No. 79. fierste blad. Acht en IVegentigste Jaargang. L8%. Y R IJ D A Gr 2G JUNI. Zitting van (leu Gemeenteraad op Woensdag, 24 Juni j.l., ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Blnsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone AdvertentlënsJ Per regel 0,JLö. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER &300N. Telefoonnunner: 3 VAM ALKMAAR, des namiddags 133/4 uur. Voorzitterde Burgemeester A. Maclaine Pont. Secretaris de heer C. D. Donath. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering gelezen worden. Naar aanleiding van het daarin opgenomeue, betref fende de verbouwing van het stadhuis, meent de heer Goede, dat die verbouwing is aangehouden met het oog op de behandeling der begrooting voor 1897, om in dat jaar daartoe over te gaan. Dit nu beeft hij niet hooren voorlezen. De heer Kraakman nam in de vorige vergadering zijn voorstel over. De heer Kraakman verklaart, dat hij werkelijk dat voorstel heeft overgenomen. Toen de Raad dan ook een besluit nam, was dit met de bedoeling, dat de comm. van bijstand naar aanleiding van de plannen A. en B. door den gemeente-architect ontworpen, opnieuw advies zou uitbrengen, terwijl de Raad daarna zou beslissen. De discussiën in de notulen, omtrent deze zaak, vindt hij wel wat beperkt opgenomen wellicht zijn de notulen in haar geheel te beperktvroeger althans waren ze ruimer en waren ze nu ook wat ruimer geweest, dan meent hij, dat de heer Goede voorzeker geen bezwaar zou hebben geopperd. Nadat de notulen waren aangevuld in den door den heer Goede bedoelden geest, worden zij goedgekeurd. Mededeellngen. 1. Wordt medegedeeld: a. dat Burg. en Weth. op 1 Juni 1.1. het Burgerweeshuis, het Gasthuis de Stads-apotheek en het R. K. Wees huis hebben bezochtwaarbij gebleken isdat die instellingeu in goeden staat verkeeren, terwijl er geene aanleiding bestaat tot het maken van bijzondere op- ot aanmerkingen b. dat op 27 Mei 11. is afgelost een bedrag van f 8000 bij het agentschap der Ned. Bank welk bedrag was opgenomen krachtens besluit van B. on W., dd. 12 Februari 11ter voorziening in de behoefte aan kasgeld; c. dat op 29 Mei 11. wederom f 4000 met hetzelfde doel is opgenomen Al deze mededeelingen worden voor kennisgeving aan genomen nadat op eene vraag van den heer Kraakman, hoe groot thans het crediet is, door den heer Bruinvis was geantwoord, dat dit naar zijne meening f 11000 bedraagt. 2. Ingekomen stukken. a. missive dd. 2 Juni jl. van de Kleermakersvereeniging »Door eendracht verbetering", houdende dankbetuiging voor de gunstige beschikking van 29 April 11., waarbij een der lokalen der burgeravondschool eenmaal in de 14 dagen, van September tot Februari a.s., aan haar in gebruik is afgestaan. Voor kennisgeving aangenomen. b. adres dd. 22 Judi van de afd. Sehermeer van de Holl. Maatschappij v n landbouwwaarbij zij mededeelt dat zij kennis heeft genomen van de besprekingen gehouden op de vergadering van de afdeeling Alkmaar dier Maatschappijbetreffende de botermarkt alhier dat zij reeds meermalen doch zonder succesheeft gewezen op de onregelmatigheden en weerzinwekkende gevallen veroorzaakt door de te kleine ruimte van het pand voor botermarkt bestemd dat zij, nu er ook van de afd. Alkmaar gewezen wordt op den onhoudbaren toestand aldaar de gelegenheid aangrijpt, om den Raad te verzoeken de tegenwoordige zaadmarkt als botermarkt aan te wijzen tot zoolang er in de omgeving van het Waagplein eene betere en doelmatiger gelegenheid is gevonden Op voorstel van den Voorzitter de behandeling van dit adreB aangehouden, totdat aan de orde komt het voorstel tot verplaatsing van de botermarkt naar de graan zaadmarktten einde dan op den inhoud zooveel acht te slaan als de Raad zal vermeenen te behooren. c. adres dd. 23 Juli 11. van den heer C. Bosman hou dende het verzoek, hem volgens overgelegde situatie teekening op de stoep van de perceelen Kennemer- straatweg, wijk E Ns. 7 en 8, waarvan hij door aankoop eigenaar is gewordentoe te staan het maken van eene uitbouw lang p. m. 5,10 M. en breed 0,96 M. en waarvan de voorsprong niet buiten de lijn valt bij raadsbesluit van 27 Juni 1894 vastgesteld. Gesteld in handen der vaste commissie van bijstand, in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatse lijke werken en eigendommen. d. een bezwaarschrift van J, W. Besijn, tegen den aanslag in de plaatselijke dir. bel. naar het inkomen dienst 1896. Gesteld in handen der vaste commissie van financiën, om bericht en raad. Exploit van den deurwaarder J. G. Klein van den 20 Juni 1896waarbij de heer Burgemeester als vertegenwoordigende de gemeente in rechten wordt gedagvaard, om vóór of op woensdag 2 Sept. a.s. een procureur te stellen en door dezen vertegenwoordigd op donderdag 3 Sept. d. a. v. te verschijnen ter ge wone terechtzitting der Arr. ret htbauk teneinde zich te hooren veroordeelen, om tegen behoorlijk bgjjijs van kwijting eene som van f 530,2C te betalen, ter voldoe ning van aan de gemeente A kraaar geleverd water over 1895, aan de naamlooze vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van Waterleidingen in Nederland" te Amsterdam. De Voorzitter stelt voor eeeo commissie van twee leden te benoemenaan welke- als voorzitter toe te voegen den heer C. W. Bruinvis, om in handen dier commissie dat exploit te stellen om bericht en raad. Zonder beraadslaging wordt zonder hoofdelijke stem ming overeenkomstig dit voorstel besloten. Tot leden der commissie worden bij acclamatie aan gewezen de heeren mr. J. P. Kr «ikman en mr. H. Boel mans ter Spill. Stoomtram HeverwiJLAlkmaar. 3. Burgemeester en Wethouders stellen voor het in de vorige vergadering van 20 Mei genomen voorloopig vastgestelde besluit, tot het verleeuen van concessie aan den heer M. Lubcké voor den aanleg en de exploitatie van eene stoomtram van Beverwijk tot Alkmaar, definitief vast te stellennu door niemand gebruik is gemaakt de gelegenheid tot het inbrengen van bezwaren waarvoor dat besluit gedurende v «rtien dagen ter secre tarie ter visie heeft gelegen. De heer Kraakman vraagt, of hoegenaamd niets is ingekomen, noch van particulieren, noch van den con cessionaris of diens gemachtigde en of de tijd van twee maanden, waarin de concessionaris zich omtrent deze concessie moet verklaren, niet wat lang is genomen. Nadat de Voorzitter het eerste gedeelte van die vraag bevestigend heeft beantwoord en een termijn van 2 maanden niet te lang vindt, wordt het voorloopig vastgestelde besluit met algemeene stemmen, zonder hoof delijke stemming onveranderd definitief vastgesteld. Reglement Burgeravondschool. 4. Door B. en W. is, naar ai uleiding van dereden, die in e*ne vorige vergadering e" toe leiddedat de behandeling van dit reglement opnieuw werd aangehou den het gevoelen gevraagd van de pi. comm. van toez. op het M. O. Te dien aanzien adviseert de commissie dat 1°. de weglating van het bedrag van het te heffen schoolgeld in art. 3 is in strijd met het raadsbesluit van 19 Aug. 1891 2°. de benaming «voortgezette klasse", zooals die voorkomt in art. 13 en overgenomen is uit het thans nog vigeerende reglementonjuist is daar de oud-leerlingen die tot haar behooren geen afzonderlijke ise vormenmaar bij de verschillende klassen zijn ingedeeld. De weglating van de 2e alinea van art 13, zooals B. en W. voorstellen, acht de commissie niet aan te bevelen a. omdat het bestaan der voortgezette klasse zeer ten voordeele werkt van de oud-leerlingen der Bur ger-avondschool b. omdat het bestaan dier klasse geene financiëele offers van de gemeente eischtc. omdat de toevoeging van de leerlingen dier klasse aan de andere klassen niet werkt ten nadeele van de leerlingen dezer laatste de getalsterkte toch is niet van dien aard dat de taak der leeraren aanmerkelijk zal worden verzwaard; 3°. de wijziging van art. 23 bij haar geen bezwaar ont moet. Zij acht evenwel vervanging van den afwezigen leeraar dringend noodzakelijk4U. de voorgestelde re dactie-wijziging van art. 31 (geneesheer of heelkundige te vervangen door geneeskundige) hare goedkeuring wegdraagt. De Voorzitter opent de beraadslaging over de algemeene strekking. Het eerst verkrijgt daarop de heer Canters bet woord, die zijn leedwezen uitdrukt over de schrapping, door burg. en weth. van de zoogenaamde «voortgezette klasse." De Voorzitter merkt den heer Canters op dat de bespreking van deze zaak niet behoort tot de alge meene strekking, maar dat die kan plaats vinden bij de behandeling van het desbetreffend artikelhetgeen de heer Kraakman evenwel betwist. De heer Canters vervolgt daarmede, dat hij het doen ophouden dier klasse zeer zal betreuren voor de oud-leerlingen, die het onder wijs na het 4e cursusjaar op hoogen prijs stellen. Nu men ziet, dat er onderwijs gegeven kan worden zonder dat het de gemeente op eenige kosten komt te staan en welk onderwijs door den directeur en de commissie van toezicht gewenscht is, meent hij, dat er geen bezwaar bestaat, dat die klasse wordt bestendigd. De Voorzitter merkt den heer Canters op, dat de Raad tot de wijziging al dan niet kan besluiten. Het artikelwaarin van de voortgezette klasse sprake is, is nog niet vastgesteld. - De heer Kraakman wenscht in het algemeen te wijzen op het verzet tegen de voorgestelde wijziging. Hij zou van burg. en weth. gaarne vernemen de toelichting, die hen tot die wijziging heeft geleid. Gaan burg. en weth mei den directeur en de commissie van toezicht mede dan vindt hij geen bezwaar, het reglement vast te stellen; gaan zij niet meedan behooren zij zich te verklaren, daar het geldt eene van de gewichtigste veranderingen. De heer Boelmans ter Spill begrijpt niet waarom de discussie op deze wijze moet worden gevoerd, nu dezelfde kwestie bij 't betrekkelijke artikel ter sprake komt. Nu de discussie toch daarover reeds wordt gevoerd, geeft hij te kennen, dat, wat door den heer Kraakman in het algemeen belang wordt voorgesteld, hij dit geen algemeen belang vindt. Hij verschilt met de commissie van toezicht en steunt het voorstel van burg. en weth. Hij acht de voortgezette klasse wel nuttigmaar moet de gemeente steeds verder gaan nu zij gerust op het gebied van onderwijs met andere gemeenten van gelijken rang kan wedijveren Naar zijne opvatting niet. De kosten moeten niet willekeurig opgedreven worden, wat toch bij het bestaan dier klasse zal geschieden. De leerlingon toch vormen eene afzonderlijke groepdie over de audere klassen (groepen) is verdeeld. De leer lingen zullen afzonderlijk onderwezen moeten worden, waardoor vermeerdering van lesuren het gevolg is. Dit laatsto zal licht aanleiding geveu aan de leeraren om verhooging van tractement te vragen en dit nu juist wil hij voorkomen. Er is echter nog eene andore reden, waarom hij met de voortgezette klasse niet is ingenomen. De burger avondschool, zooals die vroeger was, diende hoofdzakelijk ten voordeele van de jongeluidie kantoren gingen bezoeken thans kunnen dezen daarvan niet meer profi- teeren. Gaat do gemeente dus door met een 5e en een 6e jaar dan zal de onbillijkheid tegenover die jongelui steeds grooter worden. De Voorzitter verklaartdat dit ook de reden van burg. en weth. was. Hjj voegt er aan toe, dat in de voortgezette klasse thans 21 jongelui zitten terwijl het maximum, dat toegelaten mag worden, 150 bedraagt. Dat getal van 21 drukt op hen, die toegelaten moeten worden. Wat hier dus den oen helptbelemmert den ander. De heer de Lange acht het nut te grootom die klasse aftescbaffen, temeer nu er voor de gemeente geene meerdere kosten aan zijn verbonden. Hij zou echter de toelating moeieljjker willen maken, door deze te onderwer pen aan de beslissing van burg. en weth. Deze kunnen dan maken, dat de klassen niet gesplitst behoeven te worden. De Voorzitter antwoordtdat burg. en weth. moeielijk kunnen beoordeelenof de leerlingen nog een cursus moeten bijwonen. De heer d e Ij a n g e. De toelating Kan geschieden op voordracht van den directeur. De heer Goede kan met don heer de Lange medegaan, doch hij wil het woord «voortgezette klasse" laten varen. Hij zou burg. en weth. willen uitnoodigen, om jongelui, die de 4e klasse hebben doorloopen, optenemen, totdat het maximum van 150 is bereiktwelk gevoelen door den heer van den Bosch wordt gedeeldwanneer het ge volg daarvan niet is vermeerdering van personeel en meerdere kosten voor de gemeente. De heer de Groot vraagt, of het al eens is voorge komen dat jongelui moesten worden afgewezen. De Voorzitter. Neen. De heer Boelmans ter Spill blij ft verklaren dat zij ten koste is van anderen. Is de voortgezette klasse er niet, dan is er geene verdeeling van opmerk zaamheid van de zijde van den leeraar over de verschil lende groepen. De heer Kraakman betwijfelt zeerof er voor de B. A. S. een maximum van 150 bestaat. Dit is voor de Ambachtsschool voorgeschreven. Hij ziet niet in waarom de klasse, als burg. en weth. de teugels in han den krijgen, moet verdwijnen. De directeur en de commissie van toezicht verlangen het bestaan en de leeraren keuren dit goed. Hij acht het bestaan ten voordeele der gemeente en van de Alk- maarsche jongens. De heer Bruinvis verklaartdat burg. en weth. altijd zijn uitgegaan van de stelling, zich tot een maximum van 150 leerlingen te bepalen. De algemeene beraadslaging wordt geslotenwaarna het reglement artikelsgewijze wordt behandeld. Bij art. 3 verklaart de heer de Lange, dat de hoegrootheid van het te betalen schoolgeld is weggelaten, waarom hij vraagtof niet naar de verordening behoort te worden verwezen. De heer Kraakman vraagtwaarom die uitlating is geschied. Is het anders niet uitvoerbaar De Voorzitter zegt, dat er geen bezwaar bestaat om aan het artikel nog toe te voegen «volgens de ver ordening tot heffing van schoolgeld." Daarna wordt dit artikel goedgekeurd. Aan art. 13 wenscht de heer de Lange toe te voe gen «tevens kunnen die leerlingen (die het 4e jaar hebben doorloopen) op voordracht van den directeur na goed keuring van burg. en weth., de lessen verder volgen voor den tijd van één jaar." Dit artikel wordt met deze aanvulling goedgekeurd. Bij art. 23 vraagt de heer P r e ij e r wie moet ver vangen. De Voorzitter. Daarvoor zorgt de direc teur. De betaling der kosten dier vervanging is in het midden gelaten. De heer Kraakman vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn dat de overige leeraren de lesuren verdoelen. De Voorzitter antwoordt, dat de directeur handelt. Nadat de 36 artikelen achtereenvolgens zijn voorgelezen wordt het reglement zonder hoofdelijke stemming met algemeene stemmen aangenomen. Commissie van loting en onderzoek bij de schutterij. 5. Uitnoodiging van Burg. en Weth., naar aanleiding

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1