No. 72, Extra. Acht en Ttfegentigste Jaargang. 1890. DIN S11AG 16 JUNI. Zaak gemeente-ambtenaren. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het geheele rijk 1, De S nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERHs. COS- TER ZOON. Telefoonnui •er 3 Heden is een aanvang gemaakt met de behande ling van de strafzaak tegen lo. Dirk Polloud 42 jaar ontslagen ontvanger der gemeente Alkmaar en 2o. Joachim Nuhout van der Veen, oud 51 jaar, ont slagen secretaris der gemeente Alkmaarbeiden laatst wonende te Alkmaar en beiden thans aldaar voorloopig aangehouden. De dagvaarding legt hun ten laste, dat zij zich op de na te noemen tijdstippen te Alkmaar schuldig hebben gemaakt aan het navolgende I. beide beklaagden in gemeen overleg A. dat de eerste beklaagde op of omstreeks 26 Mei 1892 terwijl hij met toepassing en op grond van de destijds geldende instructie voor den ontvanger der ge meente Alkmaar, door burg. en weth. dier gemeente was gemachtigd en aangesteld om bij afwezigheid of ziekte van den toenmaligen ontvanger, dezen te vervangen, en, terwijl hijdeze laatste ziek zijnde inderdaad tijdelijk met dezen openbaren dienst belast wasen als zoodanig de gelden uitmakende de kas der gemeente Alkmaar toebehoorende aan die gemeentealthans aan een ander dan hem, beklaagde, onder zich had, gevolg gevende aan een aanzoek van den tweeden beklaagde, om hem duizend gulden uit de gemeentekas te verstrekken, welke gelden die bekl., zooals hij zeer goed begreep voornemens was ten eigen bate aan te wenden, zoodanig bedrag werkelijk uit die kas heeft genomen zich die gelden opzettelijk wederrechtelijk heeft toegeëigendze ter hand heeft ge steld aan den tweeden bekl., en ze zoodoende heeft ver duisterd en dat de tweede bekl. op of omstreeks voorschreven tijdstip in voege voorschreven den eersten bekl. heeft aangezocht, daarbij gebruik makende van de gelegenheid, hem door zijn toenmalig ambt van secretaris der gemeente Alkmaar geschonken hem duizend gulden uit bovenbe doelde kas, die deze zooals hij wistin zijne bediening onder zich had, te verstrekken met het oogmerk om die gelden ten eigen bate aan te wenden en toen de eerste bekl., vervolgens daaraan gevolg gevende, hem inderdaad duizend gulden uit die kas ter hand stelde, deze gelden met de wetenschap hunner herkomst en alzoo opzettelijk heeft aangenomen, voor zich behouden en ten eigen bate aangewend en verteerd een en ander terwijl beide be klaagden zeer goed wisten dat de eerste bekl. niet het recht had, op dusdanige wijze over die gelden te beschikken; B. dat de eerste bekl. op zekeren dag in het laatst van Augustus 1895, terwijl hij als ontvanger der gemeente Alkmaaren dus in zijne bedieningde geldenuitma kende de kas dier gemeente, onder zich had, welke gelden aan de gemeente Alkmaaralthans aan een ander dan hem, bekl., toebehoorden, gevolg gevende aah een aanzoek van den tweeden bekl., om hem drieduizend vijf honderd gulden uit de gemeentekas te verstrekken, welke gelden deze bekl., zooals hij eerste beklzeer goed begreep voornemens was ten eigen bate aan te wenden, zoodanig bedrag werkelijk uit de gemeentekas heeft genomen, zich die gelden opzettelijk wederrechtelijk heeft toegeëigend, ze aan den tweeden beklaagde heeft ter hand gesteld en zoodoende verduisterd en dat de tweede bekl., op of omstreeks bovengenoemd tijdstipin voege voorschrevenden eersten bekl. heeft aangezocht, daarbij gebruik makende van de gelegenheid, hem door zijn toenmalig ambt van secretaris der gemeente Alkmaar, geschonken, om hem drie duizend vijf honderd gulden uit de gemeentekas, die deze, zooals hij wist, in zijne bediening onder zich had, te ve. strekken, met het oogmerk om die gelden ten eigen bate aan te wenden en dat hijtoen de eerste bekl. daarop gevolg gevende aan zijn aanzoek, omstreeks voormeld tijdstip hem drie duizend vijf honderd gulden uit die kas ter hand stelde, deze gelden met de wetenschap hunner herkomst en alzoo opzettelijk heeft aangenomen, voor zich behouden en ten eigen bate aangewend een en ander terwijl beide be klaagden zeer goed wisten dat de eerste bekl. het recht niet had op dusdanige wijze over die gelden te beschikken II. de eerste bekl. bovendien in zijne betrekking van ontvanger der gemeente Alkmaar A. dat hij van af de aanvaarding van deze zijne be trekking op 26 October 1892 (zijnde hij daartoe benoemd den 14 September te voren) tot op het tijdstip zijner schorsing als zoodanig den 17 October 1895 bij voort during op verschillende tijdstippen gelden nit de kas der gemeente Alkmaardie aan deze gemeentealthans aan een ander dan hem, beklaagde, toebehoorden en die hij in zjjne voormelde bediening onder zich had tot een bedrag van boven de tien duizend en beneden de twintig duizend gulden (de post van f 3500 hierboven sub. I. B. genoemd niet medegerekend) en van minstens f 2951,105, zich opzettelijk wederrechtelijk heeft toegeëigend en ver duisterd immers die gelden wetende dat hij het recht niet had daarover aldus te beschikken, aan de gemeente kas van Alkmaar heeft onttrokken en ten eigen bate heeft aangewend en uitgegevenen wel meer in het bijzonder lo. een bedrag van f 931,77s, door hem in verschillende termijnen in de jaren 18931894 en 1895 ten eigen behoeve betaald aan de »Nederlandsche Maatschappij van voor ambtenaren en beambten te Am- Zekerheidstelling sterdam 2o. een bedrag van f 208,80door hem in drie ter mijnen, ieder van f 69,60 op of omstreeks 20 Maart 1893, 20 Maart 1894 en 20 Maart 1895 ten eigen behoeve betaald aan de Levensverzekeringmaatschappij „New-York 3o. een bedrag van f 217 door hem in versch llende posten op 26 Februari13 Augustus en 11 December 1894 en op 18 Februari, 24 Mei en 14 Augustus 1895 betaald als borg voor A. Korff te Alkmaar aan het Noord Hollandsch Landbouw-crediet" aldaar voor rente en aflossing 4o. een bedrag van f 146,18, door hem in verschillende posten en op verschillende data in 1894 en 1895 betaald als borg voor A. Korff aan D. A. Wisselink te Alkmaar; 5o. een bedrag van f 43,55, door hem over 4 kwartalen in 1894 en over 1 kwartaal in 1895, ieder van f 8,71, betaald voor A. Kleij aan de „Algemeone Friesche Le vensverzekering-Maatschappij," gevestigd te Leeuwarden; 6o. een bedrag van f 500 door hem betaald in ver schillende stortingen van 10 Juni 1893 tot en met 9 September 1895 als borg voor J. J. Tesselaar F.Hz. aan de heeren Dirkzen en Zn. te Alkmaar 7o. een bedrag van f 600 door hem op of omstreeks 5 Juli 1895 betaald aan dezelfden als borg voor G. H. Meijroos 8o. een bedrag van 12 door hem op of omtreeks 28 September 1895 betaald aan W. de Haan Hzn. te Akersloot, ten behoeve der Algemeone Friesche Levens verzekering-maatschappij te Leeuwarden gevestigd 9o. een bedrag van 153, op of omstreeks 3 Oct. 1893 door hem betaald aan G. Bossert Rzn.; lOo. een bedrag van 41,58, door hem op of omstreeks 19 Juni 1894 betaald aan M. Saager; llo. een bedrag van 12, door hem op of omstreeks 9 October 1894 betaald aan de firma Saager en Leenard; 12o. een bedrag van 9,25 en opnieuw van ƒ9, op of omstreeks 12 Juni 1895 door hem betaald aan Jacob Lind; 13o. een bedrag van ƒ10,50, op of omstreeks 10 October 1895 door hem betaald aan A. Leis; 14o. een bedrag van f 33,CS, op of omstreeks 16 Oc tober 1895 door hem betaald aan H. J. Teerink; 15o. een bedrag van 10,55, door hem op ofomstreeks 30 September 1895 betaald aan de Duinwater-Maatschappij; 16o. een bedrag van J 12,86, door hem op of omstreeks 1 October 1895 betaald aan de Gasfabriek te Alkmaar de posten van 9 tot en met 16 alle wegens hem in zijD privé geleverde zaken. B. Dat hij gedurende de jaren 1893 1894 en 1895 ten einde door verduistering in de gemeentekas ontstane tekorten te bedekkenop verschillende tijdstippen het kasboek of journaaldat hij als ontvanger der gemeente Alkmaar verplicht was te houden, in welk journaal (door den burgemeester gewaarmerkt) volgens de bepalingen der instructie voor den gemeente-ontvangerdagelijks alle ontvangsten ten bate en alle uitgaven ten laste der gemeente moesten worden geboektterwijl de aldus geboekte ont vangsten en uitgaven dagelijks moesten worden opgeteld en het daardoor aangewezen saldo in kas vermeld en welk journaal bestemd was om te dienen tot bewijs van eenig feitimmers van het bedrag en den aard der door den ontvanger geïncasseerde gelden en gedane betalingen en van de bovenbedoelde sommen, en in ieder geval uit sluitend bestemd was tot contróle van des ontvangers administratievalschelijk heeft opgemaakt en vervalscht, met het oogmerk om dat valschelijk opgemaakte en ver- valschte journaal als echt en onvervalscht te gebruiken of door anderen te doen gebruikenuit welk gebruik nadeel kon ontstaaneD dat hij daartoe valschelijk en te kwader trouw a. onder de ontvangsten bedragendie hij Werkelijk had geïnd, niet heeft geboekttengevolge waarvan zijn journaal een minder saldo aanwees dan het volgens de werkelijkheid moest aanwijzen, en wel meer in het bijzonder wat betreft het journaal over 1895: lo. eene som van 2400die hij op of omstreeks 2 Januari 1895 van de Nederlandsche Bank had ontvan gen, wegens door de gemeente Alkmaar opgenomen gelden; 2o. eene som van J 7000die met de door hem wel op bl. 12 onder datum 4 Juli 1895 geboekte J 50500 als overgebracht van den dienst 1894 in de ontvangsten hadden behooren te zijn vermeld, bedragende het over te brengen totaal der geldopnemingen van de Nederlandsche Bank van den dienst 1894 op 1895 57500 3o. een bedrag van f 5000 dat hij op of omstreeks 27 Juli 1895 van de Nederlandsche Bank ten behoeve der gemeente Alkmaar had ontvangen; 4o. een bedrag van f 100dat hij op of omstreeks 2 Augustus 1895 uit denzelfden hoofde had ontvangen; 5o. een bedrag van f 685dat hij op of omstreeks 23 Maart 1895 had ontvangen van Jacob Ruiterals pacht van de sluis en overtoom der Zes Wielen; 6o. een bedrag van f 1000 dat hij op of omstreeks 9 October 1895 van wege den ontvanger der directe belastingen te Alkmaar had ontvangen als voorschot op de uit te keeren opcenten der personeele belasting, door het Rijk aan de gemeente Alkmaar verschuldigd; en wat betreft de kasboeken of journalen over 1893, 1894 en 1895, bedragen respectievelijk van f 1327,46, van f 1500,10 en van f 630,80, door hem over die jaren aan begrafenisrechten ontvangen; b. bedragen die in werkelijkheid niet door hem waren uitgegeven, als uitgegeven heeft geboekt, of uitgaven, door hem éénmaal gedaan, tweemalen heeft geboekt, of eindelijk door hem gedane uitgaven tot een hooger bedrag heeft geboekt dan ze door hem waren gedaan, tengevolge waarvan zijn journaal een geringer kassaldo aanwees dan het volgens de werkelijkheid moest aan wijzen, en wel meer in het bijzonder lo. dat hij onder datum van 27 Juli 1895 bladz. 15 vau het journaal over dat jaar in uitgaaf heeft gebracht aan C. Kamp, ,a a n n. lev. k e ij e n" (bedoeld steenen) een bedrag van f 3836,72, welke uitgaaf toen niet, doch wel op of omstreeks 17 September 1895 door hem is gedaan zooals hij die ook opnieuw heeft geboekt onder dien datum op bladz. 18; 2o. dat hij op bladz. 10 onder datum van 8 Juni 1895 van hetzelfde journaal heeft in uitgaaf gebracht een be drag van f 825 «Regenten van het Burger weeshuis 6/m. rente" en een bedrag van f 1000 •Regenten dez. Aflossing le helft", terwijl die uitgaven toen niet, doch wel op 10 Augustus 1895 door hem zijn geschied, zooals hij ze ook opnieuw beeft geboekt op dien datum op bladz. 16; 3o. dat hij op bladz. 15 van hetzelfde journaal onder datum van 31 Juli 1895 in uitgaaf heeft gebracht een bedrag van f 1250 ,Aan het Bestuur der Am bachtschool '/jjaarsubsidi e", welke uitgaaf toen niet doch wel op 10 Augustus 1895 door hem is geschiedzooals hij die ook op dien datum op bladz. 16 met de vermelding »bet Best. der Vereen, de Ambachtsschool, voorschot" opnieuw heeft geboekt; 4o. dat hij op bladz. 16 van hetzelfde journaal onder datum 10 Aug. 1895 in uitgaaf heeft geboekt «Aan C. Grootegoed le termijn van onderhond f 1659,78", terwijl hij slechts f 659,78 had uitbetaald. c. de som der uitgaven van ettelijke dagen afzon derlijk of de som der uitgaven tot een bepaalden dag, tot een hooger bedrag heeft vermeld dan de optelling aanwees, en wel meer in het bijzonder: lo. dat hij in het journaal van 1895 op bladz. 15 onder datum 5 Augustus 1895 als gezamenlijk bedrag der op dien dag geboekte uitgaven voor zoover zij op dat blad voorkwamen heeft vermeld f 1769,55 ter wijl de optelling aanwees f 769,55 en in verband daar mede het totaal bedrag der uitgaven van 5 Aug. 1895 op bladz. 16 heeft vermeld als f 1773,55terwijl de optelling aanwees f 773,55; 2o. dat hij op bladz. 16 in hetzelfde journaal onder datum 17 Augustus 1895 heeft vermeld f 3961,89 als gezamenlijk bedrag der op dien dag geboekte uitgaven, terwijl de optelling aanwees f 2961,89; 3o. dat hij op dezelfde bladzijde van hetzelfde journaal onder datnm 24 Augustus 1895 heeft vermeld f 155996,92'/2 als gezamenlijk bedrag der tot dien dag geboekte uit gaven terwijl de optelling van het totaal der op den vorigen datum geboekte uitgaven bij het vorige geza menlijk totaal aanwees f 154996,92'/2. 4o. dat hij op bladzijde 17 van hetzelfde journaal on der datum 31 Augustus 1895 heeft vermeld f 6652,921/a als gezamenlijk bedrag der op dien dag geboekte uitgaven, terwijl de optelling aanwees f 5652,92 ]/2 5o. dat hij op dezelfde bladzijde van hetzelfde journaal onder datum 2 September 1895 heeft vermeld f 4580,30 als gezamenlijk bedrag der op dien dag geboekte uitga ven, terwijl de optelling aanwees f 4480,80 en als totaal der uitgaven tot en met dien dag f 167909,497!, terwijl de optelling van het door hem als uitgaaf van dien dag geboekt bedrag bij het vorige gezamenlijk totaal aanwees f167809,49 6o. dat hij op bladzijde 14 van hetzelfde journaal on der datum 9 Juli 1895 als gezamenlijk bedrag der tot dien dag geboekte uitgaven heeft vermeld f 118286,641/2, terwijl de optelling van het totaal der uitgaven van den vorigen datum bij het vorige gezamenlijk totaal aanwees f 108286,641/.;, daartoe valschelijk het als totaal der uit gaven aan het einde der bladzijde 13 vermelde bedrag van f 107552,311/1 transporteerende als f 117552,311/i. 7o. dat hij op blz. 3 onder datum 28 Februari 1893 en 2 Maart 1893 in het journaal van 1893 als totaal bedragen der tot op die dagen geboekte uitgaven res pectievelijk heeft vermeld f lö^lOjöS1/^ en f 19,871,54, terwijl de optellingen der totaal uitgaven van de vorige data bij de vorige gezamenlijke totalen aanwezen f 14640,68'/2 en f 18871,54; 8o. dat hij op bladz. 8, op bladz. 18 en op bladz. 21 van hetzelfde journaal respectievelijk als sommen der uitgavengeboekt op 29 April 189314 September 1893 en 28 September 1893 heeft vermeld f 4055,41'/j, f 21715,75 en f 18088,761/2, terwijl de optellingen aan wezen respectievelijk f 3055,41'/2, f 20715,75 en f 17088,76*/a 9o. dat hij op bladz. 15 van hetzelfde journaal het bedrag der tot op 29 Juli 1893 geboekte uitgaven heeft vermeld als f 192,869,61, terwijl de optelling van het op den vorigen datum geboekte totaal aan uitgaven (f 6384,02) bij het vorige gezamenlijk totaal op bladz. 14 f 180,485,59) aanwees f 186,869,61 en dat hjj daar toe laatstbedoeld totaal van 180485,59 valschelijk heeft overgebracht naar het einde van blz. 14 en naar blz. 15 als f 186,485,59;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1