Gilda Schwanhof. No. 53. T«^ede Acht en Wegentigste Jaargang» 1896. VRIJDAG Telefoonnummer: 3. 1 MEI. Nederland. FEUILLETON. „Het is verboden op marktdagen, des morgens vóór twaalf uurover of langs het groote Kaasmarktplein te rijden met handwagens of andere voertuigen. Hiervan zijn vóór negen uur des mor gens uitgezonderd de handwagensbe stemd om te laden of te lossen bij de vaartuigendie hunne ligplaats aan het marktplein hebben." Geschiedenis van een vrouwenhart, AtklIAABSCHE Doze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. COIRANT. Prijs der gewone Advertentlën Per regel f 0,15. Grooto letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar doen te weten, dat door den Raad dier gemeente is zijne vergadering van 1 April 1896 onder No. 29 ia vastgesteld de volgende verordening Verordening tot aanvulling van art. 37 der Alge- meene Politieverordening van 3 April 1889 Gemeente blad No. 15 5e serie). De Gemeenteraad van Alkmaar Gezien het voorstel van burgemeester en wothouders tot aanvulling van artikel 37 der algemeene politiever ordening van 3 April 1889 (Gemeenteblad No. 15), ter tegemoetkoming aan de bezwaren betrekkelijk het rijden over of langs het groote marktplein, tijdens de kaasmarkt; Gehoord de vaste commissie voor de verordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigd Gelet op artt. 135 en 167 der gemeentewet Besluit: Aan artikel 37 van voorschreven verordening toe te voegen de volgende alinea's Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Noordholland volgens hun bericht van den 8 April 1896 No. 60 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 15 April 1896. Burgemeester en Wethoudors voornoomd Alkmaar A. MACLAINE PONT. 28 April 1896. De Secretaris a. i., L. VAN DER VEGT. Geweigerde diensten. Den 23 vervoegde zich aan het dep. van marine de marinier 2e kl. B. Wolff, die uit naam van 200 zijner kameraden een onderhoud met den Minister verzocht. Aan den adjudant van den Minister, die hem bij afwe zigheid van dezen te woord stond legde hij het verlan gen der tweehonderd bloot om te mogen overgaan bij het indische leger buiten eeuig bezwaar van den lande daar het hun niet om eenig voordeel te doen was, maar, om in de moeiolijke omstandigheden van het oogenblik het vaderland te dienen, zooveel in hun vermogen was. Tot zijn groote teleurstelling bleek hem spoedig, dat, om welke 31) van HANS WACHENHUSEN. XX. Toldy's natuurlijke geschiedenis. In dien nacht was er geen slaap in Emin's oogen ge komen des morgens lag hij nog aangekleed in een toe stand van verdooviug op zijn bed. Hij was als iemand, diedoor den bliksem getroffonlangzamerhand zijne lichamelijke verrichtingen voelt terugkeeren. Wat hij in dien nacht gedaan had had de maat zijner verootmoedi ging doen overloopen. Hij was nu niet alleen voor zich- zelven verloren doch ook voor de wereld. Windham's woorden weerklonken hem weder in de ooren hij zag hem nog voor zichhoe hij het wapen terugtrokhij zag weder zijne koelemeedoogenlooze houding en dezelfde ijskoude stroom doorliep weder zijne leden. Die man had bij hem het overschot der achting voor zichzelven dat zijn zelfbewustzijn hem nog had laten behondon in be weging gebracht. Een andere toestand maakte zich thans van hem meesteralsof hem de hersens uit den schedel waren genomen hij was tot denken niet in staat. Slechts het hart klopte van tijd tot tijd zoo heftigals zou het uit zijn borst springon en dit geschiedde zoo dikwerf als Esther's gestalte hem voor de oogen kwam Professor Sebald vond hem in den voormiddag tot zijne verbazing in gezelschapstoiletbleekmet holle oogen. Emin scheen hem een automaattoen deze met stommen groet hem een stap tegemoet kwam. «Stoor ik u?" Vroeg Sebald met een blik op zijne kleeding. „Hebt gij eenig plan 1" roden dan ook de vrijwillig aangeboden diensten niet konden worden aanvaard. Naar men zegt, zou generaal Vetter van de hulp der mariniers niet gediend willen zijn, (Vad.) melkmachine. Omtrent eene melkmachine, deelt men nader aan de »Arnh. Ct." mede: De machine, laktator geheeten, weegt in het geheel 14 pond. Zij ligt bij een trekriem, welke de koe omspant en zich kunstig naar de uiers richt. Het aanbrengen van een riem duurt slechts eenige seconden. Het werk, dat dit gereedschap verricht, is precies het nabootsen van hetgeen het kalf bij het zuigen doet, dus afwisselend zuigen en drukken. De melk komt uit do uiers zorg vuldig in eene kleine buis en van daar door een togen stof beschutte leiding in een groot melkvat. Boteronderzoek. Het »Landb. Weekbl." doet een gemakkelijk middel aan de hand om te weten of boter vervalscht is. Nadat men de boter gesmolten heeft ze mag niet koken of braden het beste is daarom het potje of kopje boven stoom of in warm water te houden voegt men daaraan toe 5 a 6 druppels zwavelzuur, vermengt deze goed met de gesmolton boter, met een mes of lepeltje, en voegt er zooveel kokend water aan toe als noodig is om een reageerbuisje te vullen. Reeds bij het toevoegen van het zwavelzuur zal de boter, als het geen zuivere is, beginnen te verkleuren, ze wordt dan bruingeel en naar verhouding van de grootere hoeveelheid margarine die er zich in bevindt, lichtbruin tot rosé, zijnde de kleur van zuivere margarine. Onvervalschte boter behoudt de gele kleur die ze heeft wanneer ze gesmolten is. Zoodra verkleuring bij de toevoeging van het zwavelzuur plaats heeft, is er ook vervalsching aan te nemen. Wanneer men in een ander reageerbuisje eenzelfde hoeveelheid boter, gelijk behandeld, doch zonder toege ving van zwavelzuur daarnevens houdt, kan men zelfs bjj 10 pCt. vervalsching duidelijk kleurverschil waar nemen. Men zij echter voorzichtig met het zwavelzuur en zorge dat het niet aan de handen en zoo met de oogen in aanraking komt, daar het een sterk bijtend znur is, dat zelfs gaten in de kleederen brandt. Publiek en politie. Dat men te Maastricht anders denkt over de ver standhouding die er tusschen het publiek en de politie moet bestaan dan de nieuwe amsterdamsche hoofdcom missaris te Amsterdam die onlangs zijne manschappen er aan herinnerde dat zij, in geval van nood, den bijstand der omstanders konden requireeren blijkt uit het vol gende bericht, dat wij in het Handelsblad vonden: Uit Maastricht schrijft men ons: Door de politie is proces-verbaal opgemaakt tegen een raadslid wegens het ontzetten van een dronken arrestant uit de handen van een agent van politie. Emin lachte bitterzijne trekken waren als die van een doode. «Eigenlijk had ik niet anders te doen dan mijn lijk te volgen'', zeide hij met droge lippen want sedert dat laatste glas champagne had hij niets meer gebruikt. «Diezelfde eer zou ik ook dat lijk bewezen hebben", was Sebald's spottend antwoord. «Ik stoor n toch niet door mijne komst «Integendeelmaar zij verrast mijdoch ik ben u uiterst dankbaar «Ik nam op mij om u namens den heer Windham dit ter hand te stellen 1" De professor haalde een couvert te voorschijn. De laatste droppel bloed verdween uit Emin's gelaattoen hij aarzelend de hand uitstak. Zonder op te zien deed hij het couvert in zijne porte feuille. Het viel hem niet moeielijk om te gissen wat de inhoud was. «Mag ik u nog eenige minuten lastig vallen f" Sebald nam een stoel en verzocht hem zwijgendhetzelfde te doen. «Gij weetdat ik mij nooit met de zaken mijner jonge kunstenaars bemoei", begon hij. «Dat het nu ge schiedt is slechts om te voldoen aan eene opdracht van dienzelfden kantwant de heer Shornfield was ook voor mij een vriend en zijne dochter verdient reeds om haar zelve mijne volle hoogachting en deelneming." Emin zonk thans eerst op den stoel tegenover hem neder. «Ik stel op den voorgrondalvorens verder te gaan dat gij dit laatste gevoelen deelt en laat ons dan eens een verstandig woord spreken. Men verhaalde mij eene onbezonnen daad, waarvan u de uitvoering gisteren gelukkig bijtijds is belet. Ik heb altijd meer den man van de wereld in u gezien en het steeds betreurd dat gij aan den kunste naar in u zoo weinig aandacht wijddet. Gij hebt eene dubbele natuur waarvan de eene de andere zoo goed zou kunnen helpen en gij hadt dus zulk een wanhopigen stap eerst mogen doen als beide u in de steek hadden gelaten. De Voorzienigheid schonk u op overdadige wijze de schoonste gavenwaarvoor ieder ander Haar op zijne knieën zou dankenmaar zij waren u ten slotte slechts niet meer waard dan oen schot kruit. Kunt gij dat voor Hcideontglnning. De ontginning op de grootste schaal in ons land is die van het Staatsdomein op de lieiden bij Chaam en Gilze, onder leiding van den boschbouwkundige van Scherm beek. Op het oogenblik vinden daar ongeveer 120 men- schen werk. In weinige jaren tyds werden ongev. 300 HA. tot bosch aangelegd. RIJ kn post spaarbank. Bij art. 5 der wet van 20 Juli 1895 tot wijziging en aanvulling der wet van 25 Mei 1880 tot instelling eener Rijkspostspaarbank, is onder meer bepaald lo. dat de vader of voogd, om terugbetaling te be komen op het boekje van een minderjarige, die den leeftijd van 12 jaren heeft bereiktzal moeten overleggen eene machtiging van den kantonrechter, te verleenen in de gevallen en op de wijze bepaald in artikel 451 van het Burgerlijk Wetboek 2o. dat de gehuwde man, met afwijking van het be paalde bij artt. 160 en 179 van het Burgerlijk Wetboek geene terugbetaling zal kunnen bekomen op het spaar bankboekje zijner echtgenoote, dan met hare toestemming. Vermits genoemde wet van 1895 eerlang in werking zal treden, wordt door den minister van W., H. en N. op bovenvermelde bepalingen in het bijzonder de aandacht gevestigd, ten einde den vader of voogd, alsmede den gehuwden man, die bedoelde bepalingen niet van toe passing wenschen te doen zijn op gelden in de Rijkspost spaarbank ten name van een minderjarige of van de echtgenoote ingelegd, in de gelegenheid te stellen, die gelden desgewenscht terug te vorderen, uitgezonderd in het geval dat de man, ingevolge bestaande huwelijksche voorwaarden, daartoe het recht mist. (St.-Ct.) Gezaaide aardappelen. Behalve de proef door de Vereeniging «Westland" sedert eenige jaren genomen met het kweeken van aar dappelen uit zaad, wordt ook van particuliere zijde in die richting gewerkt, o. a. door den heer G. Middelburg te De Lier, voorzitter van de aldaar bestaande afdeeling der Vereeniging «Westland." Deze ziet tot heden zijn proef met een uiterst gunstigen uitslag bekroond. Hij won in 1893 zaad uit hoorntjes, waarmede hij ongeveer 12 vierk. Rijul roeden bezaaide, de opbrengst was on geveer '/4 H.L. kleine aardappeltjes, alle van de oor spronkelijke soort, wat zeker eene zeldzaamheid is. In 1895 pootte hij deze op 19 Rijnl. roe weder uit en ze hebben zich zoo gunstig ontwikkeld, dat hij dit jaar met de verkregen hoeveelheid niet minder dan ruim 550 roe heeft kunnen bepoten. Hij verkreeg reeds knollen van aanzienlijke grootte. Bloed mest. Uit Enschede schrijft men Men zal zich herinneren dat eenigen tijd geleden de firma Nivette Co. te Parijs in verschillende deelen van ons vaderland door hare vertegenwoordigers de landbouw bevolking bezocht om afzet te vinden voor haar z. g. bloedmest, een kunstmeststof, die hoewel een werkelijke waarde per 100 K.G. van f 3 vertegenwoordigende, voor uzelven voor God verantwoorden? Laat ik u een voor beeld aanhalen dat gij wel niet zult willen navolgen maar dat u duideljjk kan makenhoe de mensch in staat is met het kleinste talent te woekeren. Daar hebt gij Maurits ToldyGij hieldt hem voor den gekgij hebt het nooit de moeite waard gevonden u een oordeel over hem te vormen. Deze Maurits zou alles hebben willen geven als hij slechts het honderdste deel uwer talenten bezat. Men kent hier zijne geschiedenis niet zij is zeer belangwekkendik zal haar u vertellen. Toen ik voor acht jaren te Rome den winter doorbracht had ik voor model noodig een Zigeuner knaap men bracht mij er een uit een in den omtrek gelegerde rondtrekkende bende onzen Maurits. De knaap toonde eene geschikt heid zooals zij mij nog niet voorgekomen was hij sliep voor mijne werkplaats op stroovolgde mij op de hielen, werd voor mij uit eigen beweging een getrouw dienaar, las al mijne wenschen op mijn gelaat en gevoelde zich alleen bij de kunstenaars thuis en ook begonnen dezen van hem te houdentoen zij in hem een heel slimmen knaap leerden kennen. Hij wilde niet weer naar zijne bende torng. Deze was bovendien zonder hem verder gegaan. Op eenen avond toen ik nog eens in mij e werkplaats terugkeerdezag ik tot mijne verbazing onzen Véla zoo heette hij toenvoor een ouden lammen schilders ezel zitten met een penseel in de handeen rustend Zigeuner-gezelschap schilderen. Maar grooter werd nog mijne verrassingtoen ik moest aannemen dat hij dit reeds sedert langeren tijd gedaan en van ons zeer veel afgezien had jadat hij aan zijne gave tot navolging eenig talent verbond. In het kortVéla met zijn vlug heid alsof hij een aap wasviel aan mijne voeten toen hij zich betrapt zag en smeekte hem bij mij te houden en hem verder te laten leeren Gij weet wat er van hem geworden is door onvermoeide vlijtnadat ik hem als mijn helper en leerling mede hierheen genomen had. Geleerd heeft hij niet meer dan zijn gering talent en oefening mogolijk maakten, maar hij is verstandig ge noeg altijd in zijne Puszta to blijven en hij weet zijn werk met een buitengewoon talent goed te verkoopen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 5