Ingezonden Stukken. De heer Kraakman blijft er bij, dat deze zaak niet zoo plotseling beslist worde. Hij wil het voorstel stellen in handen der Kamer van koophandel om bericht en raad. De heer Witte verklaart van een advies van de Kamer van koophandel nooit iets te hebben gehoord. Wel meent hijdat dit college van oordeel is dat een losse uitbouw aan het tegenwoordige pand dient te worden gemaakt, om zoodoende het lokaal te vergrooten. De heer Kraakman vraagtwaar in de notulen de voorstellen van burg. en weth. en de adressen tot verplaatsing te vinden zijn. Hij zou gaarne de zaak behoorljjk toegelicht hebben. De heer de Sonnaville kan zich niet begrijpen dat de heer Kraakman nog niet op de hoogte van de markt is. Men heeft naar zijne meening na een enkelen oogopslag voldoende gezien. Wat den aanvoer van meer boter betreftdit komt alleen doordat de melk mee wordt geroomd dan vroeger. Wat burg. en weth. voorstellen is slechts eene proef. De Voorzitter verklaart het voorstel van burg. en weth. in stemming te zullen brengen waartegen de heer Kraakman zich verzetdie z ij u voorstel in stem ming wenscht te zien gebracht. De V oorzitter antwoordt, dat als er twee leden zijn die het voorstel van den heer Kraakman onder steunen, hij dit in stemming zal brengen, terwijl hij dit anders met het voorstel van burg. en weth. zal doen. De heeren Boelmans ter Spill en Vonk ver klaren het voorstel-Kraakman te steunen, dat. in stem- ming gebrachtwordt verworpen met 13 tegen 4 stemmen van de heeren Rentmeester, Boelmans ter Spill, Kraakman en Vonk. No. 7, de heer Rentmeester, was eerststemmend lid. De heer Kraakman verklaart nu tegen het voorstel van burg. en weth. te zullen stemmenwaarop de heer Bruinvis antwoordtdat het best kan wezendat de gelegenheid 's winters tegen zal vallen. Indien er in de nabijheid der markt een geschikt pand vrij komt zou hij er voor wezen dit te koopen. Het voorstel van burg. en weth., daarna in stemming gebracht, wordt aangenomen met 14 tegen 3 stemmen van de heeren RentmeesterBoelmans ter Spill en Kraakman. No. 5, de heer van den Bosch, was eerst stemmend lid. Stads-heelkundlge. 13. Brief van den heer dr. W. C. Mensonides, waarbij hjj ontslag verzoektmet ingang van 1 Augustus a.s., uit zijne betrekking van stads-heelkundige wegens zijn a.s. vertrek uit deze gemeente. Burg. en weth. stellen voorhoewel de termijn van 3 maanden gesteld voor ontslag-aanvrage niet is in acht genomen het gevraagde ontslag met ingang van dien dag eervol te verleeneu. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming met algemeene stemmen het gevraagde ontslag eervol verleend. Kaasmarkt. 14. B. en W. stellen voor te besluiten onder over- egging eener missive van den gemeente-architect, waar uit blijktdat er in het belang eener goede en geregelde bediening van de kaasmarkt noodzakelijkheid bestaat onmiddellijk over te gaan tot het doen maken van 16 kaasberries waarvoor echter geene gelden op de ge meente-begrooting van 1896 zijn uitgetrokken a. aan hen een crediet te verleenen van f 208 voor het doen maken van 16 kaasberries b. hen uit te noodigen te zijner tijd de noodige financiëele voorstellen te willen doen tot vinding der sub a bedoelde gelden. De heer Stoel vraagt waarom hiervoor bij de be- grooting niet was geraamd. De Voorzitter antwoordtdat B. en W. aan vankelijk den post wel hadden uitgetrokken maar dat hij bij de behandeling was geschrapt. Thans echter is er behoefte aan berries, ten einde geene verwarring in den dienst te krijgen. Zonder hooldelijke stemming met algemeene stemmen het gevraagde crediet verleend. Borgtocht gemeente-ontvanger. 15. Onder mededeeling, dat ter rolle van de Arrondisse- ments-rechtbank alhier, blijkens informatie van den heer Mr. A. P. de Lange, is geroijeerd de procedure met de Nederlandsche Maatschappij van Zekerheidsstelling voor ambtenaren en beambt n te Amsterdam, in zake den borgtocht van den ontslagen gemeente-ontvauger D.Poll en dat de door deze gemeente gemaakte kosten door de genoemde Maatschappij zijn betaald, leggen b. en w. over een rechtskundig advies van den genoemden advocaat, ter kennisneming en naar aanleiding waarvan zij voor- Btellon te nomen het volgendo besluit De Raad der gemeente Alkmaar Gelezen een schrijven d.d. 20 Juni 1.1. van den heer Mr. A. P. de Lange, ten g lelde van een rechtskundig advies, strekkende om te besluiten tot het instellen eener rechtsvordering tegen D. Poll, als schuldenaar, en de vennootschap »Nederlanasche Maatschappij van zekerheids- stelling voor ambtenaren en beambten," te Amsterdam, als borg, ten einde betaling te verkrijgen eener som van f 59394.26, zulks ais solidair aansprakelijk, en wat de gezegde vennootschap aangaat met beperking der con- demnatie tot de waarde van de inschrijving op het Groot hoek 21/2 °/0 N. W. schuld, groot f 33.600, ten dage der betaling Gelet op de artt. 194A en 199 der Gemeentewet B e s 1 uit: den Burgemeester te machtigen tot het instellen der rechtsvordering bovenomschreven. Afschrift van dit besluit te zenden aan heeren Gede puteerde Staten, ter erlanging van de vereischte goed keuring. De heer de Groot verklaart, dat, nu het volle licht °P de geschiedenis is gevallen, men weet, hoe het tekort nn f 59000 is ontstaan. De verzekeringmaatschappij is sehter slechts borg tot een bedrag van f 33600terwijl on W. gemachtigd willen worden om f 59000 in te Vorderen. De maatschappij behoeft, zoo vraagt hij, toch Met meer te betalen dan f 33600 Er komt dan nog eeu tekort van f 26000 ongeveer. De Voorzitter zegt, dat daarvoor een nader voor stel komt. De heer de Groot wenscht, dat die zaak zeer spoe- h'g verwacht mag worden. Men behoeft toch niet te wachten tot de procedure geheel is afgeloopen De Voorzitter. Neen. De heer Kraakman meentdat de Burg. niet gemachtigd behoeft te worden tot het voeren der proce dure omdat hij krachtens de wet daartoe is aangewezen zoodra het raadsbesluit door Ged. Staten is goedgekeurd Hij stelt daarom voor uit het besluit te doen vervallen de woorden»den Burgemeester te machtigen". De heer Boelmans ter Spill verklaart op grond van art 199 der gemeentewet het met den heer Kraakman eens te zijn. B. en W. nemen daarna het voorstel-Kraakman over, waarna zonder hoofdelijke stemming met algemeene stem men het aldus gewijzigde besluit wordt aangenomen Reclames Hoofdei. Omslag. 16. Gaat de vergadering op voorstel van den Voor zitter over in eene zitting met gesloten deurenter behandeling van eenige reclames tegen den aanslag in de pi. dir. belasting naar het inkomen dienst 1896 na heropening waarvan door den Voorzitter aan de leden de gewone rondvraag wordt gedaan. Spoorweg Alkmaar—Hoorn. De heer Kraakman vestigt er de aandacht op, dat door hom in de vergadering van 20 Februari 1896 aan B. en W. de vraag is gedaan, hoe het gelegen was met den aanleg der spoorweg HoornHeerhugowaard. Door B. en W. is toen mededeeling gedaan van den inhoud van een deu vorigen dag van den Raad van Administratie der H. IJ. S. M. ontvangen schrijven waarin werd bericht dat de stukken juist ontvangen waren van den Minister van Waterstaat Handel en Nijverheid. In dezelfde vergadering werd door den heer Bosman (die inmiddels nu de vergadering had verlaten) opgemerkt, dat de plannen geruimen tijd bij het Ministerie waren opgehouden. Toen evenwel waren B. en W. be vredigd, omdat de Raad van Adm. bericht had gedaan, dat de stukken b|j hem waren ontvangen, teneinde tot eene aanwijzing van perceelen te geraken zoodat er in de laatste dagen eenig werk van was gemaakt. Burg. en Weth. namen toen op zichten zeerste de zaak ter harte te nemen. 't Is nu eenige dagen geleden, dat B. en W. opnieuw zich tot den Raad van Adm. hebben gewond en het zou hem aangenaam zijn indien van het ojitvangen bericht ook thans mededeeling aan deu Raad werd gedaan. Dat bericht wordt daarop voorgelezen uit den inhoud waarvan blijkt dat het concept Kon. Besluit voor de aanwijzing der te onteigene perceelen voor den spoorweg Alkmaar-Hoorn door den Raad van Administratie den 17 April aan den Minister van WaterstaatHandel en Nijverheid werd ingezonden doch dat sinds dien datum daaromtrent door voormelden Raad geen nader bericht was ontvangen. De heer Kraak man zou wenschen, dat èn aan den Minister van Waterstaat, èn aan den Raad van Admi nistratie door burg. en weth. een brief werd gericht, waarin wordt aangedrongenom met den aanleg van genoemden spoorweg zooveel mogelijk spoed te maken, teneinde de lijn binnen zoo kort mogelijken tijd in ge bruik te kunnen nemen. Hij acht de spoedige totstand koming van veel belang voor deze gemeente die voor dien aanleg een subsidie toestond van f 40,000. Juist daarom wenscht hij aan te dringen op bespoediging. De Voorzitter verklaart, dat burg. en weth. be reid zijn aan dat verlangen te voldoen. De heer Kraakman. Dit geschiedt dus krachtens raads besluit Applaus Zondagsrust kasfahriek. De hoer van den Bosch verklaartdat hij in de jaarverslagen van enkele commissiën voor gasfabrieken heeft gelezen over de zondagsrust aan die fabrieken, en daarbij is hem gebleken datindien er eene goede ge legenheid voor gasberging bestaat, het werken op zondag aan zoodanige fabriek tot een minimum bepaald ban worden. Hij is er sterk voordat ook hier het werken op dien dag zooveel mogelijk wordt vermeden. De heer Bruinvis zegt, dat de commissie zich daar voor zooveel mogelijk beijvert. Alle werklieden worden, tenzij bij volstrekte onvermijdelijkheid, in de gelegenheid gesteld, hunne godsdienstplichten waar te nemen. Verbetering Uindenlaan. De heer van den Bosch, voor deze mededeeling zijn dank betuigende, wijst er op, dat tot heden nog niets is gedaan aan de verbetering der Lindenlaan waartoe de Raad onlangs reeds heeft besloten. Hij hoopt dat die verbetering spoedig worde uitgevoerd. TIenenwal. De heer Witte wil ten slotte nog wijzen op den toestand aan den Tienonwal. Hij vraagtof de directie der tram het recht heeft tot aan den weg langs het kanaal te rijden. Een der rijtuigen staat nu circa 3 M. voorbij dien weg en een ander ongeveer 1 M. voorbij de lantaarnpaal aldaar. Die toestand, die Zondagavond bij kans 4 personen het leven kostte (twee personen wisten nog juist bijtijds het paard bij den bek te vatten, waar door werd voorkomendat het rijtuig te water ging) mag zijns inziens niet langer zoo blijven voortduren. De heer de Groot zegtdat hij heeft gezien dat Vrijdagmiddag een waggou over de stootbalk was geloo- penzoodat de weg letterlijk versperd was. Hij zou wenschen dat de directie werd aangeschreven om hoo- gere stootbalken te maken en de rails een eindje in te korten. De heer Kra akman zou gaarne zien, dat de com missie van bijstand zich belastte, om met de meeste zorg dien toestand aldaar na te gaan, ten einde daarna port uit te brengen. De vergadering wordt gesloten. «i rap- 3e Suppletoire gcmeentebcgrootlng. Mijnheer de Redacteur In de vergadering van den gemeenteraad van den 24 dezer vroeg ik opheldering omtrent een post van ontvang een van uitgaafvoorkomende op de 2e suppletoire begrooting der gemeente Alkmaar beide de verhouding tot de gasfabriek betreffende. Daarvan zal vermoedelijk door U melding gemaakt worden bij Dw verslag omtrent het in die vergadering behmdelde. Ten gevolge van inlichtingen door mij na afloop van den gemeenteraad verkregen wil ikzooals mij daartoe de wensch is kenbaar gemaaktter opheldering mede- deelen dat bij de gemeentebegrooting voor 1895 is ge raamd eene ontvangst vanf 21,500, doch dat blijkens de bereids door don ge meenteraad goedgekeurde rekening der com missie van de gasfabriek over hetzelfde jaar slechts aan de gemeente is betaald alzoo minder dan geraamd was 18,020,— f 3480,— Wanneer dat behoorlijk toegelicht, in de suppletoire rekening ware opgenomen, dan zou tegenover de meerdere ontvangst en uitgaaf van f 8360, terzake den gashouder eene mindere ontvangst van f 3480 hebben gestaan en daardoor het cijfer van f 4880 dat op zich zelf onbe grijpelijk wasvolkomen zijn gejustificeerd. Daardoor zou tevens het bezwaar wat mij betreft zijn opgeheven, zooals het nu al blijft de verhouding tusschen de ge meente en do gasfabriek geheel onveranderd deugdelijk als die is, voor mij geheel is opgelost. Mot de opname dezer zult gij verplichten Uw dienstw. Alkmaar Mr. J. P. KRAAKMAN 25 Juni 1896. lid van den gemeenteraad hWITSKRUAAR. De Nationale Raad heeft met groote meerderheid het voorstel verworpen om den Bonds raad uit te noodigen tot onderzoek der quaestie van invoering van een graanmonopolie. Daarentegen is be sloten den Bondsraad op te dragen middelen te overwegen om den landbouw te bevorderen en te beschermen. A T J 24 ontving het »N. v £2 H. d. D." het volgende tele- Den gram uit Batavia Onze troepen tuchtigden in het noordelijk deel der XXVI Moekims de bezittingen van Nja Makain en Toekoe Tjoet Toengkoep. Gesneuveld één soldaat, gewond acht. Generaal Vetter vertrekt morgen naar Batavia. Aan het Handelsblad werd geseind »Aan generaal-majoor J. J. K. de Moulin, totnogtoe chef van den generalen staf, thans benoemd tot civiel en militair gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden is opgedragen zich Zaterdag a.s. in te schepen naar Atjeh.' Uustrumleesteu te Utrecht. De grootsche verwachtingendie men allerwege koesterde van de feesten te Utrecht, werdon niet beschaamd, al werkte het weder ook niet mee, om de maskerade ten volle tot haar recht te doen komen. De stoet was verdeeld in vijf hoofdgroepen. I. Groep van den graaf van Tyrol II. Groep van den hertog van Beieren III. Groep van den koning van Bohemen; IV. Groep van den hertog van Stiermarken; V. Groep van den keurvorst vau Saksen. De costuums, die bij deze maskerade gebruikt werden, waren geteekend door den heer Anth. Grolman. Het opstellen van den stoet duurde ruim een uur, en het was ongeveer halfdrie toen hij zich in beweging zette. Het was een schitterende stoet. Langs den geheelen langen weg die de schare nam, stonden duizenden on haie geschaard, terwijl men niet alleen op de daken der huizen geklommen was, maar zelfs de omgangen van den Dom waren vol toeschouwers. Talrijk waren de kamersdie verhuurd waren voor de bezichtiging van den optocht en op het laatste oogenblik werden buitengewoon hooge sommen als huurprijs betaald o. a. zijn er kamers ver huurd voor één middag J 100. Den 24 waren de veelbesproken ridderhofspelen waarbij Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin- Regentes tegenwoordig waren. HH. MM. werden aan de forten De Bilt door een eerewacht der studenten in veelkleurige costuums opge wacht. Toen de Vorstinnen de voor haar bestemde zetels in het vorstelijk paviljoen hadden ingenomen, schetterden de klaroenen, werden de bazuinen geblazen en daar nadert de ridderstoet. Eerst de graaf van Tyrol (de heer L. M. Rutgers van Rozenburg) en de hertog van Beieren (de heer A. G. A. v. R a p p a r d) met hun gevolg; dan Maximiliaan koning van Boheme. In zijn kostbaar costuum schrijdt hij voort over het middenterreinvoorafgegaan door de herauten, omgeven door zijn pages en schildknapen; achter hem wordt zijn edel ros, gedekt door een rood fluweelen kleed, waarop de geslachtswapens zijn aangebracht, geleid en dan sluiten de hertog van Stiermarken (de heer 0 Crom- m e 1 i n) en de keurvorst van Saksen (de heer L. v a n Bronkhorst Sandberg) met gevolg den stoet. Als Maximiliaan den voor hem bestemden goeden zetel heeft ingenomen gaat dadelijk zijn heraut de opening der ridderschapspelen aankondigen met de woorden Stilte bidde lek aandacht gebiede ick vrede banue ick; in den naeme van mijn heeren koninck Maximiliaan van Boheme, aartshertog van Oostenrijcke, open ik het feest. Het is een ridderlijke hofspele." De ridderhofspelen slaagden uitstekend en H.H. M.M. gaven herhaaldelijk het teeken tot applaus. Vrijdag a.s. worden deze ridderhofspelen tegen een lageren entrée-prijs herhaald en zeker zal het den edel lieden ook dan niet aan welverdiende hulde ontbreken. De Utrechtsche studenten kunnen met eere spreken van dit gedeelte der lustrumfeesten, dat daaraan een eenig karakter geeft en zeker tengevolge zal hebben dat nog lang na deze van de lustrumfeesten der Utrechtsche Hoogeschool van 1896 gesproken zal worden. Obdam. Den 23 geraakte een driejarig dochtertje van den landman M. in den nabij het huis zijnde gier- poel met het gevolg, dat de kleine levenloos werd op gehaald. Scliagen. Den 23 werden de jaarlijksche keuringen van hengsten en merriën voor het toekennen eener pro vinciale aan houdingspremie van wege de afdeeling Noord holland van het Nederlandsch Paardenstamboek alhier gehouden. De keuringscommissie bestond uit de heeren K. D. Punt, kapitein bij de artillerie, J. M. Billroth, rijsveearts te Hoorn, eu C. Oudijk, landbouwer te Waddinxveen. Voor het Stamboek werden 18 merriën aangeboden. Daarvan werdeu 8 ingeschreven en 10 afgekeurd. I. Merriën, geboren in 1888 en 1889 met hare veulens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 3