Windham's verrassing. dit vee op dit oogenblik het meeste omgaat. In lam meren weinig handel, de tijd voor uitvoer naar Holland is over. In vette varkens was de handel in de laatste dagen iets vlugger, met een weinig hooger prijzen, doch veel beteekent het niet. Daarbij is het warme weder niet gunstig voor dezen handelde hooge temperatuur ver hoogt de kansen op verlies, want niet zelden lijdt een vet varken veel, als het bij warm weder verzonden en er mee gemarkt wordt. Op dit oogenblik zijn de prijzen vette koeien 2430 ct., melk dito f 100f 175, kalve f 120f 200, kalve vaarzen f 100f 170, vette kalveren f 2028 ct., stie ren 2025 ct., vette schapen f 12f 26, melke f 12—f 23, lammeren f 5—f 12, vette varkens 17—18 ct., magere f 10—f 28, vette biggen 14—16 ct., 6weeksche biggen f 4f 5, nuchtere kalveren f 4f 8. Amsterdam. Drie knapen van 8 tot 13 jaren echte zwervers bevonden zich den 3 te Schellingwoud. Nalangsden IJ-kant gezworven te hebben, maakten zij zich meester van een visschersschuitjeom te gaan varen. Veel pleizier hadden zij evenwel niet van hun tochtje want de hevige wind joeg het schuitje nabij de Oranjesluizen op het droge. Aan wal te komen was geen denken aanwant tusschen het schuitje en den wal lag een dikke laag onbegaanbaar week slip waarin zij bij hun pogen om hun vaartuigje te verlaten, zonder twijfel den dood zouden gevonden hebben. Zoo waren zij genoodzaakt in hun schuitje te blijven den geheelen nacht zonder eten of drinken blootgesteld aan weer en wind. Eerst des zaterdags kwam er redding opdagen. Het bedienend personeel van de Oranjesluis werd hun hachelijken toe stand gewaar. De sluisknecht en de stoker van het stoom gemaal kwamen hun te hulp. Doch gemakkelijk waren zij niet te helpen. Met trotseering van eigen levensgevaar door een eind door het slik te baggeren wisten zij de jongens met touwen en dreggen naar zich toe te halen waarna de knapen ten huize van den rijksopzichter lief derijk werden opgenomen en van het noodige voorzien. Daarna werden zij naar hunne woning getransporteerd. Amersfoort. Toen de onderwijzeres van zekere school hier, na eenige dagen van ongesteldheid, haar taak weer had opgevat en met blijdschap door ouders en kin deren was begroet, sprak de moeder van een harer leer lingen »0, u zoudt eens gezien hebben, hoeveel bloemen en wat een groot getal kinderen en menschen er op uw graf gekomen zouden zijnals u werkelijk gestorven waart." (Historisch.) Hoven karspel. De totaalaanvoer van aardappelen aan de markt bedroeg in de afgeloopen week 15950 manden en zakken. Westwoud. De West-Friesche harddraverijclub zal dit jaar weder eene harddraverij houden met paarden onder den man op dinsdag den 1 September e.k. De prijzen zullen bestaan in f 100f 25 en f 10 alles in contanten. Geene hengsten en alleen paarden die geen hoogeren prijs dan zestig gulden gewonnen hebben, mogen aan den wedstrijd deelnemen. Grootschermer. Tot onderwijzeres aan de open bare lagere school alhier is benoemd mej. J. A. Molenaar te Zaandam. Oudkarspel. Omtrent het voorgenomen school feest waarover ons vorig nummer een bericht bevatte vernemen wij nader, dat daarvoor wel ljjsten iD omloop zijn, maar de commissie nog volstrekt niet heeft bepaald, hoedanig dit feestje moet worden gedaau en of dit zal geschieden. St. Pankras. In de vorige week is de voordracht (uit 208 sollicitanten) opgemaakt ter benoeming van een hoofd der school te Bloemendaal waarop voorkomt de heer G. Kempers, hoofd der school alhier. In enkele couranten stond dezer dagen te lezen »Be noemd tot hoofd der school te Bloemendaal, de heer R. de Boer te Haarlem." Dit bericht was blijkbaar onjuist, het betrof vermoedelijk eene tijdelijke benoeming. Stompetoren. Gedurende het tweede kwartaal 1896 zijn aan het hulpkantoor alhier op de Rijkspost spaarbank gedaan 16 inlagen tot een bedrag van f 570,93 en 5 terugbetalingen, bedragende f 250,64. Burgerlijke Pensioenen. Bij de Tweede Kamer is opnieuw ingediend het door de Kamerontbinding van 1894 vervallen voorstel tot wijziging en aanvulling der pensioenwet voor burgerlijke ambtenaren. Ook dit ontwerp strekt tot wegneming van onbillijkheden, leemten en kleine gebreken, zoodat de beginselen der pensioenwet intact blijven, voor ingrij pende wijzigingen acht de minister van financiën het oogenblik eerst gekomen, wanneer over eenigen tijd de resultaten der geheele regeling en van de ambtenaarsbij- dragen te beoordeelen zijn. Te Uitwijk (N -Br.), waar men ook last had van de ooievaarsdieven, nemen verscheidene landbouwers thans des avonds de jongen uit het nest in huis en brengen die des morgens weer naar het nest terug, als een zeker middel om te beletten, dat zij des nachts gestolen worden. Prins-Hendrik-Stichting. Den 8 was het een jaar geleden dat de nieuwe Prins-Hendrik-Stichting feestelijk geopend werd ter herinnering aan het feit, alsmede dat op dienzelfden datum jaar vroegerden verjaardag van den weldadigen landgenootde f 70000 voor den bouw geschonken wer den wapperde de driekleur van de stichting en werd ter eere van dezen dag de 100ste inwoner geplaatst, dervolle onderscheiding. Het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen met de gesp Atjeh 1873—'90 is uitgereikt aan den matroos le kl. G. Schenk dienende a/b van Hr. Mr »Friso". Werkstaking te Schiedam. - Aan de Stearine-kaarsenfabriek is het werk gestaakt door een groot aantal werklieden. In een vergadering werden door de werklieden de grieven uiteengezet. Op bons van de fabriek kunnen zij kleeren op krediet krijgen vanwege de fabriek wor den brood en andere dingen verstrekt tegen lager prijs dan waarvoor zij in den kleinhandel te verkrijgen zijn. Den opzichter, met deze regeling belastwerden echter tal van verwijten gedaan. Voorzoover de toestand in Schiedam bekend is, wordt erkend dat door de directie zeer veel gedaan wordt in het belang van de werklieden voornamelijk bij ziekte. De loonen echter die voor velen zonder overgeld niet meer dan f 7 bedragen worden onvoldoende genoemd. Besloten Is het werk te hervatten als het loon verhoogd, de opzichter ontslagen en de gedwongen winkelnering afgeschaft is. Ui Huns Chang. Het galadinerdoor H. M. de regentes op het koninklijk paleis van Soestdijk gegeven, telde 34 couverts. Vóór het diner verleende H. M. aan den gezant en zijn gevolg een audiëntie en vooraf ontving de gezant Li Hung Chang het grootkruis van den Nederlandschen Leeuw en de gezantschapsraad Li Chung Fong het grootkruis der Oranje Nassauorde. De gezant overhandigde Hare Majesteit eenige fraaie geschenken. Te Amsterdam bezocht Li Hung Chang o. a. de kon. fabriek van stoomwerktuigen en spoorwegmaterieel en de diamantslijperij der firma Daniels. Aangezien bij slecht ter been iswerd de kanselier in een draagstoel de vijf trappen opgedragen naar het kan toor der fabriek waar hem een overzicht over de geheele nijverheid werd gegeven. Op een der tafels bevond zich een etalage van ruwe en geslepen diamantenterwijl daarbij lag het chineesche wapeneen staande draak in kleurengeheel gevuld met schitterende edelgesteenten van het edelste waterdieomgeven door een zwart fluweelen lijst daarin oogverblindend schitterden en flonkerden. De 580 briljantendie het chineesche wapen sierdenvertegenwoordigden een waarde van f 35000 verder lag op tatel een smaragd van 8000terwijl al de edelgesteenten op tafel ongeveer zeven- a achthonderd duizend gulden waarde hadden. Den 8 bezocht de chineesche grootkanselier Rotterdam, waar hem ter eere, een watertocht werd gehouden en de havenwerken bezichtigd werden. Vooral maakten indruk op de Oostersche gasten de beide hydraulische kolentippen en de electrische kranendie in volle werking waren. Met een extra-trein vertrok Li Hung Chang naar Esschen. Herhaaldelijk gaf hij zijne ingenomenheid te kennen met de ontvangsthem hier te lande bereid. Pokken-epidemie. Een hevige pokken-epidemie heerscht te Glocester. Er kwamen reeds 2000 gevallen voor. De overheid be ijvert zich maatregelen te nemen om de ziekte te stuiten. Vee-ullvoer. In de vorige week zijn langs het grensstation Ro- zendaal naar België verzonden: 37 wagens vee en 11 naar Frankrijk ter waarde van ruim 45000. In de maand Juni werden aan het belgisehe grenssta tion Esschen geweigerd de navolgende stuks nederlandsch veewelkena inspuiting met tuberculineverdacht waren lijdende te zijn aan pokziekte. Teruggezonden naar Rozendaal3 Juni 2, 6 Juni 4, 10 Juni 2, 12 Juni 4, 16 Juni 1 20 Juni 2, 23 Juni en 27 Juni 4 koeien. Teekeurlng ln België. Vele Belgische veehandelaars zijn zeer verontwaar digd over de wijze waarop men daar te lande van Rijkswege met hun vee te werk gaat bij de inënting met tuberculine aan het grensstation Esschen. Vertrouwbare kooplieden hebben medegedeeld dat te Esschen het uit Nederland aangevoerde vee om de nie tigste reden niet doorgelaten wordt en dan met een groot brandmerk op kosten van de eigenaars naar Nederland wordt teruggezonden. Ook wordt veel geklaagd over de ondoelmatige inrichting der quarantaine-stallen. Te Ro zendaal mag het teruggezonden vee niet uit den wagen, alvorens het door den districts-veearts is gekeurd. Opmerkelijk wordt het genoemd dat bijna al het in België geweigerde vee hier te lande volkomen gezond werd verklaard hetgeen de ontevredenheid tegen de Bel gische beambten nog meer opwekt. Met vaak nog bloe dende brandmerken komt hun duur betaald vee terug. Te Aijmegen werd dezer dagen bij zekeren J. Arts een varkendat aan de bekende vlekziekte gestor ven was heimelijk begraven. Nadat de autoriteit daarvan kennis had gekregen werd op advies van het veeartse- nijkundig toezicht het doode dier weer opgegraven om vervolgens naar de voorschriften der wet te worden vernietigd. De arbeidersdie daarmede waren belasthadden de onvoorzichtigheid het reeds in ontbinding verkeerende dier met de bloote handen aan te vatten. Het gevolg daarvan isdat thans hunne handen armen en het ge laat hetwelk zij onwillekeurig met de besmette handen hadden aangeraaktbedenkelijke zwellingen met blauw achtige tint vertoonen. Op de uiterwaard te Aederhemertdie gedeel telijk met een heining van ijzerdraad is omringd, werden verleden jaar een dertiental stuks vee die op verschil lende afstanden van elkander tegen en bij die heining stonden in één slag door den bliksem gedood. Thans heeft de eigenaar dier uiterwaard de draadheining van afstand tot afstand van bliksemafleiders laten voorzien. De stoomtram der H. IJ. S. M. Den HaagScheve- ningen vervoerde den 5 circa 20 duizend personen. De Staatsspoortram naar Scheveningen vervoerde 14000 pas sagiers. Helde-ontginnlng. Baron van Heemstra wonende te Driebergen, heeft te Jubbega (Fr.) opnieuw een stuk heideveld aangekocht,, met het doel dien grond te ontginnen. Er zullen arbei derswoningen verrijzen en deze zullen betrokken worden door bewoners van het zoogenaamde België" een deel van Jubbega waar de menschen in hutten wonen welke nu zullen worden afgebroken. De vroeger door baron van Heemstra aangekochte hei degrond wordt reeds bebouwd. Mond- en klauwzeer in Duitschland. In hoe sterke mate het mond- en klauwzeer in de. duitsche provinciën Rijnland en Westfalen heerscht, blijkt uit de volgende officïeele cijfers, aan den »Reichsanzeiger" ontleendvolgens welke de ziekte op 31 Mei j.l. heerschte in 299 gemeenten en op 759 verschillende boerderijen. Gelijk men weet heeft de nederlandsche regeering nu het gevaar van besmetting voor ons land van alle kanten. hij in zijne verstrooidheid geheel vergeten haddat hij aan eenige vrienden had beloofd, met hen in eene restau ratie te eten. „Een echte zonderling", zeide Windham glimlachend tot zich zeiven. Het maakte op hem den indruk alsof het slechts de bedoeling van den vreemdeling was geweest om zich te vertoonen of hij had het be neden zijne waardigheid gevonden, met eenen hem vreemden man aan één tatel te eten. Het eerste doel had hij in alle opzichten bereiktwant de aanwezigen keken hem allen na en spraken over hem was het laatste de reden van zijn heengaan Windham was er de man niet naar, om zich daarvan iets aan te trekken. Hij was met geheel andere lieden in aanraking geweest, dan met dien heer daar, die in het openbaar den aristocraat wilde uithangen. Windham was intusschen ook onrustig hij had iets belangrijks in het hoofd ten opzichte van die schilderij, die hem voortdurend voor de oogen stond. Ook dat Archibalddie hem van nut kon zijn niet op zijn tijd paste verdroot hem. Hij had sedert zijne terugkomst in Duitschland door een vriend reeds iets gehoord wat hem bevestigde in de meening, dat Archibald alle allures van een windbuil had. Hij wilde eerst grondig met hem sprekenvoordat hij hem het geld gaf om zijne plannen te verwezenlijken. Esther had gelijk gehad, dat zij hem een blauwtje had laten loopen. Eenige dagen verliepen, gedurende welke Esther nauwe lijks voor hem te spreken was hij kon zich dus bijna geheel aan zijne eigen belangen wijden. Op een avond dat hij het hotel verlietom verstrooiing te zoeken, zag hij onder aan de trap gekomen eene statige dame, in een witte, rijk gegarneerde sortie, die hem tegemoet kwam. De zware sleep ruischte haar op de stoep na, een dunne, witte sluier bedekte haar frisch, bekoorlijk gelaat. Met de houding van eene koniogin had zij de half eerbiedige, half schertsende begroeting van den eigenaar van het hotel ontvangen en dezen op luiden, vriendelijken toon toegevoegd»Ik neem het aan, als alles goed gaat waarop zij, de zware japon opnemende, de trap opging. Even eerbiedig ging ook Windham voor haar op zijde, lichtte met eene onwillekeurige beweging den hoed op en liet haar voorbijgaan. Met belangstelling keek hjj haar na. »Hm, ook haar moet ik ontmoet hebben"" mompelde hij doch tegelijkertijd herinnerde hij zich Esther's gezegde. Hij kon ook thans dwalen. Hij verliet het hotel en lette bijna niet op den heer met den hoo gen hoed, wien hij in de eetzaal niet voornaam genoeg was toegeschenen. Hij dankte hem op dezelfde wijze toen die in het voorbijgaan den hoed afnam. XXXIV. Hanna was eindelijk teruggekomen. Esther was sedert de ontmoeting in het Prater in eenen toestand, die den armen Windham ernstig ongerust maakte, hij begon te vreezen, dat de langdurige herinnering, in verband met het herleven harer hartewenschen, niet zonder nadeeligen invloed op haar lichamelijk welzijn gebleven was. In ieder geval was zij in eenen hoogst overspannen toestand, die hem noopte haar alle mogelijke verstrooiing te bezorgen, totdat de aankomst van zijnen neef hem zou veroorloven met haar verder te reizen. Zeer welkom was hem dan ook de uitnoodiging van den als sportman en kunstlief hebber bekenden eigenaar van het hotel, om met Esther op een avond eene soirée in zijn hotel bij te wonen waartoe hij ook eenige voorname personen van het tooneel had genoodigd. Hij nam ze aan, onder voorbehoud, dat Esther er in zon toestemmen en tot zijne tevredenheid verklaarde deze zich niet alleen daartoe bereid, maar zij stemde er zelfs in toe,- daar de soirée eerst na afloop van den schouwburg beginnen zou, vóór dien tijd met hem de opera te bezoeken. Hanna was in eene zonder linge stemming, zeide zij, en daarom gevoelde zij zelve behoefte aan verstrooiing. Eerst toen zij het opera-gebouw binnen waren, zag Windham op het programma, dat de »Carmen" werd gegevenzijne lievelingsoperadie eerst voor weinige jaren haren weg op de europeesche tooneelen gevonden üad. Het gebouw raakte tot op de laatste plaats bezet Windham zat achter Esther, en boog zich van tijd tot tijd naar haar over, om haar de een ofandere opmerking toe te voegen en zjj knikte vriendelijk eu tevreden en maakte geheel den indruk, alsof haar dit bezoek veel ge noegen verschafte. Zij lachte over zijne vaak spottende gezegden. Met de grootste belangstelling volgde zij de opera zonder een oog te slaan op het voor haar over de borstwering liggende programma. Toen de heldin van het stuk verscheen, trok die in hooge mate hare aan dacht evenzeer als die van alle aanwezigeneene jeug dige, mooie vrouwengestalte in een fantastisch Zigeu- ner-costuum, met den donkeren tint van haren stam en groote fonkelende oogen, wier magnetische invloed het parterre onwillekeurig medesleepie tot een gemom pel van bewondering. Op Esther had de stem der kunste nares een wonderlijken invloed haar blik was strak ge richt op die prachtige figuur en dat volle frissche leven, dat zich uitte in ieder harer bewegingen, dat echte vuur den waren kunstenaar eigen, het natuurlijke in spel en zang, het ongekunsteld onstuimige in hare opoffering, dat alles werkte verrassend op den toeschouwer, maar eerst toen Carmen begon »Daar buiten op den wal van Sevilla" en de toehoorders werden medegesleept tot eene uiting van luiden bijval, toen eerst vestigde zij den blik vol en met de warmste belangstelling op de zangeres. Doch een zenuwachtige rilling voer haar door de leden en haar gezicht ver ried het steeds sterker en kwellender gevoel, dat zich van haar meester maakte. Zjj bleet onder dien invloed en wendde het gelaat niet meer van de zangeres af, nauwelijks wetende wat op het tooneel voorviel, alleen haar aanziende, naar haar luisterend, totdat het vallende gordijn de schoone vrouw aan hare oogen onttrok en het publiek onder luide toejuichingen haar telkens eu telkens weder terugriep. Toen eerst was zjj in staat, tot Windham op te zien met stomme, verbaasde oogen, in zenuwachtige spanning. Maar hij was opgestaanmet de handen in de zijde stond hij met strakken blik, starende op de loge van het voortooneel tegenover hem. »Mijnheer Windham hoorde hij eindeljjk Esther's stem en met denzelden strakken blik keek hij naar beneden onder het publiek, zonder haar te antwoorden. »Ook gij moet haar kennen hoorde hij weder hare smeekende stem, gedempt door het gedruisch beneden en rondom hen. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 2