No. 149. «er^te wad. 3Üeven en Hegeniigste «jaargang. 1895. ZONDAG 15 DECEMBER. SPAREN Feuilleton. BiB VEOU W- Berlijnsche Roman, Duiteulan d. ALKMAARSCHE CÖERAAT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond nitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1,—. De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer «»i i iiiiiiHinuHiifMBmiroa— Wannéér men over sparen schrijft heeft men veel kans dat de lezer zich geen andere moeite geeft dan om het opstel over te slaan. Op denzelfden dag dat wij een sommetje naar de Rijks postspaarbank hebben gebracht zijn we in staat bij vrienden en kennissen te beweren dat de welvaart toch meer zou bevorderd wordenindien 't gold onder de menachen kwam d. w. z. verteerd werd. Ook zijn we het er over eens als 't te pas komt dat de arme van zijn karig werkloon voor de toekomst niets kan afzonderen datal nam de spaarzaamheid toe, de sociale anaestie toch niet opgelost zou zijn dat 't overleggen van enkele centen niemand rijk zal maken. Bovendien wat helpt de zuinigheid indien 't den mensch niet meê loopt Er moet wat geluk bijkomen. Zonder geluk vaart niemand wel. Van rijke menschen in 't algemeen houden wij niet. Want wij gelooven, dat de gegoedheid van den een die van den ander in den weg staat. Wanneer ons evenwel de keus werd gelaten, dan zouden wij toch gaarne tot de Rotschilds behooren. Op onze beurt koopen we allen in de hoop om rijk te worden een deel van een lot in de staatsloterij, met het gevolg dat ons geld voor goed weg raakt. Het zon te ver voerenal deze en dergelijke onsa menhangende opvattingen ieder afzonderlijk te weer leggen. Nog moeielijker zou het zijnom aan te toonen in hoeverre zij een juist begrip ten grondslag hebben en in boe verre zij dwalingen bevatten. Intusschen staat het vrijwel vast, hot kan met cijfers worden aangetoond dat de Rijkspostspaarbank zich in veler sympathie verheugt en dat de som der in lagen gestadig toeneemt. Toch ligt de vraag voor de hand, of er geen middelen te bedenken zijn om bij de minder gegoede burgerij de lust tot besparing nog meer te verlevendigen. Indien men daarin slaagde, indien het mocht gelukken de zucht tot kapitaalvorming aan te wakkeren dan zou dit op allerlei maatschappelijke toestanden een onmis kenbaar weldadigen invloed' uitoefenen. Het is ons volkomen bekend dat zinnen als de voor gaande op menigen lezer den indruk maken van hol te zijn. Omdat spaarzaamheid als maatschappelijke deugd in diserediet dreigt te geraken, mag allerminst echter thans worden nagelaten om eene oeconomische waarheid als deze in herinnering te brengen, noch om die te verdedigen. 43) naar het Hoogduitsch VAN PAUL LIKDAU. Hennern hield op, alsof hij geheel was uitgeput. Eugenie keek strak voor zich uit. Zij gevoelde wezenlijk medelijden voor den zieke, en zij zei zeer oprecht: .Ik zal u gaarne helpen, als mij dat mogelijk is." »Ik eisch niet veel van n," zeide Hennern, die nu onwillekeurig op levendiger toon sprak, maar ook dadelijk daarop op den vroegeren toon voortging. »Ik verzoek u den heer von Berwitz te ontvangen. Ik verzoek u er hem op voor te bereiden, dat hij bij een ergen zieke komt. Ik verzoek u verder, er aan te denken, dat de heer von Berwitz op dit oogenblik voor mij de belang rijkste persoon is, dat alles van hem, van zijöe beslis» sing afhangt. Ik verzoek u dus hem zoo vriendelijk en zoo hartelijk mogelijk te ontvangen, en niets te doen, wat hem kan mishagen. Ik ben ten volle overtuigd, dat de heer von Berwitz u zeer is toegedaan. Behandel hem als een goed vriend, dan kan ik ook op zijne vriend schappelijke tusschenkomst rekenen, en dat is voor mij de redding. Wees slechts eenmaal in uw leven, slechts dezen enkelen keer in den waren zin van het woord mijne hulpe 1" Eugenie was door de woorden van baar man ten zeerste getroffen. Dat hij ook juist weer datgene van haar moest eischen, wat voor haar het moeilijkst was op de geheele wereld Haar geheele innerlijke wezen kwam in opstand tegen den eisch, die haar nu gesteld werd. Maar daar viel haar blik op den bleeken, holoogigen man met de bewegelijke gezichtszenuwen, die daar met gesloten oogen lag, den man, die haar uit haar armoe- Als middel nu, om bij de menigte sparen te bevorderen, verdient naar ons toeschijnt aanbeveling de vorm van sparendie in Duitschland sedert enkele jaren wordt toegepast. Vergissen wij ons niet dan viel daarop ten onzent nog niet de aandacht. Het zij daarom vergund, de inrichting der algemeene Duitsche spaarvereeniging gevestigd te Berlijn (Unter den Linden 64) te bespreken en daarbij in plaats van met marken met guldens te rekenen Ieder dan die vijf gnldeu bij elkaar heeft weten te brengen kan lid der dezer vereeniging worden. Bij inleg van slechts vijf gulden ontvangt hij een be wijs dat zeker honderd gulden waard zal zijn. Hoezeer dit aangename vooruitzicht aanlokkelijk moet werken is duidelijk. Stel u eens voor dat een arbeidersgezin er in slaagt, om 100 van die bewijzen te verzamelendan wordt de familie eenmaal niet minder dan tien duizend gulden rijk! Zelfs gegoede lieden zouden zich in dit vooruitzicht verheugen De spaarvereeniging nu is in staat voor elk f 5 inleg, t 100 terug te betalen doordat de rento steeds bij het kapitaal gevoegd wordt. Aangezien 85 jaar verloopt voordat f 5 aangegroeid zijn door belegging van rente op rente tegen 3'/2 °/0 tot f 100 en dus hij die spaart zelf in verreweg de meeste gevallen niet in het genot van die f 100 zal komen, moest vermelde instelling dit bezwaar ontgaan. Zij deed dit op deze wijze. De 1 5 worden in 2 deelen verdeeld f 3,50 wordt vastgelegd en f 1,50 wordt besteed tot amortisatie. Twee fondsen zijn er dus. In het eerste komt 70 dei inlagen en daarvoor zoekt men een vast8 belegging. In het tweede komt 80 °/0 der inlagen en uit deze gei den wordt jaarlijks bij loting bepaald welk spaarbewijs met t 100 kan uitbetaald worden. In het tweede fonds brengt men ook de inkomsten boven de 3'/2 °/0 zoo die er zijn. Dus tegen storting vau f 5 heeft men reeds na verloop vno een jaar ds huns om f 100 te ontvangen. Doch ook hij die niet zoo gelukkig is om f 100 na verloop van 1, 2, o, 10 of 20 jaar te ontvangen, blijft niettemin verzekerddat eenmaal zijn bewijs dezelfde waarde zal verkrijgen. Want de t 3,50 rent op rente belegd groeien na 98 jaren toch ook tot f 100 aan. Op deze wijze heeft men dus gebruik gemaakt van de neigingdie bij het publiek bestaat om in de loterij dig tehuis had gehaald en haar, zonder haar ooit iets te verwijten, welvaart en overvloed had gegeven, den vader van haar kind. Hoe weinig zij ook het voorrecht van den rijkdom mocht tellen, hoezeer zij ook werkeljjk te midden van den overvloed gebrek had geleden, zij voelde toch, dat zij aan dezen man eene schuld moest afdoen. En juist nu, nu hij haar geheel vreemd was geworden, drukte haar die verplichting. Eu nu hij niet over het kind sprak, moest zij er des te levendiger aan denken, dat hij de vader was. Hare neusvleugels trilden. Zij had hare lippen vast gesloten, om hare gejaagde ademhaling door geen enkel geluid te verraden. Na eene lange stilte zeide zij eindelijk: .Het is voor mij zeer moeilijk, veel moeilijker, dan gij wel denkt, om uw wensch te vervullen. Maar het zal geschieden Ik zal den heer von Berwitz ontvangen. Ik zal hem dringend verzoeken uwen gezondheidstoestand in aanmerking te nemen. Ik zal mijne eigene gewaar wordingen onderdrukken en alles doen, wat ik kan, om uwe belangen te behartigen." Hennern had, terwijl Eugenie dit zeide, zijne oogen gesloten gehouden. Nu sloeg hij zijne oogleden op en zag haar met de tiouwhartige uitdrukking, die hij aan zijne oogen wist te geven, dankbaar aan. Eugenie stond op. .Eén ding moet ik u nog verzoeken," zeide Eugenie. .Ik zal den heer von Berwitz hiernaast in het salon ontvangen. Gjj blijft dus in de zijkamer, waarvan de deur open moet staan. Ik ben er op gesteld, om niet alleen te zijn met den raad van legatie." .Dat is goed 1" zeide Hennern met een Aanwen glim lach. .Gij zijt een zonderlinge vrouw! Ik ben immers met jaloersch, zooals ik u reeds gezegd heb, en nu min der dan ooit. Ik heb daar zelfs geen recht meer toe." Eugenie beheerschte zich, om niet te doen blijken welken indruk de laatste woorden van Hennern op haar gemaakt hadden. Zij herhaalde alleen nog eens .Ik wil in geen geval alleen zjjn met den heer von Berwitz," en wendde zich naai- de deur. Bij den drempel bleef zij nog even staan en vroeg zijn geluk te beproeven doch met dit groote voordeel dat het geld nooit verloren gaat. Hot spieekt wel van zelf, dat voorzorgsmaatregelen genomen zijn door de Duitsche spaarvereenigingvoor goede administratie en veilige belegging bovendien ga- ïandeert een bank aan de deelhebbers de integrale na koming der verbintenissen. Mocht het voorkomen dat de inleggers niet langer op de honderd gulden willen of kunnen wachten dan zijn zij bevoegd de aflossing van het bewijs te vragen. Ook kunnen zij het bewijs bij de bank beleenen. In dit laatste geval behouden zij de kans op uitloting. W enschen zij de aflossing dan gaat de bank er toe over en dan vergoedt zij b. v. na 20 jaar f 10 en na 30 jaar f 15 gulden voor ieder bewijs. De .Sparschein kan steeds worden overgedragen aan een ander. Tegen de onveranderde toepassing van de wijze van wei ken der Duitsche Spaarvereeniging ten onzent bestaat misschien slechts één bezwaar, n.l. dat de vaste rente van 3'/2 °/o wordt aangenomen, terwijl het in de laatste jaren voor groote instellingen steeds moeielijker valt om die rente te maken. Indien de termijn van terugbetaling later wordt ge steld dan zou dit bezwaar zijn opgeheven. Het laat zich evenwel niet aanzien dat de rentestan daard steeds zoo laag zal blijven als thans. Rijst de lentedan kan natuurlijk spoediger worden afgelost. Hoewel practische bezwaren niet te miskennen zijn komt het ons toch voor, dat in ons land ernstig er aan gedacht moet worden om de gelden die thans aan de tallooze begrafenisfondsen toevloeien en ook dia welke bij de staatsloterij jaarlijks worden verloren, eene andere en betere bestemming te geven. Mogen bekwame financiers zich geroepen voelen te onderzoekeu in hoeverre de inrichting van een Neder- landsehe vereeniging tot geldbelegging voor de minder gegoede burgerijop bovenvermelden grondslag aanbe veling verdient. I-' TS C111,]y DDe sociaal-democratische groep in den Rijksdag heeft elf ontwerpen ingediend Bij het eerste wordt voorgesteld de artikelen van het straf wet,boek betrekking hebbende op majesteitsschennis te doen vervallen. Het tweede regelt het recht van veree niging en vergadering en bepaalt dat alle burgers van het rijk zonder onderscheid het recht hebben te vergade- .Hebt gij om den dokter gezonden? Kan ik niet iets voor u doen .Wees vriendelijk tegen den heer von Berwitz, dat is mijn beste geneesmiddel," antwoordde Hennern. Eugenie ging weer naar hare kleine Erida. Toen Hennern hoorde, dat de deur van het salon werd dicht gedaan, stond hij vlug op, wreef zijne handen en glimlachte. Hij zag er veel beter uit. Maar dadelijk daarop kreeg hij weer pijnlijke trekkingen in zijn ge zicht. De pijn was zoo hevig, dat Hennern zoo stijf in zijn bovenlip beet, dat het bloed er uit kwam. Hij sleepte zich voort naar zijn laboratorium, nam uit een gesloten kastje een klein langwerpig kokertje, deed het open en stroopte een zijner hemdsmouwen op. Kort daarop kwam hij met, een vluggen tred weer terug in het boudoir. Hij zag er vroolijk en opgeruimd uit en lachte om zich zelf, terwijl hij weer op de chaise-longue ging liggen. DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK, Maak u met te gauw van hem af, en spreek niet zoo luid, ik heb vreeselijke hoofdpijn. Het zou mij genoegen doen, als gij hem op zijn minst een kwartier bezig hieldt." Dat waren de aanwijzingen, die Hennern aan zijne vrouw gaf, toen de knecht den raad van legatie von Berwitz had aangediend, eu zij zich voorbereidde, om den vertegenwoordiger van graat Pagger volgens de op- dracht van haar man to ontvangon. Hennern, die in den loop van den namiddag was uit- gegaan, was tegen den avond weer op de chaiselongue in liet klein* boudoir gaan liggen. Op de kleine tafel brandde eene lamp, waarvan het licht, door een donker groene kap getemperd werd. Hij zag er vreeselijk bleek nit, en als hij zijne oogen dicht deed, had zijn gezicht eene bijna hippocratische uit drukking. Engenie, die, terwijl Hennern tot haar gesproken had, was blijven staan, ging nu langzaam naar het beter ver lichte salon. Tegelijkertijd was de deur die op den gang

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1