's Bijks directe belastingen. van drie dubbeldtallen ter benoeming Betters bij c. het opmaken door den Commissaris der Koningin van zetters bij 's Rijks directe belastingen (aan de benrt van aftre ding zijn de heeren P. Kool Jr., P. Rentmeester en S. de Lange P.Bz. Voor het eerste dubbeltal worden aangewezen bij eerste stemming den heer P. Kool Jr. met algemeene stemmen, terwijl op den heer P. H. M. Ibink Meienbrink 5 op den heer P. de Lange P.Bz. 3 stemmen en op 7 verschillende personen ieder 1 stem waren uitgebracht. Bij 2e vrije stem ming den heer P. H. M. Ibink Meienbrink met 13 st., terwijl de heer H. J. Vonk 2 stemmen en de heer J. Kool Pz. 1 stem bekwam. Voor het tweede dubbeltal bij eerste stemming de heeren P. Rentmeester met 13 en H. J. Vonk met 10 stemmen, terwijl 7 verschillende personen ieder 1 stem verkregen. Voor het derde dubbeltal bij eerste stemming de heeren S. de Lange P.Bz. met 13 en P. Kluitman met 8 stemmen, terwijl op de heeren P. de Lange P.Bz. 4 N. A. Conijn 2 stemmen en op vier verschillende personen ieder 1 stem waren uitgebracht. Bouwterrein bij de Rroote Kerk. 5. Door C. Boendermeker, makelaar te Amsterdam, en W. Vasbindertimmerman alhier zijn bij burg. en weth. adressen ingezonden met het verzoek hen vergun ning te willen verleenen tot het bonwen, onderscheidenlijk van zes en van vier woningen op het terrein tegenover de Groote Kerkvolgens door hen overgelegde tee- keningen. De hierbedoelde plannen komen het Dagelijksch Bestuur voor van dien aard te zijn dat de vereischte bouwver gunningen door hem zullen worden verleend. Met het oog evenwel op hetgeen omtrent dit terrein in 1886 en 1888 in den Raad is besproken, waaruit is geblekendat er door hem de grootste waarde wordt gehecht aan het uiterlijk aanzien der perceelen, welke aldaar eveutueel zullen worden gebouwdachten burg. en weth. het raadzaam zich te overtuigen, dat de thans ingezonden plannen de goedkeuring van den Raad wegdragen. Te dien einde stellen zij voor te besluitengoedkeuring te schenken aan de door adressanten ingezonden plannen tot gedeeltelijke bebouwing van het open terrein ten noordoosten van het plein bij de Groote Kerkonder voorwaarde, wat betreft de perceelen van Vasbinder, dat de rooilijn daarvan zal aansluiten aan die der perceelen van Boendermaker, zulks in het belang van den welstand van het geheel. Het komt den heer Kraakman voor, dat het be sluit niet wel te nemen is, omdat er te veel vraagpun ten overblijven, waarop de Vergadering zou moeten be slissen. In het prae-advies van den gem. architect worden verschillende zaken vermeld, waarvan het voorstel van burg. en weth. niet rept. Hif wil echter dit college daar over de uitvoering geven, als daar zijn rooilijn, plantsoen, tijdsingang der verbouwing, halvesteensmuren enz. Hij stelt voor, dat de Raad besluite aan de ingezonden plan nen goedkeuring te geven en burg. en weth. te mach tigen vergunning tot den bouw te verleenen, onder door hen te stellen voorwaarden. De heer de Wit zegt, na eene toelichting van het rapport door den Voorzitter, of er iets tegen is, dat dit geschiedt in overleg met de commissie van bijstand, wat ook den heer Bosman wenschelijk toeschijnt. De heer Kraakman vindt dit niet noodig. Het terrein waar de woningen zullen verrijzen, is allen bekend en wanneer de Raad zijne goedkeuring hechten kan aan de wegname van het plantsoen, dan staat hem niets anders te doen, dan het uiterlijke voorkomen der huizen te beoordeelen. De heer de Groot wil de zaak niet tegenhouden, hoewel hem de teekening niet duidelijk is voorgekomen. De heer Kraakman, die de gevels der woningen van Vasbinder niet mooi vindtverklaartdat deze te kennen heeft gegeven, ze zoo noodig te verbeteron. Daarna worden de ingezonden plannen goedgekeurd_ Bitplaatsen Tusschenscliool. 6. In verband met het in de vorige vergadering ge nomen besluit (men zie de Alkm. Ct. van 26 Juni) is het gevoelen ingewonnen van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs. Deze commissie is van oordeeldat als voorloopige maatregel het voorstel van burg. en weth om kleppen aan de banken aan te brengen, door haar kan worden ondersteund, tot zoolang de splitsing in parallelklassen noodzakelijk wordt. Zonder beraadslaging met algemeene stemmen het voorstel aangenomen. Politie. 7. Door de vervulling van 2 vacatures, ontstaan door overigden en vertrek naar eldersdoor aanstelling van twee agenten boven de vroegere sterkte en door de om standigheid dat juist dit jaar 7 agenten een nieuwe uniformjas -broek en -winterjas moeten ontvangen zal het bedrag van 500 voor kleeding en uitrustingdit jaar op de begrooting uitgetrokken, niet voldoende zijn, maar wellicht met een bedrag van f 550 ongeveer wor den overschreden. Om nu dit geheele bedrag ten laste der begrooting van dit jaar te brengen, komt èn burg. en weth. èn de commissie van financiën niet wenschelijk voor, te meer, nu er geen bezwaar bestaat bij den leverancier van het laken, om een gedeelte zijner levering het volgende jaar te ontvangen. Dientengevolge wenscben burg. en weth. te worden gemachtigd tot overschrijding van den post voor kleeding en uitrusting der agenten met f 250 ongeveer, ten einde te zijner tijd de noodige financiöele voorstellen te doen tot vinding van dat bedrag. Zonder beraadslaging met algemeene stemmen de ge vraagde machtiging verleend. Cledelegeerde van den gemeente-ontvanger. 8. De ontvanger dezer gemeente heeft zich tot burg. en weth. gewend, om, ingevolge art. 20 zjjner instructie goedkeuring te vragen op de eventueele aanstelling van Nieolaas van de Poll, tot klerk-gedelegeerde ten ontvang- kantore. Liurg. en weth. zouden met het oog op den persoon van den voorgedragene, geen het minste bezwaar hebben de gevraagde goedkeuring te verleenen ware het niet dat N. van de Poll nog slechts den leeftijd van bijna 21 jaren heeft bereikt. Wel heeft hij zich bereid verklaard zich meerderjarig te doen verklarendoch het bezwaar tegen zijne weinige jaren blijft niettemin bestaan. Toch meenen zij, dat geen ander persoon meer bekend kan zijn met de werkzaamheden ten ontvang-kantore dan hij en dat hij voor het bekleeden der betrekking van klerk-gedelegeerde alleszins geschikt is te achten. Zij hebben dan ook het voornemen zijne eventueele aanstelling als zoodanig goed te keuren, nadat hij meer derjarig zal zijn verklaard doch zij wenschen dat niet te doen zonder den Raad met dat voornemen in kennis te hebben gesteld, weshalve zij hem verzoeken voor goed aan te zien dat N. van de Poll als klerk-gedelegeerde worde aangesteld, zoodra hem brieven van meerderjarig verklaring door den Hoogen Raad zullen zijn uitgereikt. De heer Bosman meentdat in de instructie van den ontvanger staatdat burg. en weth. omtrent den persoon van klerk-gedelegeerde moeten beslissen. De Voorzitter erkent dit, maar, omdat de voor gedragen persoon minderjarig is, wordt van de instructie afgeweken. De heer Kraakman zegt, dat de Raad moet weten, in hoeverre op zijn eens genomen besluit moet worden teruggekomen. De bedoeling daarvan is geweest een respectabel persoon te willen hebbentégenover den ontvanger. Hij onderschrijft het gevoelen van burg. en weth. geheel. Zonder hoofdelijke stemming met algemeene stemmen goedgevonden dat. burg. en weth. goedkeuren eene be noeming van N. v d. Poll tot klerk-gedelegeerde, zoodra hij meerderjarig zal zijn verklaard. 2e suppletoire begrooting. 9. Naar aanleiding van den in de vorige vergadering uitgesproken wensch, die toen tot aanhouding der vast stelling leidde, zijn door burg. en weth. nader omschreven de posten van ontvang en uitgaaf, rakende de gemeente gasfabriek en als gevolg van het indienen eener supple toirs rekening der gasfabriek zijn de ontvangsten dezer begrootiug met 7000 verhoogd zijnde de teruggave van het in 1894 door de gemeente aan de gasfabriek verstrekte voorschot, waardoor de fabriek in staat werd gesteld door de van de gemeente ontvangen leening van 7000 reeds in uitgaaf gebracht bij de eerste suppl. begrootingals deel van de in het laatst van October aangegane geldleening, groot f 27000. De ontvangsten bedragen j 42,213, de uitgaven f 35,213, zoodat deze begrooting thans sluit met een batig slot van 7000. De beer de Groot kan met burg. en weth. mede gaan, uitgezonderd de posten 64 Kosten van de Waag" overschreden met f 312,36 en 74 »Onderhoud huizen torens enz", overschreden met 574,62. Hij is van oordeel, dat voor die uitgaven, gedaan boven de raming, burg. en weth. verantwoordelijk zijn aangezien omtrent die posten bij den Raadnoch bij de commissie van bijstandiets bekend is. Hij vraagtwaar de grens blijft. Wat hem in zijn oordeel versterkt isdat de uitgaven besteed zijn voor zaken die 't vorig jaar door de commissie van bijstand bij het behandelen der be grooting zijn geschrapt. De heer ter Spil meent, dat de Voorzitter der commissie van bijstand inlichtingen zal kunnen geven. De Voorzitter antwoordtdat burg. en weth. dikwijls komen te staan voor zakendie öf door den gemeente-architect reeds zijn uitgevoerdöf tengevolge van het uitvoeren van werken onvermijdelijk zijn. Het eene is dikwijls een gevolg van het andere. Met het oog op den tijd moet de begrooting thans vastgesteld worden. De heer Kraakman verklaart, dat juist dit laatste hem doet besluiten tot de vaststelling mede te zullen werken ofschoon hij het volkomen juist vindtdat de Raad recht heeft zich te beklagen, als er werken worden uitgevoerd die de commissie van bijstand niet noodza kelijk acht en nu te meer, nu burg. en weth. zelf niet volledig daarmede bekend zijn. Het komt hem voor, dat de architect niet zal mogen voortgaan met maar te doen. Onder toezegging dat B. en W. de volgende verga dering de posten 64 en 74 zullen toelichten, wordt de begrooting met algemeene stemmen vastgesteld. Af- en overschrijvingen. 10. Door burg. en weth. worden aangeboden a. een besluit tot het doen van af- en overschrijvingen in de begrooting dienst 1895, waarvoor bij de begrooting zelve reeds machtiging is verleend; b. een dergelijk besluitwaarvoor Ged. Staten hunne goedkeuring nog moeten verleenen; c. een besluit tot voldoening van uitgaven uit den post voor onvoorziene uitgaven, waaronder een bedrag van 262,71 aan de Kasvereeniging te Amsterdam, wegens rente en provisiede eerste een gevolg van het be staande tekort, waardoor de gemeente niet tijdig kon voldoen aan hot storten der benoodigde gelden voor aflossing en uitbetaling van coupons van gemeente- leeningen bij gemelde Vereeniging alwaar betaalbaar stelling geschiedt. De commissie van financiën heeft tegen geene dezer besluiten bezwaaralleen komt haar het bedrag van f 613,56, waarmede de post «aanschaffing en onderhoud vun schoolboeken enz." is overschreden eenigszins hoog voorook buiten de redenen die tot die overschrijding geleid hebben. Zij wenschtdat burg. en weth. uitge- noodigd wordende contröle op de schoolbehoeften zoo veel mogelijk te verscherpen. Zonder hoofdelijke stemming en zonder beraadslaging met algemeene stemmen de voorgestelde ontwerp-besluiten goedgekeurd. Regeling tekort gemeentekas. 11. Op den voorgrond trad daarbij het denkbeeld eener in 20 of 30 jaren af te lossen geldleening, hetzij al dadelijk voor het geheele bedrag van het tegenwoor dig tekort, hetzij later voor het bedrag, dat door de borgstelling ongedekt zou blijven. Hoe wenschelijk het eerste ook mocht schijnen, ten einde uit een ongeregelden tijdelijken toestand tot een geregelden te geraken, er zjjn aan den daartoe te nemen maatregel naar het oordeel van b. en w. geen onbelang rijke bezwaren verbonden. Wel kan men, evenals bij andere leeningen der ge meente is geschied, zich voorbehouden meer dan bet een maal als minimum bepaalde bedrag af te lossen, en, wordt de borgstelling uitbetaald, zoo al niet van de te sluiten leening, wat voor de plaatsing daarvan vermoe delijk ongewenscht zou zijn, dan van de vroeger aange gane leeningen, een met het bedrag der borgstelling overeenkomende som kwijten, maar daar men de aflos sing toch niet kan bewerkstelligen dan op een vooraf bepaalden datum voor de bestaande leeningen is die 1 November en de uitloting reeds eenige maanden te voren moet plaats hebben, zou de mogelijkheid kunnen bestaan op belangrijk renteverlies, wanneer de uitkeering der borgstelling kort na den tijd der uitloting viel. Het tijdelijk beleggen van het beschikbare geld zou dat verlies maar ten deele kunnen vergoeden, en schijnt ook voor eene gemeente een minder raadzaam middel. Daar het bovendien niet waarschijnlijk is, dat eene leening tot het bedrag van het tekort thans te plaatsen zou zijn tegen eene lagere rente, dan aan de Ned. Bank moet worden vergoed, °/0 meenen B. en W. den gemeenteraad te moeten adviseeren den voorloopigen toestand te bestendigen, totdat ten aanzien van de uit betaling der borgstelling is beslistwaartegen zij vertrouwen dat door Gedep. Staten, met het oog op het over de borgstelling te voeren geding, geen bezwaar zal worden gemaakt. Nader zal dan nog de mogelijkheid overwogen kunnen worden om voor het benoodigde geen afzonderlijke leening te sluiten maar het op te nemen in eene conversielee- ning ter besparing van rente. De commissie van financiën adviseertdataangezien dit voorstel eene bestendiging beoogt van het Raadsbe sluit van 18 December 1895de behandeling daarvan overbodig mag worden geacht. De heer Boelmans ter Spill wenscht een enkel woord over dit voorstel, dat naar het oordeel der com missie van financiën geen voorstel is, te spreken. Burg. en weth. hebben in overweging gegeven, wat hen ten opzichte van het tekort te doen stond. Op den voorgrond trad daarbij eene leening, maar ook niets anders dan eene leening wordt beoogt. Hij voor zich wenscht met het resultaat der overwegingen mee te gaan, doch hij doet dit geheel los van het standpunt van burg. en weth. Eerst moet eene beslissing genomen zijn over de betaling van den borgtocht en wanneer deze is genomen, maar ook eerst dan, wenscht hij te beslissen, wat gedaan zal moeten worden, ten aanzien van het niet gedekte tekort. De heer de Groot vraagt, of burg. en weth. ook bereid zijn, het ongedekte tekort persoonlijk uit eigen beurs te betalen. Daartoe zijn zij, naar zijne meening moreel verplichtwegens te weinig uitgeoefende con trole. Zijn burg. en weth. daartoe genegen, dan zal hij met hen meegaan. De Voorzitter antwoordt, dat burg. en weth. niet verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de tekort komende geldenomdat èu de Raadèn Ged. Staten medegewerkt hebben tot het nemen van de door burg. en weth. voorgestelde besluiten. De Raad wist dat al dadelijk. Had de Raad toen reeds gemeend, dat de zaak niet zuiver was, dan had zij eene commissie van onder zoek moeten benoemen, 't Is zeer gemakkelijk burg. en weth. de schuld te geven, maar minder gemakkelijk zal het zijn hen tot betaling te noodzaken. Hij voor zich bedankt daar tenminste voor. De heer de Groot blijft meenen, dat burg. en weth. wel daarvoor aansprakelijk zijn. De heer Kraakman meent, dat op deze wijze niet mag worden vooitgegaan. Het geldt geheel een rechts kundige zaak, waarop thans niemand zich heeft voorbe reid en zonder dat er door een lid of leden uit den Raad schriftelijk een voorstel is gedaan. Overigens is hij het met den Voorzitter niet geheel eens. Het samen weefsel van administratieve verantwoordelijkheid sluit die van den Raad naar zijne meening uit. Hij stelt Voor het voorstel van burg. en weth. voor kennisgeving aan te nemen. De Voorzitter zegt, dat het moet worden goed gekeurd, omdat de Raad het besluit genomen heeft, dat aan burg. en weth. de opdracht gaf eene financiëele regeling in het begin dés jaars aan te bieden. Daaraan moet voldaan worden. De heer Kraakman acht dit overbodig, omdat burg. en weth. tot 31 Dec. tot tijdelijke opname van hoogstens f 80000 gemachtigd zijn. Het voorstel wordt daarop voor kennisgeving aan genomen. Suppletoire rekening gasfabriek. 12. Deze rekening vermeldt in ontvang en uitgaaf een bedrag van 7000, en wel de ontvang van de gemeente geleend, om in 7 gelijke jaarlijksche termijnen te worden terugbetaald" en de uitgaaf »aan de gemeente ter aflos sing van het in 1894 gedane voorschot." (Men zie verder hetgeen is vermeld onder de 2e suppl. begrooting). De commissie van financiën acht de aanneming met het oog op eene regelmatige administratie wenschelijk. De heer Kraakman zegt, dat deze aanbieding volkomen juist is, waarom hij de aanneming zeer kan ondersteunen. Met algemeene stemmen de suppl. rekening goedgekeurd. Algemeene schoolverordening. 13. De heer Mr. W. C. Bosman heeft zich tot burg. en weth. gewend met het verzoek te willen bevorderen, dat de bestaande Algemeene Schoolverordening (Ge meenteblad 1880 No. 81) ten aanzien van de openbare meisjesschool worde gewijzigd in dier voege, dat daarop kinderen kunnen worden toegelatendie jonger zijn dan 5 jaar en 9 maanden. Omtrent dit adres is het advies ingewonnen van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs. Het gevoelen der commissie is, dat het verzoek van den heer Bosman behoort te worden ingewilligd. Echter is zij van oordeeldat de verlangde bepaling niet alleen voor de meisjesschooldoch gelijkelijk voor alle seholen zal moeten worden vastgesteld. Te dien einde geeft zij in overweging, om art. 2 der Algemeene Schoolverordening zoodanig te wijzigen dat na de eerste alinea de volgende woorden worden tus- schengevoegd»Zoo zij jonger zijn, kan in elk bijzonder geval door burg. en weth. tot de toelating vergunning worden verleendnadat het hoofd der school heeft te kennen gegeven dat daarvan naar zijn oordeel voor het onderwijs geen bezwaar te wachten is." Met dit advies kunnen burg. en weth. zich vereenigen, voor zooveel het de burger- en meisjesschool aangaat, ofschoon ook ten aanzien van den leeftijd voor deze scholen naar hunne meening een grens zal moeten blij ven

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 2