niet, mijne heeren, dat het noordelijke bloed ons wellicht minder snel door de aderen vloeitmaar herinneren we ons tevens, dat Alkmaar's burgerij den laatsten tijd helaas weinig redenen vond tot opgewekt feestvieren. Wij moeten daardoor ook reeds meerdoren omar gasten op ons diner morgen derven. Er is daarvoor de laatste maanden in onze goede stad te veel voorgevallen wat ons bijna het schaamrood op de kaken zoude jagen. De oude machtspreuk der vaderen, het*Alcmaria Victrix' werd bijna tot eene fictie. Mannendie deze spreuk in hunne vaan schreven werden haar ontrouw. Toch hebben wij goeden moed dat door eendrachtig samenwerkeneerlijkheid en goede trouwhet oude Van Alkmaar de Victorie weder uit volle borst kan worden aangeheven I Eene stad die de daden van het voorgeslacht eert op de wijze zooals het beeld der Vrijheid in Victoriepark alhier getuigtwaarop met gulden letteren *Hiei- werd de storm der Spaansche krijgers driemaal «afgeslagen en hield de genius der Vrijheid stand Een stad, die helden voortbrachtwaarvan dit kan worden getuigddie stad Mijne Heerenkan niet te gronde gaan 1 Op den bloei van Alkmaar verzoek ik u een glas te ledigen Beide sprekers werden luide en langdurig toegejuicht, en ving daarna de uitvoering aan van een afwisselend programma dat den avond voor de feestvierenden in hooge mate hielp veraangenamen zoodat men in opge wekte stemming nog lang bijeen bleef. Te 10 uur den volgenden morgen waren leden weder bijeennu voor ernstiger arbeid in de kleine zaal van hetzelfde lokaal. De vijf en veertigste algemeene vergadering nam een aanvang. De Voorzitter dr. P. Ankersmit, opent haar met den leden een hartelijk welkom toe te roepen. Hij hoopt dat de besprekingen zich mogen ken merken door welwillendheid loijaliteit bij het bekende verschil van meening en is daarvan zoo overtuigd dat hij geen oogenblik hieraan twijfelt. Hij hoopt dat bij de besprekingen een resultaat voor de toekomst verkre gen mag worden, zoodat wij kunnen zeggen Van Alkmaar de Victorie. (Applaus). Hierna verkrijgt de algemeene secretaris het woordhjj brengt verslag uit van den toestand der Maatschappij. Deze telt 15 departementen, waarvan op dit oogenblik 13 vertegenwoordigd zijn. De Maatschappij bestaat uit 449 leden. De heer Molenaar verslaggever van de commissie van onderzoek der rekening en verantwoording verklaart deze in orde te hebben bevonden en stelt voor, den al- gemeenen penningmeester te dechargeeren. Met een woord van dank aan dezen titularis wordt hiertoe besloten. Vervolgens worden de vacatures ontstaan door perio dieke aftreding aangevuld. Benoemd worden de heeren M. L. Q. v. Ledden Hulsebosch van Amsterdam on N. VerweijTiel en tot algemeenen secretaris herbenoemd de heer G. B. Schmidt van Amsterdam. De twee laatstge noemden verklaren hunne benoeming aan te nemen. Eerst genoemde was afwezig. Vervolgens worden eenige rapporten uitgebracht. Het ondersteuningsfonds verkeert in bloeienden toestand. Toch wordt het den leden warm ter ondersteuning aanbevolen. De Commissie van wetenschappelijke inlichtingen geeft rapport van hare werkzaamheden. Zij heeft zich bezig gehouden met hot opnieuw samenstellen van een regu latief voor drinkwateronderzoek. De museum-commissie deelt mede dat het museum in bruikleen is gegeven aan het Rijk en bericht dat de ver zameling in het Rijksmuseum is ondergebracht. Wel is het ten geschenke gegeven, maar toch moeten we dank baar zijn voor de waardige plaats die het in genoemd museum inneemt. Het rapport over het alcoholvraagstuk wordt tot mor gen uitgesteld. Nu komen de voorstellen der agenda aan de orde. A. Van het Hoofdbestuur. 1. Om te voorzien in eene gebleken leemte van de Wet der Maatschappij, stelt het Hoofdbestuur voor, aan art. 13 eene 4de alinea toe te voegen, luidende 4°. »Door wanbetaling. «Hierover beslist alleen het belanghebbende Departe- »ment." Na een kleine toelichting wordt voorstel 1 aangenomen. 2. De Algemeene vergadering benoeme eene Commissie met opdracht te onderzoeken of de mogeljjkheid bestaat om geheele scheiding van genees- en artsenij-bereidkunst in ons land tot stand te brengen. Het 2e voorstel van het hoofdbestuur wordt geamen deerd door Noord-Brabant in dien zin om do middelen aan te wijzelf waar geheele of gedeeltelijke scheiding te bereiken is. Utrecht gaat gaarne daarin mede en dient een bijna gelijkluidend amendement in, waarop Noord-Brabant het zijne intrekt. De heer Schmidt merkt op dat het Hoofdbestuur de wijzigingen voorzien heeft, maar hij heeft persoonlijk iets tegen het amendement. Het voorstel gaat uit van de meening dat de scheiding wenschelijk is en stelt slechts voor een mogelijkheid en waar een mogelijkheid is, daar kan een onmogelijkheid zijn. Overigens moeten wij wel overwegen dat wij, apothekers, de eenige bevoegde personen voor de bereiding van geneesmiddelen zijn. Waarom moet het publiek op het platte land slechter bediend worden dan in de steden. Wij mogen ons standpunt niet loslaten, èn ons belang èn het publiek belang worden gebaat met het voorstel. De heer v. Gelder (Haarlem) is het eens met den vorigen spreker, maar raadt toch aan, het geamendeerde voorstel aan te nemen. Professor Wefers Bettink morkt op, dat de onmogelijk heid van scheiding eenvoudig hier en daar bestaat en beginnen we dit te verklaren dan bereiken we ons doel niet. Daarom is het boter het bereikbare te verkrijgen dan de handen aan den hemel te raken. De heer Vos stelt voor het amendement zoo te lezen dat de scherpst mogelijke scheiding doorgevoerd worde. De heer Schmidt merftt op, dat de onmogelijkheid niet te veel op den voorgrond worde gesteld. In Duitschland reikt men in dit opzicht aan den hemeldaar leveren alleen de apothekers geneesmiddelen en dit land is tuinder bevolkt dan Nederland. Alsnu wordt het geamendeerde voorstel aangenomen en de commissie van onderzoek benoemd. Het zijn de heeren G. B. SchmidtHeijns en van Beijlandt. 3. Het Hoofdbestuur stelt voor om de prijsvraag, in 1893 uitgeschreven, doch waarop geen antwoord is inge komen, op nieuw uit te schrijven. Amsterdam en don Haag stellen voor de prijsvraag te wijzigen. Professor Wefers Bettink bestrijdt dit. Sommige patiënten kunnen bijv. geen alcohol gebruiken daarom raadt hij aan dit gedeelte der prijsvraag te behouden, alzoo te vragen wat het best is koud of warm waterig aftreksel. De heer v. Rijn (Groningen) stelt voor de prijsvraag te bekorten zij is te moeielijk. Na eenige discussie wordt in rondvraag gebracht of men 2 of 3 stoffen ten onderzoek zal opgeven. Einde lijk wordt goedgevonden Seculi cosmiti en foliativao ursi op te geven. B. Van de Departementen. 1. Van het Departement Amsterdam. a. De Algemeene Vergadering draagt het Hoofdbestuur op om de vraag tot de Regeering te richten wat de apotheker in de Nederlandsche Pharmacopeaederde Uit gave, in tabel V, handelende over de maximaal-doses van eenige geneesmiedelen, verstaan moet onder «per dag" m. a. w. uit hoeveel uren een dag, aangewezen voor het innemtn van geneesmiddelen, moot gerekend worden te bestaan. Het hoofdbestuur praeadviseert om met het voorstel mee te gaan echter niet om aan de regeering inlichting te vragen al is dit de aangewozen weg. De regeering kan hierop geen antwoord geven daarom stelt het voor de inlichtingen te verzoeken aan de Maatschappij van Geneeskunde. Amsterdam kan zich hiermede niet vereenigen de ofïicieele weg geeft alleen kracht van wet. In stemming wordt gebracht of onze Maatschappij zich inlichtingen zal verschaffen. Dit wordt aangenomen, ver volgens of men zich tot de regeering of de Maatschappij van Geneeskunde zal wenden. Tot het eerste wordt be sloten. Voorstel tot aanvulling van de Pharmacopaea. Bij monde van professor Wefers wordt een gunstig praeadvies uitgebracht. De snelle was van nieuwe ge neesmiddelen maakt uniformiteit en omschreven eischen noodzakelijk. De heer Schmidt merkt op, dat de Pharmacopaea- commissie geen apothekers genoeg bevat, daarom werkt ze zoo langzaam en is aanvulling thaus reeds noodig. De heer v. Embden (Utrecht) waarschuwt tegen het voorstel zooals het is. De regeering zou het kunnen weigeren. Amsterdam handhaaft aanvulling en herziening. Rotterdam stelt voor herziening e n aanvulling te ver zoeken. Dit wordt aangenomen. Het geamendeerde voorstel wordt nu aangenomen. c. De Maatschappij wende zich tot de Regeering met het verzoek, maatregelen te treffen om den invoer van zoogenaamde patent-geneesmiddelen uit het buitenland zoo hoog mogelijk te belasten. Het hoofdbestuur praeadviseert ongunstig, de aanneming ervan zal geen voordeel aanbrengen aan de apothekers maar aan den fiscus. Al worden ze nog zoo duur het publiek zal blijven koopen. Nog wordt opgemerkt dat de bekende vrijhandelsgeest van onze regeering nooit op eenig succes uitzicht geeft. Bij stemming wordt het voorstel aangenomen. d. Aan het Hoofdbestuur worde opgedragen om in overleg met onze Hoogleeraren-Eereleden der Maatschappij; de noodige stappen bij de Regeering te doen om te be werken, dat evenals in de naburige rijken de gelegenheid geopend worde tot het verkrijgen van den titel van schei kundige voor voedingsmiddelen. Het hoofdbestuur praeadviseert gunstig en wil toevoegen, dat do titel kan verkregen worden door een aanvullings examen Groningen en Haarlem raden ten zeerste het voorstel afde apotheker is de aangewezen persoon voor scheikundige voor voedingsmiddelen. In stemming wordt een en ander verworpen. Het departement 's Gravenhage rapporteert dat de rekening van het ondersteuningsfonds in orde is bevonden. Met een woord van dank wordt de penningmeester de heer D. Feuse gedechargeerd. e. De Algemeene Vergadering besluite dat de Maat schappij de Regeeriug wijze op de dringende noodzake lijkheid eener wet op den verkoop van vergiften door onbevoegden. Het hoofdbestuur praeadviseert gunstig. In stemming gebracht, wordt het voorstel aangenomen. 2. Van het Departement Utrecht. Het departement stelt voor een lijst te doen opmaken van de volksnamen, waaronder, in verschillende deelen van ons land, geneesmiddelen in de apotheek worden ge vraagd, en de werkelijke namen dier geneesmiddelen. Het hoofdbestuur praeadviseert gunstig en wenscht het meer departementaal te maken. Dan toch zal het doel zoo goed mogelijk bereikt wordenindien de centrale commissie verzamelt wat de departementen over het geheele land leveren. Don Haag meont dat de lijst reeds bestaat door den heer Hoffman in hot Pharmaceutisch Weekblad geplaatst. Bij stemming wordt het voorstel aangenomen. De eventueel te benoemen commissie zal zich in contact stellen met den heer Hoffman. De finantieele voordeeion zullen zijn voor het ondersteuningsfonds. Do commissie zal bestaan uit de heeren Hoffman Schuepp en de Vries. 3. Van het Departement Limburg. a. De Algemeeno Vergadering benoeme eeno commissie met opdracht een onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid om van de Hooge Regeering te verkrijgen, vrij dom van accijns voor wijngeest en aether, gebruikt wordende voor de bereiding van pharmaceutische praepa- raten. Het Hoofdbestuur (prof. Wefers Bettink) praeadviseert ongunstig. Wel is er wat voor te zeggen vooral wat extracten betreft, maar de spiriticuse praoparaten zijn van uit het buitenland ook aan accijus onderworpen. En wat de concurrentie betreft, deze is niet onmogelijk hierdoor. Dan nog zal de regeering het nooit doen, want 't is een belastingkwestie. Zelfs Laboratoria (van Utrecht bijv) rijksinstellingen genieten Diet eons vrijdom. Ook zal 't voorstel aanleiding geven tot meerder mi-bruik van sterkon drank. Den Haag ondersteunt het voorstel omdat de hooge accijns de doorslag is voor chemische industrie. In stem ming gebracht wordt het voorstel verworpen. b. De Algemeene Vergadering machtige het Hoofd bestuur het verhandelde op die vergadering door een stenograaf te doen opnemen en uitwerken. Het hoofdbestuur (de heer Polak) praoadviseort ongunstig. De discussiën worden niet korter stenographie is duur en ook de drukwerken zullen uitgebreider en dus ook duurder worden. In stemming gebracht wordt het voorstel verworpen. c. Do Algemeene Vergadering drage aan het Hoofd bestuur op, de benoeming, uit den boezem der Maat schappij, eener permanente pharmacopaea-commissie. Door aanneming van het voorstel B. van Amsterdam wordt dit voorstel door Limburg ingetrokken. De Maatschappij stelle een som beschikbaar tot het salarioeren van een of meer onbezoldigde rijksveldwach ters om toe te voegen aan de Inspecteurs van het Ge neeskundig Staatstoezichtten oinde den onbevoegden verkoop van geneesmiddelen te breidelen. Het hoofdbestuur praeadviseert ongunstig. De kosten zullen te hoog zijn. Na eenige discussie wordt het voor stel verworpen. Van het Departement 's-Gravenhage. De Maatschappij diene een protest in bij de Tweede Kamer tegen de wijze, waarop sedert 1865 door de ver schillende elkaar opvolgende Regeeringen, de geneeskun dige wetten zijn uitgevoerd. Hot hoofdbestuur praeadviseert ongunstig, 't Gaat niet aan, dit protest in te dienen voor een tijd van 29 jaren. Den Haag verdedigt zijn voorstel. De wetten zijn sinds 1865 niet of slecht gehandhaafd. Te vaak hebben we bij de regeering aangeklopt zonder succes. Daarom, een aanhouder wint. Doet een drogist allerlei dingen, die hij niet doen mag, men hoort er niets van; meent men slechts, dat een apotheker zijne bevoegdheid te buiten gaat, dan wordt proces-verbaal opgemaakt en de meest mogelijke publiciteit er aan gegeven. Dus een andere weg inge slagen. Prof. Wefers Bettink betreurt de slechte handhaving. De geneeskundige wetten in hun geheel zijn wel gehand haafd en dus een protest kon daartegen niet ingediend worden. 's-Gravenhage stemt toe dat het de wetten op de artsenij-bereidkunst zijn, die slecht gehandhaafd worden. Het voorstel wordt verworpen, b. De Ned. Maatschappij ter bevordering der Pharmacie wijze er op, dat Staatstoezicht op ziekenfondsen een drin gend volksbelang is en eene wettelijke regeling meer en meer noodzakelijk wordt. Het Hoofdbestuur praeadviseert gunstig. De grond slagen van ziekenfondson zijn soms zoo treurigdat het beneden alle kritiek is zooals ook is aangetoond in het rapport van de Maatschappij tot nut van 't algemeen. Het hoofdbestuur vraagt of het Dept. zich tot de regee ring wil wenden. Den Haag laat dit laatste liefst aan het Hoofdbestuur over. Rotterdam wil geen wettelijk toezicht. Zeiven moeten we dit trachten te veranderen. Overijssel meentdat wat in Rotterdam mogelijk is, niet in alle streken uitvoerbaar zal blijken. De heer Schmidt voert nog aan het ongunstige rapport van het Nut over de bussen ten plattenlande. 't Is zoo noodzakelijk, dat die onder toezicht komen. 't Voorstel wordt aangenomen. 6. Van het departement Gelderland. Het departement Gelderland stelt voor, dat het hoofd bestuur zich nogmaals zal wenden tot de regeering om aan te dringen op herziening der geneeskundige wetten, in het bijzonder op herziening der wet op de nitoefening der artsenijbereidkunstdaarbij haar wijzen op het steeds meer in aantal toenemen der zoogenaamde wilde dro gisten, die steeds schaamteloozer optreden, zoo zelfs, dat zij een bond hebben opgericht om elkander onderling te steunen in het betalen der boeten, die hun bij de ver schillende overtredingen worden opgelegd. Daarbij te voegen het verzoek, om, tot dat bovenge noemde herziening zal zijn tot stand gekomen, de thans vigeerende wet zoo krachtig mogelijk te willen hand haven en als middel daartoe te wijzen op de wensche- lijkheid, dat lijst, O van art. 30 (inhoudende de namen der geneesmiddelen, die niet beneden de daarbij be paalde hoeveelheden mogen worden verkocht door onbe voegden, na in het nederlandsch overgebracht te zijn, hoofdzakelijk de volksnamen, waaronder die middelen bekend zijn), vanwege de regeering verstrekt worden aan alle ambtenaren van justitie met de handhaving der wetten en met het opsporen van overtredingen belast, aangezien de ondervinding geleerd heeft, dat door de onbekendheid met de latijnsche namen de ondergeschikte ambtenaren van justitie er geen weg op weten hoe te handelen, terwijl ten overvloede een groot aantal politie- en justitiebeambten van meening zijn, dat zij zich hier mede niet mogen bemoeien als zijnde buiten de gren zen hunner bevoegdheid, welke meening zij gronden op de uitspraken betreffende de beteugeling der kwakzalverij, voorkomende in het handboek getiteld «Theorie der Gerechtelijke en Administratieve politie door G. Z. v. d. Helm burgemeester van Batenburg 5e druk 1894", waarin als antwoord op de vraag: «Hoever reikt de inmenging der politie in het beteugelen der kwakzalverij", gevonden wordt: «De commissaris van politie die zich daarmede inlaatgaat de grenzen zijner bevoegdheid te buiten''. Het Hoofdbestuur (dr. Vos) praeadviseert, dat het niet aangaat, nu weer van de Maatschappij een vraag tot de regeering te richten over de wetten die tegenwoordig herzien worden, al duurt het lang. Daarom stelt het voor, dit voorstel te verwerpen. Na eenige discussie wordt het voorstel verworpen. Te 1 uur werd daarop de vergadering tot den volgen den dag gesloten en vereenigde men zich aan een lunch in de warande waarna te 4 uur een rijtoer naar Heiloo en Bergen werd ondernomen die de leden deed kennis maken met Alkmaar's schoonste dreven. Voor den feestmaaltijd was eene keurige tafel aange richt in de groote zaal der «Harmonie". Den kastelein, den heer G. Bouma was de levering van het diner op gedragen. De dischj prjjkte metfzeer fraaie bloemstukkeu, geleverd door de firma wed. J. Emeis, die bovendien op smaakvolle wijze door het aanbrengen van bloemen en groen daaraan een verrassenden aanblik had weten te geven. Deze bloemiste heeft eer van haar werk. Gelukkig was het weder opgeklaard hadden de regens van den dag opgehouden en ving het van wege de Bui- tensocieteit te geven concertonder directie van den heer N. A. Bouwmanvan Bergen op Zoom onder goede voorteekenen aan. Den leden der Maatschappij waren plaatsen gereserveerd en had de koude velen niet gehin derd ook dit gedeelte van het programma had zeker in bijzondere mate medogewerkt om den vreemdelingen het verblijf in onze gemeente te veraangenamen. Na afloop vereenigden zich nog velen weder in het lokaal «Harmonie". Donderdag 's morgens te 10 uur wordt de algemeene vergadering voortgezet. Drukkerjj v. Herms. Coster Zoon Alkmaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 2