lil over ii. N«. 140. Eerste blad. Zeven en WTegentigste Jaargang. 1895. ZONDAG ~24 NOVEMBER. Buitenland. Nederland. ALkMAABSCHE *01 KAM Deze Courant wordt JMnsdag-, Donderdag- en 'Zaterdagavond uitgegeven. Abonn t,>*ntsprij3 per maanden voor Alkmaar f 0,80; f aoeo door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,Afzonderlijk" numme.s 3 r A v Telefoonnumeier s S Prijs der gewone Advertentlën Per regel ©,16. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. In de Nieuwe Courant van donderdag 21 November j.l., komt als ingezonden stuk een opstel voor, geteekend »G", dat naar ons toeschijnt, enkele opmerkingen bevat, die niet zonder bedenking als juist mogen worden aan genomen. De lezer bevroedt-, dat bij het schrijven van dezen zin met opzet naar eene zachte uitdrukking gezocht is. De schrjjver nu van bovengenoemd opstel in de Nieuwe Courant, is van oordeel, dat het bestaaude controle-stolsel der gemeentelijke administratie geheel onvoldoende is en verkeerde praktijken mogelijk maakt. Toestanden ontstaan daardoor, die in een goed geor ganiseerde administratie niet mochten kunnen voorkomen. »Wanbeheor en onregelmatigheden", aldus beweert de schrijver, »zooals die iu de beide laatste jaren, ten op zichte van het geldelijk beheer der gemeente, aan het licht zijn gekomen, behoorden niet te kunnen plaats grijpen." Deze meening nu, die misschien bij het publiek ingang vindt, schijnt ons niet meer te zijn, wel bezien, dan een dwaling. In 't algemeen is veeleer waar, dat geen stelsel van contróle zoodanig kan ingericht worden, dat allo gele genheid tot knoeierij wordt afgesneden en onmogelijk gemaakt. Hij, die oneerlijk is. weet toch in 99 van de J00 ge vallen, door de mazen van het controle-net te ontsnappen. Is het somtijds aannemelijk, dat de gelegenheid den dief maakt, het omgekeerde, de dief maakt en ziet de gelegenheid, geldt zeker meer algemeen. Niet slechts bij gemeente-administratiën, maap bij elke administratie, kunnen ongerechtigheden plaats vinden. Tot heden is bij niemand behalve misschien bij den schrijver van 't opstel ia de Nieuwe Courant een systeem bekend, dat malversatiën belet. Dat het controle-stelsel over onze gemeentelijke finan ciën zoo bijzonder slecht isgelijk men ons wil doen gelooven, kan met recht betwijfeld worden. De ontvanger, de ambtenaar, die voordat hij zijne be trekking aanvaardt, den eed aflegt, eerlijk en vlijtig zijn ambt, te zullen vervallen, wordt geenszins overigens aan zijn lot overgelaten en volle vrijheid gegeven om over de kas naar welgevallen, gelijk eertijds de vorsten, te beschikken. Hij moet een borgstelling geven tot meerdere zeker heid voor zijn beheer, ten bedrage van een tiende deel der gemiddelde jaarlijksche ontvangst, hij moet jaarlijks van zijn ontvangsten en uitgaven aan Burgemeester en Wethouders rekening doen. Die rekening wordt in groo- tere gemeenten als Alkmaar niet slechts gedrukt, maar ook behoorljjk nagezien. Zij is ingericht overeenkomstig de voorschriften, door Gedeputeerde Staten gegeven. De ontvanger moet aan B. en W., zoo dikwijls zij dit vorderen inzage van de boeken en van de kas geven, en ook Gedeputeerde Staten kannen opneming van de kas van hunnentwege gelasten, wanneer zij het noodig achten. Eindelijk is de ontvauger niet bevoegd, betalingen te doen uit de gemeente-kas dan op bevelschrift, een z.g mandaat. Dit mandaat oevat de som, den post der be grooting, waaruit de betaling moet geschieden en boven dien de handteekeningen van den Burgemeester en een der Wethouders. Voorts is de ontvanger nog gehouden aan verschillende instructies. Volgens den schrijver van het opstel in de Nieuwe Courant, is het volkomen gewettigd te bewerendat het stelsel van boekhouding en dat van controle (indien men nog van stelsels mag spreken) op onze stadhuizen geheel verkeerd is, niet aan de eischen des tijds voldoet, niet bestendigd moet worden en dat deze grove gebreken in 't raderwerk der gemeentelijke huishouding noodzakelijk en onverwijld herstelling behoeven. Moet men aan beweringen als deze geloof slaan Zijn zij niet gesteld, worden zijn niet geuit onder den indruk van de hoogst treurige feiten die de schorsing en de hechtenis van den gemeente-ontvanger ten gevolge hadden Wat kan de wetgever toch meer bepalen, dan dat de kas en de boeken steeds open moeten liggendat de rekeningen volgens model moeten opgemaakt worden en nagezien enz. Voor gewone menscnen wier begrip van eerlijkheid niet, geheel verstompt, is, zijn deze controlemiddelen tocb meer dan voldoende. Voor hen, die geen gewetensbezwaren hebben om zich aan eens anders eigendom te vergrijpen, voorzeker niet. Doch welke controle mag men voor der gelijke personen wel uitdenken Moet men den geheelen dag in hnn bijzijn vertoeven, met een bevel tot voorloopige gevangenneming in dan zak en een politie-agent in een aangrenzend vertrek Moet de wetgever dergelijke bepalingen voorschrijven De opmerking, in het genoemd opstel voorkomende, waartegen het meeste bezwaar bestaat,, is evenwel deze »Indien zij," aldus wordt gezegd, die door hun positie geroepen zijn, toezicht over de handelingen van anderen uit te oefenen, dit nalaten, of dit niet met de uoodige nauwgezetheid doen dan moer het plichtgevoel van den ambtenaar, wiens werkzaamheden gecontroleerd moeten worden, wèl groot zijn, indien hij er van liever lede niet toe komt, om zijn plicht te verzuimen, althans niet nauwgezet uit te voeren." Dit nu, schijnt voor ieder onpartijdige, dunkt ons, de waarheid op den kop stellen. Hoe Indien men mij vertrouwt, (goede trouw wordt toch steeds verondersteld) en de controle strekt zich niet tot alle onderdeelen uit, moet dan mijn plichtgevoel wèl groot zijn, als ik niet steel? Wordt, in zoodanig geval, verklaarbaar, dat ik van lie verlede mijn plichten als ambtenaar ga verzaken Kan zelfs geheel gemis van controle, een reden zijn om minder nauwgezet mijn taak te vervullen? Moet mijn plichtgevoel buitengewoon groot ziju als dogeen die mij controleert, mj niot voor een gauwdief aanziet Deze verschuiving van de verantwoordelijkheid op de schouders van een ander heeft de schrijver van het opstel wellicht niet bedoeld, maar laat de aangehaalde volzin een andere opvatting toe Het ongeluk, dat te Alkmaar geskied is, ligt dan ook niet, gelijk de steller schijnt te meenen, in gebrek aan controle, maar in het feit, dat men voor een eerlijk en getrouw ambtenaar hield, iemand die dit niet bleek te zijn. De zaak is niet, gelijk schrijver misschien meent, »dat het hoofd van het Bestuur te veel door de vingers zag en zijne betrekking niet met den coodigec ernst opvatte, en dat deze gebrekkige eigenschap op de lager staande ambtenaren overging." Neen Er is hier een lager staand ambtenaar geweest, die misbruik van vertrouwen maakte, en het ongelukkigste gevolg daarvan is misschien wel dit, dat dergelijk plichtverzuim allicht aanleiding geeft tot de veronderstelling van plichtverzuim ook bij an deren, gelijk uit het opstel blijkt. Wat eindelijk betreft het door den schrijver aanbevolen middel, de aanstelling van inspecteurs of controleurs, die de taak zonden hebben om de riehtige administratie en de naleving van gegeven voorschriften te bevorderen, ook dit middel zal weinig baten en bernst op eene erroreuse opvatting. Wat zon men aan deze verandering der gemeentewet hebben indien tevens geen onfeilbare en alleswetende controleurs werden aangewezen? Burgemeester en Wethoaders zijn toch veel beter in staat de controle uit te oefenen, dan een rondreizend ambtenaar. Indien het waar is, dat minder onregelmatigheden bij het geldelijk beheer van het rijk ontdekt worden dan bij de gemeenten, dan bewijst dit op zich zelf nog niet veel. Wij willen hopen en gelooven dat 's Rijks financiën beter beheerd worden dan die der gemeenten. Doch bewezen is het niet. De oorzaak vau de vervolging van meer gemeente- dan rijks-ambtenaren, kan toch evengoed een gevolg zijn van scherper controle bij het gemeente bestuur en minder scherpe controle op 's rijks middelon, als omgekeerd. In laatste instantie hangt dan ook het meeste af van de personen aan wie men financieële verantwoordelijk heid opdraagt, en niet de wet draagt de schuld bij on trouw, noch degene die met het nazien belast wordt. DESTEIIAKKEW. Na langdurige onderhandelingen is een nieuw handelsverdrag met Japau onderteekend. REGGIE. De leider der radicale partij, de heer Lo- randheeft bij de Kamer een wetsontwerp ingediend houdende bepaling, dat voortaan de burgemeesters niet door den koning benoemd, maar door de gemeenteraden gekozen zulltn worden. Het ontwerp is naar eene com missie verzonden de regeering is voornemens het krachtig te bestrijden. EAGEIiAAW. Artou is den 21 ten tweeden male voor den politie-rechter in Bowstreet verschenen. De uitleveringskwestie is acht dagen uitgesteld. FR A1VKRI.J Ml. Dón 21 des ochtends is een bui tengewone ministerraad gehouden, onder het voorzitter schap van president Faurewaarin de minister van buitenl. zaken de laatste berichten over de zaken in het Oosten mededeelde. Zij zijn volstrekt niet van dien aard, dat de onrustbarende geruchten van den 20 er door be vestigd werden. De wil der groote mogendheden, om door gemeen overleg aan alle moeielijkheden van den toestand het hoofd te bieden, doet zich zoo gestadig mogelijk gelden. Kamer. Den 21 diende de socialist Jaurès een voorstel in om eene scheidsrechterlijke uitspraak tusschen patroons en werklieden gemakkelijker te maken. De radicaal Bovier-Lapierre stelde gevangenisstraf bij de wet van 1 tot 6 maanden voor, ten aanzien van on willige pa troons; zijn ambtgenoot Basly boeten van 500 tot 3000 frcs. zonder gevangenis. De oud-minister Barthou (van het centrum) bestreed het spoedvereischend verklaren dezer voorstellen, waarna de minister-president Bourgeois op merkte dat hiermee op de zaak zelve niet zou worden vooruitgeloopen, zoodat hij er niet tegen was. Wilde de Kamer eene staatkundige betooging, dan moest zij daarmee tot eene gewichtiger gelegenheid wachten. Met 255 tegen 251 stemmen is het voorstelom de ingediende ontwerpen spoedvereischend te verklaren aangenomen. Den 22 is het wetsontwerp tot hervorming van het successierecht aangenomen met 404 tegen 125 stemmen, nadat met 393 tegen 91 stemmen verworpen was een amendement van den heei Gnesde ter instelling van een supplementair recht op de nalatenschappendie 5000 francs te boven gaan ten einde eene nationale kas te vormen voor schoolcantines. ITAIiIE. In de Kamer heeft de voorzitter mede gedeeld, dat de stukken betreflende het rechtsgeding van den oud-minister Giolitti ter tafel waren gelegd waar over deze heer zijne blijdschap te kennen gaf, als gereed om zich over zijne handelingen als minister en afge vaardigde te verantwoorden. De stukken Werden naar het bureau verwezen. SERVIË. De liberale en de radicale bladen verklaren eenstemmig, dat de regeering, wat de regeling der geld middelen betreft, kan rekenen op den steun van het geheele land. Daar de tegenstanders der regeering dus hun oppositie opgeven, is de stelling der regeering zeer sterk. Koning Alexander heeft een buitenlandsche reis ondernomen. Tweede Kamer. Den 21 werd hot amendement betreffende a. de niet- vrijstelling der winkels en de lokalen tot uitstalling aan genomen met 63 tegen 27 stemmen b. het vrijlaten van stallingen en bergplaatsen voor gemengd gebruik van paarden en rijtuigen aangenomen met 62 tegen 28 stemmen. Het amendement van den heer Doumau op paragraaf 2 luidende Onder 1 b valt het kantoor van een ambtenaar, ge houden in diens woning of een iokaal dat daarmede in wendig gemeenschap heeft, alleen dan, wanneer het zich bevindt in een gebouw dat bij het Rijk of ander publiek rechterlijk lichaam in gebruik is. om die paragraaf geheel te doen vervallen, dus kan toren van ambtenaren ook vrij te stellen, wanneer zij zich niet in een gebouw van bet Rijk of een publiek rech terlijk lichaam bevinuen, werd aangenomen met 52 tegen 38 stemmen. Het amendement der commissie van rap porteurs betreffende de niet-vrijstelling van perceels-ge- deelten, bestemd tot woning van kostleerlingenwerd verworden met 67 tegen 23 stemmen. Artikel 4 werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Den 22 was artikel 5 (classificatie) aan de orde. Door deu heer P ij n a p p e 1 was als amendement voorgesteld eene classificatie voor de heffing der belasting naar de eerste drie grondslagen, waarbij de gemeenten van het Rijk worden verdeeld in 5 klassen. Tot de eerste klasse behooren de gemeenten met eene bevolking van 100.000 of meer zielen; tot de tweede die met eene bevolking van 50.000 tot beneden 100.000 tot de derde die met eene bevolking van 25.000 tot beneden 50.000 tot de vierde die met eene bevolking van 10.000 tot be neden 25.000 en tot de vijfde klasse die met eene bevol king beneden 10.000 zielen. Drie leden van de commissie van rapporteurs stelden voorde tabel om de vijf jaren te herzien en om de eerste aanwijzing van de grenzen der gemeenten en ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1