jtSOIll
No. ti. Eerste blad. Acht en Negentigste Jaargang
189(>.
Z ONDAO
12 JANUARI.
Feuilleton.
BIS VEOUW.
Nederland.
Berlijnsclie Roman,
ALKHAARSCtlU COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonn'inentsprjjs per
maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door hel
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,©6. Afzonderlijke nammo.s 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3
Het nieuwe wetsontwerp tot regeling van den suiker-
aceijns (dat reeds is ingekomen bij den Raad van State)
moet ten doel hebben gelijk de minister van financiën
in uitzicht heeft gesteldeen einde te maken aan de
reeks van „nadere bepalingen waarmede tot nu toe het
Staatsblad jaarlijks in deze materie verrijkt wordt.
Op zichzelf is het zeker lofwaardig om aan de ver
warring die op dit gebied van onze wetgeviDg heerscht,
een einde te maken. Toch blijft men reikhalzend uitzien
naar den minister van financiën die ons van den suiker
accijns bevrijdt.
Want welke regeling men ook uitdenktaltijd zullen
hare nadeelen grooter zijn dan haar voordeelen.
ooral wanneer men nagaathoe de wettelijke rege
ling in andere Staten is en hoe overal de noodlottige
gevolgen van de bescherming der suiker-industrie aan
het licht treden dan wordt men ten slotte overtuigd
hoe groot voor ons land het voordeel zon zijn volledige
handelsvrijheid te verkrijgen.
In den Economist van December 1895 komt een zeer
duidelijke uiteenzetting voor van den toestandwaarin
de verschillende Staten geraakt zijn ten gevolge van de
voorliefde tot de beetwortel-enltnnr.
Onder verwijzing naar dit belangrijk opstel van den
heer J. J. Reissenemen wij een en ander overvan
meening zijndedat dit in overeenstemming is met de
bedoeling des schrijvers. Juist thansna de minister
van financiën een nieuwe accijnswet gereed gemaakt
heeften misschien hoopt thans een definitieve regeling
te knnnen treffen die dus niet een jaarljjksche aan
vulling vereischtis het goed te herinneren dat wel
licht geen handelsartikel, nit practisch oogpunt, minder
geschikt is voor accijnsheffing dan de suiker.
Bij uitstek moeielijk is het, een wetgeving te vinden,
die niet tot onbillijkheid aanleiding geeftdie weinig
den handel belemmertjnist bij dit artikeldat als
grondstof en als prodnkt voorkomtdat ingevoerd en
uitgevoerd wordten tal van soorten beeftdie allen
een verschillende waarde vertegenwoordigen.
Gijsbert Karei van Hogendorp heeft tijdig ons gewaar
schuwd. In 1819, toen do accijns werd voorgestelddeed
hij te vergeefs zijD stem hooien in 's lands vergaderzaal.
„Ik bezweer n, Nederlanders", aldns eindigde hij zijn
philippica tegen ue nieuwe belastingwet, „mijne geliefde
landgenooten vertegenwoordigers der natie, schort uw
oordeel opverzoekt Z. M. eerbiediglijk de concept-wet
in nadere overweging te nemen."
51)
naar het Hoogdnitsch
VAN
PAUL LINDAU.
Berwitz die de inrichting van het huis zeer goed
kende ging dadelijk naar de deur toedie op den gans;
uitkwam. 66
»U znlt wel zoo goed willen zijn, mij bij mevrouw te
exeuseeren. U weet immers wel dat ik hier niet voor
mijn pleizier ben gekomen en n weet ook dat de tijd
dringt. Tot ziens."
»U kunt dus niet langer blijven?" zeide Ebrike, ter
wijl hij den raad van legatie uitgeleide deed. Dat spijt
me. Ik hoop, dat wij n eens spoedig bij ons znllen zien.
Ik houd mij aanbevolenik houd mij ten zeerste aan
bevolen
Berwitz kon er niet toe komen, om dadelijk terug te
gaan naar de Margarethastraat. Hij gaf den koetsier
bevel, naar bet koninklijk paleis te rijden. Het regende
nog maar altijd door, maar toch stond op dat late avond
uur nog eeue groote zwijgende menigte vóór het paleis.
Berwitz verliet zijn rijtuig en bleef eenigen tijd onder
die treurende menschen staan die elkander met fluiste
rende stem de laatste berichten nit het paleis meedeelden.
Het regende onophoudelijk.
Hennern was door de vreeselijke bekentenis geheel
vernietigd. Hij had zicb, nadat de deur achter Berwitz
gesloten was, op een stoel in de voorkamer laten neer
vallen en langen tijd had hij daar half bewusteloos ge
legen Eindeljjk was hij met veel moeite opgestaan en
had hij zich voortgesleept naar het kleine kamertje, dat
hij zijn laboratorium noemde. Daar diende hij zich weer
Dat deze waarschuwing niet baten mochtis ook
daarom verwonderlijk omdat men roekeloos van een
traditie afweek. Steeds was vroegero. a. in 1629 en
1641 een verbruiksbelasting op den suiker afgestuit op
de tegenkanting van de vroedschap van Amsterdam.
Onze verstandige handelslieden van de 17e eeuw ver
wierpen deze belasting steeds als „inpracticabelals
noodzakelijk diversie van neeringe medebrengendeen
als pure vexatiën wezende onderworpen.''
De averechtsche weg, dien men insloeg in 1819, leidde
in ons land tot een kunstmatige beetwortel-industrie, di6
langzamerhand door den tijd aanspraak kreegom een
voorwerp van aanhoudende staatszorg te zijn.
In de meeste Staten behalve Engeland beging men
dezelfde font.
Het gevolg daarvan is thansdat ten koste van vele
millioenen overal bieten gekweekt en in suiker worden
omgezet, ten koste van de belastingschuldigen.
In plaats dat wij van de eigenaardige oeconomische
begrippen die onze naburen bezitten profiteerendoen
wij aan de dwaasheid mede.
Volgens de berekening, door dan heer Reisse opge
geven bedraagt de bescherming jaarlijks rnim honderd
tien en een half millioen gulden in Europaen in Ame
rika nog vijf en twintig millioen gulden bovendien.
Daaruit volgtdat de bewoners van een land dat
niet meêdoetbenoden den produktie-prijs het artikel
knnnen koopen en verbruiken.
De negen millioen guldendie de schatkist beurt door
den accijnskan mitsdien geen reden zijn om dien te
handhaven.
Want door de mindere uitgaven in bijna elk gezin
wordt de draagkracht van do bevolking om in anderen
vorm dezelfde som op te brongen minstens in dezelfde
mate verhoogdgeheel buiten aanmerking latende de
indirecte voordeelen die nit een levendigen handel voort
spruiten ingeval onze havensteden stapelplaatsen van
het prodnkt werden.
Thans bedraagt de accijns 27 gulden per 100 kilo
droge witte broodsuiker.
De accijns moet opbrengen in 1896 8.650.000. Het
ontbrekende aan de opbrengst wordt over de beetwortel-
snikerfabrikanten omgeslagen.
Veel kans is er echter nietdat deze omslag (die ook
door andere bepalingen wederom is beperkt) zal geheven
worden, aangezien in 1894 de accijns opbracht f 9.037.606.
Dus iu 1896 zal eveneens het cijfer wel blijven boven
de 8.650.000.
Ook blijktdunkt ons, dat de beetwortelcultnur weinig
een goede hoeveelheid morphine toe waardoor zijne
levensgeesten werden opgewekt.
Met meer haast dan gewoonlijk, ging hij nu in het
laboratorium aan het werk. Uit het kastjewaarin de
fijn geslepen glaasjes stonden nam hij het eene na het
anderehield het bij het lichtschudde het en keek
aandachtig naar de kristallisatie, die hier en daar had
plaats gehad. Hij rommelde in de verschillende laadjes,
nam er dan dit, dan dat uit, deed ze weer op slot, vulde
een klein fleschje en deed er het geslepen stopje zeer
zorgvuldig op.
Hij begon op eens hevig en zenuwachtig te beven,
zijne knieën knikten. Op zijn akelig vale voorhoofd ston
den groote druppels. Een angst, die hem bijna zijn
bewustzijn deed verliezen folterde hem op gruwelijke
wijze. Hij deed het venster open en liet den fijnen mot
regen in zijn gezicht waaien. Daarop deed hij het venster
dicht droogde zijn gezicht af en ging met onzekere
schreden naar de eetzaal.
Hij giug naar het buffetvulde een wijnglas tot de
helft met onde cognac en dronk het leeg. Hij vertrok
zijn gezicht en keerde terug naar het salon. Do angst
bleef hem vervolgen. Het alleen zijn vond hij vreeselijk.
Hij had reeds zijn vinger op de schelknop gelegd om
den knecht te roepen hij moest een mensch om zich
heen hebben maar hij schaamde zich.
Hij was alleen geheel alleen. En een paar schreden
van hem af zat zijne vrouw sliep zijn kind En hij
was alleen
Eugenie bevond zich, zooals tegenwoordig meestal het
geval was, in de eenvoudige maar gezellig gemeubelde
speelkamer van Fridadie aan het salon grensde. Zij
zat aan eene ronde tafelwaarop de eenige lamp stond
die in de kamer was en las in een ond boek.
In de kamer daarnaast waarvan de denr open stond,
lag de kleine in een gernsten slaap. Het kindermeisje
was bezig met eenig naaiwerk.
Eugenie verwachtte haar vader.
De oude man die nog altijd veel zorgen hadhad in
de laatste weken eene verandering gebracht m zijne
of geen bescherming genietzoodat de suikerfabrieken
waar de grondstof omgezet wordtde gepriviligeerds
inrichtingen zijn die de wetgever beschermt.
Want in 189495 werd aan rnwe sniker ingevoerd
106 milioen kilogram. Aan geraffineerde suiker 11 mil
lioen kilogram terwijl de geheele produktie beetwortel-
suiker in ons land bedroeg slechts 76 millioen kilogram.
Wanneer het te doeu was om den landbouw te steunen,
dan zon de regeling zoo moeten zijndat door de wet de
invoer van ruwe suiker beperkt werd tot een minimum,
gelijk in België.
De landbouwei' heelt dus thans toch reeds zware con
currentie te verdnren.
Het is dus zeer de vraag of bij vrijen invoer de grond
stof nog meer in waarde zou dalen.
Hoe zonderling de toestand is, ook in andere landen,
blijkt bijv. daaruitdat in België de premiedie aan
de industrie ten goede moet komen voor een deel is
overgegaan in handen van speculanten. In Dnitschland
is men ijverig iu de weer, om een regeling te bedenken,
waardoor de prodnktie wordt tegengegaan. De rnssische
regeering wil maatregelen nemen om de oprichting van
nieuwe fabrieken te bemoeielijken en de uitbreiding van
het kapitaal der bestaande fabrieken te beletten.
In Spanje is de grond geheel ongeschikt om bieten te
teelen. Slechts 6 °/0 van de grondstof wordt in suiker
omgezet. In andere landen 12 °/0. In zuidelijke streken
groeit dit gewas slecht.
Indien in dat land een inkomend recht geheven werd
in plaats van den accijnszon dit jaarlijks anderhalf
millioen gulden aan de Spaansche berooide schatkist
voordeel bezorgen, zonder dat de consumptieprijs hooger
zou stijgen. Om kort te gaan
Alleen Engeland profiteert van den toestand. Het is
gelijk de heer Reisse zegt„het land geworden, waarheen
de overprodnktie van het continent af vloeit."
In Engeland heeft men een uitgebreid binnenlandsch
handelsverkeereen belangrijk bedrijf der raffinaderijen
van rnwe suikeren geniet men de voordeelen van een
goedkoop volksvoedingsmiddel.
De consumptie per hoofd is daar gestegen tot 38.5
kilo per jaar dat is ruim het v ij f v o u d van de con-
suo ptie per jaar en per hoofc der bevolking van het
vaste land van Europa.
De Staatscourant van den 10 bevat het verslag dei-
commissie in 1895 belast geweest met het examineeren
van hen die een acte van bekwaamheid verlangden voor
gewoonten. Hij was niet, weer verschenen in het bier
huis waar hij dertig jaren laug een dagelijksche gast
was geweest. Nu giug hij 's avonds geregeld naar Eugenie
en bracht eenige uren met zijne dochter door. Hij werd
er heen gedreveu want het drukte hem geducht, dat hij
Eugenie als het ware had gedwongen tot het huwelijk
met dien ongeluksman, dien hij nu eerst had leeren ken
nen. Het was voor hem eene soort van zelfkastijding
om de drukkende lucht van diepe ellende, die de bedrie-
gelijke pracht, die huis en hof vervulde, in te ademen
en het verdriet van zijn ongelukkig kind te deelen.
Wediug was niet zeer spraakzaam, maar Engenie was
haar vader toch innig dankbaar voor zijne bezoeken. Al
spraken zij ook weinig met elkander, al hadden zij elkaar
ook nooit iets aangenaams te vertellen, al moest Engenie
ook telkens weer de wanhopige woorden herhalen »Er
is nog geene verandering gekomen", en al kon de onde
man daarop ook niets anders antwoorden, dan een stomme
knik en een onhoorbare zucht zij voelde toch dat het
werkeljjke ongelnk hen nader tot elkaar had gebracht
dat zij samen verbonden waren door eeue innige sym
pathie al wisten zij er ook geen bepaalden vorm of
uiting aan te geven. Zij brachten die uren van droevige
eentonigheid bijna altijd te zamen door in deze kinder
kamer.
Als de oude grijze mau met zjjn harde koude ge
laatstrekken naar de slanke hooge gestalte van Engenie
keek als hij haar zoo voor zicb zag zoo mooi zoo
ongelukkig, zoo dapper, dau ontwaakte in zijn hart een
smartelijk gevoel en deed hij zich bittere verwijten. Hjj
gevoelde innig medelijden met Eugenie hij leed mer
haar maar toch voelde hij zijn hart warmer kloppen.
En Eugenie glimlachte tegen hem. Zij wilde hem zooveel
mogelijk ontzien, dien ouden armen man.
Nu sloeg de pendnle half negen. Eugenie keek van
haar boek op. Zij wistdat haar vader no spoedig zon
komen.
Daar werd aan de dear geklopt.
Dat verwonderde haar. Haar vader klopte anders toch
niet. Zij riep »Biunen I"