Gilda Scliwanhof. No. 38, Acht en Negentigste Jaargang, 1896. 27 MAAR T. Y RIJ I) A O Buitenland. FEUILLETON. Esther behandelt zaken. Geschiedenis vaii een vrouwenhart COURANT. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM3. COS- TER ZOON. ALOIAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer3 MK AAK WET. BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van Alkmaae brengen ter algemeene kennisdat aan hen vergunning is gevraagd door J. W. SINNEMA Jr., wonende te Har- lingen, tot het voortzetten van den verkoop van sterken drank in het klein in het perceel aan het Luttik-Ondorp, wijk C. No. 24, welke vergunning thans ten aame staat van R. EOOKER. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 26 Maart 1896. De waarn. Secretaris, L. VAN DER VEGT. HEli<SIE. Of er eeu overeenkomst bestaat tusschen Engeland an den Congostaat is nog steeds een vraag ondanks de besliste ontkenning van den heer van Eet- velde. Zeker is het, dat in den Congostaat maatregelen worden genomen voor eeu grooten veldtocht tegen de Mahdisten in het gebied van den Boven-Nijl. De mede- deelingen van de Mouvement Géographique'' laten op dit pnnt geen twijfel. Majoor Dhanisde bekende belgische Afrikareiziger die voor eenigen tijd om zijne groote verdiensten in den adelstand verheven werd, zal de expeditie commandeeren. Hij is reeds met een aanzienlijke troepenmacht opgerukt. Eerstdaags vertrekken nieuwe versterkingen naar de Congo met een twintigtal officieren en onderofficieren. BUIiRAKIJE. Vorst Ferdinand gaat den 26 met den minister-president Stoïloff en den minister van oorlog Petroff naar Konstantinopel om den Sultan bnlde te bewijzen. Bij deze gelegenheid zal volgens »The Standard" de vorst worden aangesproken als Koninklijke Hoogheid, een titel die in Turkije van rechtswege alleen toekomt aan broeders, zusters en kinderen van den Snltau. De »Agenca Balcanique" weet te vertellen, dat prins Ferdinand daarnaingevolge een uitnoodiging van den Czaar naar Petersburg zal gaan en de Paaschdagen in de hoofdstad van Rusland zal doorbrengen. DIJITSClIIiAAD. Volgens de „Rhein-Westf. Ztg., moet de prnisische minister van financiën, de heer Miquel, voornemens zijn oen reservefonds, groot 50 millioen mark, in het leven te roepen, waarnit in slechte jaren tekorten gedekt kunnen worden. Bovendien zal dit reservefonds gedeeltelijk dienen tot. verplichte delging van spoorweg schuld. Hoe dit plan moet doorgevoerd worden blijkt uit de mededeelingeu van het blad niet. Het beweert, dat de heer Miqnel van plan is dit fonds steeds op de zelfde hoogte te honden. Van de goedkeuring van den minister van verkeer moet hij zich reeds hebben verzekerd. De Rijksdag heeft de staatsbegrooting aangenomen bij derde lezing en het ontwerp op het gebruik van de overschotten der rijksinkomsten tot schulddelging bij tweede en derde lezing. Daarna is de Rijksdag tot 16 April op reces gegaan. EAttEEAAD. Het Lagerhuis heeft een besluit ge nomen dat van groot belang is voor den exporthandel in levend vee. Met 244 tegen 35 stemmen is besloten dat alle vee in Engeland ingevoerd moet geslacht wor den in de engelsche haven, waarin het aankomt. Tot nog toe was deze bepaling van tijdelijken aard de regeering kon bet bevelen indien er gevaar voor overbrenging van besmettelijke veeziekten bestond. Door bet votum van het Lagerhuis moet in den vervolge al het vee steeds geslacht worden in de haven van invoer. Nog steeds houdt de overtuiging standdat de fransche en russische regeeringen niet bij hnnne eerste bonding zullen volharden en er ten slotte vrede mede zullen hebben, dat de engelsche expeditie tegen de Der- wischen uit de egyptisehe reserve-fondsen zal worden bestreden. Dat de belgische expeditie, die de Mahdist.eu in het zuiden zal aangrijpen, den engelschen en italianen eene krachtige stenn zal zijn, spreekt van zelf. Wel liggen de drie oorlogsterreinen zeer verre uiteen maar de Kalifagedwongen naar alle zijden front te maken en troepen te zenden moet zijn krachten te veel ver snipperen om een sterken vijand met succes het boofd te kunnen bieden. De Sirdar van het egyptisehe leger Kitchener Pacha is met zijn staf en een bataljon nit Staffordshire te Balliano aangekomen en begeeft zich binnenkort naar Assoean. Het tweede detachement der expeditionaire troepen is van Sarras naar Akascheh vertrokken. Bij Balliano is oen sterke flotille verzameld. De behandeling van het proces tegen dr. Jameson en zijne officieren is den 24 hervatevenals de vorige keeren, werd do zitting door een groot aantal dames en heereu nit de Londensche aristocratie bijgewoond. De getnige Panzera, majoor bij de politie van Bechu- analand, deelde een en ander mede over de plannen tot verlenging van den spoorweg voorbij Mafeking de troepen, welke de Chartered Company aanwierf, heetten bestemd te zijn om dien spoorweg te beschermen tegen een vijan delijk Kafferhoofd. Den 25 werd de zaak opnieuw verdaagd tot 28 April. CKiKKRIJK. De Fransche Kamer zet nog steeds de algemeene beraadslagingen over bet ontwerp tot in voering eener inkomstenbelasting en de voorstellen der begrootiugscomrni-sie voort. Den 23 was de heer Méline aan bet woord Hij gaf een scherpe critiek op de voorstellen der regeering die meermalen de woede opwekten van de uiterste linkerzijde, zoodat de voorzitter zelfs de' socialiston moest aanmanen meer eerbied te toonen voor de vrijheid van de tribune. De heer Méline beweerde, dat de cijfers der regeering fantastisch zjjn en niet overoenkomen met de werkelijk heid. Slechts in de provinciën, op het platteland, zullen de kleine landbouwers, die met moeite dén onvrachtbaren grond bebouwen, iets worden ontlast. Op scherpen toon veroordeelde Méline het ontwerpdat do welvaart zal fnuiken en een groote verandering zal teweegbrengen op financieel en economisch gebied. Bijna de geheele zitting was met deze redevoering van den heer Méline gevuld. 18) van HANS WACHENHUSEN. XII. De heer Reijnald Windham had gedurende zijn langdurig leven als vrijgezel als echte amerikaan nooit eene aan leiding gehad om zijn hart op warmere aandoeningen te beproeven zelfs zijne geneigdheid om wel te doen zijne welwillendheid in het algemeen voor de meuschheid was tot heden altijd meer de uiting eener dankbaarheid jegens de Voorzienigheid geweest voor zijn eigen voorspoed. Zijne liefde voor de knust had ook werkelijk een goeden grondslag. Hij was niet een zuivere dweeperzooals wijlen zijn vriend Henry Shornfield geweest washij kocht en verzamelde de meesterwerken niet voor zich zeiven; zij waren voor hem veel meer het voorwerp van eene zeer winstgevende bezigheid, want hij zond ze naar zijne agenten in New-York die ze tegen hooge prjjzen aan de rijke bewoners der buizen in de voorname bui tenwijken verkochten en zelfs tot St. Francisco toe had hij in de groote steden zijne onder-agenten. Doordat hij zich lange jaren daarmede bezig had gehonden had hij eeu scherp en juist oordeel verkregen. Hij kende alle verzamelingen van schilderijen in de wereld, alle knnst- tijdvakken en scholen, wist zoo nauwkeurig mogelijk de onde oorspronkelijke van de bedriegelijk nagemaakte copiën te onderscheiden en richtte somtijds zells onheil in de mnsea aan, wanneer hij beweerde in de door den Staat als echt aangekochte schilderijen, bedriegelijk ver vaardigde nabootsingen te hebben ontdekt. Windham maakte voornamelijk daarvan werkom jonge talenten te ontdekken en aan den dag te brengen aan wie hij dan den weg wist te banen; hij had in Spanje, Italië en Frankrijk reeds aan zulke talenten bijstand verleend opdat zij bekend zonden worden en nit het oogpunt van zijnen handel beschouwd stond hij er niet slecht bij wanneer hij voor die latere meesters het leergeld betaalde. Die bezigheid belette hem niet een door en door goed mensch te zijn en om dit te uiten werd hem in eene andere richting nog volop de gelegenheid geschonken, toen hij op zijne reizen de dochter van zijnen vriend Henry ontmoette, tot wier voogd deze hem reeds voor jaren bij het maken van zijn testament benoemd had. Esther was nog klein geweest, toen zij hem voor het laatst in Phi ladelphia gezien hadmet vroolijko verrassing zag hij haarfrisch en gezond opgegroeidin Dnitschland met hare moeder terug en het was eene eervolle, schoone taak voor zijn tot nog toe voor liefde zoo weinig ont vankelijk hart, om voor haar te worden, wat de dood aan zijnen vriend ontzegd had voor haar te blijvendaar ook de moeder door haar lijden verhinderd was in het ten volle waarnemen harer plichten. En zoo had dan het toeval gewilddat hij twee beschermelingen zon hebben. Emin's koen maar nog rnw talent had hem bij zijne bezoeken in de kunstverzamelingen getroffen maar naar zijne gewoonte had hij, na vluchtig kennis te hebben gemaakt, tegenover den jongen man, dien hij in den beginne nagegaan hadeene afwachtende houding aangenomen hem als een dilettant beschouwende van wien door de zorgeloosheid zijner levensopvatting niet veel te verwachten was totdat de geruchten over den twijfelachtigen toestand van Emin's vermogen hem aan spoorden dien jongen kunstenaar meer van nabij te beschouwen. En dat besluit had hij genomen toen hij op dien morgen met Esther voor zijne in het geheel nog niet afgeworkte schilderij stond. Misschien trol' hem voornamelijk juist deze engelenkop waarin hij den toe- komstigen meester ook in het maken van portretten herkende. Professor Sebald, met wien hij reeds vroeger over dien ITAIiIE. De »Tribuna" deelt de volgende bijzon derheden mede omtrent den aanval der Dervischen op Kassala Den 8 Maart grepen 6100 Mahdisten den pas van Sabderat aan, die door tachtig inlandsche soldaten werd bewaakt zij werden teruggeslagen en verloren 41 dooden en vele gekwetsten. Het verlies der inlaqdsche troepen bedroeg drie dooden en elf gekwetsten. Den 18 grepen 1500 Derwischen Sabderat viermaal aan zij werden echter nogmaals teruggeworpen en leden sterke verliezen. Er zijn versterkingen naar Sabderat gezonden. Uit Adigrat komen gunstige berichten. Het garnizoen heeft voldoende levensmiddelen en water en is van al het noodige voorzien om krachtig tegenstand te bieden. De negus bevindt zich te Adaga Hamus. Een karavaan heeft aan de Italiaansche gevangenen in het vijandelijk kamp kleedingstnkkeu gebracht. Op de hoogvlakte heerscht groot gebrek aan water er wordt zeer naar regen verlangd. De keizer, de keizerin en de duitsche prinsen, zijn den 24 om 7 uur des avonds te Genua aangekomen en wer den aan het station ontvangen door den hertog van Genua en de autoriteiten. Het publiek legde veel geestdrift aan den dag. De duitsche keizerlijke familie vertrok weer met het jacht Hohenzollern onder het geestdriftig gejuich der menigte. De italiaansche dagbladen blijven niet achter in hunne betuigingen van sympathie voor den krachtigsten bondgenoot van hot »Drievoudig Ver bond" en zijn ten zeerste ingenomen met het bezoek van den keizer in deze voor Italië zoo benarde tijden. •ÏAPAA. De Koreaansche opstandelingen vielen de Japansche troepen bij Fusan aan na een hevig en lang durig gevecht werden de opstandelingen teruggedreven. In verschillende plaatsen in Korea zjjn Japanners ver moord. De regeering besloot er een oorlogsschip heen te zenden. De Koning bevindt zich nog steeds in de Rns- sische legatie. OOSTI3AR1JH. In verband met bet halve eeuwfeest der troonsbestijging van Keizer Frans Jozef, wil men in 1898 te Weeuen een tentoonstelling houden. Het plan gaat nit van de Nijvorheidsvereeniging van Neder-Oosteu- rijk, die in den loop dezer week daartoe een vergadering zal beleggen. De bedoeling is, eeu aanschouwelijk beeld te geven van de ontwikkeling der technische, knnst- en fabrieksnijverheid gedurende de laatste halve eenw. De tentoonstelling, hoewel internationaal, zal een overwegend binnenlandsch karakter hebben, en de verschillende sectiën zullen omvatten de literatuur, kunst, onderwijs, hygiëne, bouwkunst, machinerieën en andere takken van kennis, wetenschap en nijverheid; eeu speciale sectie zal aan de internationale inzendingen gewijd zijn. De tentoonstelling zal van begin Mei tot half October geopend zijn. RUSEAAM. De Russische regeering heeft besloten een einde te maken aan de Armenische agitatie in den Kankasns. Daartoe zullen aan de betrokken gouverneurs- jongen man gesproken had, had hem zelfs zijne vrees te kennen gegeven, dat het buitengewoon talent van dezen leerling geheel verloren zon gaan wanneerzooals bij zijuo levenswijze vooruit te voorzien washij niet het gelnk had, dat de zorg hem beslist dwong en toen had Windham dan tot zijn bod besloten waarmede hij zich zonder twijfel tot beschermer van dit jong talent ver klaarde. Hij had geen voorgevoel gehad van hotgeen hij daarmede gedaan hadmaar hij erkende het met een diep bedroefd harttoen hij thans de stad zoo spoedig mogelijk verlaten hebbende op weg naar Zwitserland waarheen hij de beide dames zon brengen Esther zoo bleek zoo in zich zeiven verzonken zonder eenigo be langstelling voor iets tegenover zich zag zitten. Het deed hem voor dat arme meisje zoo aan. Hoe had hij kunnen vermoeden dat bet zoo ernstig in haar uitzag. Maar hij troostte zich met de godachtedat hij niet anders had konnen handelendat alles in deze wereld slechts een overgang van het een tot het ander is. In- tnsscheu had hij zich reeds in Bazel genoodzaakt gezien, rust te zoeken. Esther was gelijk aan eene slaapwan delaarster die met een van tijd tot tijd verstoord be wustzijn handelde en slechts somtijds met hare ziel belang stolde in hetgeen in het leven rondom haar gebeurde. Hij begreep deze verandering niet geheel maar toch kon hij ongetwijfeld zich haar lijden voor stellen. Het was geen lichamelijk lijden, dat bevestigde hem ook bovendien de geneesheerhet moest dus een inwendig, geestelijk lijden zijn. Hij hield haar van alles op de hoogte, wat. haar anders zooveel belang inboezemde, maar zijne woorden vonden bij haar geen weerklank. Arm meisjedacht hij en hij sprak met hare moeder over haar maarhet zal wel overgaan zeide ook deze zenuwachtige, doch in haar denken zeer ernstige vrouw. Esther bleef echter onverschillig: soms lachte zij wel, maar toch alleen met de zenuwen en spieren. De heer Windham wist geen raad. Esther scheen hem eindolijk zelfs te ontwijken en wanneer hij haar dan nog aantrof, trof hem een beschuldigende blik. Eens op een morgen verraste zij hem in zijne kamer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1