Gilda Scüwanhof. .No. 37. Eerste blad. jRcht Gil W6^6Iltl^'St6 JclAr^EIlg'; 1896. WOENSDAG 25 MAART. Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. lilw ui. Geschiedenis van een vrouwenhart, AIRMAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnmuentsprijs per maanden voor Alkmaar f O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O, OO. Afzonderlijke nummers 3 ets. lAR iaV Telefoonnummer3 COUR A AT. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Onze nieuwe hoofdcommissaris van politie is bezweken voor de vele klachten over de straatschenderij te Amsterdam en hij heeft aan de commissarissen van politie en hoofdinspecteurs, chefs van afdeelingen, gevraagd daaraan hunne bijzondere aandacht te wijden, daar de herhaalde en gegronde klachten, die omtrent de straat schenderij bij de politie inkomen, inderdaad strenge maat regelen vorderen. Deze hoofdambtenaren hebben dien wensch weder ter kennisse gebracht van de aan den openbaren weg survei-leerende politie-beambten en zij, wel wetende aldns aan den hoofdcommissaris een goed denkbeeld van hunne activiteit te geven, zijn sinds een paar dagen bezig met een formeele jaeht op onze gamins. Volgens de gegeven voorschriften moet de politie tegen over hen op oordeelkundige wijze optreden en trachten, één of meer belhamels iD handen te krjjgen, die dan naar het naastbijzijnde politie-bnreau moeten worden gebracht, opdat daar een onderzoek naar hnn woonplaats kan worden gedaan en hun signalement kan worden genomen, terwijl, zoodra de dienst daartoe gelegenheid geeft, ouders of voogden ontboden behooren te worden om de aange houdenen af te halen. Tegen de aangehoudenen zal zoo veel doenlijk proces-verbaal worden opgemaakt, waarin men zal doen uitkomendat de dader kennelijk en opzettelijk iets deed, wat hij wist, niet te mogen doen, door bijv. bij bet opmerken van politie te trachten te ontsnappen. 't Zal zeker onzen lezers, die de Amsterdamsche straat jeugd wel eens hebben ieeren kennen, moeite kosten om bij het lezen van die galden voorschriften op papier een ernstig gezicht te bewaren. Als er gezocht werd naar een maatrege' om de politie nn een3 het toppunt van impopulariteit te doen bereiken dan gelooven wij, dat de heer FrankeD geen betere kenze had kunnen doen. Vrijdag, j.l. zijn de agenten begonnen met volgens het nieuwe voorschrift te handelen. Jongens, die op straat dobbelden en tot hiertoe even ophielden wanneer er een .smeris" passeorde, wisten op dien dag niet hoe zij het hadden an de politiemannen was eec ongekend vunr ontstoken, zij joegen de jongens uiteen, haalden den wa penstok te voorschijn en arresteerden, als de vlugheid der knapen hnn dat niet onmogelijk had gemaakt. Een knaap, die met een stok zijn makker sloeg, werd onver hoeds in hechtenis genomen, doeh door het krachtdadig verzet van het volk moest hij weer worden losgelaten. In de Kattenburgerstraat, op de Kattenburgerkade en in het Marnix-plaatsoen, waar opgeschoten bengels weken en maanden lang ongestoord de sport van steenenwerpen hebben beoefend, was 'l Vrijdagavond met dat spelletje eensklaps gedaan de wapenstok kwam voor den dag en een paar jongens, die zoo spoedig niet begrepen, wat er te doen was, werden naar het bureau gebracht. In de Raadhuisstraat werden schooljongens uiteengedreven, in de St. Anthoniebreestraat zingende knapen verjaagd, op het J. D. Meijerplein vechtende opgeschoten jongen3 ge arresteerd kortom, het was Vrijdag een ware wedijver 17) van HANS WACHENHCSEN. Gilda's verschijnen in de werkplaatsen gaf natuurlijk aanleiding tot vreugdekreten bij de jongere kunstenaars; de oudere schudden wel is waar het hoofd maar ont vingen haar evenals de meesters toch met achting, want Gilda was wegens hare goedhartigheid steeds bemind geweest. Men hoorde verbaasd hare denkbeolden aan en menige in nood verkeerende leerling beschouwde haar reeds als eene reddende engelevenzoo verscheen zij bij hare vroegere vrouwelijke collega's, zelfs bij die van den sebouwbnrg die met vreugde de verandering van haar lot vernomen hadden want Gilda had altijd gaarne ge geven, wanneer zij zelve iets bezeten had. Hare woning in het botel werd alzoo bestormd. Zij kwamen allen om zich bij haar in het geheugen terug te roepen ea zij ontving ze allen met hartelijkheid. .Kinderen", riep zij, »laat mij nn eerst dat buiten in orde hebbenIk kan n natuurlijk daar niet allen herbergen maar wanneer gij iets noodig mocht hebben, gij znlt Gilda daar vinden 1** Slechts één bleef er weg en naar dien éénen vroeg zij allen. Emin kwam niet; men zeide haar eindelijk, dat hij zat in de werkplaats van zijnen leermeester en met eene vlijt werktewaartoe niemand hem in staat had geacht. Zij zocht hem alzoo in de werkplaats op en hij ontving haar vriendelijkmaar toch op ernstige wijze. »Gilda", zeide hij het hoofd schuddende »het is geen kleinigheid, die ik mij voorgenomen heb; stoor mij niet! Ik moet leeren werken; ik zie in, dat het meer dan tijd daarvoor is, want wat zal er anders van mij worden!" Daarbij keek hij met een droevigen blik over het zooeven begonnen doek; hij drukte haar de band, haar, tusschen de politie-agenten om aan het bureau te komen met een verslag van de energieke wijze, waarop zij aan stonds aan het voorschrift van den hoofdcommissaris hadden uitvoering gegeven. Surtout pas trop de zèle had men den agenten wel mogen toeroepen, want door dat optreden wordt de goede kern, die in het voorschrift ontegenzeglijk zit, ook nog geheel bedorven. Vooreerst dient vastgesteld, of de Amsterdamsche straatjongens zooveel baldadiger zijn dan hunne collega's in andere wereldsteden. Sommigen zeggen van jamaar daarentegen werd in het afgeloopen jaar van bnitenlandsohe bezoekers der tentoonstelling ook de verklaring gehoord, dat zij in andere steden dikwijls veel meer overlast van de gamins hadden. Wij willen echter aannemen dat te Amsterdam het kattekwaad van on opgevoede bengels en knapen zonder behoorlijk toezicht in veel erger en schuldiger mate wordt bedreven dan in Londen Berlijn of Parijs. Maar zelfs in dat geval is het bevel van den nieuwen hoofdcommissaris noch prac- tisch noch rekening houdende met de bestaande toestanden. Zal het prestige van de politie niet ondermijnd worden, dan moet haar geen taak worden opgedragen voor de volvoering waarvan zij feitelijk niet is berekend. Ieder zal er erkentelijk voor zijn, dat de agenten optreden tegen ernstige straatschenderijmaar zooals thans door hen geageerd wordt, maken zij zich eensdeels bolachelijk en verbitteren zij anderdeels de gemoederen der goedge zinde burgers Belachelijk maken zij zich omdat de jongens hnn meestal te ving zijn en hen uitjouwen, om dat zij met hnn joDge beenen beter vooruit kunnen komen verbittering zaaien zij, omdat de wapenstok tel kens getrokken wordt en dit instrument alleen in den uitersten nood dienst behoorde te doen. Wijs beleid heeft 't tot hiertoe altijd geheeten om te gouvernoeren door te prevenieeren thans gaan de agenten rond loe rende of zij niet gewelddadig kunnen optreden. Boven dien vraagt men zich af, vanwaar nu de politie do krach ten haaltdie haar vóór eenige maanden zoo geheel heetten te ontbreken. Destijds vroegen de bewoners van het Sarphatipark aan B. en W. om bescherming tegen de baldadigheid der jeugd eu toen verklaarde de burge meester dat het corps niet talrjjk genoeg was om aan het verzoek te voldoen. Van een aanzienlijke uitbreiding van het agentental heeft men sedert niets vernomon wel worden eiken dag brutale diefstallen gepleegd en men zou meenen, dat voorkoming en ontdekking daarvan reeds te veel van de krachten der politie vorderde, zoodat de aanwezigen zich daaraan wel geheel mochten wijden. Wij herhalen: strafbare daden van de baldadige jeugd nemen wij allerminst in bescherming en indien met kalmte en bezadigdheid, met een geleidelijken overgang, daartegen opgetreden werd dan zonden wij de eersten zijn om dat toe te juichen. Doch geen plotselinge par- foree-jacht op de straatjongenswaar zij vroeger met rnst werden gelatenAldus wordt stelselmatig wrok tegen de politie aangekwoekt. Trouwensde heer Franken doet in den laatsten tijd meer dingen die niet geheel boven bedenking verheven zijn. Nog minder hebben wij hierbij het oog op de be- zonder iets te zeggensmeekendehem niet verder te storen. Eerst toen hij beloofd had, hij haar te zullen komen, verliet zij hem. »Die malle amorikaansche sehoone heeft hem dit aangedaan", pruttelde zij toen zij weder in het rijtuig stapte. »Maar de anderen zullen hem we! brengen.'' Intusscben ging de zoo in- als uitwendige versiering van de buitenplaats voort met een spoedwaarmede onze werklieden wonderen tot stand kunnen brengen wanneer zij slechts contant geld zien. Alleen Emin's arbeid wilde met allen goeden wil niet gelnkken. Tel kens wischte hij nit wat hij begonnen was, ving opnieuw aan en deelnemend maar geenszins bevredigd zag do meester het aanwanneer hij moedeloos opsprong en de werkplaats verliet. »Zijn weg is nog langerdan ik gelooid had", bromde hij het hoofd schuddende. »De harmonie ontbreekt hem. De denkbeelden ontsnappen hem, hij kan ze niet verwezenlijken; hij is verstrooid en heeft niet meer het geduld op de schoolbank te zitten. Hij heeft den degen afgelegdom het penseel aan te grijpen ik zie aankomen, dat hij ook het penseel weg werpt, om... Ja, wat zal hij dan nog kunnen aangrijpen. Jammer voor hem Hij beoordeelde hem goed. Emin kwam op zekeren morgen niet meer in de werkplaats. Wat hij begonnen wasbleef weder verlaten op den schildersezel staan, zooals vroeger ook reeds geschied was. Niet alleen de oprechte bedoeling om iets te vervaar digen had hem zoo lang aangespoord en aan de werk plaats geklnisterdmaar ook en meer nog de hoopdat Esther niet voor altijd van hem gescheiden kon zijnhij zou den heer Windham op zekeren dag weder zien binnenkomen. Daarom had hij onvermoeid voor den schildersezel gezeten daarom had hijals in koortsachtige spanning, getracht te werken, maar het waren alle slechts droombeelden geweest hij had niets tot stand gebracht, totdat hij eindeljjk de hoop opgaf, haar woder te zien en de bedaardheid en de kalmte liet varen, die, als zij ergens noodig zijn, bij zijn werk zeker onmisbaar waren. Hij had in do werkplaats werkelijk pijnlijke uren doorgebrachtwant hij zag dikwijls zelf schuldiging van sommige bladen dat bij executoriale verkoopingen om het bedrijf van Reens c.s. te verhin deren de wettelijke voorschriften door de politie worden geschonden als wel op het feit, dat bij het uitgaan van socialistische volksvergaderingen de meetinggangers dade lijk op een detachement agenten stuiten die daar zijn opgesteld om mogelijke wanordelijkheden te keer te gaan. Dat is een ongeoorloofd tarten van het volk. Vooral in den laatsten tijd gaan zij, die in Constantia vergaderen, zoo rustig naar huisdat er geen reden is om hen met een corps geheimden af te wachteti. Het onvermijdelijk gevolg hiervan is geweest, dat Recht voor Allen, dat bij het heengaan van Steenkamp zoozeer juichte, nu reeds doet doorschemeren dat men van kwaad tot erger is vervallen. De jongste maatregelen des heeren Franken zijn daarom des te meer te betreuren omdat hij in den aanvang met zoo gunstige resultaten den bezem in den Augias stal zwaaide. Hij heeft het corps van verscheidene on waardige elementen gezuiverd en niets onbeproefd gelaten om daarin een beteren geest te brengen. Nn hem dat eenmaal gelukt is had men mogen hopen, dat hij hunne diensten heter zou hebben aangewend. In de wereld der bakkersgezellen heerscht nog steeds gisting. De patroons hebben de raddraaiers bij de jongste werkstaking zooveel mogelijk buitengesloten en deze hadden daardoor allen tijd om vergaderingen te beleggen en daar aan te toonen wat den bakkersge zellen wordt onthouden. Voor de broodfabrieken dreigde onlangs» een groot gevaar toen eenige aanzienlijke en democratische ingezetenen met het plan eener coöpera tieve volksbakkerij kwamen doch de patroons hebben daartegen zoo krachtig opgetreden dat het geheele ont werp in duigen is gevallen. Nn is er een beweging ontstaan onder eenige depothouders, die beweren, dat zij bijna niet profiteeren van de winst, op het brood en de fabrikanten ongeveer alles in don zak steken. Om daaraan een einde te maken willen zij een economische bak kerij" stichten onder de sehoone lenze vanGemeen schappelijk werken tot heil van allen. Volgens eene op groote schaal verspreide circulaire hebben zich reeds 21 depothouders aangesloten, die ruim 3600 brooden per dag verkoopen bonevens 80.000 beschaiten, roggebrooden en krentenbrooden Voorts zou de voorloopige commissie zich verzekerd hebben van de meest moderne en naar den eisch des tijds ingerichte broodfabriek waar ruim 12000 brooden per dag kunnen gebakken worden. Nn is 't een feit, dat al dergelijke circulaire mededeelingen meestal tot vrij wat bescheidener afmetingen worden terug gebracht wanneer zij in het volle licht worden getrok ken maar toeh is de beweging der depothouders een nienw bewijsdat de bakkerspatroons en fabrikanten te Amsterdam ook al niet langs rozenpaden wandelen. Ook onder hen, die zorgen voor wat verhevenere dan het dagelijksch brood de beoefenaren der toonknnst zijn er, helaas weer velen, die met, bezorgdheid de naaste toekomst tegemoet gaan. In de Nedcrlaudsche Opera, die nit een artistiek oogpunt nooit zoo voortreffelijk was als thans, worden bange crisis-dagen doorleefd. De Raad g-cs.UTIiriTTTTTrWM—" niet, wat hij deed. De gedachten aan Esther, uan zijnen vader, aan zijne znster brachten hem geheel van streek; van ieder geruisch van een voetstap achter hem werd hij door schrik bevangen, totdat hij eindelijk houtskool, pen seel en palet weg wierp en in de vrije natuur zocht te herademen. En was hij in de werkplaats steeds spra keloos en gesloten geweest, daar bniten zocht hij iedereen te ontwijken. Vond hij in zijn eenzaam kamertje eene boodschap van Gildadie hem dringend nitnoodigde toch naar haar om te zien dan wierp hij ze ter zijde hij had een gevoel, alsof deze vrouw hem nootlottig zou kunnen wordenhij wilde zijne vrienden hij haar ook niet ziendaar hij de leerlingen in de werkplaats had hooren spreken over al hetgeen daarbuiten in het Klooster" tot in het ongelooflijke voorviel; hij wilde alleen zijn en de eenzaamheid was toch juist datwat hij iu geen geval had kunnen verdragen. En onverdra- gelijk werd zij hem ook, nn hij de poging, om iets nit te voeren, opgegeven had. In zijne hersenen was voort durend een koortsachtig gevoel, een gevoel van zelfver achting kwelde bem want het had thans nog eens zoo ver moeten komen om hem tot het wanhopige besluit te brengen, aan dit hopeloos leven zelf een einde te maken. Die woekeraarop wien hij met voorbedachten rade den wissel van 12000 thaler onder den naam van zijnen vader getrokken had was plotseling overleden nadat hij door de snelle openbare verkooping van zijns vaders nalatenschap, waardoor alles benedon de waarde verkocht wasslechts voor de helft schadeloos gesteld was ge worden zijn zoon die daarvan geweten had dreigde hem wegens vervalsching aan te klagen om hem tot betaling van het overige te dwingen hij had hem mis schien reeds aangeklaagd, ook zijn naam was alzoo aan de openbare verachting prijs gegeven wanneer hij voor het gerecht gedagvaard werd. Sedert den dag waarop hij deze tyding ontvangen had was bij niet meer naar de werkplaats gegaanhij durfde nauwelijks in zijne woning gaan, altijd was hetof iemand hem vervolgde. Voorzeker één was er, die hem geholpen zon hebben Gildadie zich gelukkig geacht zon hebbenhem te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1