Buitenland.
Nederland.
DUITSCHLAN». Den 8 vierde de schilder Menze!
zijn tachtigsten verjaardag. Van alle kanten werd hem
hnlde gebracht. De Keizer zond hem een brief van
gelukwensch met zijn levensgroot borstbeeld en be
noemde hem tot geheimraad.
Den 9 werd in de zitting van den dnitschen Rijksdag
uitvoerig de quaestie besproken als zou Duitschland den
invoer van amerikaansche artikelen bemoeielijken. Er
was geen sprake van opzettelijke bemoeielijking, ongezond
vleeseh moest echter worden geweerd. En ten opzichte
van de levensverzekering-maatschappijen hadden de ameri
kaansche maatschappijen zich even goed te onderwerpen
aan de in Duitschland op dit punt bestaande wetten als
die van andere landen,
De rijkskanselier zeide in den Rijksdag o a., dat de
sociaal-democratie geen reden heeft om zich te beklagen,
dat de bestaande wetten worden toegepast. Zij heeft
het zich zei ven te wijten want haar pers heeft de
dnitsche natie, toen deze de herinnering aan de nationale
zegepraal vierde, met hoon en spot overladen. Dat heeft
diep gegriefd.
In de zitting van den 11 van den R ij k s d a g be
klaagde de heer Bebel zich over de wijze, waarop de
wetten tegenover de socialisten worden toegepast. Als de
spreker zich daarbij uitdrukkingen veroorlooft die op zeer
hooggeplaatste personen doelen, wordt hij door den voor
zitter tweemalen in de rede gevallen.
De heer Bebel zet, uiteen dat de socialisten nooit vij
anden waren van de totstandkoming der dnitsche een
heid. De socialisten zonden zonder de vroegere ont
wikkeling van Duitschlandgeheel onmogelijk zijn en
zonden zij dan Duitschland willen vernietigen Men zal
nog eens verheugd zijn als men op hen kan rekenen
zoodra de vijanden zoowel van rechts als van links zullen
komen.
FR.11VKKIJU. In den ministerraad is besloten
een wetsontwerp in te dienen tot het nitgeven van eene
leening van 80 miljoen francs voor Annam en Tonkin.
De Senaat heeft senator Magnier, die als medeplichtig
aan de Zuiderspoorwegschandalen tot gevangenisstraf is
veroordeeld van zijn zetel vervallen verklaard.
ITALIË. Uit Afrika, is eene Jobstijding ontvangen.
Bij Ambalagi heeft het italiaansche leger slag geleverd
met de Abyssiniers, die 8 uur duurde. Daarbij is eene
kolonne onder bevel van majoor Tosellibestaande uit
vijf compagniën omsingeld. Niettegenstaande hardnek-
kigen tegenstand moesten de italianen voor de overmacht
zwichten en terugtrekken daarbij een verlies lijdende
van 800 inlanders, 20 officieren en 40 italiaansche onder
officieren. De vijand maakte zich meester van 2000
geweren eene bergbatterij, die echter vernageld was
en eene groote hoeveelheid levensmiddelen en ammunitie.
Er is uit het moederland dadelijk eeue versterking naar
Afrika gezonden van drie bataljons en twee batterijen.
RUMEWIE. Door het tweede college zijn bij de
kamerverkiezingen in 67 van de 70 districten liberalen
gekozen. In 3 moeten herstemmingen plaats hebben.
Te Bucharest is het Thóatre lyrique tot den grond toe
afgebrand. Het gebouw heeft meer dan een half miljoen
gekost. Behalve décors en costnmes ging eene boekerij
verloren ter waarde van 12000.
TITKHIJfi. Den 10 heeft de Saltan de irade uit
gevaardigd waarbij aan de tweede wachtschepen ver
gunning wordt gegeven, door de Dardanellen testoomen.
Tweede Kamer.
Vervolg B i n n e n 1 a n d s c h e Zaken.
De art. 5 tot 49 worden onveranderd goedgekeurd.
Bij art. 50 (arm wezen) constateert de heer H o u w i n g
de toename van onderstandskosten, hetgeen wijst op eene
bedenkelijke toename van het pauperisme. Dit te be
strijden acht hij noodzakelijk en hij ziet een uitnemend
middel daartoe in werkverschaffing door ontginning van
woeste gronden door boschcultuur voor de bevordering
waarvan hij den stenn des ministers inroept.
Do m i n i s t e r zal daaraan gaarne voldoen als de
vrije arbeid er niet door belemmerd wordt. Ook hij acht
het een practische weg.
Bij do 4e afd. (medische politie) dringt de Z ij p aan
op spoedige wijziging der veeartsenijkundige wet, vooral
in verband met, het mond- en klauwzeer. Ook wil hij
de voorschriften betreffende varkensziekte gewijzigd zien.
Ten slotte betreurt hij dat de minister weigert gelden
beschikbaar te stellen tot bevordering der veefokkerij.
De minister deelt meê dat eene wijziging der
veeartsenijkundige wet in bewerking is. Ten aanzien
van de varkensziekte is met het oog op het buitenland,
voorzichtigheid geraden. Op de qnaestie van rijksgelden
voor de veefokker!) zal hij bij het desbetreffende artikel
terugkomen.
Bij art. 76 (krankzinnigengesticht te Grave) meent de
moeite kostte. »Ik heb daarom den heer von Berwitz
moeten verzoeken, heden avond tasschen zeven en negenen
bij ons te komen."
»Ik zal er voor zorgen," zeide Engenie nu langzaam,
»dat niemand n stoort."
»Dank uhernam Hennern met een Aanwen glim
lach. »Maar daarmee alleen ben ik nog niet geholpen.
Gij ziet wel in welk een toestand ik mij bevind. Het
onderhoud met den heer von Berwitzdat ik niet wei
geren kan, zal mij op nieuw geducht aangrijpen en, naar
ik vrees, pijnen veroorzaken, die ik bij mijne tegenwoor
dige zwakte bijna niet verdragen kan. Ik overdrijf niet,
als ik zegmijn lot ligt nu in de hand van den heer
von Berwitz. En nn heb ik gedachtdat gij voor dit
uur alleen wel zoudt willen vergeten, wat ons gescheiden
heeft en ons ook verder zal scheiden. Slechts voor dit
éénti nnrIk heb n toch vroeger wel eens eene attentie
bewezen en mij dnnkt, het moet voor u zelve eene be
hoefte zijn, om die schuld ik heb het n waarlijk nooit
als een schuld toegerekend, aan mij af te doen. Dat
kunt gij van daag
Wordt vervolgd.
heer V ermeulen, dat deze post niet kan worden
goedgekeurd, zoolang de krankzinnigenwet, voorschrijvende
dat er slechts één rijksgesticht zal zijn, niet is gewijzigd.
Bovendien behoort de zorg voor krankzinnigen z. i. in
de eerste plaats bij de provincie. Ook de heer Y e e
g e n s aeht het wettelijke bezwaar onoverkomelijk.
Hij zou zelfs bleef deze post gehandhaafd
tegen de begrooting stemmen al is hij bereid met
het oog op de kieswet den minister te steunen. De
heer Harte toont in den breede de voordeelen van
Grave als verplegingsoord voor rastige krankzinnigen
aan. Bovendien heeft de minister verklaard dat eerst
dan wanneer de rijkswetgever eene uitbreiding der go-
stichten noodig acht, van Grave zal worden gebruik ge
maakt. De heeren de Beaufort en Seret kunnen
mede zich niet heenzetten over het formeele bezwaar
eerstgenoemde raadt den minister aan den post terng
te nemen. De minister constateert uitvoerigdat
het hier slechts de oprichting van een filiaal geldt
als reeds in het kasteel Radboud bestaat. Alleen voor
de ingebruikneming van een tweede gesticht acht hij
wetswijziging noodigniet voor eene eenvoudige geld-
aanvrage, waar hij ten overvloede verzekerter geen
gebruik van te zullen makenvoordat hij wijziging der
wet heeft voorgesteld.
De post wordt daarna verworpen met 50 tegen 36
stemmen.
Het voorstel des voorzitters om dinsdagden 10
eene avondzitting te houden wordt aangenomen.
Bij het opmaken van de nominatie voor den Hoogen
Raad verkrijgt de heer mr. A. Telders 's Hage 49 van
de 94 stemmen en wordt dns eerst6 candidaat. Voor
den tweeden candidaat hadden twee vrije stemmingen
plaats en kreeg jhr. S. Laman Trip Zatfen ten slotte
47 van d?, 86 stemmen tot derden candidaat werd ge
kozen na twee vrije stemmingen en ééne herstemming,
de heer L. U. de Sitter Arnhem.
Bij het voortgezet begrootingsdebat werd bij art. 81
cursussen in hoefbeslag) door den heer Meester be
toogd dat de daarvoor uitgetrokken post van 700
onvoldoende was. De m i n i s t o r antwoordde, niet tegen
vermeerdering te zijn ais dat eventueel noodig blijkt.
Bij art. 83 (subsidiën voor verbetering van paarden
rassen) werd een amendement van den heer Tijdens, om
de f 30000 te brengen op f' 60000 verworpen met 46
tegen 43 stemmen voornamelijk ten gevolge van het
betoog van den minister en den heer van Dedem,
dat de voorsteller niet aangafop welke wijze hij dat
meerdere zou wenschen te besteden.
De heer F e r f verdedigde voorts het door hem en
anderen ingediende amendementom een nieuw artikel
83 bis in te lasschen, houdende subsidie ter bevordering
van de veefokkerij ad f 10000. De voorstellers wenschen
voor hot vee hetzelfde wat het rijk voor de paarden doet.
Hij is van oordeeldat het voorbeeld van het rijk bij
de provinciën navolging vinden zal.
De beraadslagingen worden verdaagd tot woensdag
den 11, toen zij te 11 '/4 uur werden hervat.
Do minister blijft bet meer gewenscht achten, dat
de provinciale besturen zich de zorg voor de veeteelt
aantrekken. Intusschen slnit dit 's rijks medewerking
niet uitdoch eerst dan is die steun te verleenen, als
een algemeen plan tot regeling dier zaak bekend is
Waar de voorbereiding vau belanghebbenden ont
breekt, kon hij geen gemotiveerd voorstel op de begroo
ting doen. Wil de Kamer echter doen blijkan van haar
gevoelen, zij voteere een memoriepost, opdat de regeering
wete waaraan zich te honden. Zonder algemeen plan
is het hem duister wat hij met de 10.000 zou moeten
doen.
De heer Beelaarts betoogtdat het hier geen
provinciaal, maar een nationaal belang bij uitnemendheid
geldt. De kwijnende toestand van den landbouw recht
vaardigt den stenn alleszins. Men neme aan Denemarken
een voorbeeld.
De heer F e r f constateert, dat, hoezeer in de noord-
hollandsehe staten de voorstellers eener dergelijke subsidie
een cijfer voorstelden tegen ged. staten in, zij niettemin
hun pleit wonnen. Als leiddraad voor een algemeen
plan in deze zaak kan voortreffelijk strekken het regle
ment voor de paardenfokkerij.
De heer Lohman, hef denkbeeld van den minister
willende formuleerenstelt als amendement voor een
memoriepost, al zal hij ook zelf tegenstemmen, daar hij
van oordeel is, dat de veeteelt niet tot tak van staats
zorg moet verheven worden. Begint men echter met
aan de voorstellers toetegeven, dan vreest hij dat de af
gevaardigden bestormd worden met allerlei wenschen
door de kiezers uit hun district. Met deu voorgestelden
memoriepost kan thans de Kamer uitmaken wal zij wil.
De heer Tak van Poortvliet constateert, dat
de meerderheid der commissie van rapporteurs voor eene
rijksondersteuning is.
De heer de Kanter hecht weinig aan een memo
riepost. Daarmede zijn de boeren niet geholpen.
De heer Lieftinck beveelt ook aanneming van
het amendement aan. Wil men den zin voor protectie
niet in de hand werken, dan steune men op deze wijze
den landbouw. Uitgavon voor onderwijs vindt hij hoogst
nuttig. Doch naast den geest, vergete men de stof uiet.
De heer van Dedem is van meening, dat op deze
wijze de landbouw niet te helpen is. Men make zijne
producten duurder. Dat is een weg Of men de fokkerij
al steunewat baat hetde boer heeft voor zijn vee
toch geen afzet. Hij is daarom tegen het maken van
de veeteelt tot een onderwerp van staatszorg en acht
't onmogelijk op dit punt eene algemeene regeling te
maken.
De minister deelt mede, dat, al worden de amen
dementen verworpen, hij toch trachten zal, een algemeen
plan voor de bevordering van de veeteelt van wege het
rijk te ontwerpen.
Het amendement-Ferf wordt daarna verworpen met 49
tegen 44 stemmen dat van den heer Lohman aangeno
men met 75 tegen 17 stemmon.
Bij art. 84 (bestrijding besmettelijke veeziekte) bespreekt
de heer van D e d o m de keuring van het vee voor het
buitenland.
De minister acht het ondoenljjk het vee bij inlading
te keuren en meent dat dit beter op de markt geschie
den kan in de kosten waarvan de regeering tegemoet
komt. Hij wil echter nog wel nagaan wat do kosten
zullen zijn van eene keuring buiten de markt en hij ver
zekert dat de regeeriDg alles in 'twerk stelt, om de
moeielijkheden voor den uitvoer van vee te verminderen.
Zitting van den 11.
Art. 87 (nieuwe leerstoel voor de archacologie) gaf
aanleiding tot een zeer langdurig debat over de vraag
wat eigenlijk de werkkring zon zijn van den nieuwen
titularis. Ten slotte werd de post echter zonder hoof
delijke stemming, aangenomen.
Bij art. 106 betoogde o. a. de heer Schimmelpen-
n i n c k de billijkheid om aan leeraren aan gymnasia
tot welker oprichting de gemeenten niet verplicht zijn
recht toe te kennen op rijkspensioeD tegen welke uit
breiding van het fonds de minister bezwaar heeft, zoo
lang de financieele gevolgen niet bekend zijn.
Bij art. 110 (Polytechnische school) gaat de Kamer
uiteen tot de
Avondzitting,
waarin een door den heer L e 1 y voorgesteld amendement
op dit artikel, tot verhooging van den post met f 500,
ten einde ook den leeraar in de werktuigbouwkunde tot
professor te kunnen maken, door den minister werd
overgenomen.
Bij art 117 (subsidiën aan ambachtsscholen) doet zich
de heer D o n n e r kennen als voorstander om het in
stand houden der ambachtsscholen zooveel mogelijk over-
telaten aan particulieren steun en blijkt hij de voorkeur
te geven aan een goed ingericht leerlingstelsel. De heer
S m e e n g e daarentegen zou niet gaarne aan de am
bachtsscholen den rijkssteun onttrokken zien.
Bij art. 138 (rijkskweekschool voor. onderwijzeressen)
wordt deze post bestreden door de heeren Lohman,
Mackay en Everts en verdedigd door de heeren ïijdeman
en Borgesius.
De vergadering gaat te 11.10 uiteen tot den 12.
Staatsbegrooting 1§9C.
Financiën.
Ingekomen is de memorie van antwoord omtrent deze
begrooting. Daaraan wordt het volgende ontleend
'Eene herziening der comptabiliteitswet wordt voorbe
reid, gepaard met eene regeling van de financieele aan
sprakelijkheid der Ministers.
Een wetsontwerp tot gedeeltelijke wijziging der wet
op de grondbelasting in verband met de regeling der be
lastbare opbrengst van drooggemaakte of bedijkte gronden
wordt gereed gemaakt.
Een gemeentelijke statistiek van de vermogensbelasting
kan de Minister uiet overleggen uit vrees van gevaar
voor de geheimhouding. Tegen de geconstateerde ont
duiking op grove wijze van die belasting zijn maatregelen
genomen. De geheimhouding wordt overigens zooveel
mogelijk betracht, ofschoon de Minister opmerkt dat
het publiek dikwijls weinig prijs op geheimhouding stelt..
Eene regeling van de Indische verordening op het pa
tentrecht ter voorkoming van dubbele belasting zal spoe
dig tot stand komen.
Tot meerdere verzekering van de geheimhouding der
aanslagen in de bedrijfsbelasting in verband met de af
kondiging der kohieren door de burgemeesters zijn even
eens maatregelen voorgeschreven.
De nieuwe wijze van heffing van invoerrechten heeft
de vroegere ontduikingen in het licht gesteld. De nieuwe
wet had reeds ten gevolge dat de hooge opbrengst van
1894 zeer aanmerkelijk werd overtroffen, maar de Mini
ster meent dat do reeds aanvankelijk met een boven ver
wachting gunstige uitkomst bekroonde pogingen van hen
die de wet moeten uitvoeren, niet mogen verslappen. De
Minister zou het verkeerd achten onvoorwaardelijk en in
alle gevallen op facturen en handelsboeken af te gaan
ter bepaling van de waarde der goederen. De Minister
erkent de wenschelijkheid, dat aan één export niet de tax
atie van allerlei soorten van goederen worde opgedragen.
Het wetsontwerp tor, nieuwe regeling van den suiker
accijns zal binnen enkele weken inkomen.
Maatregelen worden genomen om de verbetaring dei-
handelsstatistiek, voorgesteld door de centrale commissie,
zoo spoedig mogelijk tot uitvoering te brengen.
De Minister hoopt weldra een voorstel te doen ter zake
van de borgtochten der comptabele rijksambtenaren.
Onlangs heeft de Minister bepaald dat de conduitestaten
der belastingambtenaren aan de belanghebbenden moeten
worden medegedeeld, indien zij voor hen nadeelige aan-
teekeningen bevatten.
Wijziging van de pensioenwet zal eerlang worden in
gediend. Omtrent de pensioenregeling van tijdelijke amb
tenaren heeft de Minister het gevoelen van zijn ambtge-
nooten ingewonnen.
Vermindering van de formaliteiten bij de Grootboeken
zal worden overwogen.
Voor eene overweging eener reorganisatie vahet kadas
ter heeft de Minister nog geen gelegenheid knnneu vinden.
De Minister belooft een onderzoek omtrent de wensche
lijkheid van wijziging der voorschriften omtrent het me
ten van stoomschepen in verband met veranderingen in de
inrichting der schepen.
De kwestie eener Staatshypotheekbank voos den land
bouw is in onderzoek.
Van afschaffing van het betaalmeestersambt verwacht de
Minister geen bezuiniging. In beginsel is de Minister
voor uitbetaling van de traktementen voor rijksklerken
bij de belasting rechtstreeks van rijkswege.
Omtrent de grensfraude in zout wordt medegedeeld,
dat deze in Zeeland en Limbnrg bijna geheel heeft op
gehouden en dat deze ontduiking in Noord-Brabant niet
belangrijk is. Naar geleidelijke afschaffing der premiën
wordt steeds gestreefd.
Eene nieuwe wet beslissende welke domeinen behouden
of verkocht kunnen worden, wordt ter hand genomen.
Eene verandering in de regeling der positie van de
landmeters van bet kadaster zal bij de eerstvolgende be
grooting voorgesteld worden.
De Minister verzekert dat aan het onderhoud van het
Haagsche Bosch alle zorg wordt besteed.
Het doineinbestuur en Callantsoog.
In de Memorie van Antwoord op hoofdstuk VIIR
(financiën) der Staatsbegrooting ontkent de minister van
financiën de juistheid van 'tgeen in de bekende zaak
over de duinen bij Callantsoog onlangs is aangevoerd.
Mea leost in dat verslag namelijk het volgende:
»Tot staving van de ernstige klachten over de wijze
van optreden der domein-administratie tegenover derden