Ingezonden Stukken. Telegrafische Berichten. Buitenland. Ongeveer 730 gulden aldus blijkt nit de becijfering van den president heeft bekl. niet in zijn kasboek vermeld. Get. Pieter van de Graaf, fondsbode der »Alg. Priesche Levensverzekering-Maat schappij", gevestigd te Leeuwarden verklaart, dat bekl. Poll eerste agent dezer Maatschappij was. Per maand stortte hij f 200 k f 250 ten kantore van den gemeente ontvanger. In 't privélokaal telde get. het geld, gewoonlijk in zilver, uit. Waar dat geld door bekl. werd geborgen, weet get. niet. Van 1884 af heeft get. als bode gefungeerd. Eenmaal heeft hij 't geld wel eens in 't voor 't publiek bestemde lokaal aan bekl. Poll. uitbetaald er was dan geen publiek. Mr. Van der Hoeven vraagt of get. en bekl. Poll ook iets afweten van een tekort in de kas der «Levensverzekeringmaatschappij. Get. weet daar niets van. Bekl. zegt«natuurlijk is er daarin een tekort geweest, nl. als onder kas wordt verstaan wat de Levensverzeke ringmaatschappij had te vorderenhet vermoedelijk tekort zal f 800 hebben bedragen." De subs t. - griffier doet alsnu voorlezing van de rapporten uitgebracht door de deskundigendie een onderzoek hebben ingo- steld naar de boekhouding van beklaagde Poll. Get. Johan Willem Schutter, oud 38 jaren van beroep verificateur bij de Rekenkamer, wonende Den Texstraat 15Amsterdamlicht als des kundige het rapport toe. Hij refereert zich geheel hieraan. Volgens art. 4 der instructie voor den gemeente-ontvan ger moest de ontvanger drieërlei registers houden. Het eerste register dat voor de bezittingen is sedert 1875 niet meer gehouden. Evenmin is een staat als bedoeld in artikel 229 Gemeentewet door beklaagde Poll gehouden. Dat zulk een register weinig nut zou hebben omdat het aantal bezittingen der gemeente zoo gering is kan get. niet toegeven. Voor de contróle acht get. het houden van zulk eeu register zeer wensehelijk. Het kasboek was zoo slordig en onjuist sedert 1892 de opeenstapeling van foutieve optelling zóó grootdat het alle waarde mist. Get releveert enkele kenmerkende staaltjes van totaal onjuiste boekingpostendie in het kasboek van '93 moesten zijn geboekt, staan in dat van'94een splitsing van elke slotsom der belasting werd niet in acht geno men sedert '89 werden de kasboeken niet meer afgeslo ten in Junizooals bij een goede boekhouding had be- hooren te geschieden, enz. enz. Het was ondoenlijk het onderzoek verder te vervolgen dan is geschied. In een kasboek was een post van 21 Juni 1893 van f [34000 foutief overgebracht als 30.000, welke fout, voor ieder duidelijk waarneembaar en nu vestigt het O. M. er de aandacht op dat op de volgende bladzijde de handteekening van Nuhout van der Veen voorkomt. Get. geeft als zijne meening te kennen, dat, toen de eerste beklaagde in 1892 tot ontvanger werd benoemd, hij een reeds zeer wrakke kas heeft overgenomen. Aan beklaagde Poll wordt door den president ge vraagd of hij zich kan vereenigen met de conclusiën der deskundigen. «Een bedrag van f 53.029,755 moet in het geheel door u aan de kas zijn onttrokken dit erkent u, niet waar. Ja. «En u, beklaagde Nuhout? Heeft u aanmerkingen Neen. De terechtzitting wordt hierop voor een half uur ge schorst. toen wel kunnen redden, al zou er weldra weer geldge brek zijn geweest. Bekl. kocht o.m. loten met gemeentegeld, en behield voortdurend terugbetaalde voorschotten op de secretarie die tot een bedrag van f 6000 opliepen nadat hij de voorschotmandaten had ingewisseld voor de mandaten voor het volle voorschotsbedrag. De fraude bestond hier bij dus daarindat hij de terugbetaalde voorschotten niet in de gemeentekas stortte, zooals hij had behooren te doen. De particuliere uitgaven deed bekl. voortdurend uit de kas. Het salaris nam hij niet uit de kas, die bekl. trouwens als zijn eigene beschouwde. Bekl. dacht »'t is toch eenmaal een verkeerde boel" en deed geen moeite om op de hoogte van den waren stand van zaken te komen. Bekl. erkent, dat hg ook niet het recht had om op het kantoor privé-bstalingen uit de kas te doenmaar dit was ook reeds onder bekl.'s voorganger gewoonte. Van het groote bedrag van het tekort f 53000 kan bekl. in 't geheel geen opheldering geven. Wel heeft hij met loten gespeculeerd en verloren maar aan den anderen kant had hij ook weer gewonnen. «Ik begrijp zelf niet, dat 't bedrag zoodanig is kunnen oploopen." zegt bekl. Pres.: «Als 't verlies tot f 5000 was gestegendan zou 't al veel zijn geweest. Hoe hebben dan de overige f 48000 kunnen verdwijnen Bekl.: «Ik weet het nietik heb 't verlies ook niet dan op een paar duizend gulden kunnen be de 11000,— had «verduisterd", maar de president leest bekl. voor, dat dit er niet instaat. »'t Stond toch in de acte van rechtsingang.... Dan is dit in de dagvaarding veranderdmerkt bekl. op. Het sub III in de dagvaarding hem telastgelegde er kent bekl. volledig. Het onderzoek wordt hierna gesloten tot morgen (Woensdag)- ochtend ten 10 ure. «Heeft u nooit nagegaan, wat uw huishouding Get. Mr. A. E. A. S. van Stralen, (deskundige) adjunct-commies ter Provinciale Griffie te Haarlem die ook belast is geweest met het onderzoek der boeken wordt ten slotte na de pauze gehoord. Het verschil tusschen hetgeen is geboekt en hetgeen had moeten worden geboekt bedraagt naar de bereke ning van getuige tusschen f 40000 en f 60000. De president dankt de deskundigen voor de moeite welke zij zich hebben gegeven. Het getuigenverhoor is hiermede afgeloopen en het verhoor der beklaagden is thans aan de beurt. Bekl. Poll erkentdat einde 1895 op 17 October een bedrag van 50000 te kort was. Het kasboek was sedert 1881 in de war want bekl. was onder den vorigen ontvanger op diens kantoor werkzaam. Bekl. hield het kasboek bij en doed daarin foutieve opgaven zoodat de ontvanger die het verzamelboek hielduit dat kasboek verkeerde boekingen deed. De secretaris liet zich herhaaldelijk bedragen op man daten afgeven. Nog kort vóór het overlijden van zijn ambtsvoorganger ongeveer 26 Meiheeft bekl. aan den secretaris (Nuhout) nog f 1000 geleend, waarvoor hij een quitantie gaf die op hem te Groningen, waar hij werd ge arresteerd is gevonden. De bedoeling van den secretaris was ookdat bekl. dat geld uit de gemeentekas zou nemen en nog is de secretaris feitelijk een f 500 aan de gemeentekas schuldig. Er was in 't geheel geen afschei ding tusschen de gemeentekas en die van bekl. De fouten in de boeking van bekl.'s voorganger waren het gevolg van foutieve optelling. Bekl. erkent o. m. het accept van f 5000 van 24 Juli opzettelijk niet in het kasboek te hebben geboektwel in het verzamelboek. Bekl. was in de meening, dat het oog op de misbrui ken niet zou zijn gevallen als Nuhout de f 3500 niet aan de Bank had betaald. Bekl. had wel vermoed, niet begrepen, dat Nuhout die f 3500 voor particuliere doel einden noodig had. Wel had hij de f 1000 nog niet teruggekregen, maar bekl. vond dat nog geen reden om hetzelfde van de f 3500 te verwachten. Hij zag er geen bezwaar in hem dat geld voor korten tijd te verstrekken. Toen die f 3500 waren gegeven, was get. v. d. Poll tegen woordig bij het ontvangen der kwitantie. Omdat bekl begreep, dat de kas-naziening op dit moment voor hem niet wensehelijk was, stelde hij d:e uit op grond dat de boeken niet af waren, wat trouwens ook waar was. Pres.: «Is 't waar, dat bij de naziening van 6 Sep tember de boeken hebben gecirculeerd Neen, daarvan heb ik niets gezien. Over de geldopneming van f4000, op 2 September heeft bekl. met den secretaris gesproken. Had Nuhout geen f3500 gehad, dan had bekl. zich op meer rekenen." Pres.: kostte Neen. »U hebt wel /5a 6000 moeten uitgeven voor uw huishouden Eerst dacht ik dat 't minder moet zijn geweest. Maar het moet toch wel zooveel hebben bedragen. «Steekt er dan niet nog wat anders achter?" - Heusch nietmijnheer de president Is er niet meer geld verstrekt aan den tweeden be klaagde of anderen Neen. Wel ben ik vaak de dupe geworden van menschen die ik met betaling van hunne belasting of anderszins had geholpen en mij 't geleende schuldig bleven. Er was wel eens een aanschrijving van Gedeputeerde Staten gekomendat de verificatiën nauwkeuriger moes ten plaats hebben aldus bevestigt bekl. op een vraag van den voorzitter maar de Burgemeester vond dat te lastig. De staat der deskundigen komt tot een onttrekking uit de kas van f 53000 en bij gevolgtrekking zegt bekl. ook tot dit bedrag te moeten komen. «Ik heb mijzelf nooit de waarheid willen bekennen." Pres. «Heeft u nooit aan uw gezin gedacht en u daarom opening van zaken willen doen of u vrijwillig bij de justitie aangeven Neen daaraan heb ik nooit gedacht. Ik dacht dat 't wel altijd zoo kon doorgaan. Waarschijnlijk ligt het tekort, alleen berekend 1892 tot 95 tusschen 10 en 20 mille. De rest zal dus vóór dien tijd aan de kas zijn onttrokken. Zekerheid kan bekl. echter hieromtrent niet geven. Mr. Band: «Met den secretaris speelde u comedie, nietwaar Zijn de f 3500 en de f 1000 door u aan hem gegeven begrijpende dat die gelden strekten tot parti culiere doeleinden, al sprak u er niet over Ja, ik vermoedde 't wel. Bekl.'s vrouw aldus blijkt voorts was geen zuinige huishoudster. Wel zag o. a. van der Pollbekl.'s klerk dat bekl. privé betalingen uit de kas deed; «maar merkt bekl. op daaruit behoefde hij nog niet de gevolgtrekking te maken, dat ik de gelden niet uit elkaar hield." Op eene vraag van mr. Simons antwoordt bekl., dat hij aan Nuhout waarschijnlijk geen geld zou hebben geleend, als deze het ronduit voor zijn particuliere zaken had gevraagd. «Ik was blij zegt hij dat hij 't mij niet als zoodanig heeft gevraagd." Bekl. Nuhout van der Veen erkent de geleende f 1000 te hebben gebruikt, niet voor de gemeente, maar voor de aanzuivering van een tekort in de administratie van het Gasthuis, waarvan hij regent-penningmeester was. Uit valsche schaamte had bekl. eerst niet willen erkennen, dat hij had gespeculeerd en dat hij gelden van de gemeente had gebracht bij zijn zwager Boissevain te Amsterdam. Met hnlp van dezen heeft hij een som van f 10.000, die hij uit de kas had genomen weer in de kas terug gestort omstreeks 4 September '95. De president maakt bekl. opmerkzaam dat hij voor den rechter-commissaris heeft erkend te hebben gelogen, toen de Burgemeester hem had gevraagd of hij geld aan den gemeente-ontvanger schuldig was. Bekl. herroept echter die bekentenis. «Ik meende zegt hij dat men den persoon van den gemeente-ontvanger bedoelde, en niet de gemeente ka Zaak gemeente-ambtenaren. Aan de Redactie der Alkmaarsche Courant. Uw verslaggever heeft mij gisteren wellicht tenge volge mijner stemverzwakking verscheidene malen misverstaan en mij daardoor woorden ïd den mond gelegd, die ik niet gesproken heb. Derhalve verzoek ik U beleef delijk het volgende tot verbetering te willen opnemen: In December 1894 is, niet naar aanleiding eener opmer king van den agent der Ned. Bank, maar van mijne na vraag bij deze, besloten niet dat het nazien der rekening voortaan op andere wijze zou geschieden maar dat voor verdere kasleeningen een besluit van het college van burg. en weth. zou vereischt worden (Men zie trouwens het daarover vermelde onder in kolom 2). Na December 1894 is niet ,,nog meer geld tot f 100000 opgenomen voor schoolbouw," maar tot f 79000; de baad had tot f 100000 machtiging verleend. Den 29 Augustus 1895 bleek niet, „dat het kasboek niet was opgenomen maar dat het tot dien dag niet was bijgewerkt. Van „oppervlakkige opneming" op den 6 September heb ik niet gewaagder is toen integendeel veel in de boeken nagezien. [In kolom 3 bovenaan onderscheide men hetgeen van deze kasopneming en van de gewone drie maandelij ksche is gezegd]. J Het verhaaltje, dat daarover volgt, moet afkomstig zijn van den beklaagde Poll, is althans niet van mijer over ondervraagd, heb ik het ten deele bevestigd, maar niet in alle opzichten. Het door hem den secretaris geleende bedrag van f 1000 is namens den laatsten terugbetaald nadat hem zijne voorgenomen schorsing was aangekondigd. Dat de ontvanger die som jaarlijks in zijn nieuw kasboek had overgebrachtherinnerde ik mij aanvankelijk nietver volgens ten volle ik zelf had zulks na de schorsing van den ontvanger in de opeenvolgende kasboeken nagegaan. Dat de maandstaten vroeger door den ontvanger niet („nooit" zegt het N. v. d. D., dat het nog erger maakt) ingeleverd zijn kan ik niet gezegd hebben zij kwamen geregeld inmaar zij voldeden mij nietomdat zij mij geen voldoend licht gaven en toen zij onveranderd bleven heb ik de invoering van andere doorgedreven welker indiening vertraagd werd maar daarna de fraude deed blijken. De uitdrukking „eeu wassen neus" is door mij niet gebezigd. 't Was er eene van den heer presidentter kenschetsing van het, ook door mij erkende, weinig af doende der kasopnemingen. Alkmaar, 16 Juni '96. C. W. BRUINVISi El r r a t u m. Tot beter verstand van het getuigenis, in do-zitting van den 15 door den getuige Jan de Wit Dz. afgelegd, diene dat deze niet penningmeester is van het Burger weeshuis, maar van het Gasthuis. Verder heeft hij niet verklaard, vermoed te hebben, dat het bij zijne ontmoeting met den beklaagde Nuhout, uit dions zak stekende pakje bankpapier afkomstig was uit de gemeentekas, maar wel van het kantoor vaa. den gemeente-ontvanger-, geheel in het midden latende, uit welke kas beklaagde Poll die gelden zou hebben verschaft. Tweede Manier. 's-Gravenhage16 Juni 1896, Besloten werd na de kieswet te behandelen de ont- werpen tot verbetering der Overijsselsche Vecht, op de indische spoorwegen op de grensregeling van Leiden, alsmede de jnterpellatie-Cremer. j Bij het kieswetdebat werd besloten, het belgisch stelsel aantenemen voor aanduiding van a'en oandidaat op het stembiljet. Het debat is gevorderd tot de overgangs bepaling waarop de heer Gerritsen met den heer de Boer hun amendement toelichtten. De president merkt echter op, dat beklaagde niet kon meenen, dat de vraag zoo specieus was bedoeld. Ook erkent bekl., dat hij accepten heeft afgegeven zonder toestemming van de wethouders gezamenlijk. Dat hij bij de kasverificatie van 6 September het kas- journaal opzettelijk heeft vastgehouden om ontdekking van de valschheid te voorkomen en den ontvanger «er door te helpen", blijft bekl. ontkennen. «Eerst later", zegt bekl., «heb ik vernomen, dat de boeken waren ver- valscht. Wèl wist ik, cat de boeken niet in orde waren niet dat bekl. Poll knoeide. De president leest echter zijne vroeger afgelegde bokentenis voor, waarbij hij toegaf den ontvanger in de gelegenheid te hebben gesteld zijne knoeierijen te plegen. Alleen hoe Poll had geknoeid, had bekl. in de instructie gezegd niet te weten. Ook bad bekl. toen erkenddat hij bij de kasverificatie ook de rol van medeplichtige van Poll had gespeeld. Pres.: Het was uw taak burgemeester en wet houders in te lichten. Bekl.: „'t Was mjjn taak niet.... Pres.: »U hadt die taak |zelf op uw schouders ge legdU begreep, dat als de feiten bekend werden, uw positie hier onmogelijk zou zijn. Dat alles heeft u bekend. Resumeerende wat in de dagvaarding staat, is er dus geen enkel punt dat u ontkent." Bekl. meent, dat er in de dagvaarding staat, dat hij RElliCcIfil. De Kamer heeft een crediet vaa 100.000 frs. toegestaan voor de Zuidpoolexpeditie-De Gerlacbe. De kosten dezer expeditie zouden worden bijeengebracht uit particuliere bijdragen daar deze echter niet rijkeiijt genoeg vloeiden hoeft de r.egeering besloten een handjö te helpen. UlITSCHIiAltD. De Hamb. Narichten meldt, dat de gezondheid van prins Bismarck tegenwoordig wel iets te wenschen over laat. De prins ontvangt zoo weinig mogelijk bezoekers. Hij heeft veel last van vermoeidheid en moet zich met het oog op zijn hoogen leeftijd zeer in acht nemen. EUtiGEIiAKD.. Het besluit van president Krnget heeft een zeer gunstigen indruk gemaakt. Zelfs de vroeger zoo onverzoenlijke Times, geeft teekenen van te vredenheid. Het blad zegt o. a. «De president heeft niet alleen volgens de letter, maar geheel in den geest gehandeld van de verzekeringen, die hij gaf aan de Engelsche regeering. Wat hij gedaan heeft is de eerste stap tot het verkrijgen van een duurzauien vrede tusschen Engelschen en Boeren. Transvaal moet thans den loyalen eteun winnen van de Uitlanders door hen te behandelen op de wijze, waarop de HollandersU iedero Engelsche Kolonie behandeld worden. Alleen het toestaan van politieke rechten kan het werk bekronen; maar dit kan nog voor korten tjjd worden verschoven, als intusschen de economische en administratieve bezwa- ren slechts worden opgeheven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 2