U R fir E R L Ü~K 8 I A ND. Tot sub3.-officier van justitie bij de arrondissements rechtbank te Amsterdam is benoemd mr. C. Baart de la Faille, tbans in gelijke betrekking te Winschoten. Tot hoogheemraad van Amstelland, prov. Zuid- en Noordholland en Utrecht is benoemd de heer jhr. P. H A. Martini Buijs tot heemraad van den polder Westzaan de heer J. N. Ran. Bij het laatst gehouden examen voor het post- radicaal is o. a. geslaagd de heer J. Hoogerduijn tele grafist te Nleuwedlep. Den 6's avonds ontspoorde bij Vechel de voor laatste tram van Helmond, tengevolge waarvan de loco motief omkantelde en machinist en stoker ernstig letsel bekwamen. De stoker werd aan hoofd en armen met brandwonden bedekt. Het ongeluk bleek te zijn ontstaan door een hoefijzer, dat op de rails gevonden werd. Bij kon. besluit is op zijn verzoek eervol ontslagen als notaris te Zevenaar de heer C. van Leenhofdesge lijks de heer G. Vos als notaris te Zwaluwe. Benoemd tot kantonrechter te de Lemmer de heer mr. J. de Jonge, thans substituut-griffier bij de arr. rechtbank te Assen. Moord Rotterdam. Volgens de N. Rott. Ct. moeten een aantal ontdek kingen zijn gedaandie de justitie veel licht geven eD waarschijnlijk binnenkort de ware toedracht der zaak aan het licht zal brengen. In verband met deze zaak werd. den 10 een persoon uit Osch door de marechaussee geboeid naar Rotterdam gebracht. De minister van staat, mr. J. Heemskerk Az., is sedert eenige dagen ongesteld. -- De hoofdingenieur van het Suez-Kanaal de heer Qnellineck, bezoekt ons land, om onder geleide van den heer Conrad de inrichtingen voor uitbaggeringin de haven van IJmuiden en op den Rotterdamschon Water weg in gebruik, in oogenschouw te nemen, met het oog op voorgenomen verbeteringen in het uitbaggeringsma- terieel in het Suez-Kanaal. Aan den eervol ontslagen secretaris-generaal van het departement van bnitenlandsche zaken mr. G. J. E. E. Zilcken, is een pensioen verleend van f 3000'sjaars. Tot burgemeester van Aalten is benoemd mr. W C. Tack met toekenning van eervol ontslag als burge meester van Kesteren. Aan den burgemeester van WeespercarspelJ. C. F. Bletz, is toestemming verleend om te Weesp te blijven wonen. Tot commies der posterijen 2e klasse is bevorderd W. C. Callenfels, thans 3e klasse. Aan de amsterdamsche universiteit zijn bevorderd tot arts de heeren K. Kooijman, geb. te Andijk 8. J. de Lange, geb. te Rotterdam; Paul Man, geb. te Beein - sterJ. de Smits, geb. te Haaksbergen en toegelaten voor het eerste gedeelte de heeren J. J. Ott de Vries, F. M. J. de Wever en F. C. H. Cromwell. Ren Reuring In do Kerk. Ct. deelt de beer J. J. van den Broek, predikant te Noordwijkerhout, mede, dat op een der laatste Zondagen onder zijn gehoor zich een tweetal lieden uit Schoonhoven bevonden, die zijn preek kwamen hooren. Deze heeren hebben den predikant nogal ergernis be zorgd. Dit blijkt uit het volgende lijstje van grieven, dat hij in de Kerk. Ct. openbaar maakt »l°. Werd de preek opgeschreven, doch dit geschiedde op een wijze, die voor alle omzittenden, ja tot midden in mijn kleine kerkje, hinderlijk was door het kraken van het papier der landkaart uit het spoorboekje, waarin dit wirk geschiedde. »2o. Werd bij het gebed de hand aan het oor ge bracht wie met mij iets van de waarde des gebeds ge voelt, qualificeeren zulk een »kenring." »3°. Verlieten de heeren juist even voor de apostolische zegenbede het kerkgebouw, wat in zulk een kleine ruimte zeer veel hinder gaf, en ook mijn bekendmakingen (be noeming, attestatiëu, beroep naar Almeloo) geheel deed verloren gaan. »4°. Hebben zij hot door hen gevormd oordeel, dat afkeurend was, kenbaar gemaakt inde kroeg van het dorp." Aan de bekwaamheid dezer heeren in het vervullen van hun taak twijfelt de heer Van den Broek niet, doch wel aan hun wellevendheid. IVoordhollandsclie Ijsbond. Van den heer D R. Pz., te 's Hage, ontvangen wij onderstaand schrijven waaraan wij gaarne eene plaats geven. Het feit, dat weldra de slooten en vaarten wederom met een ijskorst bedekt zullon zijn, geeft mij aanleiding, hoewel ik er rechtstreeks niets mede te maken heb eenige mededeelingen te doen betreffende de inrichting van de Zuidholbindsche IJsvereeniging, hetgeen misschien de eventueele oprichting van een Noordhollandschen Schaatsenrjjdersb md bevorderlijk kan zijn. Het Hoofdbestuur der Z H.IJ. bestaat uit eenige in vloedrijke personen, die met veel toewijding alle voor komende bezwaren trachten uit den weg te ruimen en hierin reeds zoover geslaagd zijn, dat thans bijna alle flinke waterwegen onder bet beheer van dien Bond zijn Deze moeilijkhed ju waren vele. Er moesten vlonders worden weggenomen eigenaars van losse landbruggen, die niet veel ophadden met de IJssport, overgehaald deze te ve"wijderen, overstappen gemaakt, biugopeningen, die door handige baanvegers of aauwonenden werden opengehouden om er een loopbrug te plaatsen, die lastig en gevaarlijk was voor de rijders, in beheer genomen, terwijl, waar werkelijk loopbru.-gen noodig waren, voor het noodige materiöol moest worden gezorgd. In één geval hoeft dit vóórlaatste zelfs tot rechtsvervolging aanleiding gegeven van een man, die eiken morgen zout strooide op dun ijs van één nacht, zoodat dit er steeds onbetrouwbaar bleef. Wilde men goede banen hebben, dan moest er in al zulke gevallen handelend worden opgetreden zonder aanzien des persoons. De vereeniging wordt dan ook als rechtspersoon vertegenwoordigd door den voorzitter en den secretaris Natuurlijk is de hulp der gemeentebesturen en politie tot, handhaving der orde en lot wering van baldadigheid noodzakelijk. Het bestuur heeft zich dan ook tot deze colleges met een verzoek schrift te dien opzichte gewend en allerwege wordt er medegewerkt en geijverd voor het goede doel dat de vereeniging zich heeft gesteld. Dit goede doel is het zorgen voor ijsverkeerswegen binnen de grenzen der pro vincie op eene wijze, die door het bestuur het meest ge schikt wordt geacht en het annonceeren van ijsberichten in de dagbladen. Deze manier van werken is reeds sinds eenige jaren door de Z.H.IJ. gevolgd. Het terrein van den arbeid is verdeeld in 9 districten, aan het hoofd van elk waarvan een commissaris staatzoodat er 9 commissarissen zijndie samen het uitvoerend eomité vormen, hetwelk uit bestuursleden van den Bond wordt samengesteld. (In den regel weet men onderling wel, wie hiervoor de moest geschikte persoon is). Deze com missarissen houden toezicht op de ten dienste der Z.H.IJ. verrichte werkzaamheden in hun district, bevorderen de oprichting van afdeelingen in plaatsen waar deze nog niet gevestigd zijn, zorgen voor het, zoo noodig dagelijks, toezenden van berichten omtrent den toestand van het ijs aan het hoofdbestuurterwijl één hunner voor het materiëel der vereeniging zorgt. Zij genieten vergoeding van de ten dienste der vereeniging gemaakte kosten voor al hunne handelingen zijn ze natuurlijk aan het hoofdbestuur verantwoording schuldig. Bij sneeuwval overleggen de commissarissen met den voorzitter over de te nemen maatregelen. De afdeelingen daarentegen doen mededeeling omtrent haren arbeid aan den districts commissaris en deze voorziet in alle voorkomende ge vallen. Zoo b. v. noodlijdende vereeuigingen niet in staat zijn voldoende banen te onderhouden, verleent do Bond subsidiën of doet zelf gedeeltelijk de banen onderhonden. Zoo zich dus eene ijsvereeniging bij de Z.H.IJ. aansloot, kon zij haren leden veel grootere voordeelen aanbieden dan zij ooit door haar isolement zou hebben kunnen doen, n.l. het gebruik van goed geveegde banen door de ge heels provincie. De aandacht dient wel te worden ge vestigd op het feit,, dat nochtans geene dar aangesloten afdeelingen hare eigeue onafhankelijkheid verloor. Het eenige wat zij hadden te doen, was jaarlijks 5°/0 van hare inkomsten aan de Bondskas af te staan en in gemeen overlog te treden met den districts-commissaris over het beste werkplan. Zij zorgen ook voor het aannemen van werkvolk en de beEaling ervan. Een voldoend aantal baanvegers werd dus door eene afdeeling aangenomen (in den regel de lieden die toch elk jaar de baneD reeds veegden) en bij den dag betaald, zoodat deze op een flink dagloon konden rekenen. De goede baanvegers leden dus door de inmenging van den Bond volstrekt geene schadeterwijl werd voorkomen dat moedwilligen het ijs vernielden en de passage der schaatsenrijders bemoei lijkten. Ziehier dus de voordeelen De schaatsenrijders kregen goede banen en de leden der Z.H.IJ, die mede werkten tot de instandhouding daarvan, konden op ver toon van hun bewij3 van lidmaatschap (een kartonnen kaart, waarop de initialen Z.H.IJ. van den Bond gedrukt en den naam van den drager geschreven en die voor gemak duidelijk zichtbaar werd gedragen) vrij passeeren, zonder te behoeven stil te staan voor het geven van baangeld. Aan niet-ledon werd echter door de baanve gers een bus der vereeniging voorgehouden, waarin ieder naar vermogen kon offeren en zoodoende de kas steunen. Dat dit voor alle partijen aangenaam was, behoeft zeker geen verder betoog. Nu nog een ehkel punt. De Bond zag zeer praktisch indat geen hooge contributie voor het lidmaatschap moest worden geheven. Wanneer deze hoog is krijgt de vereeniging het aanzien van partijdigheid en dit is voor een echt hollandsche sport als het ijsvermaak niet aan te bevelen. De minimum-bijdrage der leden werd dus gesteld op 50 cent, terwijl de moer gegoeden eene hoogere contributie konden betalen tot steun van de goede zaak. Ook dames en zelfs kinderen konden lid worden. Dat alzoo het ledental sterk vermeerderde en ten slotte do financiën der Vereeniging in bloei toena men is gemakkelijk te begrijpen. De Zuidhollandsche IJsvereeniging is er dan ook ik geloof dit gerust te kunnen zeggen bovenop en de belangstelling in haar werk wordt van alle kanten grooter, zoodat ze in staat is geweest verleden jaar een terreinkaart voor schaat senrijders met beschrijving van tochten uit te geven, omvattende de banen tusschen Rotterdam den Haag, Amsterdam, Haarlem, Gouda en Schoonhoven, waarvan dezen winter een tweede druk zal verschijnen. Het aantal leden bedraagt reeds ongeveer 6500. Zou voor het idéé van het oprichten van een Noord hollandschen Bond geen propaganda kunnen worden ge maakt Noordholland, dat, wat veelheid en hoedanigheid van ijswegen betreft, met Zuidholland kan concurreeren, heeft zich door zijn zuidelijken naamgenoot een voorbeeld laten stellen Het bestuur der Z.H.IJ. (voorzitter de heer W. F. Margadant, Hugo de Grootstraat, den Haag), zal zeker bereid worden bevonden, zoo noodig meerdere inlichtingen te verstrekken. Wieringerwaard. G e b o r o n. 4 Nov. Daniel, z. van Klaas Kaan en Elisabeth Chris tina Jimmink. 7 IJda, d. van Jan Slikker en Pietertje Keuris. O verleden. 23 Nov. Klaas Egmond, 39 j. 26 Levenloos aangegeven kind van Hendrik Boekei en Trijntje Hos. fis kei. On dertrouwd. 29 Nov. D. Brugman, wednr. van B. v. Leverink, en S. van der Busse, wed. van C. Schoorl. 30 Joseph Zervas en Grietje Appel. Getrouwd. 9 Nov. Jan van Twuijver en Antje Nieuwpoort. Geboren. 9 Nov. Jan Picter, z. vaD R. Kuiper en M. Vries. 17 Aatje Ennema, echtgen. van Klaas Steen, 56 j. Oterleek. Ondertrouwd 8 Nov. en getrouwd 21 Nov. S.'mon de Jongh wedur. van Wulment de Geus en Antje Plomperlaatst wed. van Adrianus Couwenhoven. Ondertrouwd 8 Nov. en g e t r o u -w d 24 Nov. Bene Dekkeren Cristina Elisabeth Tolle. Getrouwd: 10 Nov. Jacob de Boer en Grietje Kooij. Oudkarspel. Geb oren. 14 Nov. Aagtje, d. v. Klaas Schuit en Brechtje Hillegonds. 22 Cornelis, z. van Cornelis Molenaar en Dieuwertje Kor ver. Callantsoog. In zijn memorie van antwoord omtrent zijne begrooting voor 1896 schrijft de minister van waterstaat het volgende omtrent Oallantsoog De zeewering van Callantsoog verkeert in zoodanigen toestand, dat voor doorbraak geen onmiddellijke vrees behoeft te bestaan. De laatstelijk genomen maatregelen om eene doorbraak te voorkomen bepalen zich tot 1°. het overhalen van het duin op 440 M. benoorden Callantsoog 2°. het in zeewaterkeerenden toestand brengen van den Voordijk met eene kruinsbreedte van 20 M. Het werk sub 1 genoemd is in den aanvang van dit jaar voor rekening van de provincie uitgevoerd door den polder Callantsoog. De kosten daarvan hebben bedra gen f 658 Het sub 2 genoemde werk werd in het voorjaar van 1895 uitgevoerd door den polder Callantsoog op bevel van Gedeputeerde Staten, op grond van art. 7 der wet van 12 Juli 1855 (Staatsblad no. 102). Daarbij werd de toezegging gedaan van eene bijdrage tot 50 pet. der kosten. De Rijkszanddijken gelegen voor het dorp Callantsoog werden reeds in 1892 verzwaard. Met de zeewering benoorden Callantsoog wordt blijkbaar bedoeld de duinregel langs het aldaar gelegen strand. Zoo opgevat, kan niet worden verklaard dat die zeewe ring tegen hevige stormvloeden bestand is. In den duinregel toch tusschen de strandpalen 8 en 10 bevinden zich werkelijk twee of drie zwakke punten, die bij zware en langdurige stormen wellicht geen voldoen den weerstand zullen bieden. Alsdan zou het Botgat overstroomen en de eigenlijke zeewering alhier, de Koe gras-zanddijk, het water moeten kepren. Deze dijk zou daartoe zonder twijfel in staat zijn. Hij wordt, als zijnde Staatseigendom, als zoodanig en ten be hoeve van dat eigendom, in de helmbeplanting van Bijks- woge begrepen maar verplichting van den Staat tot on derhoud van dien dijk als zeewering bestaat niet. Omtrent den toestand van den buitenduinregel wordt een onderzoek ingesteld dat nog niet geheel is afgeloopen. Ten einde overdreven voorstellingen te voorkomen, mag in herinnering worden gebracht, dat nog in het begin dezer eeuw het Botgat voor de zee open heeft gelegen, en toen zelfs tegen den Koegras-zanddijk nabij do Groote Keeten strandgoederen aanspoelden. Mocht het Botgat onder- stroomen, dan zou ook van deze zijde de polder Callants oog worden bedreigd. De toestand der duinen tusschen dien polder en het Botgat is echter vaD dien aard, dat ook hier geen dadelijk gevaar voor dezen polder behoeft te worden geducht. Van een duinregel bezuiden de Hondsbosache zeewering kan moeielijk sprake zijn. Onmiddellijk bezuiden die zee wering toch bezitten de hier zeer hooge duinen, deel uitmakende van de Rijksduinen onder de gemeente Schoorl, reeds een aanzienlijke breedte. Hieruit volgt, dat die duinen aldaar een groot waterkeerend vermogen hebben. Voor de instandhouding en het onderhoud dezer duinen als zeewering is niemand aangewezen. Wel heeft de Staat de helmbeplanting in de Zeereep op zich genomen, maar- verder strekt zich de zorg vaD den Staat niet uit. Dezer dagen is te Lyon een weduwe overleden, die in haar onderhoud voorzag door het verkoopen vaD dag en weekbladen in een der kiosken. In de overtuiging, dat zij daarbij niet meer dan een droog stuk brood won, liet men haar, wier uiterlijk van armoede getuigde, geen plaatsgeld betalen. Na haar dood bleek evenwel, dat de weduwe een aardig fortuintje bezat. In haar woning werd, veilig verborgen, een kist gevonden, die 65.000 francs goudstukken en 35.000 francs zilver bevatte. Een erfgenaam voor de 100.000 francs der weduwe is niet bekend. Berlijnsche Industrie-tentoonstelling. De voorloopige werkzaamhedên op de terreinen dezer tentoonstelling zijn met groote schreden voorwaarts gegaan. De vraag of de tentoonstelling 's avonds ver licht zou zijn, is in overeenstemming met de wenschen van hot groote publiek opgelost. Het geheele terrein, allo gebouwen, ook de groote nijverheidszalen van 't ge bouw, zullen tot 's avonds laat verlicht worden. Voor het verkeer op het groote terrein wordt gezorgd door den aanleg van een spoorweg langs den geheeleu omtrek met tien stations. Door het zachte seizoen heeft men vóór het intreden der vorst alle gebouwen van beteekenis ond r dak kunnen brengen en daardoor kan men ook tijdens de wintermaanden aan den biunen-ar- beid voortgaan. Het verkeer van Berlijn met Treptow zal, behalve door den Berlijnschen stad-spoorweg, door drie electrische spoorwegen, paardentrams, omnibussen en een grooten ri- vierstoombootdienst op de Spree geschieden. De visscherij -tentoonstelling zal door vertooning van al wat op visscherij en vischteelt betrekking heeft, pro paganda maken voor de visch als volksvoedingsmiddel, op grootere schaal dan tot nu toe ooit het geval was. Do koloniale tentoonstelling, die door stads- en staats- regeering op alle mogelijke wijzen wordt ondersteund, zal niet alleen belangrijk zijn uit een ethnograpisch en botanisch oogpunt, maar ook door de aanwezigheid van vertegenwoordigers der verschillende Afrikaansche men- schenrassen, niet als kijkspel voor nieuwsgierigen, maar met het wetenschappelijk en menschlievend oogmerk, uit te vorschen op welke wijze de voor beschaving vatbare elementen van het donkere- werelddeel voor cultuur-ar beid kunnen worden voorbereid. In de afdeeling voor chemie zal in een gehoorzaal een aantal lezingen over technische onderwerpen worden gehouden, met proeven verduidelijkt. De afdeeling kleederen-fabricatie zal een geschiedenis der mode geven, door aanschouwelijk te too- nen hoe men van de eerste tijden tot heden zich voor allerlei gelegenheden kleedde. De tuinbouw-tentoonstelling zal toonen hoe de Ber lijnsche warmoezenier zich met die van andere landen kan meten. Drukkerij Herms. Coster Zoon' Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 6