Amsterdamsche Brieven. Nederland. personen kwamen om het leven. Honderd vijf en twintig schokken werden waargenomen in twintig nren tijds. Kroole scheepsramp. Uit Londen wordt gemeld Een stoomboot de Drummond Castle, van Kaapstad naar Plymouthis nabij Onessant gezonken. Zij had 350 personen aan boord. Twee mannen zijn doorvisschers opgenomen. Een Lloydstelegram uit Onessant meldt, dat de Drum mond Castle geheel verdwenen is. Men gelooft, dat er geen aanvaring heeft plaats gehad maar dat de boot op oen klip is gestooten. De boot zonk in drie minuten Zes lijken zijn gevonden; één man, Marquardt, werd gered A I J E H. Het »N. v. d. Dag" ontving den 17 het volgende telegram De excursie in de XXVI Moekims is afgeloopen. Gesneuveld Sergeant Zeig, ridder 3e kl. van de Mil. Willemsorde, en 2 minderen. Gewond de kapt. der infanterie M. W. Thijssen (niet ernstig), benevens 16 minderen. Uit dit telegram blijkt, zegt het N. v. d. D. dat deze campagne is afgeloopen en de tegenstand gering moet geweest zijn. De vijand geeft 't blijkbaar op. Hij neemt de wijk naar het bergland, wachtende op betere tijden, als onze troepen in goriuger aantal zijn opgesloten in destelling. De gesneuvelde sergeant Zeig is in het Indische leger een bekende figuur en niet zonder reden heelt onze correspondent er bij geseind dat hij ridder 3e kl. was, een onderscheiding welke zeldzaam wordt verleend en alleen wanneer men de 4e klasse reeds heeft verworven. Daar de 3e klasse zelfs voor officieren van den kapiteins rang tot de zeldzaamheden behoort, is t begrijpelijk dat zulk een onderscheiding voor een onderofficier schier eenig is. »De Telegraaf" kreeg nog een telegram Kroeng Gloempang en Mon Tassik zijn verbrand. X. Wij hebben Zaterdagavond in den huize »Maison Strouc- ken" een vergadering bijgewoond die als een oase is te beschouwen in de woestijn van het amsterdamsche ver- eenigingsleven. Bijeenkomsten, waarin het een genot is de verschillende sprekers te volgen, zijn zoo zeldzaam. Dikwijls zijn daarin de redevoeringen van buiten geleerde lesje3 of wordt het woord gevoerd door mannen die hakkelen en stotteren en in hun zenuwachtigheid dingen zeggen, die zij later niet kunnen verantwoorden. Niets van dat alles Zaterdagavond in Stroucken. Daar was ondanks de benauwde warmte de geheele zaal gevuld met hoeren en enkele dames die inwendig popelden en innig ervan overtuigd waren dat hun onrecht was aan gedaan. 't Waren de wielrijders, die daar eendrachtig lijk kwamen protesteeren tegen de nieuwe Amsterdam- sche rijwiel-verordening en hare draconische bepalingen. Voorop zij gesteld dat eene verordening noodig was. Onder de wielrijders komen enkele woestelingen voor, die een gevaar zijn voor de rustige burgers op straat die er behagen in scheppen langs de drukste verkeers wegen te rijden en die meenendat alles voor hen moet wijken of anders door aanrijden maar moet voelen. Zulk onhebbelijk volkje moet geleerd wordendat wielrijders volstrekt geen privilege hebben boven voetgangers en een rijwiel geen vrijbrief is voor allerlei onbeschaamdheden. Met het oog op hen hebben wij ons er zeer over ver heugd toen een rijwiel-verordening bij den gemeenteraad inkwam. Hare bepalingen vielen ons echter niet mee en bij de behandeling in den Raad zijn nog eenige nieuwe voorschriften in de verordening opgenomen, waardoor ten slotte het doel totaal is voorbij gestreefd. Vooreerst is de snelheid astgesteld. Deze mag niet grootor zijn dan van een paard in matigen draf. Een lastig criteriumBovendien zeggen de wielrijders dat zich ijlings naar den uitgang en nu was er voor Emin geen twijfel meer hij herkende aan den haastigen, sluip- achtigen en glijdenden gang den Zigeuner. Hij zag hem vlug door eene deur verdwijnen. Slechts eene s conde toen snelde Emin hem na, terwijl de commissaris de speelzaal binnentrad. Terwijl hij de trappen afliep, zag hij bij het schijnsel van de lantaarns iemand vluchten, die, het hoofd met den hoogen hoed tusschen de schouders gedrukt, den smallen weg afholde, die naar de groote trappen leidde, en om het huis heen liep. Hier gold het voor Emin, om zich te zuiveren van de gemeenste verdenking. Den schildwacht voorbij, volgde hij den zelfden weg. Alles was stil in den verrukkelijken tuin, boom en bosch beperkten zijn uitzicht; daar zag hij aan den uitgang van den tuin een schaduw voortsluipen, die zich afspiegelde op den door de maan verlichten spiegel van de Middellandsche Zee, aan eene goudvlakte gelijk. Hij verhaastte zijne schreden; met lange sprongen kwam hij hem nader bij, ofschoon de vervolgde, gebukt, als een donkere kogelvoortroldeeindelijkop de bovenste trede, tusschen de beide zandsteenen voetstukken, was hij bij hem. Hij strekte de hand uit, maar als een aal ontglipte hem de schaduw als een kat was hij op de borstwering der balustrade gesprongen, greep den rand der groote bloemenvaas en verdween voor Emin's oogen op hetzelfde oogenblik, dat ook de commissaris met eenen agent, naar adem hijgende, de trappen bereikte. Emin stond stil, ingelijks buiten adem niet in staat om één woord te zeggen. Ook de beambten hadden de donkere gestalte achter de vaas en het voetstuk zien verdwijnen. De vervolgde had getracht, zich door een sprong te redden, die hem het leven gekost moest hebben, het was zonder twijfel hier om zjjn leven te doen geweest en Emin stond voor den commissaris gerechtvaardigd. Deze gaf zijn agent een wenk, om den opzichter te roe pen. Eene talrijke menigte ging hem zoeken. Levend zal men hem niet vinden hij schijnt reeds sedert acht dagen hier in de zaal te zijn, maar niemand had reden... Mag ik u om nadere ophelderingen vrageu vroeg de commissaris. »Ik ben tot alles bereid!" Emin vergezelde den com missaris weder naar diens bureau. {Wordt vervolgd.) zg, al rijden zij zeer langzaam, een matig dravend paard altijd inhalen. Meer moeilijkheden levert echter het voorschrift, waarbij het is verboden»op een rijwiel te rijden op de wegen door burg. en weth. bij openbare kennisgeving van het rijwielverkeer uitgesloten, of in eene andere rich ting dan door burg. en weth. by openbare kennisgeving voor dat verkeer is aangewezen.' Deze kennisgeving ver scheen den 4 Juni j.l. en nu wordt maar eenvoudig voorondersteld, dat alle wielrijders haar kennen. Natuurlijk is dat, niet het gevalvooral bij de fietsers van buiten de stad. Zeer gemakkelijk ware dat bezwaar te onder vangen wanneer op de hoeken van die stratenwaarin niet of slechts in één richting mag worden gereden bordjes waren bevestigd, maar daartoe wil het gemeente bestuur niet overgaan en een natuurlijk gevolg is, dat de politie het druk met bekeuringen heeft. Nu komt de grootste grief. Na zulk eene bekeuring gaat de schuldige mee naar het politie-bureau geeft daar zijn naam op en wil daarop met zijn fiets heengaan. Dat gaat echter zoo niet, want de politie legt beslag op het rijwiel en houdt dit. onder hare berustingtotdat de kantonrechter uitspraak heeft gedaan over het al of niet verbeurd verklaren. Dit nu is een schromelijke onrecht vaardigheid. Onze rechtspraak munt niet uit door vlugheid en al dien tijd zou de wielrijder voor een onnoozele over treding eener verordening zijn machine moeten missen. Wie zorgt in die weken voor het onderhoud daarvan De constructie der tegenwoordige fietsen is zoo fijn dat geregelde zorg daarvoor onmisbaar is de politie kan zich daarmee moeielijk belasten en de arme fietser, die ziju »kar" door de uitspraak van den kanton-rechter terugkrijgtloopt gevaar dat hij een rijwiel ontvangt tot in den grond bedorven. Met September begint een nieuwe plaag. Dan moeten alle rijwielen op Amsterdam's grondgebied een op duide lijk zichtbare wijze aangebracht nammer voerende vreemdelingen die op een fiets in de hoofdstad komen, hebben zich terstond naar de politie-bureaux te begeven, om daar zulk een nummer te krijgen. Men stelle zich eens voordat deze maatregel in alle gemeenten navol ging vindt Die nummering heeft men indertijd ook willen toepas- i op alle handkarren en rijtuigendie van buiten kwamen. Destijds heeft men ingezien, dat zoo iets on uitvoerbaar is niettemin heeft men deze bepaling nu weer voor de wielrijders van kracht gemaakt. Genoeg alreeds om onzen lezers te doen begrijpen, dat er hevige consternatie in de wielrijderswereld werd ge wekt door de nieuwe verordening van den Amsterdamschen raad. De A. N. W. B., trouw zorgende voor de belangen zijner leden besloot in die omstandigheden tot het uit schrijven eener protest-meeting en deze was de ver gadering in Stroucken, waarvan wij in den aanhef spraken. Er is daar op kalmen bezadigden toon gesproken, hoe wel de ergernis velen op het gelaat te lezen stond. Zonder opwinding zette de voorzitter van den Bond, de heer Edo Bergsmade zaak uiteen en daarna namen velen met welbekende namen het woord als mr. D. Si mons, het raadslid mr. van Gigh, het raadslid Nolting en anderen. Reeds hieruit blijkt, hoe groot de rol is die tegenwoordig het rijwiel in het dagelijksche leven speelt. Fietsen is niet meer uitsluitend een amusement integendeelhet is geworden een middel om zich snel te verplaatsen een middeldat zooveel voordeelen aan biedtdat 't ook in de kringen van ontwikkeling, stand en rang niet langer versmaad wordt. Het rijwiel is een onmisbaar instrument geworden en zoodra het gebruik daarvan onverstandig van overheidswege belemmerd wordt, treedt een stagnatie in het dagelijksch bedrijf in. Het resaltaat der vergadering is geweest de aanne ming met algemeene stemmen van een adres aan den gemeenteraad waarin de bezwaren worden geformnleerd en waarin verzocht wordtde nummering en de verbeurd verklaring te laten vervallen. Of dat veel baten zal is zeer twijfelachtigde gemeenteraad komt niet zoo licht op een eenmaal genomen besluit terug. Toch kan de protost-vergadering haar nut hebben. De burgemeester, al zit hij op het oogenblik te Vichy, zal van het ver handelde niet onkundig blijven en hij zal moeten erken nen dat er reden was om te protesteeren. Wanneer hij als hoofd der politie een wenk geeft om de veror dening meer met beleid dan met strengheid toe te passen is reeds veel gewonnen en behoeft althans de hatelijke aanhouding van rijwielen tot een minimum beperkt te worden. Komen dan nog de vroeger bedoelde bordjes duidelijk zichtbaar aan de hoeken der stratendan is daarmee het gevaar voor onwillekeurige overtredingen insgelijks zeer ingekrompen. Aldus kan de scherpe resolutie voor de wielrijders worden een heilzaam reageeren tegen de kwaadwilligen onder hen en zou daarmee wellicht hot middel gevonden worden waarnaar door de fietsers van den goeden wille reeds lang is gezocht. Tweede Kamer. Dinsdag 16 Juni. Het debat wordt voortgezet en wel allereerst over het aangehouden art. 76, bepalende dat de kiezer den naam van den candidaat kan aanduiden op zijn stembiljet door een streep of een krnis. De heer Farncombe Sanders heeft een amendt. voorge steld om slechts één teeken ter aanduiding toe te laten, n.l. het kruis. De heer Michiels van Verduynen stelt als amendt. voor om te bepalen dat de kiezer met een potlood zwart make een wit stipje geplaatst in een vak vóór den naam van den candidaat zijner keuze. De heer Hintzen verklaart namens de comm. v. rap porteurs, dat het amendement-Sanders eene verbetering is van het ontwerp, daar één enkel teeken beter is dan twee. Het amendt.-Michiels acht de commissie het meest aannemelijk, al zal onder geen stelsel tegen te gaan zijn dat men door bijzondere kleine aanduidingen een her kenningsteeken geve. De minister van binnenlandsche zalcen neemt het amen dement-Michiels over, waardoor het amendem.-Sanders is vervallen. Art. 76 goedgekeurd. De artt. 88—91 met de regeeriugswijzigingen goedge keurd. Het nieuwe art. 92 (de uitslag der verkiezingen wordt vastgesteld den volgenden dag 9 uur), goedgekeurd. De artt. 93125 worden goedgekeurd met de wijzigin gen der regeering, gedrukt medegedeeld. Art. 126 verwijst naar de tabel voor de verdeeling van het rijk in kiesdistricten. De heer Lucassen stelt als amendement voor om Arne- muiden van het kiesdistrict Goes over te brengen naar het kiesdistrict Middelburg. De Minister heeft geen bezwaar. Het amendement-Lucassen wordt aangenomen met 51 tegen 23 stemmen. Art. 126 (in elk district wordt één lid gekozen) wordt aangenomen met 68 tegen 6 stemmen. Art. 127—130 worden goedgekeurd Bij art. 131 antwoordt de minister aan den heer Mackay, dat het proces-verbaal van den burgemeester van de can- didaatstelling wel moet inhouden de bezwaren die zijn gemaakt tegen de verklaring, dat de eenige candidaat is benoemd. De art. 131 147 worden goedgekeurd. De discussie is nu gevorderd tot de strafbepalingen. Art. 148 bepaalt, dat een valsche opgaaf van aangiften, waarvan de plaatsing op de kiezerslijst afhankelijk is wordt gestraft. De heer Wiüinge vraagtof het niet beter is te lezen afhankelijk kan zijn. De Minister wijzigt dus het artikel in den zin van den heer Willinge, dat aldus gewijzigd wordt goedgekeurd. Bij art. 149 stelt de heer van Karnebeek voor ook straf baar te stellen een opzettelijk valsche opgaaf door patroons (art. 25óis). De Minister antwoordtdat dit vanzelf volgt uit de strafbaarstelling van valsche opgaven aan den burge meester krachtens art. 25. De heer van Karnebeek acht dit niet buiten kjjf. Het amendement-van Karnebeekdoor de comm. van rapp. beaamd wordt aangenomen met 62 tegen 16 stemmen. Hierna komt het nieuwe art. 149ifs van den heer Hintzen om ten hoogste 3 straf te bedreigen tegen het niet-voldoen aan de verplichting van art. 2hbis, het ver schaffen van inlichtingen aan de patroons. De Minister neemt dat amendement over. Art. 149bis wordt goedgekeurd. Art. 150 bedreigt ten hoogste 100 boete tegen be stuurders van inrichtingen van weldadigheid, die niet of niet behoorlijk voldoen aan de voorschriften vervat in de artt. 23 en 21. De artt. 150155 worden goedgekeurd. Kegeling der werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor na de kieswet te behandelen verschillende ontwerpen, o. a. wijziging van de indeeling en het rechtsgebied der kantongerechten, aanvulling der jachtwetgebouw voor de Haagsche Rechtbank addit. verklaring betreffende het intern, goederenvervoer, verbe tering van de Overijselsehe Vecht, voorts de interpellatie- Cremer; het ontwerp milit. pensioenen voor de zeemacht en de spoorweg Batavia-Anjer. Daarna stelt hij voor te behandelen het ontwerp grensscheiding tusschen Leiden en omliggende dorpen. Het voorstel des Voorzitters tot behandeling wordt aangenomen met 62 tegen 25 stemmen. Kieswet. Het debat over de kieswet wordt voortgezet. Door den heer van Gennep is voorgesteld, na art. 155 een nieuw artikel in te voegen, luidende; »Hij,dieeeu opgave als bedoeld in art. 50 inlevertwetende, dat zij voorzien is van handteekeniDgen van personen die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waar voor de inlevering geschiedt, wordt gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste 3 maanden. Met gelijke straf wordt gestraft hijdie wetende dat hij bevoegd wa3 tot deelneming aan eene verkiezing eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave als bedoeld bij art. 50 heeft onderteekend. De Minister ziet geene reden voor dergelijke straf bepa ling. Wanneer werkelijk blijktdat opzettelijk kandidaten door onbevoegden worden voorgesteld, om de verkiezing in de war te sturen, dan zou de strafwet wel gewijzigd worden maar hij laat het aan de Kamer over als zij meent dat de bepaling wel noodig is. De heer Rink zegtdat de commissie meentdat deze strafbepaling een draconische is. De commissie ontraadt dus de aanneming. De heer Rastert acht de strafbepaling te bezwarend met het oog op het platteland, waar de handteekeningen zullen geschieden door toezending. De Minister meentdat het amendement misschien nuttig zou kunnen zijn mits de voorsteller de voorkeur geve de gevangenisstraf te vervangen door een boete van f 100. Voor het geval, dat iemand dan wetende dat er hand teekeningen onder staan die er niet op behoorenkan dan de boete worden toegepast. De heer Lohman komt er tegen op dat iemand ver plicht zou kunnen worden een opgaafsaamgesteld in strijd met de wet, inteleveren. Veeleer zou bij de namen, die fout zijnkunnen schrappen. De heer van Gennep voegt nu bij zijn amendt. bij 3 maanden »of eene geldboete van ten hoogste 120" en ook nog deze bepaling dat die onbevoegde handteekenin gen bet aantal zouden reduceeren tot beneden het wettig minimum van 40. Het aldus gewijzigd amend.-van Gennep wordt aangenomen met 61 tegen 28 stemmen. De artt. 156158 worden goedgekeurd. Art. 159 is door de Regeering aangevuld om te lezen »afschrift of afdruk van de kiezerslijsten in 1869 vastge steld, benevens de lijst a in art. 23 bedoeld, worden zoo spoedig mogelijk na 1 Januari 1897 door den burgemeester verzonden. Door de comm. van rapp. werd voorgesteld deze alinea te lezen »ten behoeve van de vaststelling der kiezersljjsten in 1897 wordt, in afwijking van art. 23 vóór den 22 Februari, aan de in dat art. bedoelde besturen, ter ver vanging van de lijsten A en B, eene lijst gezonden van de personen die voor de plaatsing op de kiezerslijst in aanmerking komen. De Minister neemt dit amendt. over Art. 159 wordt goedgekeurd. Besloten wordt de art. 160 en 161 gezamenlijk te behandelen. Art. 160 bepaalt, dat tot en met het jaar, waarin de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 2