1896.
Z O N I) A Gr
19 APRIL.
Stadsberichten.
No. 48. Eerste Mad. Acht en Megentigste Jaargang
ALKMAAtiSCHE COflSAAT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
maanden voor Alkmaar f 0,80; fianco door het
geheele rijk 1,
De 8 nummers ƒ0,0®. Afzonderlijke numiuo.-; .'3 ets.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
telefoonnummer
Mr. A. P. DE LAUeE.
Den 17 dezer trad mr. A. P. de Lange voor een
goed bezetto zaal te Spanbroek als spreker op. De
voorzitter der afdeeling Hoogwoud de heer van Ba
len Blanken opende de bijeenkomst met de volgende
bewoordingen
Een politieke lezing is in ons district een evenement
wat het volgens mijn bescheiden meening niet behoeft
te zijn. Het niet of zeldzaam voorkomen daarvan geeft
aanleiding tot die qualificatie en niemand zal mij te
genspreken, als ik beweer dat ze nuttig, noodig en dien
stig kunnen zijn voor de bevordering van het gezonde
politieke leven. Waar een uitbreiding van het kiezers
corps brnnen korteren of langoren tijd kan worden be
werkt, is voorlichting van de groote massa een dringende
eisch des tijds. Bespreking der wetten volgens welke wij
worden geregeerdde veranderingen daarin te brengen
of gewenecht mogen niet onbekend zijn aan hein, van
wier keuze een stem in 's lands vergaderzaal alhangt.
Pierson zegtgeen overtuiging is aangeboren goed, maar
de vrucht van opvoeding en overdenking daarom gaat
van uiteenzetting en toelichting van beginselen een op
voedende kracht uit, noodig voor hen die moeten be
slissen over het boe en waarbeen. Het politiek leven
geeft gewoonlijk alleen teekenen van daar zijn als ver
kiezingen aanbreken met de ontketening van hartstoch
ten daaraan dikwijls verbonden. Vooraf gekweekte zaak
kennis is daartegen een geneesmiddel en doel om per
sonen en zaken van elkander te scheiden. En als we dan
bedenken dat aan dat alles geen of te weinig cijns wordt
gebrachtzollen we zeker allen waardeeren iemand in
ons midden te zien tot spreken gerechtigd, der zake
knndig en als drager van een beginsel en als lid van
een der hooge staatslichamen de aangewezen persoon om
als voorganger tegenover de kiezers op te treden. Ik heet
den spreker namens de afdeeling Hoogwoud en omstreken
hartelijk welkom en 't is mij een eer u 't woord te ver-
leenen.
Hierop nam de heer de Lange het woord en zeide
op onderhoudende wijze ongeveer het volgende
Ik wensch de vraag te stellen en te bespreken Waarom
zijn we liberaal en is het onze plicht liberaal te blijven?
Znlt gij niet zeggendat ik, dit onderwerp aanroerende,
noodeloos beschik over uwen tijd en dat ik Bpreek over
iets, dat geen toelichting noodig heeftover iets waar
omtrent we 't allen eens zijn Ik zou willen dat 't zoo
ware. Doch is 't werkelijk zoo? Is het waar, dat in de
tegenwoordige omstandigheden wij liberalen zoo vast staan
in beginselen dat het overbodig mag geacht worden na
te gaan waarom wij aan die partij trouw hebben ge
zworen Heb ik het misdat wij leven in een tijd
waarin onze partij van twee kanten wordt aangevallen
en aan twee kanten verliest? Aan de eene zijde dreigt
verwatering en verwarring der beginselen door den invloed
der democraten, aan de andere het conservatief toegeven
aan de clerieale partijLaat ons de hand in den boezem
steken en zien of we degelijk trouw zijn gebleven aan
onze beginselen.
In warme dagen van strijd zijn we allen warme partij
mannen dan geven we ons rekenschap van de gronden
onzer meening.
Dan dwingen de omstandigheden ons tot handelen.
Is 't echter ook zoo gedurende de rest van den tijd.
Ik wilde dat het zoo ware. Er zijn waarlijk onder
de liberalen zoovele lanwen, dat men 't recht heeft te
vragenwaarom sloot gij U bij ons aan
In de eerste plaats wil ik dan wijzen op de sterke
tegenstelling die bestaat tnsschen liberaal en clerieaal,
een tegenstelling die zoo ond i als de beschaving.
Naarmate de menseh meer nadenkt, in diezelfde mate
wordt hij zijne zwakheid bewust, vooral wanneer hij ge
voelt dat hij omringd is door eene machtige natuur,
waartegen zijne kracht niet is opgewassen.
Hij gevoelt steeds sterker dat er eene macht bniten
de maatschappij staat, die hij niet kan beoordeelen, niet
kan bestrijden en die hij niet kent. Meer en meer gevoelt
hij behoefte aan kennis en krijgt hij de overtuiging dat
alleen kennis hem in staat kan stellen meester te zijn in
zijn eigen land. Van haar hangt zijn welvaart, zijn leven
af. Die kennis is tweeërlei. In de eerste plaatskennis
van de natnnr en hare wetten. Immers van die natuur
is de mensch afhankelijk en in de tweode plaats, de studie
van den mensch zelve. Wat de studie der natuur aangaat,
daaromtrent zal men 't misschien met mij eens zijn, maar
den mensch dan Is men daar nog niet over uitgepraat
Weet men niet, wat de wenschen zijn van 't menschelijk
hart en waardoor hij handelt Van veel belang is daartoe
de wijsbegeerte als stadie voor de mensch. De wijsbe
geerte is zoo ond als de geschiedenis der beschaving.
Steeds staan er nieuwe wijsgeeren op, het eene stelsel
volgt op 't andere, maar nog nooit is er een geweest,
die ons de meening en overtuiging kon geveDziezoo,
na is de stadie van den menseh gesloten, nu kennen we
den mensch.
Van nog veel meer omvang is de stadie der natuur
en er is niemand die daarvan een zoo helder denkbeeld kan
hebben dan ons tegenwoordig geslachtlevende in een
tijd van stoom en electriciteit. De uitvindingen volgen
elkander met groote snelheid en mocht er iemand zijn
die meent heden voldoende kennis van de wetten der
natuur te bezitten morgen zal hij waarschijnlijk tot de
erkenning moeten komendat we nog niet alle krachten
kennen.
Wanneer we voelen dat een jniste blik op de maat
schappij vereischt kennis van de natuur en van den menseh,
dan zal men tevens tot de erkenning komen van de waar
heid dat die kennis niet is te verkrijgen in een menschen-
leeftijdja Diet in een onafzienbaar tijdvak. Begrijpen we,
dat men 't niet. kan brengen tot een volkomen kennis
der natuur, dan is 't een daad van moed, op de ervaring
zijne levensbeschouwing te gronden.
Hiertegenover staat eene andere levensbeschouwing, die
der berusting, die der clericalen. Zij zoeken niet in eigen
studie de gegevens doch in de openbaring in eenigeu
vorm. Wie terugschrikt voor die niet eindigende taak
van een stadiedie slechts tijdelijke resultaten belooft
kan zich gelukkig gevoelen door het aannemen3 van eene
waarheid van buiten.
Zoo waren dan ook de stichters der bekende godsdiensten
tegelijkertijd wetgevers op sociaal gebied.
Er bestaat alzoo een breede kring van geesten, die het
leven der meuschen beheerschfc zien door geschrift, open
baring of traditiën eener kerk. Doch dan volgt daaruit
tevens, dat tnsschen beide partijen, liberalen en clericalen,
een zoo diep verschil bestaat, dat iemauddie nadenkt
niet licht gevaar loopt nit het eene kamp naar't andere
te worden overgetrokken. De eersten weten zeer goed
dat ze geen volmaakt werk zullen leveren, dat hun arbeid
van tijdelijken aard zal zijn. De anderen meenen, dat de
genezing van alle kwalen te vinden is in 't volgen van
zekere voorschriften.
Voor ons is de politiek eene ervaringswetenschap is
de leer van 't mogelijke en nuttige niet die van 't ab
solute. We hebben de waarheid niet en erkennen dat
we die ook niet zullen vinden.
Niet echter onze maar beginselen, onze politiek veran
dert, als de ervaring wordt gewijzigd. Het beginsel blijft en
we bouwen voortverbetering brengend waar wat te
verbetereu valt.
Het is bekend, dat we op een geheel ander staedpuut
staan dan de cleriealen en als voorbeeld daartoe behoef
ik u slechts te wijzen op de afschaffing van de doodstraf.
Deze is voor ons een utiliteitsbeginsel. De doodstraf
wordt door ons beschouwd als eene krenking van 't
individudie alleen geoorloofd is als 't welzijn van
ons allen dat noodzakelijk maakt. De kerkelijke partij
echter, zich beroepende op den Bijbel eischt wederin
voering van de doodstraf.
Zij die nu aan de liberale partij verwijten, dat zij veel
minder heeft gedaan dan men verwachtte, doen haar een
ongegrond verwijt. De inrichting van onzen staatsvorm
is een uitvloeisel van liberale overtuiging aan haar is
te danken afschaffing van den gemeente-accijns, voorts dat
op de eerste levensbehoeften geen inkomende rechten worden
geheven enz. Doch die zegt, dat de liberale partij niets
gepresteerd heeft in zake de arbeidswetgevingmiskent
hare roeping.
Een billijk oordeel wordt n.l. dan alleen geveld wan
neer de maatregelen worden beoordeeld naar het oogen-
blik en niet getoetst worden aan een later verkregen oor
deel. Haar taak hing van de ervaring af. 't Was slechts
de vraagwat 't meest dringend was. Het is de quaes-
tie maar of de liberalen in de gegeven omstandigheden
gedaan hebben wat zij konden doen en ik meen te mogen
zeggen zij 't dan ook in grondtrekken deze partij heeft
hare plicht vervuld ten opzichte van de natie. Als erva-
ringspolitiek, een naam, waarop de politieke partij trotseh
kan zijn wordt de richting, waarin zij werkt't best
uitgedrukt door de oude spreuk; »Het heil van 't volk
is de hoogste wet.''
Doch zegt men niet, dat iedere partij deze spreuk in haar
vaandel schrijft? Heeft niet ieder 't recht dit te zeggen, die
meent te handelen in't belang van wat hij meent te zijn de
rechten en plichten eener natie. Niet de aanneming dier
sprenk kan dienen als kenmerk eener partij. Bij de clericalen
is nooit 't welzijn des volks de hoogste wet. Vraag het
een aanhanger dier partij en dwing hem hierop een dui
delijk antwoord te geven en hij zal n moeten antwoorden
Neen, niet 't welzijn des volks, maar wat de geschriften
(in ons land de bij bel) of de kerk ons leeren is voor ons
het hoogst. De daarin vervatte wetten moeten wij volgen,
ook al is dit niet tot 't heil des volks. Daarom mogen
de kerkelijke partijen deze spreuk niet op hun uithang
bord schilderen.
Maar dan de socialistische partijen Meenen zij wer
kelijk te goeder trouw te strijden Zeer zeker, meen
ik te mogen zeggen. Doch bij haar staat iets
anders op den voorgrond. Niet het heilmaar de
wil des volks is bij haar nummer één en dit is iets anders.
De wil des volks wordt uitgedrukt door de verkiezing.
Wanneer nu de uitbreiding van 't kiesrecht het land ten
verderve zon voerendan zon 't toeh moeten gebeuren,
want het volk w i 1 het.
We hebben dns daarin gelijk, dat de liberale partij het
recht heeft het beginsel>alles voor de bevordering van
het geluk des volks," als 't hare te erkennen.
Hoe beschouwen we nu 't volk? Doen we dat eenvoudig
als een groot aantal individnëneene groote menigte
menschen bij elkander, a m ieder evenveel waarde gevend?
Zeker niet voor ons liberalen is het de mensch, dien we
beschouwen, de mensch levende in de gemeenschap. Zijn
individueel leven en meeningen vallen buiten het gebied
van de politiek. Het kan een man zijn van een diep
geloof of een ander, die ten aanzien van 't geloof geheel
onverschillig is. Voor den meest orthodoxe is er ruimte
en plaats in onze partij en hij kan op een hartelijke ont
vangst rekenenmaar voor den clerieaal zijn de deuren
gesloten. Het heil des volks bedoelt do liberaal, niet de
verwezenlijking zijner idealen en niet de verheffing vaD
enkele individnën. Dat is het maximum van geluk, waar
voor allen rechtvaardige verdeeling is van datgene, waar
over de maatschappij te beschikken heeft. Eu dat is te
verkrijgen door onderling toegeven wanneer ieder in zijn
stand, rang of klasse iets opoffert. Nu mag ieder doen
wat hij wilmits hij de gelijke rechten vau anderen
niet krenke. En de Staat is aangewezen om als het
hoogste gezag de rechten der burgers te handhaven. Aan
allen moeten gelijke kansen worden verschaft. De rol van
den Staat is uitgebreid genoeg en we zouden die niet
willen vergrooten, door hem de verplichting opteleggen
om werk te verschaffen. De verhouding van den Staat
tot bnrger moet niet zijn die van werkgever tot werknemer.
De Staat mag uiet ontaarden in een lichaam dat een
gedeelte van den maatschappelijken arbeid tot zich trekt
ten koste van vrije krachten.
Het doel van het leven is om door zoo weinig mogelijk
arbeid zooveel mogelijk genot te verkrijgen. Daartoe is alles
geoorloofd mits niemand zijn buurman hindere.
Dit is de taak des wetgeverseen taak die niet
eindigt. De verhouding der burgers tot den Staat ver
andert echter, nu langzamerhand, dan plotseling, en 't
is «dns telkens plicht vast te stellen waarin de rechts
krenking bestaat, waar de grenzen zijn. Wanneer nieuwe
behoeften zijn ontstaan, moet de wetgeving daarmede in
overeenstemming worden gebracht. Bij dien wetgevenden
arbeid is de vooruitgang aan het woord. De vooruitgang
zal zich uiten in nieuwe behoeften en eene verbeterde
wetgeving.
Zoo zullen wetgevingen van vroeger vervallen, of omdat
zij overbodig zijn geworden of in onbruik geraken. Als
voorbeeld hiervan noemde spreker de schutterijwet.
Wie moet nn eohter de wetgevende macht beoordeelen?
De kiezers Irt theorie moeten zij beslissen wat in ieder
geval het belang van 't volk meebrengt. Toch is die
invloed in werkelijkheid zeer gering.
De invloed van de pers is veel grooter, niet alleen die
van couranten, maar in één woord die van 't geschreven
woord in 't algemeen.
Er zijn tallooze kiesstelsels, maar er is er geen die
beantwoordt aan de beloften van den maker.
Thaus staan we voor een nienw kiesstelsel en 't ge
wicht er van is niet te miskennen. Men doet echter
verkeerd wanneer men 't beschouwt uit een oogpnnt van
wat meer of minder kiezers das de techniek van kies
recht. Doch wel is 't van belang uit te maken, of nu
werkelijk degenen, die door 't nieuwe kiesstelsel zullen
worden gekozen, in staat zullen zijn de belangen van
't volk in zijn geheel te bevredigen. Dit is een punt
vierkant tegenover do sociale en radicale partij. Vele
uitingen van deze groepen vinden een warme sympathie
bij ons, maar er is principieel verschil tnsschen ons en
hen. Wij gelooven niet aan den wil des volks. De wil
des volks is een mythe. Men heeft geen punt, waarover
't geheele volk het eens is. Rekent men voor den wil des volks
die der meerderheid, dan is de minderheid rechteloos.
Wat is de meerderheid Het volk heeft geen orgaan
om zich te niten, dus do wil van de meerderheid is
de wil van de meerderheid der kiezers, en zegt de rad.
partij breidt 't kiesrecht uit en ge kunt den wil des
volks leeren kennen, dns de helft plus één is gelijk aan
't geheel. Maar als uu alle kiezers niet ter stembus
gaan Welzeggen zij dan verplicht kiesrechtDan
moet men ze dwingen om te stemmen 1 In 't kort, er is
op dien volkswil geen politiek te boawen.
De spreker wijst hierna nog op 't kiesrechtdat ons
eerstdaags wacht, waarbij hij opmerkte, dat, wanneer van
een enkele klasse de belangen zonden worden behartigd
ten koste van een andere, hij er tegen zou stemmen.
Spreker zon zieh verplicht zien tegen een wetdie
met algemeen of bijna algemeen stemrecht aankwam, te
stemmen, omdat het in de landen waar 't is ingevoerd, tot
treurige dingen aanleiding geeft. Vooral ook om dat
door alg. stemrecht 't kapitaal een verbazend groote
macht verkrijgt.
Na een weinig belangrijk debat word daarop door den
voorzitter de vergadering onder dankzegging aan den
heer de Lange gesloten.
Men deelt ons mede dat het Congres van apo
thekers, bij gelegenheid der 45e Algemeene Ver
gadering der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering
der Pharmaciealhier zal plaats hebben op 30 Juni,
1 en 2 Juli a.s. Het programma der daaraan verbonden
feestelijkheden wordt vastgesteld.
liegel wedstrijd.
Voor den door de Kegelclnb »de Unie( alhier, in
Mei te houden kegel wedstrijd zijn nog de volgende me-
daljes beschikbaar gesteld1. een groot vergald zilveren
medaljeaangeboden door den directeur der Cadetten
school alhier; 2. een gouden medalje aangeboden door
Heineken's Bierbrouwerij en 3. een zilveren medalje
aangeboden door de Kegelclub Alcmaria Victrix", alhier.