Ill Buitenland. Uit 't feitdat de verschillende crediet-instellingen bloeien valt niet af te leiden dat de financiöele toe stand in Noordholland gezond is. Zoowel de neringdoenden als de landslieden beleven moeielijke tijden. Wij hopen dat w(j ons vergissendoch onzes inziens ziet het er slecht uit. In de stad ondervin den vele winkeliers hoe traag de betalingen gaan. Het is een bij uitstek ongelukkige gewoonte, dat zelfs oogen- schijnlijk gegoede en deftige ingezetenen zoo lang op 't geld laten wachtenvooral thans nu met zeer kleine winst de omzet plaats heeft. De winkeliers dragen voor een gedeelte zelf er de schuld van misschien. Er zijn er die zoo gewoon zijn geen geld te ontvangen, dat zij 't onbeleefd jegens hun klanten vinden om als wat verkocht of geleverd is een rekening te zenden. De vrees om klanten te verliezen heeft menig winkelier grijze haren bezorgd en ten slotte ten val gebracht. Hiermede is zoowel verklaard waarom veel vraag bestaat naar crediet als waarom die vraag niet is een bewijs van opgewekten handelsgeest. De boerenstand heeft niet minder behoefte aan crediet doch evenmin als gevolg van uitbreiding van zaken. De kaasprijzen zijn zoo laag als zij in geen dertig jaren geweest zijn. Gelijk in 't Landbouw Weekblad van 18 Juli j.l. staat, ff't wordt waarlijk een wanhopige geschie denis om iets over den handel in dit artikel meê te deelen."... En over andere artikelen? Het schijnt ons toe en nogmaals, wij hopen ons te vergissen, dat in Noordholland als 't zoo voortgaat, een geldcrisis niet kan uitblijven. Hoe meer crediet-instellingen gevestigd worden en met elkaar concurreeren, hoe meer kans er bestaat deze slechte tijden door te komen. Moge het velen gelukken BUITSCHUA.YB. Het ministerio van oorlog heeft een besluit uitgevaardigd, volgens hetwelk het aan mili tairen beneden den rang van officier verboden is: 1°. deel te nemen aan vereenigingen, vergaderingen, feeste lijkheden j collecten enz., wanneer daar niet bijzondere toestemming voor gegeven is 2°. revolutionnaire of soci aal-democratische gevoelens te uiten 3°. het verbreiden van revolutionnaire geschriften. Verder wordt aan elk militair de verplichting opgelegd om van de aanwezig heid van opruiende of revolutionnaire geschriften in ka zernes enz. kennis te geven. De keizer had den 23 eene samenkomst met koning Oscar van Zweden te Molde, waar hunne stoomjachten vlak bij elkaar ankerden. EGYPTE. Ofschoon de cholera sterk afneemt (van Dinsdag op Woensdag slechts 3 nieuwe gevallen) is Je toestand toch nog verre van rooskleurig. De NtoicfarcZ-correspondent zegt in een telegram over den toestand dat deze zeer ernstig is, al ziet hij geen reden om zich bovenmate te verontrusten. De troepen hebben te doen met een veel erger vijand dan de Der- wischenmaar de krijgstucht is uitmuntend, en ieder officier en ieder man doet zijn uiterste best, om de ver moeienissen te doorstaan en de vorderingen der gevreesde ziekte te bestrijden. Aan den spoorweg naar Kosbeh wordt met kracht ge werkt. Versterkingen worden thans per spoor naar Akashah gevoerd en vandaar per boot naar de noordzijde van de Dal-Cataract. Aan de zuidzijde vau den waterval liggen nieuwe booten gereed om de troepen en de levensmiddelen op te nemen en naar Kosheh en Suarda te brengen. enz. Om deze te lezen, daarvoor had hij tijd, noch lust. De avond was reeds ver gevorderd. Hij keek op zijn horloge. Toen wierp hij de courant op do tafel en stond op. De heer von Sannaz kon waarschijnlijk nog altyd zijne papieren niet vinden. Hij luisterde. Het was daar binnen stil, maar hij durfde niet onbeleefd zijn. Zoo kwam hij ongeduldig dichter bij de deur, voor den spiegel. Op de marmeren kroonlijst daarvan lag eene photographie in kabinet-formaat, pas vervaardigd, alsof het een proef was. Hij bekeek haar. De heer von Sannaz geleek spre kend, de oogleden half dicht geknepen het haar notjes in ordede roode baard als een diamant glinsterende, alsof hij zoo uit handen van den kapper was gekomen. Hij hield de hand met den hoogen hoed in de zijde, en in de andere hand had hij een stok met gouden knop. «Zonderling," bromde hijhet portret tegen het licht houdende, «het is mij, of een dergelijk gezicht mij reeds vroeger voorgekomen is!' Hij trommelde met de vingers op het voorhoofd en keek lang op die photographie. «Ik herinner mij gezichten toch zoo goedHmWanneer hij in lompen gekleed was het kijkt mij zoo Zigeuner achtig aan 1 Wie kan het toch zijn 1 Het kan wel twaalf jaren of langer geledeu zijn Die Zigeu nerknaapdien wij uit zjjne bende in het Bakonyer bosch lieten halen, omdat hij verdacht werd een schapen stal in brand te hebben gestoken, opdat de overigen de schapen op hunne vlucht zouden grijpen en wegvoeren. Weken lang verhoorde ik dien jongen dagelijks, zonder iets uit hem te krijgen zoodat ik hem eindelijk moest laten loopen «Maar het is immers onzin Ik herken hem, hij is de zelfde, dien ik gisteren nog van uit zijne loge met de ballet-danseressen blikken zag wisselen! Hoe leelijk hij ook is, hij heeft geld Baron Sannaz Ik hoorde hem door de beursbezoekers ook reeds noemenHij wierp de photographie weg, liep eenige malen door de kamer, bleef luisterend staan en verloor eindelijk het geduld, toen hij nogmaals op het horloge had gekeken, en gezien, dat het reeds na middernacht was. Hij ging naar de deur en kloptehij verlangde naar zijne nacht rust. «Mag ik u verzoeken, spoed te maken?" riep hij, het oor aan de deur houdende, reeds wat zenuwach.igin zijn ongeduld. Geen antwoord. In de kamer daarnaast bewoog zich niets. Hij luisterde nogmaals met de hand reeds op het slot en door zijnen zenuwachtigen druk EIVtiEUAlVB. Lord Ch. Beresford, een zeer bekend hoofdofficier der marine, heeft in do kamer van koop handel te Liverpool verklaard, dat de marine noodwen dig moest uitgebreid worden van 16000 man tot 27500 man. Ook in de reserve moeten hervormingen worden aangebracht. Op voorstel van lord Beresford werd door de Kamer een resolutie aangenomen, waarin gevraagd wordt aan de regeering een commissie van enquête te benoemen naar den toestand van de marine en de reserve. Het Kretenser hulpcomité te Londen, onder voor zitterschap van den hertog van Westminster, heeft be sloten een commissie ter uitreiking van ondersteuning naar Kreta te zenden en voorts oproeping te doen aan alle Europeesche en Amerikaauscho volkeren tot leniging van den nood op het schoone eiland. In de Jameson-zaak worden nog dagelijks getuigen gehoord, wier verklaringen slechts zoo vele bevestigingen zijn van het vroeger reeds medegedeelde omtrent het in einde December voorgevallene, en alzoo geen stof geven tot nieuwe beschouwingen. Op de vergadering der «South African Association", die dezer dagen te Londen gehouden werd, lieten de Jingo's zich weder niet onbetuigd. Rider Haggard, de bekende schrijver van griezelige spookhistories, stelde een toost in op Rhodes, waarin hij o. a. zeide «Wat heeft Rhodes eigenlijk gedaan Het ergste wat men hem kan ten laste leggen en dat is nog niet eens bewezen is, dat hij wenschte de Engelsche vlag te zien wapperen, waar zij vroeger reeds heeft gestaan van het gouvernementsgebouw te Pretoria!" Een stem riep: «Waar zij nog wel eens zal geplaatst worden De St. James's Gazette zegtdat zulke uitingen meer in staat zijn nieuwe moeilijkheden te scheppen dan vi'ode en harmonie te bevorderen. Ook de toespraken van den heer George Wyndham die alle belangstellenden in Zuid-Afrika aanspoorde zich te vereenigen om Engeland de suprematie te bezorgen en van den markies de Lorne (N.B. de schoonzoon der koningin) die op dit onderwerp doorging en allen opriepte toonen dat zij Zuid-Afrikaanders waren in hun hart worden vrij algemeen afgekeurd. rft.WKHBJK. De oud-minister Spulier is over leden. Hij werd in 1835 te Senrre geboren, van beroep advocaat, wijdde zich al spoedig aan de politiek. Onder het tweede keizerrijk, waarvan hij een heftig tegenstander was, schreef hij in cle Nain Jaune en het Journal de Paris later in 1872, trad hij op als hoofdredacteur van de Républtque Franqaise. Twee jaar te voren was hij zijn politieke loopbaan begonnen als medewerker van zijn vriend Gambetta aan het departement der nationale ver dedigingin 1876 werd hij door het departement Cóte d'Or naar de Kamer afgevaardigd, waarin hij met tns- schenpoozen bleef zitten tot 1892, toen hij werd gekozen tot lid van den Senaat. Spulier is tweemalen minister van buitenlandsche zaken en van onderwijs geweest. De overledene laat een aantal geschiedkundige werken na. In regeeringskringen te Parijs gelooft men niet aan een bezoek van den czaar aan de Fransche hoofdstad. Wel zal de keizer bezoeken Berlijn, Weenen en Kopenhagen en misschien ook met zijn jacht Europa rondvaren en de haven van Brest aandoen op de terugreis naar Odessa. Men deelt mede, dat de Parijsche gemeenteraad voornemens zou zijn trots het verbod van regeerings- wege toch 10.000 francs te besteden voor de vertegen woordiging op het socialistencongres te Londen. ITAUIE. De Kamer is deze week voor onbepaalden tijd uiteen gegaan na een rede van den minister president Di Rudini, over de Afrikaansche expeditie. Hij deelde mede, dat de regeering haar uiterste best deed om berichten in te winnen over den toestand der krijgs gevangenen in Schoa en dat zij met Menelik onderhan delingen heeft aangeknoopt over de invrijheidstelling. De sprong dit zoo plotseling open, dat hij er van verschrikte en terugtrad. Maar geen mijnheer von Sannaz opende de deur of kwam hem tegemoet. Hij stootte de deur heftig open en zag in eene donkere kamer, waar een koele nachtlucht naar binnen drong. Hij begon te be ven bij de gedachte, bedrogen te zijn geworden, keerde' terug, haalde de brandende kaars en ging weder binnen. Niets dan het bed, een nachttafeltje, een kast, een kof fer; het raam stond open. Geen deur aan de beide zijmuren. Dus kon de vreemdeling alleen door dat raam verdwenen zijn 1 Daar stond hij nu, met het licht in de hand, met de beschamende overtuiging, misleid te zijn. Daar stond hij, in de hoogste spanning nog eens overwe gende, wat de hotelhouder hem eigenlijk zoo overhaast gezegd had, waarvan deze vreemdeling beschuldigd werd. Een diefstal van diamanten, een moord. Moord zelfs, zoo herinnerde hij zich. Het betrof dus een dief, een moordenaar een hoogst gevaarlijk man en dien had hjj laten ontsnappen Welk een smaad voor hem, den geslepen, strengen politie- beam bteHij voelde aan den muur naar eene mogelijke deur in het behangsel, maar hij vond er geen. Maar hoe had hij kunnen ontkomen 1... Hij zette het licht op de nachttafel, hij keek door het open raam naar buiten in den uitgestrekten tuin tusschen de groote zijgebouwen, waarvan de vensters nog gedeeltelijk verlicht waren. Hij keek verder naar buiten, over de heining, over den tuin, waarachter bet water van de Donau onder den grijzen hemel voortrolde. Hij keek naar beneden.Hoe was het mogelijk geweest Een sprong van eene hoogte van ten minste tien elOn begrijpelijk 1 De binnenplaats was met steenen geplaveid; alleen de wanhoop had zulk een sprong mogelijk ge maakt Hij ging met de kaars in de hand naar den gang, ontmoette den voor die verdieping bestemden huis knecht en richtte opgewonden eenige vragen tot hem, die niet zeer vriendelijk werden beantwoord. Het ka mermeisje, slaperig van haar stoel opstaande, kwam op hem toe, om te luisteren. Beiden begrepen alleen, dat hier gestolen was en dat iemand uit het raam ontsnapt was. Alle drie gingen naar de woonkamer en hier ver klaarde de beambte hun eerst het voorgevallenehij gaf bevel, om naar de dichtstbij zijnde politie-wacht te zenden. Ook het overige dienstpersoneel, dat den nacht dienst had, kwam bijeen, en daar verscheen nog een man in livrei, die buiten adem vroeg, of zijn meester, de ba- regeering wil geen nieuwen strijd voeren maar zij kan de aanmatigende eischen van den Negus niet inwilligen. De bevrijding der gevangenen kan geen reden zijn voor de regeering om een vernederenden vrede te sluiten slechts onder de voorwaarden vroeger aan de Kamer medegedeeld kan de vrede tot stand komen. Luide toejuichingen begroetten deze woorden. TURKIJE. Een troep Grieksche vrijwilligers heeft zich aan de noordelijke grens van Griekenland verzameld, is die grens overgetrokken en is Macedonië binnengerukt. In Salonika heeft dit aanleiding gegeven tot groote ont steltenis. Onmiddellijk werden van het Turksche garni zoen aldaar troepen afgezonden naar Weria, Niausta en Wodina om de binneurukkenden tegen te houden. Ook aan de Bulgaarsche grens zijn een aantal Turksche troe pen bijeengetrokken. Op Kreta is 't op het oogenblik rustig. Dat de rust echter verzekerd zoude zijn (zoaals de Turksche bladen willen doen gelooveu), is wel wat sterk gesproken, indien men de te Athene aangekomen leden van het anti-revolutionaire comité mag gelooven. Een hunner verklaarde aan een correspondent van de Herald «Wij komen om ons besluit mede te deelen. Wij wil len dat de Sultan onze wenschen vervult zoo niet dan zulleu wij strijden. De mogendheden moeten ons zelf standigheid geven of ons laten vernietigen. Worden onze eischen niet ingewilligd dan zal den 30en Juli de wapenstilstand verbroken worden." ZUID-AFBIKA. Maandag heeft sir Frederick Carrington zich na een hardnekkig gevecht meester ge maakt van een der versterkingen der Matabelen. Door granaatvuur werden de Matabelen uit de verschansingen verdreven en in de grotten aan de Tnli verjaagd. In den namiddag werd de stelling bestormd en in de kraals der Matabelen brand gesticht. De grotten werden nog hardnekkig door de inboorlingen verdedigd. Het verlies der Matabelen bedroeg 60 dooden der Engelschen drie dooden tien zwaar gewonden en drie licht gekwetsten, waaronder een officier. Aanvankelijk was in Engeland de vreugde over deze overwinning zeer groot, doch thans komen de meeste bladen er voor uitdat dit eigenlijk geen beslissende slag geweest en dat de toestand zeer ernstig is. De groote moeielijkheid is dat men zonder een groote legermacht den strijd niet tot een einde kan brengen, doch dat 't niet mogelijk is een dergelijke troe penmacht behoorlijk te voeden. Volgens de laatste be richten, gedagteekend 22 Juli, ging kapitein Laing, die een kamp had betrokken in de streek der Matoppo- heuvelsMaandag met het aanbreken van den dag tot den aanval over. Er volgde een hardnekkig gevecht; de vjjand werd teruggedreven en verloor negentig dooden. De verliezen der Engelschen bedroegenaan dooden vier blanken en 25 inlanders, aan gekwetsten elf blanken en 25 inlanders. Het paard van generaal Boulanger. Het beroemde zwarte paard van generaal Boulanger moet ook ondervinden dat aardsche grootheid vergankelijk is. Men zal zich nog wel herinneren dat het dier niet weinig tot de populariteit van Boulanger bijdroeg. En wie had gedacht, dat de edele «Tunis", zooals de generaal zijn strijdros noemdezijn dagen zou eindigen in den stal van een huurkoetsier Zoo is het toch. De cor respondent van den «Matin" heeft de lijdensgeschiedenis van het paard gevolgd en werkelijk het ros bij een huur koetsier aangetroffen. Onbegrijpelijk, dat de vele vrienden en vriendinnen van den generaal zich het lot van het zwarte paard niet hebben aangetrokken en «Tunis" het genadebrood hebben gegeven. Bloedmest. De bloedmest van de firma Nivette Co., te Parijs, welke aan vele tuinders in het Westland was geleverd heeft zeer slechte uitkomsten gegeven de mest heeft bij de meesten in het geheel niet gewerkt, zoodat onbemeste strookjes minstens evengoed stonden als die welke van bloedmest voorzien waren. ron, bestolen washij had van uit den hooizolder van den stal een man uit het raam van de slaapkamer zijns meesters zien klauteren, die zich aan den daarnaast han gende bliksemafleider naar beneden had laten glijden hij was hem door den tuin van het hotel nog nageloo- pen en had alleen in de duisternis aan den oever der Donau gezien, hoe de spitsboef zich in de rivier naar beneden had laten drijven. Verbluft stond deze te kij ken, toen hij vernam, dat hij zijnen eigen meester ver volgd had. De politie-beambte had intusschen bevel ge geven, den slotenmaker van het hotel te wekken; hij liet de kast en den amerikaanschen reiskoffer openen, door zocht alles, zonder ergens iets bijzonders te vinden, totdat hij eindelijk op den bodem van den koffer eene oude, door het gebruik vuil geworden portefeuille ont dekte en daaruit een ten name van baron Sannaz door een der eerste Weener bankiershuizen afgegeven bewijs haalde, dat aldaar eene som van 300.000 dollars in be waring was gegeven. Het bankiershuis was nu gesloten; het zou eerst in den laten morgen weder geopeud wor den, doch inmiddels konden inlichtingen ingewonnen worden. XXXVIII. Oude vrienden. Niets maakt schooner dan een hart vol vreugde. Ten minste Gilda was nooit schooner geweest dan den vol genden morgen, toen zij in eene kokette, smaakvolle, cröme-kleurige ochtendjapon in eenen formeelen bloe mentuin gezeten was. Ieder dezer bloemruikers was haar, die hier voor het eerst opgetreden was, een teeken van hare waarachtige zegepraal, want men had gewed ijverd, om haar dit te toonen. Voor het oogenblik echter verlangde zij slechts naar één persoon, naar één, die haar thans zon zeggen, waartoe gisteren de gelegenheid had ontbroken. Auweiler had haar echter laten weten, dat hij vandaag eens goed wilde uitslapen. Of Emin thans nog aan haar denken zou, haar zou opzoeken, hij, aan wien zij in den atgeloopen nacht zoo dikwijls had ge dacht, wiens beeld zij echter nit haar hart moest bannen, aau wien zij thans zelfs niet meer mocht denken, hoewel zij, zijn gelijke geworden, zich eene plaats in de wereld veroverd had, die hare eigen stoutste verwachtingen overtrof. En toch hoopte zij, dat hij komen zou, ten minste om met haar te praten en haar te vertellen. Meer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 6