Het kkmm Testament. No. 100. Acht en Wegentigste Jaargang, L896. V RIJ 1> A O Onbestelbare Brieven, Amsterdamsche Brieven. 14 AUGUSTUS. Buitenland. FEUILLETON. ROBERT LOUIS STEVENSON. 1) ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond nitgegeven. Abonnei aentsprijs per maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. rerzonden gedurende de 2e helft der maand Juli 1896, ran het postkantoor Alkmaar: J. Pasma, Amsterdam; D. J. v. Stuijvenberg, Arnhem; v. d. Werff, Harlingen; J. Valk, Helder; Bakker, Kra lingen; B. Langedam, Rotterdam; Kappel, Van H e ilo o Ronner, Katwijk aan Zee. Van Schermerhorn: P. Koning, Rotterdam. XV. Er is groote stilte in Amsterdam. Alwat zich maar -eenigermate de weelde kan veroorloven naar buiten te trekken, heeft de benauwde en stoffige straten en grach ten verlaten om in de frissche buitenlucht, hetzij aan zee of in de bosschen, verkwikking te zoeken. De winkels maken slechte zaken, te meer daar het dezen zomer vol komen ontbreekt aan middelen om de vreemdelingen te trekken. Schilders, smeden, timmerlieden en hunsgelijken klagen over werkeloosheid wel is er veel werk in het verschiet, als eenmaal hunne klanten van buiten zijn teruggekeerd, maar op het oogenblik is er niets te doen. Terwijl de uittrekkenden nieuwe krachten verzamelen voor de aanstaande wintercampagne, slapen de achter- blijvenden den gedwongen zomerslaap. In de courantenwereld is het ook stil, doodstil. De redactie-bureaux zijn half verlaten, want een deel van het personeel wisselt elkaar af in het vacantie nemen. Er is ook niets waarover men zich druk maaktals de krant maar vol komt is nu de leuze, die alles beheerscht. Tijdelijk ontwaakten de journalistieke hartstochen, toen de onderwijzer Den Hartog straatschandaal maakte, maai nu het ontslag eenmaal een Jait accompli is, logt men zich daarbij neer en gaat alles zijn gewonen gang. Neen, nu eerst wordt beseft, dat er verleden jaar te veel op de tentoonstelling is gescholden. Zij had tenminste de groote verdienste, dat zij de Amsterdammers bij el kander hield en de menschen van buiten lokte, zoodat er leven en vertier in do stad heerschte. En met hare tijdelijke sub. tentoonstellingen gaf zij ook de noodige variatie, die thans zoo volkomen ontbreekt. Het eenige nieuwe, dat dezer dagen een plaatsje is komen vragen op de lijst der publieke vermakelijkheden is het panorama »Nova-Zembla" van Louis Apol in de Plantage. Wij waren nog niet in de gelegenheid dit te bezichtigen, maar wat wij er van hoorden, klinkt zeer vleiend voor Apol's arbeid. Men moet zich, bij het aan schouwen daarvan, verplaatst wanen te midden van de onmetelijke ijsvelden van het hooge noorden. Vrijwat minder eensgezind is de kritiek ten aanzien van de wandschilderingen, door Derkinderen gemaakt voor het raadhuis te 's Hertogenbosch. Terwijl b.v. Jan Veth in De Kroniek deze tafereelen schetst als de uitingen van de hoogste kunst, heeft de heer A. C. Loffelt daar voor niets dan smalende opmerkingen. In dezen heeft Prijs der gewone Advertentiën: Per regel 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3 laatstgenoemde ontegenzeglijk het groote publiek op zjjn hand, want bijna iedereen, die de wandschilderingen zag, welke tijdelijk in Arti zijn geëxposeerd, kan zich niet voorstellen, dat de Bosschenaren daarmee bijzonder in hun schik zullen zijn. Voor de sportliefhebbers valt vooral des zondags te genieten, want op de Amsterdamsche Wielerbaan wor den dan telkens spannende wielerwedstrijden gehouden. De politie had deze wedstrijden op zondag verboden als zijnde strijdig met de zondagswet. Daarop heeft men eenvoudig van de bezoekers der wielerbaan een besloten gezelschap gemaaktwaartoe men door intro ductie toegang kan verkrijgen. Hiermee schijnt de zaak gezond te zijnalthans van belemmering wordt niets gehoord. Ja, wat meer zegt, de garnizoens-commandant heeft zelfs toegestaan dat soldaten dienst doen bij de afzetting van het terrein wat natuurlijk groote veront waardiging gewekt heeft onder de menschen die daar mee vroeger een paar kwartjes verdienden. Zooals uit deze regelen blijkt, is het thans ook voor den amsterdamschen kroniekschrijver een harde tijd. Zijn wil is zoo goed en den tijd heeft hij welmaar het nieuws is er niet. En wanneer er nog wat isdan is t meestal van droevigen aard. Zoo werden wij deze weok opgeschrikt door de treurmaredat Henri Bosmans de bekende violoncellist, aan zijne slepende ziekte is be zweken. Bosmans was een zeldzaam meester op het in strument zijner keuze en hij bezat de gave vau het publiek geheel onder de bekoring van zijn snarenspel te kunnen brengen. Tal van kunstvrienden hadden zich bij de droeve uitvaart naar den doodenakker begeven om aldus uiting te geven aan het diepe leedgovoel over het afsterven van hun betreurden kunstbroeder. Een treffend woord werd daar gesproken door dr. E. D. Pijzeidie schetste hoe de overledene had gewoekerd met de hem toevertrouwde talenten. Dit is zeker de plaats van Bosmans op instrumen taal gebied zal niet zoo spoedig worden vervuld. Een ander nieuwtje op kunstgebiedechter van heel wat verblijdender aardis dat in de woensdag gehouden vergadering van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels de prijs, door het D. A. Thieme- fonds beschikbaar gesteld voor een literair werk, is toe gewezen aan een bundel verzen van Willem Kloos. In deze vergadering werd door den voorzitter en zeer terecht geklaagd over verschillende leemten in onze wet op het auteursrechtwaarbuiten onder meer het copieeren van muziek valt. Overigens was ook in deze bijeenkomst, hoezeer gehouden in het overdekte gedeelte van Krasnapolsky's tuin met zijn aangename temperatuur, een zekere matheid niet te ontkennen. Over groote vraag stukken werd niet van gedachten gewisseld terwijl al lerlei onderwerpen van zuiver huishoudelijken aard breed werden uitgesponnen. Daarom vermelden wij nog alleen, dat de heeren H. A. M. Roelants, te Schiedam, en Louis D. Petit, te Amsterdam, tot eere-leden werden benoemd. ItUliGlE. Te Brussel wordt verzekerd dat er een overeenkomst bestaat tusschen den Congostaat en lord Salisbury aangaande een gemeenschappelijk optreden tegen over de Derwishen. De Belgen zouden door Bai'-el-Ghazal voortrukken. Do Belgische Zuid-Pool-Expeditie zal hoogstwaar schijnlijk dit jaar niet gereed komen en tot 1897 uit gesteld moeten worden. DUITSCHlzAAD. De Agence Havas deelt mede dat keizer Wilhelm pogingen doet om het hoofd van den Franschen staat te ontmoeten en wel op Osborne bij koningin Victoria. De prins van Wales zou als tus- schenpersoon in deze interessante zaak optreden en bij zijn laatste bezoek aan Parijs een nitnoodiging van koningin Victoria aan president Faure nebbeu overhan digd. Havas deelt mede, dat de Duitsche keizer in 1900 de wereldteutoonsteliing te Parijs wil bezoeken en daarom eerst den President op neutraal gebied ontmoeten. De vloot, welke aan de Duitsche najaarsmanoeuvres zal deelnemen, is uit Wilhelmshaven vertrokken. ËGYPTG. De khedive is aan boord van het jacht »Mahroussa" uit Alexandrië naar Triëst vertrokken en zal zich van daar naar Zwitserland begeven. Hij zal zes weken buiten zijn land vertoeven. ENTOBIjATSD. De commissie van onderzoek in zake de Chartered Company is benoemd. Zij bestaat uit 15 leden, n.l. Jackson, sir Michael Hicks-Beach, sir W. Hart- Dyke, sir Richard Webster, sir William Harcourt, sir H. Campbell-BannermanWharton, Bigham Cripps, Wyndham, Sydney Buxton, Ellis, Labouchere, Blake en Chamberlain. Onjuist blijkt 't bericht geweest te zijn, dat de regee ring voornemens was den heer Labouchere uit te sluiten, wel werd een daartoe strekkend voorstel gedaan door een lid van het Lagerhuis doch de heer Chamberlain antwoordde daarop dat de regeering nóch vóór-nóch tegenstanders der .Chartered'' wenschte uit te sluiten. Verder zeide hij, op een vraag over de politiek te volgen in Zuid-Afrika, dat hij den tijd nog niet gekomen achtte over dat punt te spreken. Sedert den ongelukkigen inval is het onze taak de goede gevoelens tusschen de Hollandsche en de Engelsche bevolking te herstellen, zoo sprak hij. Ik geloof dat deze politiek slaagter is reeds een groote verandering ten goede. De Trans- vaalsche regeering heeft een wet aangenomen tot be perking van den verkoop van sterken drank aan de inboorlingeneen onderwijswet om kinderen van alle nationaliteiten op te voeden op kosten van den Staat en verder overweegt de regeering de instelling van een nieuw gemeentebestuur voor Johannesburg. Het zijn wel niet alle hervormingen welke het volk recht heeft te verlangen, maar het is reeds een groote betaling op afkorting, in deze tijden waarin de gevoelens zeer opgewonden zijn. DOOR Hoofdstuk I. De deur. Mr. Utterson, de advocaat, was een norsch man, wien men zelden had zien glimlachen hij was koel kort en terughoudend in gesprek op het oog terugstootend sober vervelend ouderwetsch en somber maar toch in geen geval een menschenhater. Als hy zich in den gezelligen kring zijner vrienden bevond, en de wijn naar zijn smaak wasdan kon men aan den blik zijner oogen den eminenten man herkenneniets dat wel niet uit zijne gesprekken was op te merken maar dat zich niet slechts uit zijn .voldaan" gelaat na een flink diner maar vaker en duidelijker in zijn dago- lijkseh leven openbaarde. Hij volgde een strengen leef regel dronk als hij alleen was jenever, om zijn begeerte naar wijn te beperken; en hoewel hij veel gevoel had voor de tooneelspeelkunsthad hij sedert twintig jaren geen schouwburg bezocht. Voor anderen echter was hij zeer toegevend; terwijl hij nu eens met bevreemding, maar meestal met afkeer, hunne overtredingen aan de grootere .vurigheid" van hunnen geest toeschreef, en daar waar de grenzen somwijlen werden overschreden, eerder geneigd was om te helpen, dan om verwijten te doen. .Ik behoor tot Kaïn's ras", placht hij op rustigen toon te zeggen »ik laat mijn broeder op zijn eigen wijze naar den drom mel gaan." Daardoor had hij het gelukdat hij voor personen die .naar den kelder" gingen, de minst gezochte kennis was. En zoo lang lieden van dat genre zich in zijn huis vertoonden, was er voor hen geen gelegenheid, hem van een anderen zijde te leeren kennen. Ongetwijfeld leverde dit voor Mr. Utterson niet de minste moeielijkheid op; want hij was »op en top" een zwijger, en zijn vriendschap scheeu alleen haar oorsprong in zijn goedhartigheid te vinden. Het is een karaktertrek van een ingetogen man, dat hij zich te vreden stelt met den vriendenkring die het toeval hem verschaft en dit was met dezen rechtsgeleerde juist het geval. Zijne vrienden waren van dezelfde geaardheid als hij of bestonden uit die mannen die hij het langst gekend had; terwijl zijn genegenheid op .klimop" geleek, en alleen door den voortgang des tijds aangroeide, zonder daarom van den aard van het voorwerp afhankelijk te zijn. Zoodanig was dan ook zeker de vriendschap, die hem met Mr. Richard Enfield verbond, een man, die dooi de geheele stad bekend was. Velen vroegen zich af, wat deze personen aantrekkelijks in elkander konden vinden, of welk belang zij bij hun vriendschappelijken omgang konden hebben. Zijdie hen vaak op hunne Zondagswan delingen ontmoetten, verhaalden, dat zij zwijgend en in zichzelf gekeerd naast elkander voortliepen, terwijl zij met zichtbare verlichting de verschijning van een of anderen vriend begroetten. Hoe dit zij, deden deze mannen op hunne uitstapjes een grooten voorraad van de laatste .nieuwtjes" der week op, waarbij zij niet alleen elke denk bare gelegenheid tot ontspanning vermeden, maar zelfs elke beroepsbezigheidals men somwijlen onverwacht hunne tusschenkomst inriep van de hand wezen. Ter gelegenheid van een dezer wandeltochten kwamen zrj in een achterbuurt van een der drukste wijken van Londen. Het was een kleineen thans stille straat, hoe wel men zien kon, dat er op de werkdagen veel handels verkeer was. Naar het scheen, waren de bewoners allen welvarend iets wat zij door hun uiterlijk vertoon in elk opzicht aan den dag legden zoowel door hunne kleeding, als door het uitwendige van hunne winkelkasten. Zelfs thans op Zondagnu de inwendige aanlokkelijkheden aan het oog onttrokken waren en de straat ledig was muntte zij desniettemin boven de gansche omgeving uit en maakte door haar frisch geschilderde luiken blank geschuurde koperen deurknoppen en in het oogloopende zindelijkheid een hoogst aangenamen indruk. Op twee deuren afstands van een hoek aan de linker hand werd de rij huizen afgebroken door den ingang tot een z.g. .hofje" en juist op dat punt vertoonde zich de gevel van een donker gebouw. Het was twee verdie pingen hoog en er was geen venster te zien niets dan een deur in de benedenverdieping en een .blinde" ver kleurde muur daarboven terwijl het geheele huis de spo ren droeg van langdurige slordigheid en verwaarloozing. De deurdie noch schelnoch klopper yertoonde was gelapt en onzindelijk en men kon aan alles zien dat zich niemand omtrent het gebruik, dat er zoowel door mannen als kinderen van werd gemaakt, sedert een rnen- schenleeftijd had bekommerd. Mr. Enfield en de advocaat bevonden zich aan de over zijde van de steeg doch toen zij dezen ingang genaderd waren hief de eerstgenoemde zijn stok op en vroeg terwijl hij het gebouw aanwees .Hebt, gij ooit deze deur opgemerkt en toen zijn met gezel deze vraag toestemmend beantwoordde voegde hij er aan toe: »ze staat met een zeer zeldzaam voorval, dat ik nimmer vergeten zalin verband." .Waarlyk?" zeide Utterson blijkbaar ten zeerste ver wonderd »en wat was dat?" .Dat zal ik u zeggeu", hernam Mr. Enfield: op zeke ren wintermorgen omstreeks drie uur, keerde ik van een zeer afgelegen punt der stad huiswaarts en mijn weg voerde mij door een wijk waar ik in den letterlijken zin des woords niets te zien kreeg dan brandende lampen. Straat in straat uit was alles hoewel alle bewo ners in slaap waren hel verlichtterwijl ik mij zoo eenzaam gevoelde dat ik er waarlijk naar begon te ver langen een politie-agent te mogen ontmoeten. Plotseling echter ontwaarde ik twee personen, een kleinen mandie haastig voortliep en een meisje van acht tot tien jaar dat zoo snel zrj kon een dwarsstraat insloeg. Welnu mijn heer deze twee liepen hier bij dezen hoek tegen elkan der in, en toen gebeurde er iets verschrikkelijks: want

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1