.Ne. 145.
Severs. en Megentigste «laargang.
1895.
VRIJDAG
6 DECEMBER.
Gemeenteraad van Alkmaar.
Buitenland.
I
Deze Courant wordt Dinsdag-, «onderdag- en
Eaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER h ZOON.
Telefoonnummer
Buitengewone vergadering op Woensdag, 4 December,
des avonds te 7 uur. Afwezig: do heeren J. M. de Son-
naville en A. Goede Dz.
Voorzitter de heer A. Maclaine Pont.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen
der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen zijn de volgende stukken
1°. Aan den Gemeenteraad van Alkmaar
Heeft de ondergeteekende J. Nahout van der Veen
de eer te verzoeken hem eervol ontslag te willen ver-
leenen uit zijne betrekking van gemeente-secretaris,
't Welk doende
NUHOUT VAN DER VEEN.
Alkmaar 2 Dec. 1895.
2°. Aan den Gemeenteraad van Alkmaar
Geeft met gepast-en eerbied te kennen J. Nuhout
van der Veen wonende te Alkmaar
dat in het geoubliceerde verslag van de zitting van
den Raad van 27 November j.l. wordt vermeld dat de
kas der gemeente eene pretentie heeft op den onderge
teekende van f 1483,283 waarvoor waarschijnlijk niet
anders in mindering zal strekken dan het nog niet
ingeleverd mandaat des ondergeteekende a f 375 voor
het waarnemen van het commissariaat van politie en zijn
salaris over de loopende maand
dat ondergeteekende overtuigd is, dat een nader onder
zoek zal aantoonen, dat adressant geenszins voor zich zelf
eenig bedrag schuldig is, doch dat de genoemde post of
posten betrekking hebben op betalingen gedaan voor
en ten behoeve van de gemeente;
dat adressant in ieder geval wenscht, niet als debiteur
van de gemeente te worden aangezien en daarom tegelijk
met de indiening van dit verzoekschrift ten kantore
van den ontvanger dezer gemeente zal storten een bedrag
van f 1483.283 f 375 f 1108.285;
dat adressant zich geheel onderwerpt aan de beslissing
van uwen Raad of hij dit bedrag in zijn privé beurs
moet lijden dan wel of de Raad van oordeel is, gezien
de stukken dat deze gelden geheel of gedeeltelijk aan
adressant moeten worden gerestitueerd.
Redenen, waarom hij eerbiedig verzoekt, dat het uwen
Raad behageakte te nemen van de gedane storting en
te beslissen over de bestemming der gestorte gelden,,
gelijk den Raad billijk zal voorkomen.
't Welk doende
NUHODT VAN DER VEEN.
Alkmaar 2 Dec. 1895.
30, Alkmaar, 3 December 1895.
Gemeente-Secretaris.
2 Bijl.
In handen van de commissie benoemd bij uw besluit
van 27 November j.l. No. 14 zijn door den Burgemeester,,
ingevolge art. 68 der gemeentewet gesteld twee verzoek
schriften van den heer J. Nuhout van der Veen, gemeente
secretaris alhier. Het eene houdt in het verzoekom
eervol ontslag als secretaris, het aDdere vraagt akte van
de gedane betaling der f 1483.285 in het verslag van
Burgemeester en Wethouders schuldig verklaard. De
verzoeker werd bij uw gemeld besluit voor den tijd van
vier weken in zijne betrekking als secretaris geschorst.
Op de inmiddels ingekomen aanvrage tot eervol ontslag
kan en behoort in het belang van den gemeentedienst
ten spoedigste te worden beslist. De commissie heeft
zich evenwel de vraag gesteld, of dit ontslag op eervolle
wijze verleend zon mogen worden en zij meent die vraag
niet toestemmend te mogen beantwoorden. Dadelijk na
hare benoeming heeft zij hare werkzaamheden aangevangen
en de wijze van verdere behandeling vastgesteld. Dien
tengevolge werd den 30 November j.l. ook de geschorste
-secretaris door haar gehoord. Deze werd in kennis ge
steld met de tegen hem ingeleverde bezwaren en toege
laten, daartegen zijne verdediging te voeren. Het onder
zoek was nog in geenen deele geëindigd en werd ernstig
voortgezettoen de ontslag-aanvrage inkwam. Dat
onderzoek heeft tot nog toe aan de commissie niet opge
leverd het bewijsdat de geschorste secretaris meer aan
de gemeente is verschuldigd dan door Burgemeester en
Wethouders is opgegeven en door hem bereids is voldaan,
noch dat hij medeplichtig is geweest aan de strafbare
feitendoor den gedetineerden gemeente-ontvanger ge
pleegd. Of die medeplichtigheid door het tegen den
ontvanger loopende gerechtelijk onderzoek zal blijken
is moeilijk te voorspellen. Het justitieel onderzoek is
voor do commissie een gesloten boek, dat eerst door de
openbare behandeling der tegen den ontvanger gevoerde
strafzaak kan geopend worden. Nu evenwel die behan
deling nog niet geschied is en de tegen den secretaris
aangevoerde bezwaren reeds ten deele gegrond zijn be
vonden meent de commissie niet een eervol ontslag te
mogen voordragen, al zou de Raad in nadere overweging
kunnen honden of dat later te eeniger tijd zal kunnen
verleend worden.
Dientengevolge stelt zij u voor te nemen het navol
gende besluit
De Gemeenteraad van Alkmaar;
Gezien het verzoek om eervol ontslag als secretaris
der gemeente, den 2 December ingeleverd, van den heer
J. Nuhout v. d. Veen;
Gehoord het voorstel van burgemeester en wethouders;
Overwegende, dat die gemeente-ambtenaar bij besluit
va.n den 27 November jl., nr. 14, voorloopig voor den
t-ijd van vier weken in zijne gemelde betrekking is
geschorst;
Overwegende, dat het door een daartoe benoemde com
missie ten deze ingesteld onderzoek nog niet is volein
digd, doch dat het gemeentebelang de dadelijke beschik
king op het gedane verzoek eischt
Overwegende, dat er onder de gegeven omstandigheden
termen zijn, om een eervol ontslag te verleenen
Beschikkende op bet gecfaau verzoek:
Verleent
Ontslag aan den verzoeker met ingang van de dag-
teekening van dit besluit.
Wat het tweede verzoek betreft, zal ter latere beoor
deeling staan, welke de juiste geldelijke verhouding is.
De door. den verzoeker gedane betalingen zijn tot het
door burgemeester en wethouders als schuldig opgegeven
bedrag aan de gemeentekas gedaan, voorbehondeus het
niet te miskennen recht, om teruggave te bekomen van
wat eventueel, naar het oordeel van den gemeenteraad,
reeds aan de gemeentekas mocht zijn verantwoord of
later kannen worden. Daar de wijze van betaling over
eenkomstig onzen wensch is geschied, kan dat verzoek,
als vervallen, bniten verdere beschouwing en beslissing
blijven.
De commissie ad hoe,
H. BOELMANS TER SPILL.
J. P. KRAAKMAN.
J. DE LANGE C.Jz.
A. GOEDE.
C. J. CANTERS.
De beraadslaging over deze stukken wordt geopend.
De heer B o elmans ter Spill wenscht als voor
zitter der door den raad benoemde speciale -commissie
eenige toelichting te geven tot het rapport. Dit geeft
niet wat de raad heeft gevraagd het advies der -com
missie of de schorsing van den secretaris door ontslag
moest, worden gevolgd. Het thans ingediende rapport
is uitgebracht naar aanleiding var de beslissing van b.
en w., waarbij de boveuge-noemde stukken in handen der
commissie werden gesteld.
De commissie was reeds donderdag, na hare benoe
ming haren a-rbeid begonnen. Het onderzoek moest zijn
uitvoerig en omvangrijk; ernstig, onder de gegeven om
standigheden ernstig oo-komdat het een ambtenaar
gold die 25 jaren lang -der gemeente heeft gediend, van
wien b. en w. verklaarden, dat hij ijverig en kundig is.
Het onderzoek moest ook onpartijdig zjjn. Gedachtig
aan de woorden, in deze zaal geschreven toen die nog
eene andere bestemming had: »andite et alteram partem",
heelt de commissie den secretaris uitgenoodigd, zaterdag
voor haar te verschijnen. Gedurende rnim drie uren
heeft zij hem gehoord. Zij heeft hem -de beschuldiging
voorgelegd en hem gevraagd wat hij daartegen had in
te brengen. Zij wilde hem tot verantwoording volle
gelegenheid geven.
Het onderzoek was due pas aangevangen. Het moest
nog worden voortgezet. Doch reeds maandag ontving
de commissie de kennisgeving, dat de aanvrage om ont
slag was ingekomen en werd die in hare handen gesteld.
Hierop nu heeft de commissie het bovenbedoeld rapport
uitgebracht t waarin zij als hare meenimg heeft te kennen
gegeven dat op dit ©ogenblik het -ontslag niet
eervol kan worden verleend.
Namens de commissie verklaart hij zich tot eventueel
verlangde inlichtingen bereid.
De heer Kraakman wil aan het gesprokene door
den voorzitter der commissie nog een enkel woord toe
voegen. In het rapport van b. en w. is de pretentie
die de gemeentekas op den secretaris heeftgesteld op
f 1483.283, na aftrek der aan dezen verschuldigde f 375.
Het overblijvende bedrag is thans bij den ontvanger be
taald. Die betaling is geschied geheel in overleg met
b. en w.., na praeadvies van de commissie. O.p het be
wijs van .kwijting is niet uitgedruktdat de betaling
strekt tot voldoening van het door den secretaris aau
de gemeentekas verschuldigde saldo doch in het bijzon
der zijn daarop aangewezen de drie posten die b. en w.
door den secretaris aan de gemeentekas verschuldigd
achten. Door die betaling is de rekening dus niet af
gesloten.
De secretaris nu zegttegenover dit bedragdoor b.
en w. vastgesteld uitgaven te kunnen stellen ten be
hoeve der gemeente door hem gedaan.
Den schjju willende vermijden iets te willen ontvan
gen wat niet verschuldigd isis in de kwitantie uit
drukkelijk opgegeven dat de secretaris ten allen tijde
de bevoegdheid zal hebben om aan te toonen welke
onverevende betalingen hij ten behoeve der gemeente
deed, met het recht, die eventneel terug te vorderen.
Om die reden wordt ook, betrekkelijk het 2e punt van
het rapport, gezegd, dat de geldelijke verhouding tnssehen
den secretaris en de gemeentekas ter latere beoordeeiing
van den raad zal staan.
Met de aanneming van en instemming met het rapport
beslist de raad in geen enkel opzicht, dat de financieële
verhouding tusschen den secretaris en de gemeente be
ëindigd is.
Waar hij echter dit releveert, moet hij ook opmerkzaam
maken, dat b. en w. in hun rapport het door den secre
taris verschuldigde gesteld hebben op niet meer dan
f 1483,285, verminderd dan met de meergenoemde f 375
en is hij verplicht tevens onder de aandacht te brengen,
dat in het rapport staat, dat het onderzoek der com
missie niet heeft aan het licht gebracht, dat de secretaris
mede schuldig is aan de ontrouwe handelingen van den
gemeente-ontvanger.
De voorzitter zegt, dat b. en w. niet de verant
woording op zich nemen als zon de secretaris slechts
dit bedrag aan de gemeentekas schuldig zijn. Dit is bet
cijfer, wat zij hebben kunnen nasporen. Het justitieel
onderzoek zal het uitWijzen. Zij hebben daarom ook
slechts verklaard, dat nit de rekening van den ontvanger
niet meer te vinden is.
De heer Kraakman heeft de woorden van b. en
w. uit het rapport aangehaald om te doen uitko
men dat het onderzoek tot heden geen andere zaken
aan het licht heeft gebracht. Zijne opvatting is dan ook
geenszins met die van b. en w. in strijd.
De heer Boelmans ter Spill herinnert, dat in
het concept-besluitdoor de commissie den raad aange
boden staat: Gehoord burgemeester en wethouders."
Het is den raad echter nog niet bekend, hoe deze over
het rapport denken. Laten zij er zich niet over nit, dan
moeten die woorden geschrapt.
De voorzitter verklaart, dat b. en w. zich met
het voorstel der commissie vereenigen.
In stemming gebracht wordt daarna het rapport met
algemeene stemmen aangenomen.
De voorzitter stelt nu, namens b. en w., voor,
om den secretaris nn ook te onttrekken aan de commis
sion waartoe hij door den raad is benoemdaan die
van het Gasthuis en de Stadsapotheek.
De heer Kraakman acht dit den raad overvallen.
Hij zou eerst een schriftelijke indiening met toelichting
van het voorstel wenscben. De raad kan dan nauwgezet
overwegen of er wellicht termen zijnkrachtens het
geen door den secretaris als lid dier commissiën is ver
richt hem daaruit op andere wijze ontslag te verleenen
als geschiedt met zijne betrekking van secretaris.
De voorzitter heeft het voorstel niet eerder kun
nen doen. B. en w. wisten niet wat de raad besluiten
zou. Nu eeDmaal het ontslag is aangenomen eischt de
waardigheid van den raad hem niet langer te handha
ven in de bedoelde commissiën.
De heer Kraakman meentdat in ieder geval de
commissie met het voorstel in kennis had kunnen wor
den gesteld
De heer t >e r B p i 11 is van oordeel, dat b. en w. zeer
goed hadden kunnen meédeelen dat zij een dergelijk
voorstel zonden doenvoor 't geval aan den secretaris
ontslag werd verleend.
De voorzitter erkentdat eerst in den middag
van deazelfden dag het denkbeeld bij hem opkwam en
hij toes dadeljjk de wethouders heeft geraadpleegd.
De heer J. de Wit deelt mede, dat de regenten van
het gasthuis en stads-apotheek, begrijpende, dat het voor
den secretaris pijnlijk zou zijn, te blijven vergaderen met
dezelfde mannen, die over hem hadden te oordeelen, een
hunner naar hem hadden toegezonden teneinde hem in
overweging te geven ontslag aan te vragen. Hij was
daartoe dadelijk bereid bevonden. Het schijnt ook hem
daarom niet noodig, thans reeds te beslissen.
De heer de Groot is van oordeeldat het nu
wensehelijk is, den secretaris ook van de genoemde func
tion te ontheffen.
De heer Kraakman blijft het geenszins noodzake
lijk achten, thans reeds over dit voorstel een besluit te
nemen. Hij acht het een gevaarlijk precedent, dat de raad
onmiddelijk besluiten zon op een plotseling door b. en
w. ingediend voorstel. Alleen daarom reeds zon hij uit
stel wenschen.
Een daartoe strekkend voorstel van den heer Kraak
man wordt ondersteund door de heeren Lioelmans ter
Spill eu Janssen en daarna, in stemming gebracht, ver
worpen met 8 togen 6 stemmen van de heeren Bosman,
de Lange, de Wit, Rentmeester, Boel mans ter Spill en
Kraakmandaarna bet voorstel van b. en w., zonder
hoofdelijke stemming, met algemeene stemmen aangenomen.
De vergadering wordt daarna gesloten.
Dij ITSCH L A\ O. Bebel is in verband met de maat
regelen door de regeoring tegen de sociaal-democraten
genomen naar Zwitserland vertrokken om de kas der
partij in veiligheid te brengen. De politie bewaakt voort
durend de bureelen der VorwSrts.
In eene toespraak aan den maaltijd der lijf knrassiers te
Breslan op den 2 wees de keizer op de samenwerking en de
kameraadschapdie bij de regimentsfeesten van dit jaar
niet alleen door de officierskorpsen maar ook door de man
schappen weiden betoond. Hierop berust het geheele leger.
Vele duizenden trouwe soldaten sommigen zonder mid
delen anderen in hoogen ouderdom bezochten de slag
velden, waar zij streden en hun bloed stortten, of zochten
aansluiting bij hnn oude regimenten. »Ik kan den dag
van heden niet boter vieren", zeide de keizer, »dan door
te beloven wat de groote keizer met zijne aanvoerders
volbracht, te zullen handhaven en verdedigen. Hoe meer