Gilda Schwanhof. No. 90. Acht en Wegentigste Jaargang. 1890. WOENSDAG JULI. Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. Geschiedenis van een vrouwenhart, - LKMAARSCHE COIBWI. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,«6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefconnnmmer3. XIII. De groote evolutie van de laatste tientallen van jaren, op schier elk gebied merkbaar, heeft zich wellicht nergeus krachtiger doen gelden dan onder den onder wijzenden stand. Wanneer wij ons de opvoeders der jeugd van een kwart of oen halve eeuw geleden voor oogen brengendan stellen wij ons mannen voorgeacht door hunne mede burgers geheel zich wijdende aan hunne dagelijksche bezigheden leerende dac tevredenheid de grootste schat op aarde is. Over uitgebreide klassen voerden zij den schepter, latende voelen wie niet wilde hooren, maar op de hun eigene manier toch komende tot een niet te versmaden resultaat. Toen is de tijd aangebroken waarin door uitbreiding van het aantal onderwijzers ten gevolge van wettelijke bepalingen een sterke vraag ontstond naar onderwijs krachten. In breedo rijen trokken jongens en meisjes naar de kweek- en normaalscholen vanwaar zij na eenige jaren met een diploma terugkeerden. Ouders die zelf evenals hun eigen vader en moeder gewoon waren hun dagelijksch onderhoud met de handen te verdienen, konden geen kinderen hebben met zich onder scheidende geestesgaven, of een onderwijzer moest daarvan groeien dat ambt scheen een gouden toekomst ie beloven. Zoo kwam 't langzamerhand tot overproductie en de overvoerde markt leidde tot bittere teleurstellingen. De schoone verwachtingendie velen zich van de onderwijzersacte gedroomd haddenkwamen niet uit. Niet zelden kostte 't moeiteeen werkkring te vinden en bad men diendan waren de kansen op promotie zoo gering. En de gemeentebesturen gingen gebruik maken van het sterke aanbod van arbeidskrachten de traktementen daalden, terwijl bij een vacature het aantal sollicitaties niet geringer werd. Door hunne ontwikkeling was een groot aantal jongelieden tot minimum-lijder geworden. Krachtig was bij hen de aandrang om tot verbetering te komen hu innig beseften zijdat deze slechts door aaneensluiting was te verkrijgen. Ook vroeger hadden de onderwijzers zich tot genootschappen vereenigd, maar de nieuwere elementen voelden zich niet thuis in deze kringenwaar de bezadigdheid den boventoon voerde. Zij vormden zich tot een Bonddie ook wel do behar tiging der belangen van het onderwijzersvak beoogde maar in de eerste plaats streefde naar verbetering der positie van hen die zich te kwader ure bij den onder wijzersstand hadden doen inlijven. Van dien Bond gaat inderdaad groote kracht uit. Waar onderwijzers door gemeentebesturen om onbillijke redenen gestraft of ont slagen worden springt hij voor hen in de bres en dik wijls met goed gevolg. Voor zijne leden weet hij verschillende gunstige bepalingen te bedingenin één woord: uit zijn optreden spreekt het nieuwe zelfbewuste leven dat meestrijdt in den verwoeden kamp der belangen. 63) van HANS WACHENHUSEN. Windham stond getroffen, terwijl van der Vloten, niet gewoon aan dergelijke gevoelsuitingenhet met dia manten omzette horloge uit den zak haalde en naar de eetzaal keek hij meende, dat het nu tijd voor het souper was. Windham zag intusschen, terwijl het drietal zoo hartelijk vereenigd bij elkaar zat, eenen nieuwen gast, zijnen neef Archibald, die wat laat kwam, binnen treden; hij verscheen in rok en witte das en had zich waar schijnlijk wat lang met zijn toilet bezig gehouden. Niet ver van de deur bleef Archibald verbaasd stil staan. Hij zag niet, hoe Windham hem een wenk gafzijn blik was strak en met de uitdrukking van de pijnlijkste ver rassing op Hanna gevestigd, die haar arm in dien van Esther legde. Wat heeft die jongen toch?" bromde Windham, ter wijl hij een stap in de richting naar de deur deed, maar Archibald had inmiddels rechtsom keert gemaakt en was verdwenen. Intusschen had Auweiler niet zonder bezorgdheid van uit zijne schaduwrijk plaatsje met half gesloten ver moeide oogen zijne leerlinge in het oog gehouden, begrij pende, wat er bij Gilda omging. Hij stond op, ging naar haar toe en sloeg z\jn arm om haar middel. En zijn vermoeden werd bevestigd, toen zij, hem niet durvende aanzien, het gelaat van hem afwendde en haastig met den zakdoek over de oogen streek om een paar tranen te drogen hij raadde alles, want de schuilhoeken van Gilda's hart waren hem volkomen bekend, Rij nam hare arm in den zijne en bracht haar wrevelig naar hare Toch is het optreden van den Bond voor sommigen nog niet forsch genoeg en dezulken zijn een schrede verder gegaanzij hebben zich in de armen van het socialisme geworpen. Zich de vrijheid van overtuiging in Nederland gewaarborgd wetende hebben zij in do hoofdstad zonder schroom een Sociaal-Democratische Onderwijzerverseeniging opg' ieht met een eigen orgaan, De Volksonderwijzer geheeten waarin vrijeljjk de meest revolutionaire gedachten gefit worden. Zij laken elke bescheiden poging tot verbetering als een halven maat regel en willen met het mes de verkankerde plekken geheel uitsnijden. Zij gevoelen zich krachtig, gereed om tot den aanval over te gaan. De meeste leden van de S. D. Onderwijzersvereeniging althans zij, die ronduit bekennen daartoe te behooren vindt men te Amsterdamhet centrum van de sociale beweging. Ook de Bond telt daar zeer vele overtuigde en warme aanhangers met vooruitstrevende grondbegin selen. Zonder twijfel mag dan ook gezegd worden dat nergens in ons land onder do openbare onderwijzers zulk een krachtig zelfbewustzijn h'erscht als in de hoofdstad. Botsingen daarmee konden uit den aard der zaak niet uitblijven. De jongstedie thans veel van zich doet spreken, is het verzet tegen de rang-examens. Dit verzet is in de afgeloopen maanden telkens weer tot uiting gekomen. De Bond wendde zich nog onlangs tot den gemeenteraad met een adreswaarin om af schaffing dezer examens verzocht werd. Herinnerd dient hierbij dat deze nu zoo fel bestreden examens van 1892 dateeren. Destijds waren er tweemaal zooveel derde onderwijzers als tweede en de bevordering ging zeer traag. Het rang-examen beloofde daarin verbetering te brengen maar reeds dadelijk bij de in stelling werd het veroordeeld. Van verschillenden aard zijn de grieven. Vooreerst is men van meening dat het geenszins een behoorlijke maatstaf oplevert ter beoordeeling van de bekwaamheid des onderwijzers. Verder acht men het vernederend, omdat de hoofden van scholen die in kennis lang niet altijd boven de onder wijzers staan het examen afnemen. Waarom dus re deneert men bestaan er rangen terwijl toch de onder wijzers over het algemeen d ./.elide diensten in do school prestoeren. De gevolgen toch zijn voor de betrokkenen dikwijls hoogst nadeelig. Derde onderwijzers kunnen door hun qualificatie dikwijls geen hoofd der school worden en datterwijl van de 162die men er te Amsterdam heeft, 115 in het bezit der hoofdacte zijn! Wat de uitkomsten van dit systeem zijn Men leze slechtswat de heer A. H. Gerhard daarover schreef in De TelegraafHet onzalig systeem der rang-examens in Amsterdamwaardoor een verfijnd woeste concur rentiestrijd tusschen vakgenooten moet ontstaan, waardoor tal van onderwijzers die èn om hun bekwaamheden èn om hun ijver in de school beslist bevordering verdienen noodzakelijk worden buitengeslotendaar het gelukkig toeval slechts aan enkelen vergunt een prijsje in de bevorderingsloterij te winnen heeft een geest van wan hopige moedeloosheid doen kiemen en groeien in de rangen der »derde" onderwijzers voornamelijk. Men stelle plaats onder de bloemen terug. Dat moest er hier nog bij komen, terwijl het gold, van haar hoofd en hartalles verwijderd te houden, wat haar in de vervulling harer zware taak zou kunnen bemoeielijkenHij nam naast haar plaats en liet eenige oogenblikken zwijgend voor bijgaan, zonder haar aan te zien. Eindelijk vatte hij een harer handen, die koud in haar schoot lagen. »Ik heb alles gezien!" zeide hij. >Haal hier nu geene domme streken uitIk ben ook niet met u hierheen gegaan, om hem te vinden en gij evenmin Ik heb ge hoord, dat hij de schilder is van die beroemd geworden schilderijtoon gij hem nu, dat gij intusschen ook wat geleerd hebt; dat moet uw eenige eerzucht zijn! Berg uw hart op gij ziet, dat, hij er geen gebruik van kan maken Auweiler was altijd grof in zijne uitdrukkingen, maar Gilda wist. hoe goed zij gemeend waren zij voelde zich diep beschaamd. Zij drukte zijne hand en hij voelde weder de gewone warmte daarin. »Dat wil ikbracht zij met moeite uit, met geweld hare tranen bedwingende, en zij slaagde er in, een glimlach op het gelaat te bren gen, die Auweiler wel niet misleidde, maar hem toch vertrouwen gaf in hare belofte. Hij boog zich voorover en keek haar ernstig in het gelaat. »Ik houd u bij uw woord, mijn kind 1" zeide hij met nadruk. »Zet hem uit uw hoofd Gij behoort thans geheel aan de kunstblijf haar getrouwAlle moeite ware verloren en dat zou jammer wezen 1" »Ja, ja, dat wil ik 1" verzekerde zij, terwijl haar boe zem heftig op en neer ging. Hare aandacht werd ge trokken door een bediende van het hotel, die op haar toekwam of liever door den grooten bloemruiker, dien deze haar overgaf met de opmerking, dat bjj zoo even eerst afgegeven was en aan haar vóór het souper over handigd moest worden. >Van wien riop zij met kinderlijke vreugde, het daaraan hangende kaartje er af nemende, maar met af schuw slingerde zij kaartje en ruiker weg, want baron Sanuaz" had zij op het kaartje gelezen. »Van dien ellen deling, van dien moordenaar hij durft het wagen brachten hare kleurlooze lippen bevend uit. het zich toch goed voornóch vlijt nóch ijver nóch studie nóch de grootst mogelijk betoonde belangstel ling in zijn schoolwerk geven den onderwijzer te Am sterdam zekerheiddat hij eenmaal een behoorlijke positie zal kunnen innemen. Ieder jaar brengt hem weer de prikkelende geneugten van de promotie-loterij met een verbijsterend aantal nieten." Wat men dan wèl wil In eene onlangs in Stroucken gehouden vergadering van den Bond werden de wenschen scherp geformuleerd. Daar werd een motie aangenomen om de rang-examens te vervangen door bevordering naar anciënniteit met uitsluiting van hen alleenvan wie ongeschiktheid of gemis aan ijver gebleken is. Uit goede bron kunnen wij melden dat burg. en weth. wel geneigd waren in dien zin den onderwijzers te gemoet te komen. Voor dit jaar werd evenwel nog door hen een rang-examen uitgeschreven. De gebruikelijke uitnoodiging aan de hoofden der scholen om in de examen-commissie zitting te nemen werd door hen ver zonden en reeds daarbij kwam het verzet aan den dag. Door sommige hoofden werd namelijk meegedeeld dat zij wegens gemoedsbezwaren voor de gedane uitnoodiging moesten bedanken. Burg. en weth., op dit punt geen gekscheren kennendegelastten daarop dat de heeren zitting zouden nemen. Inmiddels deden de onderwijzers hun uiterste best om het geheele rang-examen op niets te laten uitloopen. De groote meerderheid verbond zich, hoewel daarmee de kans op een tractementsvermeerdering van 100 's jaars ver spelende niet aan het examen deel te nemen. Zij die niet wilden meedoen werden in De Volksonderwijzer op de ergste wijze bedreigd vooral de leden der examen commissie >zouden ervan lusten." Aan die wederrechterlijke vrijheidsberooving hebben zich inderdaad eenige onderwijzers schuldig gemaakt. Vóór het lokaalwaar het examen werd afgenomen schoolden eenige »opvoeders der jeugd" samen zoodat politie moest worden ontboden. Het examen ging echter zijn gang en had zijn gewone verloop. Nadat het was geëindigd gingen twee der examinatoren, de heeren Baart en van Doorne, met de tram huiswaarts. Nu kwamen de heeren onderwijzers zich wreken. Een zevental bemoeilijkte hen op allerlei wijzen en vooral een zekere den Hartog verloor alle betamelijkheid uit het oogdoor hen met de vuist te dreigen en hun in het publiek allerlei scheldwoorden toe te voegen. Hij zou dus verklaarde hij de heeren blijven belee- digen tot zoover de strafwet het gedoogde. Hoe er nog menschen zijn die een dergelijk kwajon gens-gedrag verdedigen, is ons een raadsel. Vergoelijken nu jadat kan men ook deze handelwijze evenals er voor elke strafbare overtreding verzachtendo omstandig heden zijn aan te voeren. Maar welke pleitredenen men ook bijbrenge, daardoor wordt niet omvergehaald de be wering dat een man met zoo weinig zelf beheersching als den Hartogallerminst geschikt is om gesteld te worden tot voorbeeld der jeugddie aan zijne zorgen wordt toevertrouwd. Wat hij deed was van te voren door hem wèl overlegd en geenszins de plotselinge uiting Op dit oogenblik keerde de gastheer door de eetzaal terug. Hij riep de gasten, die hier en daar verspreid zaten, en van uit de verte van het kleine liefdes-drama getuigen waren geweestbij elkander. Algemeen was men nieuwsgierig naar hetgeen verder met den heer von Sannaz was voorgevallen. Hij wasverklaarde hij ont stemd aan het gezelschap, als eigenaar van dit hotel in een allerongelukkigste pósitie gekomen tegenover dezen vreemdeling die kort geleden zooals deze zich uitge laten hadvan eene reis om de wereld teruggekeerd was om zijne goederen in Kroatië weder te betrekken. Hij was met al de hooge eischen van een rijk, voornaam man opgetreden en wenschte ook door anderen als zoo danig behandeld te worden. Hij was een eigenaardig manbij wien het uiterlijk boven alles gold. Hij had aan de beurs gewaagde, maar gelukkige zaken gedaan had aan de dames van het ballet het hof gemaakt en niemand had aan de 'identiteit van den zonderling ge twijfeld. Tot zijn geluk zoo vertelde de gastheer verder was hij in zijn hotel een der hoogere politie beambten tegen gekomendie op de kamer van een vriend iets gebruikt had en had hij dezen zooals zijn plicht wasin tegenwoordigheid van den beschuldigde het voorgevallene medegedeeld. Laatstgenoemde bad dit met onverstoorbare kalmte aangehoord zonder dat een trek op zijn gelaat veranderde. Die ambtenaar had den vreemdeling naar zijne kamer vergezeld en was daar nog bij hem. Hij zelf had zich daardoor van de zaak afge maakt om als hotel-honder geene onvoorzichtigheid te begaan die zij"e zaak zou kannen benadeelen hij ver zocht thans zijne gasten en voornamelijk de gevierde zangeres om verschooningwanneer hij door de uitnoo diging van dezen vreemdeling den avond gestoord had. Hij gaf gelijktijdig het sein om met het dienen een aan vang te maken en hoorde thans met opgeruimde ver rassing hetgeen gedurende zijDe korte afwezigheid was voorgevallen, zeer geschikt als dit was, om den slechten indruk van de eerste gebeurtenis te doen vergeten. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1