Gilda Schwanhof. No. 86. fcterste blad. Acht en ïtfegentigste Jaargang. 181*6 ZONDAG 12 J U L I. FEUILLETON. Het Hoogheemraadschap der Uit waterende sluizen in Kennemer- land en Westfriesland. m. Geschiedenis Tan een vrouwenhart, ALkMAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën Per regel f 6,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER k ZOON. Telefoonnummer: 3. Het derde gedeelte van den werkkring van het Hoog heemraadschap, het belangrijkste deel, omvat, gelijk staat in het reglement van 1881 ♦de zorg voor de ontlasting van den boezem ten einde ♦alle waterschappen binnen den kring der schuldpliehtige .landen gelegen en andere die het recht van uitwatering »op den boezem bezitten, gelegenheid tot vrije onbeperkte ♦uitmaling te verschaften." Deze taak heeft het Hoogheemraadschap aanvaard zonder misschien alle gevolgen daarvan te overwegen Want om die taak te volvoeren is stoombemaling thans noodigwaarvan de kosten komen ten laste der zoo genaamde schuldpliehtige landen. Dit zou billijk zjjn indien de oorzaak, waarom stoom bemaling een eisch wordtdoor geheel toevallige om standigheden ontstaan ware. Het is niet het geval. Het IJ was vroeger een open zeeboezem onderhevig aan eb en vloed gedurig afwisselende waterstand was daarvan 't gevolg. Lage ebben gaven alle gelegenheid tot vrije afstrooming Aan dezen toestand is een einde gemaakt door de kanalisatie van het IJ. In de plaats van natuurlijke eb en vloed kwam een kunstmatig waterpeil. De concessie voor het Noordzeekanaal zou nooit ver leend zijn (1) wanneer daarin niet eene peilsbemaling ware opgenomen die de belangen van de afwatering van de aanliggende boezems waarborgde. In de concessie (30 Juni 1868) dor Kanaalmaatschappij staat in artikel twee Het kacaalpeil wordt vastgesteld op 0.50 onder A.P Het kanaal moet ten allen tijde op dat peil gehouden en mag nimmer daarboven opgezet worden Duidelijker kan 't niet. Men behoeft waarljjk geen specialiteit in polderzaken te zijn., of deskundige in waterstaats-quaesties, om te begrijpendat indien dit peil gehandhaafd werdhet opzetten van -Schermerboezem tot A.P. of gelijk meer malen voorkwam tot 8 centimeter boven A.P., vrijwel tot de onmogelijkheden zou behooren ook zonder stoom gemaal. Dat de etaat .der Nederlanden die verplichting jegens (1) aldus schrijven in eene missive van 20 Nov. 1872 aan den Minister van Binnenl. Zaken de Ged. Staten van N.-H. 59) van HANS WACHENHUSEN. »Zeer zeker!" bracht hij eindelijk uit, peinzend: koningin Balkis kwam hem voor den geeet. Zeker 't is mij .3 alsofGeef mij even het programma Esther 1" Hiermede redde hij zich uit de verlegenheid want wedaz meende hijeen oude kennis voor zich te hebben. Esther nam met onvaste hand het programma van de borstwering en reikte het hem over. Windham zag in plaats van eenen naam een paar sterretjes hij keek naar den voet van het programma en las«Gilda Schwanhofgast." Nog altijd op het papier kijkende trachtte hij zich eene duidelijke voorstelling te maken. Esther's oogen bleven echter zoo dringend op hem ge richt dat hij genoodzaakt was te spreken. »Zeer zeker miss Esther 1" herhaalde hij. »Lees maar eensHier onder." Hg reikte haar het blad papier over. Eenige oogenblikkeu verliepen, totdat zij vroeg: »Niet waar, dezelfde..,.?" Zij legde eenen eigenaardigen nadruk op dat woordhare stem beefde licht. ♦Zeer zeker herhaalde WiDdham nogmaals, dof. »Eene stem van veel beteekeuisIk sta verbaasd over znlk eene snelle loopbaan. Hen is waarmet zulk een uiterlijk en znlk een aanleg f" Wat hij gezien en gehoord hadwas hem zelven nog onbegrijpelijkmaar Gilda's optreden onder zulke ver bazingwekkende omstandigheden riep hem in de gedachte, wat hij ter wille van Esther zelve, nooit weder bij haar bad willen zien. En thans las hij reeds in Esther's ge laat wat zij gevoelde. Hij had dadelijk willen heengaan, maar onder welk voorwendsel En bovendien het heengaan was hem onmogelijk hij moest de overige be drijven hoorenzij had hem tot de erkentenis gedwongen, dat hij zich voor een raadsel op kunstgebied gesteld zag. Nooit had hij deze partij zoo oorspronkelijk en zoo derden aangegaan door de Kanaalmaatschappijniet van zich kon schuiventoen van staatswege het kanaal vol tooid werdbehoeft o. i. geen betoog. Doch al ware dit niet uitdiukkelijk bepaald 't geen wol t geval is, dan zon de staat niet slechts moreel maar ook civielrechtelijk aansprakelijk zijn voor de schade die hij toebrengt. Door de belemmering in de uitlozing te Zaandam, kan men het peil in Schermerboezem niet steeds houden op -50 AP. Om in dien toestand verbetering te brengen maakte men plannen tot stoombemaling plannen die thans weer onuitgevoerd blijven en uitgesteld worden. Dit uitstel is o. i. niet gewenscht. Stoombemaling schijnt onvermijdelijkwanneer men zich herinnertdat de polder Mijzen overstroomd is in 1889, de Overmeersche Polder ter nauwernood 23 Octo ber 1892 en de Egmondermeer 31 Januari 1892 aan 't zelfde lot ontsnapten dat de Schaardammerkoog door brak 6 October 1893, de Westerkoog 16 October 1893 enz. Men kan toch geen .gevaar voor overstroomingen laten bestaan, die ontzettende schade kunnen veroorzaken. En nu is 't wel waar, dat steeds wanneer een door braak plaats vindtbeweerd wordt, dat de oorzaak daar van niet zou liggen aan den hoogen waterstand maar dat de dijk te zwak was. Bij een doorbraak is dit altijd het geval. Een dijk die niet te zwak blijkt te zijn breekt niet door. Doch zoo redeneert men in een kring rond. Ware de boezemstand lager, dan zon de dijk niet ■scheuren. Drie en dertig polderbesturen en het Hoogheemraad schap Mjjzen hebben in 1894 zich gewend tot het bestuur van de Uitwaterende sluizen met het verzoek, dat elko seingever het sein tot stilstaan der bemalingswerktuigen moet geven als het water in eenig deel van Schermer boezem tot AP. is gestegen. Dit verzoek der 33 polderbesturen gegrond op de on mogelijkheid om veendijken het weerstandsvermogen van kleidijken te verleenen werd van de hand gewezen. De reden dezer afwijzing ligt dunkt ons niet hierin dat dit verzoek onbillijk zon zjjn. Neen Het verzoek kon niet ingewilligd worden, omdat zon der stoombemaling niet uitvoerbaar is een laag peil te honden en dus telkens de molens stil zouden moeten staan. Doch gelijk reeds gezegd is, indien het IJ op het peil gehouden ware van een halven meter onder A.P., dan toch zonden de 33 polderbesturen niet klagen dan be stond er geen gevaar voor doorbraak. De slotsom waar men toe komttevens de reden van deze opstellen, is dan ook geene andere dan deze De stoombemaling die noodig is is het gevolg van het niet nakomen der verplichting, waartoe bij de door graving van Holland op zjjn smalst de Kanaalmaat schappij zich heeft verbonden welke verplichting op 't Rijk is overgegaan. Dit is geen nieuw gezichtspunt. In de missive van 6 Maart 1884 door dijkgraaf en hoogheemraden aan de Tweede Kamer ingezonden wordt zelfs gezegddat de regeering erkent gehouden te zijn aan het kanaal- peil 50 A.P. Wanneer een millioen gulden moet besteed worden en verhooging van lasten, door de ingelanden op te brengen, geëischt wordt voor stoombemaling, dan dunkt ons, ligt het op den weg van het college der Uit waterende sluizen, geen middel onbeproefd te laten, om vergoeding van den Staat der Nederlanden te vorkrijgen, voor die kosten. Mitsdien zouden wij wenschen dat het bestuur der Uitwaterende sluizen indien het tot stoombemaling be sloot, ter harer verantwoording en beseffende, dat de oor zaak ligt in de niet nakoming van verbintenissen, door den Staat overgenomen, dan ook van den Staat vergoe ding der kosten, in rechte eisch. Wijst de rechter deze vordering af, dan heeft men gedaan wat men kon. Door steeds voor te geven dat de oorzaak der door braken zou liggen aan den slechten toestand der dijken heeft men o.i. een gevolg aangezien voor eeu oorzaak. Door steeds uit te stellen wordt de zaak er niet beter op. Kon door de sluizen te 'aandam en te Nauerna het water geregeld afvloeien dan waren de waterkeeringen voldoende. De onpartijdigheid brengt mee dit te erkennen. Openbare behandeling van de zoo gewichtige en kost bare zaak der stoombemaling en dagvaarding van den staat als getreden in de verplichting bij de concessie aan de Kanaalmaatschappij opgelegd dat is hetgeen o.i. het college der Uitwaterende sluizen te doen staat. Het schjjnt ons inderdaad toe, dat het oude Hoog heemraadschap deze gelegenheid niet mag laten voorbij gaan om te toonen dat het voor de schnldplichtigen dezer landen geen middel onbeproefd heeft gelaten om recht te verkrijgen. Onrecht zou het zijn indien de ingezetenen belast worden met een schuld van een millioen golden min stens, ten gevolge van omstandigheden die zij zelf niet hebben veroorzaakt doch die 't algemeen erkend en voorzien gevolg zijn van 't niet nakomen van een uit drukkelijke verbintenis. volmaakt hooren zingenin deze Carmen was alles leven en hartstochter was een wonderbaarlijke klank in haar stem 1 Zoo bleef hij dus en het geraas om hen heen onthief hem van de noodzakelijkheid om met Esther te spreken. Zij kon gerust zijn want goed beschouwdhoeveel wist zij vau Gildabehalve dat zij indertijd Hij wilde er niet aan denken en was blijde dat het gordijn weder op ging, en toen zij in het tweede bedrijf aanhief: Wat is des Zigeuners hoogste iust met glasheldere stem met schitterende vurige oogen met een overmoedigen lach toen hij haar door zijn tooneelkijker nauwkenriger opnam, herinnerde hij zich de schoone vreemde dame die hij op de trap van het hotel was tegengekomen. Zij was hetkoningin Balkisdie op dien bewusten avond een schampschot uit een revolver had gekregen. Hij verdiepte zich in dat liefelijke Zigennergelaat en toen hij onder zijn kijker door naar Esther keek, zag hij, dat ook haar aandacht geheel in beslag werd genomen en zij slechts oogen had voor deze schoone vronw zich blijkbaar her innerend datals ook zij Emin von Bestmar beminde zij even ongelukkig was. Windham maakte zich niet verder ongerustwant Esther scheen werkelijk geheel den eersten indruk van angstige verbazing te boven te zijn. Met dezelfde bewonderingwaarmede de geheele schouwburg der zangeres den tol betaaldegat ook zij zich geheel over aan het genotzij zag de overige mede spelenden niet en verviel in gedachten zonder eenige belangstellingwanneer Carmen niet op het tooneel was. Windham maakte intusschen van die oogenblikken telkens weder gebruik om te kijken naar de loge ter zijde van het voortooneelwant achter het gordijn daar van had hij den omtrek van een gelaat meenen te her kennen, dat een grooten, grijsblonden baard droeg. Hij kon zich niet bedriegen en thans, nn Carmen weder op het tooneel verscheenbleek hem werkelijkdat het van dor Vloten wasdie zijne dikkevleezige hand op de borstwering legde en zich vol bolangstelling voorover boog. Ook hij was dns hierook bem had hij in langen tijd niet gezienHij was dus vermoedelijk nog altijd de trouwe vereerder dier jonge vrouw, die, zooals Windham zich thans overtuigde, in ieder geval die berouwvolle verkleefdheid ten volle waard was. Zij liet zich die blijkbaar met de onverschilligheid, die hij verdiende, welgevallen, want Carmenzoo merkte hij op had hem nog geen enkelen blik waardig gokenrd terwijl zij en dit merkte hij thans weder op telkenB na eene toejuichiug naar den achtersten hoek van het parterre keek on het goedkeurend knikje van een onden heer met grijzen baard dankbaar aannam. Ook deze scheen hem bekend doch hij wist hem nog niet thuis te brengen. In het volgende tnsschenbedrijf brak Esther eindelijk zelve het ijs toen hij zich weder tot haar voorover boog hg zag tot zijne geruststelling dat zij tevreden naar hem opzag. «Mijnheer Windham", zeide zijdiep ademhalende «ik ben u werkelijk dankbaar dat gij mij hierheen gebracht hebtIk heb nog nooit zooveel be- koirlijkheid en schoonheid met znlk een talent vereenigd gezien Zij is werkelijk schoon zij moet wanneer hare oogen met bedriegen ook een goed hart bezitten; als zij lacht, sieept zij zelts de dames mede, zooals ik heb opgemerkt; zoo dikwijls zij optreedt, wil ik haar hooren!" Windham gevoelde zich verlicht. Hij voelde bewon dering voor de onbaatzuchtigheid van haar kant en thans kon hg ook de geheele voorstelling bijwonen. Toen deze geëindigd was en Gilda met geestdriftvolle toejuichingen teruggeroepen werd, had Esther daaraan ijverig deelgenomen en ook Windham klapte krachtig mede. Op den terugrit naar het hotel kon hij zich over tuigen dat Esther's stemming werkelijk verbeterd was; het was als leefde zij weer op uit haren dikwerf droo- merigen toestand en uit eene afmatting der zenuwen welke hem vaak reeds bezorgd had gemaakt of zij de kwaal geërfd hadwaaraan haar vaderzijn vriend George zoo vroeg gestorven was. Zij sprak vroolijk en opgeruimd bijna uitsluitend over de voorstelling hare oogen anders in den laatsten tijd zoo dof hadden eenen eigenaardigen glanstoen zij in het rijtuig zat met het hoofd in de witte sortie gehuld. Er moest iets bij zonders in haar omgaan. Windham lag onderweg eveneens iets op het hart. Van der Vloten hier! Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1