Gilda Schwanhof.
ALKMAA11SCHE COURA1YT
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
Buitenland.
Geschiedenis van een vrouwenhart,
No. 94. Acht en negentigste Jaargang. 1896.
van VRIJDAG 31 Juli 1896.
Tweede blad.
XIX.
Parijs, 29 Juli 1896.
Wij hebben weder iets nieuws, ten minste voor Parijs.
Dit nieuws hebben wij te danken aan den prefect van
politie de heer Lépine. Allen die Parijs kennen, weten
hoe moeilijk het is, op sommige punten dezer groote stad,
van de eene zijde eener straat, Boulevard of Avenue naar
de andere zijde over te steken daar loopt mou vooral
op vele hoeken en kruiswegen gevaar overreden te worden
door omnibus met drie paardenelectrische- stoom- of
paardentram door rijke equipage of huurrijtuig dooi
voiture de course, vrachtwagen of postkar, door fiets of
automobile zoodat wij hier het hoofdstuk hebben der
«écrases", der verpletterden zooals in sommige holland-
sche plaatsen eene rubriek van verdronkenen niet mis
plaatst is. Wel staan hier op vele plaatsen agenten van
politie, die in last hebben het verkeer te regelen doch
de parijsche koetsier staat terecht bekend ais een onredelijk
„Sujet", die gaarne doet alsof hij den agent bij ongeluk
over bet hoofd zag. Dikwijls denkt gij, „wacht, na dien
wagen loop ik over," doch jawel, vlak achter dien wagen
laat een volgend koetsier dood leuk zijn paard loopen,
zoo vlak er achter, dat er nog geene muis zou doorheen
kunnen en zoo volgen een tiental rijtuigen elkander op.
Daarom hebben thans die agenten een mooi wit stokje
gekregen, glinsterend wit geschilderd, de agent steekt
dit even omhoog, en de geheele rij van wagens blijft
stilstaan, want zelfs de kippigste koetsier zou niet dur
ven beweren, dat hij dit teoken niet gezien heeft. De
nieuwigheid maakt voorloopig, dat het op al die punten
nog iets levendiger wordt, want de menschen blijven
staan, om den agent met den witten stok aan te gapen,
doch over een dag of acht, wanneer de nieuwigheid er
wat af is, zal ook dit kleine euvel ophouden en zal die
witte stok wellicht onschatbare diensten bewijzen.
Veel wordt sedert eenige dagen geschreven over een
zeker aantal millioenen franken men spreekt van 7.2
millioenwelke te vroeg uit de parijsche gemeentekas
verdwenen zijn. Er is geen sprake van oneerlijkheid of
verkwistingdoch men heeft te veel groote werken op
eens ondernomen alle tegelijk en zoo is men er toe
gekomen meer geld uit te geven dan het budget toeliet,
en zonder dat de gemeenteraad daarin toegestemd had.
Zoodoende is dat geld reeds verteerd hetwelk eigenlijk
eerst in 1897 en 1898 moet binnenkomen. Men heeft
groote werken ondernomen, zonder dat het geld in kas
was om dit alles te betalen zoodat thans 72 millioen
moeten gevonden worden want de verschillende aanne
mers dier werken moeten natuurlijk betaald worden. Een
en ander is wel niet zoo heel erghet geld zal er wel
komen doch de nieuwe prefect van het Seine-depnrte-
mentde heer de Selves, heeft toch geëischtdat in het
vervolg niet meer mag worden uitgegeven dan het bedrag
der gestemde credieten.
Daar hebben wij gisteren opeens een storm gehad,
buitengewoon hevig. Het was in de laatste dagen druk
kend heet, zoo warm, dat men er ziek van werd en gis
teren zag het er den geheelen dag reeds dreigend uit,
ieder oogenblik keken wij naar de lucht, denkende, dat
daar wat vallen zou. En het vielzoo ongeveer tegen vier
uur in den namiddag stak plotseling de wind op, ver
gezeld van een hagelbui en stortregens. De takken der
boomen breken, de bladeren vliegen wild door de lucht,
schoorsteenen en bloempotten tuimelen van daken en
67) van HANS WAOHENHÜSEN.
Windham lachtte spottend. Hij liet zijn neef tegenover
hem plaats nemen. »Dat is waar ook, gij kent de gohoele
geschiedenis nietGij weet ook nog niet, waarom Esther
niets van u weten wilde 1"
Archibald verbleekte, alsof hij een kwaad geweten had.
«Van mij weten wilde vroeg hij vreemd opkijkende.
»Moet mij dan nog altijd voor de voeten geworpen wor
den dat 'ik toen Overigens weet ik volstrekt niets
Gij zijt naar Amerika terug gegaan en ik moest in Europa
blijven."
»Goed Gij zult alles vernemen Windham vouwde de
handen en vertelde hem in groote trekken Esther's tot
heden zoo treurige liefdesgeschiedenis. Archibald liet
het hoofd op de borst zakken toen zijn oom uitgespro
ken hadhij verzonk in diepe gedachten en schudde het
hoofd alsof hij volkomen verkeerd verstaan had.
»Troost uzeide Windham. «Miss Shornfield zou met
de richting van haar gemoed toch nooit een man van
zaken getrouwd hebben 1 Bovendien is bij hem ook twijfel
gerezen of gij uw eerste aanzoek niet gedaan hebt met
het oog op geldelijke belangen.
Archibald werd onrustighij stampte met den voet.
»Vergeet dit toch eindelijk eens!" riep hij verdrietig.
«Gij weet nietoom wat er met mij voorgevallen is.
Gij dacht alleen om,miss Shornfield om uwen neef be
kommert gij u zoo weinig, dat ik, toen ik u in Nizza
opzocht, zelfs niet den moed bad, u te zeggen, wat ik
doorleefd had Ik ben ongelukkig geweest en ben
dientengevolge ook juist heden in eene afschuwelijke
stemming. Archibald wreef zich verdrietig over het
voorhoofd. Zijt gij bereid, ook van mij eene geschiede
nis aan te hooren vroeg hij, opkijkende.
»Vooruit maar!" Windham keek ongeduldig op zijn
horloge.
»Toen ik destijds voor het eerst met eene ambtelijke
opdracht naar Duitschland ging, en als zoodanig in de
duitsche kringen eene bevoorrechte plaats innam, leerde
vensters de riolen loopen volop vele plaatsen loopen
de kelders onder, boomen vallen op de telegraaflijnon en
op de rails van sommigo lijnen der ceintuurbaan. De
Jardin des Plantes heeft voel te lijden gehad het Pare
de Montsouris nog meer, daar liggen tal van boomen
tegen den grond en van vele andere is de kruin weg
geslingerd
Aan het spoorstation Gare de Lyon geheeten had een onge
luk plaats waarvan de gevolgen gelukkig niet te erg waren.
Daar is men bezig het station te vergrooten en te verbouwen;
een reusachtige heistelling stond boven eene groote be
waarplaats der treinen. Deze laatste is 20 meter hoog,
en nog 20 meter hooger bevond zich deze «échafaudage."
Bovenop stond een groote machineeene gruo welke
dient om reusachtige ijzeren balken op of neder te
hijschen dit zware gevaarte woog ongeveer 26 duizend
kilogrammen en rolde zoo hoog op rails. Op Zondag
was men in den namiddag niet aan den arbeid en de
werklieden hadden er niet aan gedacht de grue vast te
zetten zoodat de geheele massa door den wind voort
gedreven, met verbazend veel geweld naar beneden rolde,
gelukkig zonder persoonlijke ongelukken te veroorzaken.
In de rue Patay was eene waschinrichting van slechts
óéne verdieping hoogtede bliksem wierp den zwaren
steenen schoorsteen om deze viel op het dakhetwelk
tegen dien schok niet bestand bleek, instortte en de
muren bijna geheel en al in den val medesleepte. On
gelukkig werd een jong meisje van elf jaren bij dit
ongeval gedood.
De dagbladen hier hebben gewoonlijk slechts vier
bladzijden, daarvan is de vierde grootendeels bestemd
voor de advertentiën, zoodat er slechts drie overblijven
voor eenige kronieken, kunst en letteren, de politiek,
het binnen- en buitenlandsch nieuws, allerlei, enz. enz.
en dan is er nog plaats voor twee feuilletons. Wil men
dus eenigszins van alles op de hoogte zijn, dan dient
men verschillende bladen te lezen, bovendien hebben de
couranten ook begrepen, dat het publiek weetgierig wordt
en daaruit zijn vele bijvoegsels geboren, hier suppléments
geheeten. Het eene is gewijd aan litteratuur, het andere
aan de mode, weder een ander aan do sport, nog een
aan de agricultuur enz. enz. Men zou zoo denken, dat
zoo de courant gewoonlijk slechts uit vier bladzijden
bestaat, dit komt omdat de menschen niet veel tijd tot
lezen hebben, doch waarom dan twee feuilletons Ieder
dagbladdirecteur weetdat juist de feuilleton de lezer-
trekt, en terwijl dezo in kleine couranten gewoonlijk vol
misdaden zijn, zoo beijveren zich de groote bladen nieuwe
onuitgegevene romans te krijgen van de grootste schry vers.
Zoo lezen wij op het oogenblik in »le Journal" een
roman van Francois Coppée, wereldbekend al was het
alleen maar door zijn «la Gróve des Forgerons", welke
episodo eener werkstaking door alle liefhebbers in alle
talen werd voorgedragen. Deze nieuwe roman van
Coppée draagt den titel van »Le Conpable" de
schuldige en bevat de lijdensgeschiedenis van eenen
jongen, geboren uit eenen student en een vrijstertje. De
student, verlaat het meisje, terwijl zij moeder moet wor
den, hij wordt een algemeen geacht, braaf rechter, het
meisje ontmoet eenen werkman, die haar liefheeft, doch
haar kind des te meer haat naar mate hij de moeder
meer bemint. Wat zal er van dieu jongen groeien
die na den dood der moeder wordt opgevoed in eene
colonic, acne soort van verbeterhuis, waar hij ongeveer
de eenige is van al zijne makkers die een goed hart be
waart. Die kameraads groeien op voor de galg, wat zal
er van den zoon van don braven rechter worden, nu hij
alleen in Parijs ronddwaalt zoekende zijn kost te ver
dienen? Dit treurig maatschappelijk vraagstuk wordt
door Coppée op zijne gewone logische, goedmoedige wijze
zeer talentvol ontwikkeld, en wij volgen iederen morgen
gedurende vijf minuten de beschrijving van toestanden,
welke wij volstrekt niet met juistheid kenden. Zulk een
feuilleton leest men met aandacht en genoegen.
ik op de bals en de avondfeesten een aardig en naar mij
gezegd werd, zeer vermogend meisje kennen. Te trouwen
met een meisje zonder geld, was mij toen geheel onmo
gelijk ik raakte verliefd op dit meisje, mijne liefde
werd beantwoord en onze verloving had plaats."
«Ik herinner mij, dat uwe tante mij eens iets van
dien aard heeft medegedeeld, maar ik hoorde er niets
meer van en nam dus aan, dat de zaak niets te beduiden
had gehad of niet geslaagd was."
«Weinige dagen na den plotselingen dood van den
vader mijner bruid," ging Archibald voort, «kreeg het
gezantschap uit Washington bevel, onmiddellijk terug
te keeren en ik.ging mede, daar de overledene zijne
familie tot algemeene verbazing in den treurigsten toe
stand had achtergelaten."
Windham wierp een ontevreden blik op den spreker,
die hem begreep Archibald sloeg de oogen néér. «Ik
geef toe, dat ik een verwijt verdien, maar ik miste den
moed, mij in de ellende te storten, door ook haar lot op
mij te laden en met haar te dragen want mijne amb
telijke zending was onverwacht geëindigd en het ame-
rikaansche gezantschap had geen opdrachtmij eenige
hoop te geven dat ik eene vaste aanstelling zou krijgen
ik moest dus andere bezigheden zoeken. Ik handelde
misschien onder den wrok over den ondank, dien ik van
de regeering ondervond, en ik had hoop, het door mij
verlaten meisje te kunnen vergeten."
«Wat een idéé, bah!" viol Windham hem in derede.
»U hebt gelijk oom ik zelf vond dat ook toen het
niet gelukte. Het ergste isdat ik haar weder ont
moeten moesthet is de jonge dame die ik gisteren
avond in de zaal aan de zijde van miss Shornfield zag
het is de zuster van den jongen manvan wien gij mij
verteld hebtzij heetHanna von Bestmar 1"
Windham sprong op en liep met de handen in de
zakken de kamer op en neer. «Een domme streek die
gij daar uitgehaald hebt 1" riep hij verontwaardigd. «Heeft
zij u gisteren gezien vroeg hij terwijl hij voor hem
bleef staan.
«Neen ik achtte het beter, dadelijk om te keeren 1"
«Nu maak dan dat gij wegkomt en vertoon u voor
eerst niet, opdat ik mij ten minste tegenover Esther niet
voor u behoef te schamen. Gij draagt mijnen naam niet;
de jonge damedie zich bij ons overigens anders noemt,
omdat zij waarschijnlijk als ondergeschikte hare familie
naam niet wil noemen weet dus nietdat gij mijn neef
zijt. Maak dat gij weg komtzeg ik u Vertrek nog
heden
Bij het sluiten van dezen brief vernemen wij dat in
den hevigon storm van gisteren vier luchtballons zijn ver
ongelukt, twee der luchtreizigers gedood en vijf gewond.
J. M. T.
HEIjCIIIIj. Te Brussel is overleden de heer Jan
Baptist Coomans, bet oudste lid der Belgische Kamer.
De heer Coomans was 82 jaar en gedurende 48 jaar
vertegenwoordigde hij onafgebroken het arrondissement
Turnhout in de Kamer. Hij was bekend als geestig re
denaar en ook als journalist en romanschrijver gewaar
deerd.
DUITSCIILAIVD. De North-China Daily News"
bevat het volgende telegram uit Che Foe van den 28
«De Duitsche kanonnoerboot litis" is vergaan bij de
waterhoos op den 23en Juli, tien mijlen ten noorden
van de Zuidoostkaap (nabij Shantung). Van de beman
ning zijn slechts tien matrozen gered alle anderen, ook
de officieren zijn omgekomen."
De «litis" was een der oudste schepen der Duitsche
marine, zij had een bemanning van 85 koppen en drie
officieren. Volgens later ontvangen berichten is niet om
gekomen de betaalmeester Loss, die zich te Che-Foe
bevond.
De Keizer zond uit Bergen een telegram aan den be
velvoerenden admiraal om zijn leedwezen te betuigen.
Te Schlettstadt en Mütterholz in de Elzas, zijn
kiezersvergaderingen door de politie gesloten. Het lid
van den Rijksdag Preiss uit Kolmar, sprak te Schlettstadt
ten guDste van den clericaal Spies aldaar. De socialist
Bueb wist wat stilte te verkrijgen, zoodat Preiss spreken
kou, maar toen Bueb later zelf wou spreken, lieten de
clericalen hem niet aan het woord komen en ontstond er
groot rumoer.
Naar de «Lothringer Ztg." meldt, zyn te Metz een
tweetal personen, waarschijnlijk Fransche officieren uit
Corsica, aangehouden onder beschuldiging van landverraad.
De geheele vlootdie aan de najaarsmanoeuvers
deelneemt, zal, na de oefeningen, door het Kaiser Wil
helmkanaal passeeren.
BBMSIilliAlSJ». Na de rede vau lord Russell (den ad
vocaat van den kroon) op 28 Juli, trok de jury zich terug
om te beraadslagen.
Zij sprak over alle beklaagden het schuldig uit.
Dr. Jameson werd veroordeeld tot vijftien maanden
gevangenisstraf (zonder hard labour), kolonel Willougby
tot tien, majoor White tot zeven, de heeren Coventry,
Grey en kolonel White tot vijf maanden elk.
De heer Hawksley. de advocaat der Chartered
Company, heeft aan lord Russell geschreven, dat Rhodes
bereid is naar Londen te komen en zich ter beschikking
te stellen van de regeoring, indien zijne vervolging ver
volging verlangd wordt.
In het Lagerhuis deelde minister Chamberlain mede
dat generaal Carrington heeft gemeld, dat gebrek aan
troepen hem bemoeilijkt in hei onderdrukken van den
opstand in Rhodesia, maar indien hem meer troepen
worden gezonden, kan hij ze niet voeden wegens de
moeilijkheden aan het verkeer verbonden.
In de zitting van het soc.-dem. congres van den 28 werd,
na een levendig debat, gestemd overde vraag of gehandhaafd
zal blijven het besluit van het congres te Zurich, waarbij tot
de congressen worden toegelaten alle vakvereenigingen en
alle sociaal-democratische partijen en organisaties, die de
noodzakelijkheid van de organisatie der arbeiders en van
de parlementaire actie erkennen.
Achttien nationaliteten stemden vóór, twee (Nederland
en Frankrijk) tegen het besluit van het congres te Ziirich.
Onder de afgevaardigden die het woord voerden, was
ook de heer Domela Nieuwenhuis.
Archibald ging achterover in zijn stoel zitten en be
keek nauwkeurig de nagels zijner hand. «Integendeel
mijnheer Windham", zeide hij op gerekten toon en met
een uitdrukking van tevredenheid in zijne stem«ik
blijf en begin met u bekennen dat het terugzien van
Hanna alles weer in mij opgewekt heeftwat ik toen
voor haar gevoelde."
«Dat moet al heel weinig geweest zijn!" Windham
draaide hem den rug toe en begon op de ruiten te
trommelen.
«Dat zult gij eerst kunnen beoordeelenwanneer gij
zoo vriendelijk zult geweest zijn mij aan te hooren
Windham ging op een stoel bij het raam zitten en
tuurde op de daken der tegenover liggende huizen.
«Ik mag u karakterloos zijn toegeschenen, oom, ik
was het toch inderdaad destijds nietJuffrouw von
Bestmar was in de eerste kringen eene gevierde verschij
ning en mocht in geen gezelschap ontbrekenzij was
vol levenslust en gaf overal den toon aanik wijdde
aan haar gemoedsleven weinig aandacht. Daar vernam
ik plotseling dat haar vader een goedaardig zorgeloos
mandoor eene beroerte getroffen was en op sterven
lagals gevolg van do zekerheid die hij plotseling had
gekregendat hij door de verkwisting van zijnen zoon
tot den bedelstaf was gebracht. Juist van eene dienst
reis teruggekeerd ijlde ik naar zijne woning en vond
den ongelukkigeu man buiten kennis. Ik vroeg naar
Hannamaar zij had den stervenden vader aan de hoede
van vreemde lieden overgelaten niemand scheen te weten
waarheen zij vertrokken was en zoo stierf de arme man
in mijnen arm. De geruchten van zijnen geldelijken
ondergang bevestigden zich doch deze waren het niet
die mij dwongen dat ongelukkige huis te vermijden de
gevoelloosheid van een kind
Archibald hield op want Windham stond plotseling
op en schoof met veel gedruisch den stoel achteruit. «Met
uw verlofdat weet ik beter riep hij met nadruk uit.
«Ik ken miss Hanna slechts oppervlakkig; ik zag haar
voor het eerst juist destijdstoen zij op dien onver-
wachten dood haars vaders niet voorbereidalleen de
reis ondernam om haren broederden eeuigen schuldige
aan den geldelijken ondergang te bewegen hun vader
te komen geruststellenDat weet toevallig niemand
beter dan ik, kan ik u zeggen! Zij was wanhopig, scheen
niemand te hebben buiten dien lichtzinnigenHij
zweeg daar het hem invieldat alles thans geheel an
ders was.