No. 82 ücht en Megentigste if aargang. 1896.
Donderdag 2 Juli.
Ned. Maatschappij tot bevorde
ring der Pharmacie.
ALKMAARSCHE COIIRAIVT.
Te acht uur in den avond van den 30 had in
het locaal Harmonie" de eerste ontmoeting plaats tns-
schen het departement Alkmaar van bovengenoemde
Maatschappij en zijne gasten.
De voorzitter dei' feestcommissie, de heer P. van Heyns-
bergen heette de opgekomen leden hartelijk welkom met
de volgende rede
Mijne Heer en
't Was voor het departement Noordholland een groote
eer toen verloden jaar het besluit werd genomen om de
45e algemeene vergadering hier te houden en het ver
heugt mij u op den avonddien gewichtigen dag voor
afgaande in de Harmonie te begroeten.
De commissie met de regeling van uwe ontvangst be
last en u reeds per programma door het bestuur van ons
departement voorgesteldheeft mij de eer aangedaan mij
tot haren voorzitter te benoemen en als zoodanig werd
mij opgedragen u het welkom toe te roepen. Welnu
mijne heeren wees welkom wees hartelijk welkom in
ons midden. Dat woord klinke welluidend in uwe ooren,
maar het dringe ook door tot uwe harten, die, wij weten
hetgloeien van liefde voor de Pharmacie, maar wij weten
het ookniet ongevoelig zijn voor het gaudeamus. Met
het oog daarop werd ons programma opgesteld niet alleen
om gedachtig aan het motto dat daarboven is afgedrukt,
u eenige ontspanning te geven naast de inspanning, die
van u door de werkzaamheden van de vergadering zal
worden gevraagd maar ook om u eenigszins schadeloos
te stellen voor de opoffering, die ge u getroost, met het
verlaten van uw huis en uw gezin om u geheel te wijden
aan onze sociale belangen om getuigenis af te leggen
van uw werkkracht en goeden zin waar het geldt de
behartiging der belangen onzer Maatschappij.
Daarom, mijuheeren, zijt ge thans in Alkmaar gekomen.
Wees welkom in die stad die u geheel vreemd is, maar
die u niet meer vreemd zal zijn, wanneer het programma
zal uitgevoerd zijn. Ja gij allen kent Alkmaar uit de
Victorie, iedereen weet natuurlijk dat nu ruim 300 jaren
geleden tijdens den strijd met Spanje de victorie van
haar uitging, het is ieder bekend, dat ook Alkmaar de
geboorto gaf aan den grooten wis- en natuurkundige
Cornelis Drebbel (1572) die o. m. de microscoop heeft
uitgevonden; ook behoef ik u slechts de gevierde roman
schrijfster, mevr. Bosboom-Toussaint, te noemen, cm u te
herinneren dat zij Alkmaarsche van geboorte is maar
al weet ge dat deze gemeente trotsch is op haar ver
leden en trotsch is op haar tegenwoordigen bloei, pronkt
met haar Cadettenschool rechtbank en andere instel
lingen die hare roem verhoogen, gij uit alle oorden des
vaderlands te zamen gekomen, gevoelt u hier vreemdeling.
De uitvoering van ons programma zal er toe leiden, om
u met Alkmaar en hare omgeving kennis te doen maken
en hartelijk hoop ik, dat die kennismaking u aangenaam
zal zijn en wanneer dan het oogenblik is gekomen dat
ge dit zult kunnen verklaren en de werkzaamheden hier
ten einde zijn dan ligt er een stoomboot gereed om u
te voeren langs het kanaal, de Meer en de Zaan naar
Zaandam om u op die wijze voor een schoon gedeelte
van Noordholland bewondering af te dwingen
Gelukkig, mijne heeren, is onze Maatschappij zoo inge
richt, dat geen departement tot receptie wordt verplicht,
doch Noordholland gevoelde die verplichting haar opge
legd door de vele departementen die in roijale ontvangst
voorgingen, 't Was ons sedert lang of wij met de
meesten uwer een rekening hadden te vereffenen, welnu,
als het uur van scheiden zal staan, heb ik dezen wensch,
dat niemand uwer teleurgesteld van ons zal heengaan,
maar gij allen als één man onder onze rekening zult
schrijven voldaan.
Vervolgens verkreeg de heer A. H. Teljer het woord
tot het houden van de feestrede
Mijnheer de Voorzitter, Hoofdbestuurders, Afgevaar
digden, leden der Nederlandscho Maatschappij tot bevor
dering der Pharmacie.
Terwijl u daar straks door den Voorzitter der com
missie van ontvangst voor de 45e algemeene vergaderi g
onzer Maatschappij, op zoo hartelijke, sympathieke, hem
zoo eigene, geestige wijze, het *welkomin onze goede stad
Alkmaar werd toegeroepen, rust op mij, als voorzitter
van het departement Noordholland ik mag zeggen de
meer ernstige taak, u een kort verslag te geven van de
fata van ons departement, sints zijne vestiging.
Jammer, dat uit den aard der zaak, deze mededee-
lingen voor hendie buiten het departement staan
niet zoo belangwekkend kunnen zijn als zeker gewenscht
ware.
De korte tijd toch die er verliep tusschen onze vesti
ging in 1884, en deze ure, waardoor het schrijven van
eene geschiedenis van ons departement van zeiven bijna
onmogelijk wordt, noopt mij er toe, mij te bepalen tot
het releveeren van enkele feiten, velen uwer reeds bekend.
Wanneer ik daarvoor niettemin eenige oogenblikken
uwe aandacht vroeg, doe ik dit aan de hand van een
verslag, bij gelegenheid der feestelijke herdenking van
het lOjarig bestaan van ons departement, in December
1894 door mij opgemaakt.
Ware het verlangen om, na reeds zoovele jaren achter
een de gasten te zijn geweest van verschillende depar
tementen, ook eens zelve als gastheer te kunpen optreden,
den leden van ons departement eindelijk niet te machtig
geworden, wellicht hadden wij u uitgenoodigd eerst het
volgende jaar onze koperen bruiloft, ons 12 '/t jarig huwe
lijk, met de Maatschappij, hier te komen vieren. Hadden
we alles kunnen voorzien, het ware wellicht beter ge
weest I Bij den bekenden wedijver echter, die er de laatste
jaren tusschen de verschillende departementen onderling
bestaat (het is u daar straks reeds door den vorigen
spreker herinnerd) om de eer te genieten de maatschappij
in hun midden te ontvangen, mochten wij onze uitnoo-
diging niet verschuiven, noch ons de schoono kans laten
ontglippen, die zich 2 jaar geleden daartoe aanbood.
Daarom doet hot ons goed, mijne heeren u heden
hier te kunnen begroeten als onze gasten gasten, waarop
de'Toden van het departement Noordholland trotsch zijn,
gasten die ons hartelijk welkom zijn
Maar ter zake
We schreven den Hen November 1884, toen op uit-
noodiging, en in tegenwoordigheid van den velen uwer
welbekenden oud-redacteur van het Pharmaceutisch Week
blad, mijn hooggeachten leermeester, wijlen den heer R.
I. Opwyrda, een 7 tal apothekers in deze provincie bij
eenkwamen, teneinde te pogen ook in Noordholland een
provinciaal departement op te richten.
Wat toch was het geval tot dat tijdstip
De Maatschappij tot Bev. der Pharmacie bestond wel
reeds sints 1842, en eminente mannen behoorden tot
hare oprichtersmaar toch was die Maatschappij toen
bij lange na niet, de vertegenwoordigster van bijna alle
apothekers in Nederland.
Slechts enkele plaatselijke afdeelingen Amsterdam,
Rotterdam, 's Gravenhage, Utrecht en Groningen, vormden
een betrekkelijk klein geheel, men had nog niet die be
hoefte aan solidariteit als thans, en de onderlinge harmo
nie ontbrak
Aan de vrije bijeenkomsten, door Opwyrda op touw
gezet, namen jaarlijks vele collega's, die buiten de Maat
schappij ter Bevordering der Pharmacie stonden, deel.
Men deed, als ik het zoo noemen mag, elkander con
currentie aan, en wat ook hier zoo noodig waseen
dracht, samenwerking van personen behoorende tot één
beroephet bleef achterwege
Eindelijk kwam ook hierin verbeteringen toen dan
ook Opwyrda overtuigd werd en was, dat de Vereeniging
onder één vaan van al wat goed pharmaceut was, ko
men moesttoen de scheidsmuur die hem van de Maat
schappij scheidde, was weggobroken en hij meerdere waar
deering vond tevens, toen was dan ook hem geene moeite
en opoffering te groot, om de vestiging onzer Maatschappij
over het geheele land, door de oprichting van vele pro
vinciale departementen te helpen bevorderen.
Toen kwam hij ook naar ons hier te Alkmaar en
werd door dat bezoek de eerste steen gelegd voor het
den 18 December 1884 te Zaandam voor goed gevestigde
departementNoordholland
Zooals alle begin moeielijk istrof ons dan ook weldra
ramp- en tegenspoed
Haarlem vanwaar enkele collega's mede aan Op-
wyrda's roepstem hadden gehoor gegeven
Haarlemwaar tot dat tijdstip alle pogingen om een
eigen departement te vestigen, waren mislukt,
Haarlemontwaakte uit haar isolementmen werd
ijverzuchtig om mij zoo uittedrukken en zoo word ons
nieuwe departement de brugwaarover de Haarlemsche
collega's elkander de hand reikten
Meent niet, Mijne Heeren dat Noordholland hun die
éénheid misgunde zeer zeker niethet beginsol van con
centratie van samenwerkingwerd immers ook daar
in toepassing gebrachtmaar die vestiging toen ontnam
ons helaasvele goede krachten
Haarlem gingnog vóór wij geheel gereed waren en
hoewel één der onzen hierin eene reden vond om zich
óók terugtetrekken waar hij nu scheen te wanhopen aan
den bloei van ons departementwas juist die afscheiding
voor de overigen een spoorslag te meer tot volharding
en tot voltooiing van het gestichte werk
Weest gerust, Haarlemsche collega's hier aanwezig wij
hebben n dien afval reeds lang vergeven getuige onze
trouwe opkomst op uw schoon feestthans drie jaren ge
leden der Maatschappij bereidWat er nog zat, is toen
zeker wel weggespoeld I
Maar geven we ook verder geen aanstoot
Voor de eerste maal maakten de heeren Mijsberg, Düker
en ondergeteekende deel uit van het bestuur over hot
nieuwe departementlater gevolgd door de heeren van
Heijnsbergen en Jürgens.
Op den 27 December 1884 mocht ons reglement de
sanctie van het hoofdbestuur verkrijgen
Opgericht met 20 leden van de 50 apothekers die
destijds boven en be-oosten het IJ gevestigd waren, klom
en daalde dit eijfer in de volgende jaren voortdurend.
Enkele leden verloren wij door den dood, een heele enkele
zeide het lidmaatschap op, nadat hij op onwaardige uit
oefening der Pharmacie was betrapt.
Thans telt ons departement 25 leden en hoewel nog
onlangs eene poging werd aangewend dat getal te ver-
grooten waar er thans nog altijd een bijna even groot
aantal buiten de Maatschappij staan, het mocht niet baten
Wilt ge Mijne Heeren een antwoord op de vraag
waarom 1
Er zijn er, diezelden of nooit heti>Non Semper Ascum
tendit Apolloin toepassing kunnen of willen brengen 1"
Anderen, die stoutweg beweren, dat zij niet van collega's
houden
Nog anderen die eerst vragen welke stoffelijke voor-
deelen aan het lidmaatschap van deze of gene vereeni
ging verbonden zijn zonder te vragen of zij ook het
algemeen belang kunnen dienen
en ten slotte zij die hun kracht zoeken in hun isole
ment
Zeer zeker zijn de bezwaren voor sommigen om lid
te worden van een Provinciaal Departement grooter
dan voor hen die zich bij een plaatselijk departement
kunnen aansluiten.
Bij den bekenden huiszittenden aard van velen onzer
(de wet dwingt er ons wel toeis het zeer moeielijk
er beweging in te krijgen tot hot bezoekon eener verga
dering buiten do plaats hunner inwoning
Vandaar dan ook dat onze vergaderingen die in den
beginne opvolgend te Alkmaar Zaandam en Hilversum
werden gehouden in den regel slechts werden bezocht
door de kleinste helft van ons ledental.
Eene poging werd beproefd om daarin verbetering te
brengen door de vergaderingen zooveel mogelijk te Am
sterdam uit te schrijven Dat zou den stroom van be
zoekers wel vermeerderen dacht men. Het nederlandsche
moderne Babyiondóórheen tijgt zoo nu en dan elk
goedgeaard NoordhollanderMaar jawel 1 Wij schenen
blijkbaar bij die redeneering één grooter factor over het
hoofd te hebben gezien voor sommigen gold ook hier
het: »Cherchez la femme", men zag hen zelden, of in
bet geheel niet meer.
En toch: »les absents ont tort"!
Al kunnen wij leden van het departement Noordhol
land ons wellicht niet beroemen mannen der hoogste
wetenschap in ons midden te tellen al kan ik u heden
wellicht nog geen stuk geschiedenis leveren van wat op
direct wetenschappelijk gebied in ons departement is ver
richt (in welk opzicht we dan ook trouwens niet alleen
staan)toch kan ik u de verzekering geven dat onze
vergaderden op dit gebied bewijzen genoeg hebben ge
leverd van werklust en werkkracht Vooral de jongere
collega's onder ons gaven daarvan dikwijls afdoende
blijken en meermalen werden door ons voorstellen in
gediend die al mochten zij niet altijd met succes wor
den bekroond niettemin aanspraak mochten maken op
een pogen in goede richting
Stelt gij mjj thans de vraagHeeft de oprichting van
uw departement beantwoord aan het doeldat ge beoog-
det en aan de verwachtingendie ge er van gekoesterd
hebtdan kan het antwoord op die vraag uit den aard
der zaak tweeledig zijn
Ontkennend waarniettegenstaande ons ledental weder
toenemende isvan de 4 7 gevestigde apothekers nog
altijd 2 2 collega's geene behoefte schijnen te gevoelen
aan nadere kennismaking
Ontkennend ook waar enkelen wellicht verwacht en
gehoopt hadden, dat door toetreding alléén tot het lidmaat
schap de sociale positie der leden zélve daarbij veel zou
gebaat worden en zich in die verwachting zagen teleur
gesteld want werkelijk er bestaat nog immer (het spijt
me het te moeten constateeron) te weinig waarachtige
collegialiteit bij de apothekers onderling te veel ignobele
concurrentie
Ontkennend ten slotte ookwaarvooral ook van
regeeringsweftezoo weinig tegemoet gekomen wordt
aan onze meest billijke wenschen en aan onze zoo gegronde
grieven Parasieten duiken voortdurend naast ons op Telken
jare (de agenda voor onze vergadering op morgen geeft
er weer bewijzen te over van) moeten wij op hetzelfde
aambeeld hameren en steeds blijven doorwerken onder
oude en verouderde wetten
Waar zóó weinig waardeering van die zjjde plaats
vindtmogen we dan aanspraak maken op meerdere van
de zijde van het publiek
Toestemmend echter kan gelukkig het antwoord luiden
waar wij door de oprichting van ons departement rpede
hebben bijgedragen tot de vestiging onzer Maatschappij
over het geheele land en daardoor tot hare intellectueele
kracht 1
Toestemmend ook waar wij steeds poogdenal ware
het dan niet altijd met gunstig gevolg om onze maat
schappelijke positie te verbeteren, onedele praktijken uit
ons midden te weren, en daardoor ons maatschappelijk peil
te verhoogen 1
Maar bovenal toestemmend luidt het antwoord, wanneer
wij er op mogen wijzen dat wij sedert onze vestiging,
nauwer vriendschapsbanden knoopten met velen onzer
collega's ons vóór dien tijd bijna vreemd banden van
vriendschap die steeds de aangenaamste herinneringen
bij ons zullen levendig houden
En al ware dat alles nog geen toestemmend antwoord
waardig op de gestelde vraag dan toch zeker wel het
feit, Mijne Heerendat wij heden de eer genietende
Maatschappij, onze Maatschappjj ter bevordering der Phar
macie, vertegenwoordigd door hare meest eminente mannen,
als onze gasten in ons midden te zien
Welkom dan, hartelijk welkom, leden der Nederlandsche
Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie in deze
historische stad, in ons goede Alkmaar.
Mogen onze werkzaamheden in deze dagen die belang
stelling vinden, waarop zij zeer zeker aanspraak kunnen
maken
Mogen de dagen die gij in deze schoone omgeving zult
doorbrengen ook behooren tot degenen, waarop gij steeds
met voldoening kunt terugzien 1
Aan de welwillendheid onzer wakkere feestcommissie
en vooral van onzen hooggeachten voorzitter dier commissio
zal het u in deze dagen niet ontbreken
Iets echter is er wat ons hindertu mijne heeron
heden niet te kunnen bieden en dat isde officieel e
erkenning onzer Maatschappij door hot gemeentebestuur
van Alkmaar
De pogingendoor ons aangewend om eene officieele
receptie ten stadshuize te verkrijgen, leden helaas schip
breuk. Het is niet aan mij te beoordeelen welke redenen
daarvoor moesten gelden. Het kunnen geen aangename
zijn geweest.
Maar al moge de deelneming van Alkmaar's burgerij
in onze feestviering dezer dagen wellicht minder groot
zijndan die van onze zuidelijke broedersvergeten we