Nederland,
Met 11 tegen 5 stemmen gewezen van de hand na
een krachtig verzet van den heer Kraakman, die de
gemeente niet verantwoordelijk wilde stellen voor het
grove onderhond van een gebonw, door een ander ge
sticht ondanks het betoog van de heeren Bosman en
Canters, dat de geopperde bezwaren geheel denk
beeldig waren en de verzoekster niet anders vroeg voor
dit gebonw dan wat reeds met de overige gebonwen der
school het geval is.
17. Kapport op het verzoek van ds. Bonvin c.s. be
treffende vervroegde slniting der zoogenaamde danshnizen.
Uitgesteld met het oog op het late nnr.
18. Is overgegaan tot het benoemen van
a. Vier leden der vaste commissie voor de verordeningen,
tegen welker overtreding straf is bedreigd, voor 1896.
Voorzitter de Burgemeester, krachtens art. 166 der
gemeentewet.
Benoemd de heet en mr. J. P. Kraakman met 14,
B. Preijer, C. W. Brninvis en mr. H. Boelmans ter
Spill ieder met 15 stemmen.
b. Vijf leden der vaste commissie van financiën, voor 1896.
Benoemd de heeren B. Preijer, A. Goede Dz., J. de
Lange C.Jz., C. W. Brninvis en G. T. M. van den Bosch
achtereenvolgens met 14, 15, 15, 14 en 15 stemmen.
Daarna wordt de heer 0. W. Brninvis tot voorzitter
benoemd met 12 stemmen.
c. Drie leden van de vaste commissie van bijstand in
betrekking tot het beheer en onderhond der plaatselijke
werken en eigendommen voor 1896. Voorzitter de
heer J. M. de Sonnaville wethouder, door burgemees
ter en wethouders uit hnn midden aangewezen.
Benoemd de heeren C. Janssen Cz., W. F. Stoel en
G. de Groot Jz. met 12, 12 en 13 stemmen.
d. Drie leden der vaste commissie van bijstand in het
beheer en onderhond van de wandelwegen en de plant
soenen, voor 1896. Voorzitter de heer C. W. Brninvis,
wethouder, door burgemeester en wethouders uit hun
midden aangewezen.
Benoemd de heeren A. Goede DzB. Preijer en
P. Rentmeester met 15, 14 en 15 stemmen.
Twee leden der vaste commissie voo de gasfabriek
voor 1896. Voorzitter: de heer C. W. Bruinvis wet
houder. door burgemeester en wethouders uit hun mid
den aangewezen.
Benoemd de heeren J. de Lange C.Jz. en C. Bosman
ieder met 14 stemmen.
/.Twee leden der gezondheidscommissie, in de plaats
van den heer mr. F. F. Karseboom (overleden).
Aanbevolen worden de heeren m. H. Boelmans ter
Spill en mr. F. H. G. van der Hoeven.
Nadat de heer mr H. Boelmans ter Spill verklaard
hadniet in aanmerking te willen komen werd be
noemd de heer mr. F. H. G. van der Hoeven mei
9 stemmen
en dr. J. D. Boeke aftredende herkiesbaar.
Aanbevolen worden de heeren dr. J. D. Boeke en
A. H. Teljer.
Benoemd wordt de heer dr. J. D. Boeke met 14
-stemmen.
g. Een lid der vaste commissie van toezicht op het mu
seum in de plaats van den hoer C. W. Brninvis, af
tredende herkiesbaar.
Aanbevolen worden de heeren C. W. Bruinvis en
J. A. van den Berg.
Benoemd wordt de heer C. W. Bruinvis met 14
stemmen.
h. Een lid ven het burgerlijk armbestuur, in de plaats
van den heer G. Bossert Rz., aftredende, herkiesbaar,
doch die verzocht heeft niet meer in aanmerking te
komen.
Aanbevolen worden de heeren P. de Lange P.Bz.
en J. A. van den Berg.
Benoemd wordt de heer P. de Lange P.Bz. met
15 stemmen.
i. Een regent van het burgerweeshuis in de plaats van
den aftredenden regent mr. F. F. Karseboom, inmiddels
overleden.
Aanbevolen worden de heeren dr. J. Broers en
J. P. Kool Pz.
Benoemd de heer dr. J, Broers met 14 stemmen.
Twee regenten van het mannen- en vrouwen-gasthuis,
in de plaats van de heeren C. Janssen Cz., aftredende,
herkiesbaar, en J. Nuhout van der Vean.
Aanbevolen worden voor 1°. de heeren C. Janssen
Cz. en P. de Lange P.Bz,
Benoemd wordt de heer C. Janssen Cz. met 12
Stemmen.
.Aanbevolen worden voor 2°.: de heeren M. Prejjer en
W. H. J. Helling.
Benoemd de heer M. Preijer, met 16 stemmen.
Jc. Een lid dor plaatselijke commissie van toezicht op het
lager onderwijs, in de plaats van den heer mr. W. C.
Bcsmau, aftredende, herkiesbaar.
Aanbevolen worden de heeren mr. W. C. Bosman
en mr. M. E. J. J. van Lidth de Jende.
Benoemd de heer mr. W. C. Bosman met 13 stemmen.
li Een lid der plaatseljjke commissie van toezicht op het
lager onderwijs in de plaats van den heer M. H.
Spruyt aftredende herkiesbaar.
Aanbevolen worden de heeren M. H. Spruyt en
inf. H. Boelmans ter Spill.
Benoemd do heer M. H. Spruyt met 14 stemmen.
m,Twee leden voor het stembureau voor de verkiezing
voor de prov. staten op 28 Januari 1896, ten gevolge
van het overlijden van den heer mr. D. F. van Leeuwen.
Benoemd de heeren J. C. Witte en C. J. Canters
met 13 en 14 stemmen.
Bij de rondvraag alvorens te sluiten deed de heer
ter Spill voorlezing van een briefdoor den heer J.
Nuhout van der Veen aan hem gericht, als voorzitter
der speciale commissie, houdende betoog, dat het besluit
van den raad, in de vorige vergadering genomen, om hem
ongevraagd ontslag te geven uit zijne tunetiën, buiten die
van secretaris, in strijd is met het reglement van orde,
dat voorschrijft, eerst omtreut het ontslag te besluiten in
de vergadering, volgende op die, waarin het werd voor
gesteld.
Be voorzitter is van meening, dat, hoewel het
reglement werkelijk een dergelijke eisch stelt, de Raad
ten allen tijde bevoegd is, daarvan af te wijkon.
De heer ter Spill constateert, dat dit 's voorzitters
persoonlijke meeniug is, en niet is gebleken, dat de Raad
diens gevoelen deelt.
Verder vestigt de heer van den Bosch de aandacht
op de wenschelijkheid om nu eindeljjk te beslissen om
trent de quaestie van het Fnidsen, n; aanleiding waar
van de Voorzitter meedeelt, dat de betreffende stuk
ken een heele stapel papieren bjj de commissie in
onderzoek zijn.
De heeren van den Bosch en Kraakman noo-
digen den voorzitter uit, een botere plaats te verschaffen
aan de verslaggevers die thans, opgeborgen in het don
kerste hoekje der zaal, met behulp van een kaars, door
een welwillenden bode verstrekt, den arbeid zitten te ver
richten in dienst van de «Koningin der aarde''. De
voorzitter zeide verbetering toe. Ware niet de
eenvoudigste weg, om binnen de overgroote ruimte voor
de raadsleden bestemd, tegen de balustrade aan, een paar
tafeltjes en stoelen te zetten 1 Men maakte dan geen
kosten en de pers was afdoend geholpen. Vreest men
voor ontwijding, welnu, mon plaatse een los hek, dat
wel voorhanden zal zjjn en tot afscheiding dienen kan.
Tweede Kamer.
Dinsdag den 17, des voormiddags te 111/4 uur werden
de volgende wetsontwerpen onveranderd goedgekeurd
I. Wijziging van hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting
voor 1894.
2 Wijziging van hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting
voor 1895.
3. Begrooting pensioenfonds 1896.
4. Begrooting domeinfonds 1896.
5. Aankoop van grond ten behoeve van het kroon
domein.
6. Verkoop van vestinggrond te Breda.
7. Verkoop van het Clarissenklooster en het Minder
broedersklooster te Megen.
8. Rniliug van gebouwen en grond met de gemeente
Haarlem.
9. Wijziging van hoofdstuk III der Staatsbegrooting
voor 1894 en wijziging en verhooging van hoofdstuk III
der Staatsbegrooting voor 1895.
10. Naturalisatie van J. Forst en zeven anderen.
II. Begrooting der algemeene landsdrukkerij voor 1896.
12. Vaststelling van het slot der rekening van Suri
name over 1891.
13. Wijziging der begrooting van Nederlandsch-Indië
voor 1894.
14. Voorziening in het kastekort van den Indischen
dienst over 1896.
15. Wijziging der begrooting van Suriname voor 1894.
16. Wijziging van hoofdstuk X der Staatsbegrooting
voor 1894.
Daarna wordt voortgezet de behandeling van het
hoofdstuk financiën,
en is de minister aan het woord die de door den
heer S meen ge geopperde bezwaren ten aanzien van de
scheepismeting erkent en toezegtdat in den zin van
vergrooting van den aftrek, eene bevredigende oplossing
zal gezocht worden. Tegenover den heer van Dedem
acht hij de voorgestelde tractementsverhooging aan zijn
departement gerechtvaardigdhet gaat niet aan deze
zaak in 'i algemeen te behandelen. Ieder geval moet op
zich zelf worden beoordeeld. En invloed mag daarop
niet hebben het feitdat er steeds voor iedere betrekking
liefhebbers genoeg zijn. Aan den heer Drucker ant
woordt de minister dat hij gaarne de herziening van
het kadaster zou ter hand nemen als hij er maar den
tijd voor bad. Niemand is meer dan hij van de gebreken
daarvan overtuigd. Wat de vermogensbelasting aangaat,
een strenge toepassing van de wetnaar haar geest al
thans zal hij steeds blijven voorstaan. Zeer uitvoerig
beantwoordt hij voorts de bezwaren ten aanzien der
heffing van invoerrechten naar de waarde. Met warmte
komt hij voor de ambtenaren belast met de uitvoering
dezer wetop. De grootere opbrengst van de rechten
onder de nieuwe wet spreken meer dan iets anders tegen
het afkeuriugswaardige van den vroegeren toestand. De
onderdrukking van oneerlijkheid is meer waard dan de
schadein een enkel geval toegebracht Dat het buiten
land ons land daarom zou plagen met den melkinvoer
is den minister ongeloofelijk.
Ook do heer K e r d ij k juicht de nieuwe wijze van
heffing toe en verheugt er zich indat daardoor een
einde is gemaakt aan eene vloekwaardige concurrentie.
Voorts laat hij zich scherp uit over oneerlijkheden bij de
aangifte voor de vermogensbelastingwat spreker eene
strafpredicatie op den hals haalt van den heer B a s t e r t,
die dergelijke beloediging van de nederlandsche belasting
schuldigen ongeoorloofd acht.
De heer Rink blijft aandringen op de niterste om
zichtigheid bij de toepassing van de nieuwe heffing der
invoerrechten en maakt er een groot bezwaar van dat
de eerlijke koopman lijden moet ouder den oneerlijke.
Nadat nog vervolgens de heeren Borgesins,
S m e e n g e alsmede de minister hadden gerepli
ceerd werden de algemeene beraadslagingen gesloten en
ving de artikelsgewijze behandeling aan.
Bij art. 21 dringt de heer van Alphen, de ver
betering in de positie der commiezen bij de directe be
lastingen toejuichendeook op lotsverbetering der klerken,
werkzaam ter directie aan.
Bij de afdeeliug »zegel registratie en visscherijon"
wijst de heer Kolkman, daarin gesteund door den
heer van G ij nop de nadeelen van de uitoefening
der visseherij met den ankerknil op verschillende beneden
rivieren zooals het Hollandsch DiepHaringvliet en
Goereesehe Gatwaardoor de voorraad jonge elft, op ri
vieren waar de ankerkuil-visscherij wordt uitgeoefend
vermindert.
De heer T ij d e m a n wil het domeinbeheer onttrekken
aan de registratie en aan speciale deskundigen opdragen
De heer de Kan ter betoogtdat de houding van
het domeinbestuur in zake Callantsoog schade heeft
gedaan aan het algemeen belang. Hij betwistdat de
Staat eigendom kan doen gelden op gedeelten der duinen
bij Oallantsoogen komt op tegen de daad van bezit
van den Staatom zich dat eigendomsrecht te verzeke
ren. H ij protesteert wijders tegen de ongepaste wijze
van optreden van het domeinbestuur in deze. De grond
is in onbetwist eigendom geweest bij hen die, naar den
minister eigendomsrecht beweren te hebben op de duinen
te Oallantsoog. Spreker wijst op het oordeel der ged
staten die meenen dat de handelwijze van het minis
terie van financiën de eigenaren ten zeerste moest ont
stemmen vooral nu de gemeenschappelijke samenwerking
voor de totstandbrenging der werken voor de zeeverde
diging zoo noodig was.
De heer Smit merktten aanzien der ankerkuilvis-
scherijopdat de pacht veel meer zal opbrengen in
dien slechts de belemmeringen worden weggenomendie
de vermeerdering van jonge zalmen en elften in den
weg staan.
De minister herinnertdat eene door de regee
ring indertijd benoemde commissie heeft gerapporteerd,
dat de aukerkuilvisscherij minder schadelijk is. De er
varing heeft echter sedert geleerd, dat veel kleine visch
verloren gaat. Een grondig onderzoek is dan ook inge
steld en nog foopende. In zake Oallantsoog is het Rijk
elk oogenblik tot eene transactie bereid. Eene nieuwe
wettelijke regeling van het beheer der staatsdomeinen
acht ook de minister noodig.
Het hoofdstuk financiën wordt daarna in zijn geheel
goedgekeurd.
Woensdag den 18is
hoofdstak VIII (oorlog)
aan de orde. Daatop ziju de volgende amendementen
voorgesteld
1. Van de commissie van rapporteurs om art. 6 te
verminderen met f 4000. De bedoeling van dit amen
dement is, om niet over te gaan tot het bereden maken
van de acht intendanten bij de Memorie van Toelichting
bedoeld.
2. Van de heeren Tijdens Houwiugde Ram, Lief-
tinck, 't Hooft en Hennequin om in art. 23 (remonte)
te lezen in plaats van f 247,590 f 272,590.
3. Van den heer Bastert, om art. 97 (geniegebouwen)
met f 24000 te verminderen.
4. Van de commissie van rapporteurs om art. 99 te
verminderen met f 4300 en uit dat artikel te doen ver
vallen de woorden «inrichting van een parkeerterrein
en ammunitiemagazijn nachtverblijf enz. te 's Hertogen
bosch" en
5. van dezelfde commissie om art. 100 te verminderen
met f 40000 en uit dat artikel te doen vervallen de
woorden «uitbreiding van de stalling c. a. te Roermond
(eerste termijn)".
In de zitting van woensdag, den 18, stelde de voor
zitter, bij de opening, te 111/4 uur voor na afloop der
begrooting, de Conversiewet te behandelen en voorts om
zaterdag, ll uur en zoo noodig maandag l1^ en's avonds
8 uur en dinsdag 11 uur, te vergaderen. Daartoe wordt
besloten.
Nog is de voorzitter voornemens, om ook de geldleening
voor Suriname aan de orde te stellen.
De algemeene beraadslaging over het hoofdstuk
oorlog liep den ganschen dag over schier niet anders
dan de quaestie-Seret, het geval van het kapitein-Kamerlid,
dat door den.minister niet ter bevordering is voorgedra
gen. De heeren de Ras, Veegens en Heemskerk
trekken hierover in het bijzonder tegen den minister te
velde, terwijl de heeren de Beaufort en Guyot
diens houding in deze zaak verdedigen.
De heer S m e e n g e wenscht waarborgen ten opzichte
van het dragen van wapenen buiten dienst, waarvan veel
misbruik het gevolg is.
De heer T r u ij e n wil de behoeftige ouders onzer
miliciens, evonals in Belgie, geldelijke schadevergoeding
verleenen in den tijd van dienst der zoons.
De heer de Ras wenscht scheiding van de bereden-
en vestingartillerieomdat de eerste een tactisch het
laatste een technisch wapen is. Hij maakt er voorts den
minister een ernstig verwijt van dat het dezen bij de
aanbesteding der nieuwe geweren in geenen deele ernst
zou geweest zijn met de begunstiging der binnenlandsche
nijverheid.
De heer Rutgers keurt het in den minister af, dat
hij geen voldoende som uittrekt voor de uitvoering van
de stelling-Amsterdam. De heer Farncombo San
ders komt tegen dit „sirenengezang" van den heer
Rutgers op.
De heer Staal man betreurt het, dat 24 miljoen
voor een leger moet worden uitgegeven, dat toch niet in
staat is onze onafhankelijkheid te handhaven. Hij be
spreekt de gewoonte van schelden bij de meerderen be
staande en vraagt verwarming des winters van de strafka
mers Hij hooptdat de kamer die zich een geheelen
dag bezig hield met de bevordering van één kapitein
ook eens iets zal doen voor de verbetering van het lot
der mindere soldaten.
De minister van oorlog zal het misbruik van
wapenen buiten dienst aan een nauwkeurig onderzoek
onderwerpen hij wil gaarne overwegen het denkbeeld
van schadeloosstelling aan de betrekkingen van miliciens.
Ten aanzien van de gelden, op zijne begrooting voor dit
jaar aangevraagd voor de vestiugvoltooiing, had hij reke
ning te honden met de beschikbare middelen.
De zitting wordt daarna tot 's avonds gesloten. De mi
nister behandelde toen de quaestie-Seret, alsmede de ge
weren-aanbestedingde algemeene beraadslaging liep af
en de artikelsgewijze behandeling nam een aanvang.
Bij de den 18 gehouden herstemming in het district
Nieuwer-Amstel, voor een lid der provinciale staten (va-
cature-Ledeboer) tnsschen de heeren P. J. Raaijmakers
(kath.) te Nieuwer-Amstel en G. van den Bout (lib.),
wethouder te Aalsmeer, werden 1700 geldige stemmen
uitgebracht. Gekozen werd de heer C. v. d. Bout, met
961 stemmen.
Aan de Indische Instelling te Delft zijn thans in
geschreven 171 studenten, waarvan 168 alle colleges volgen.
De kantonrechter te Venloo heeft den hoer Geone,
pastoor^ te Baarlo, wegens het voltrekken van een ker
kelijk huwelijk, voordat het door den ambtenaar van den
burgerlijken stand was gesloten, veroordeeld tot eene
boete van J 300 of 14 dagen hechtenis.
Amsterdam. Professor van 't Hoff zal waarschijn
lijk naar Berlijn gaan.
Door bet prov. bestuur van Noordholland is tot de
evangeliebediening toegelaten de heer H. C. de Groot,
eandidaat in de theologie te Genève.
Trekhonden.
Aan de burgemeesters in de provincie Noordholland
is vanwege ged. staten een aanschrijving gericht, met
verzoek, een onderzoek te willen doen instellen naar de
grootte der honden, die io elke gemeente ale trekdieren in