern geruïneerd i" riep Weding, die nn plot seling als het ware nit, eene flauwte scheen bij te komen, hevig ontroerd uit. «Als het dat maar alleen was! De armoede tou mij niet afschrikken." Weding had die woorden nauwelijks gehoord. Hij was geheel onder den indruk, die deze laatste mededeeling van Eugenie op hem gemaakt had. «Scheiding en geruïneerd Maar wat voor een denkbeeld maakt gij u van eene scheiding vroeg de geheimraad. «Dat weet ik zelf niet! Ik weet alleen maar, dat ik met mijn kind dit huis moet verlaten «Ja, maar waarheen «Waarheen? Wel, naar u, vader! ïk heb geen ander toevluchtsoord Woidt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 2