De nieuwe wet op 't faillissement.
Het kkwmm Testament.
No. 107. Tweede blad
Acht en Negentigste Jaargang.
1800.
Z OSDAG
30 AUGUSTUS.
FEUILLETON.
ALKMAARSCHE COIIRAMT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3.
1 September treedt bovenstaande nieuwe wet in werking.
Er bestaat dus aanleiding eenige verschilpunten tus-
schen de oude en de nieuwe regeling in herinnering te
brengen, niet wat het juridisch deel betreft, maar ten
opzichte van de practische gevolgen.
Het aantal van hen, die in de practijk geen nadere
kennis met deze wet behoeven te maken, zal wel uiterst
gering zijn.
Weinigen zijn zoo gelukkig, dat zij nooit bij eenig
faillissement betrokken waren of zullen worden.
Deze wet heeft een ruimen werkkring, omdat zij niet
alleen voor kooplieden geldt, maar ook voor particulieren.
En niet alleen levende menschen kunnen voortaan
failliet gaanmaar ook nalatenschappen wanneer n.l.
de overledene in den toestand verkeerde, dat hij had op
gehouden te betalen.
Het onderscheid tusschen kooplieden, en zij, die niet
tot den handelsstand behooren, is vervallen. En terecht.
Wel konden thans particulieren in staat van kennelijk
onvermogen verklaard worden doch dit ging niet zoo
gemakkelijk. Om iemand in dien staat te doen geraken
was niet voldoende, dat hij zijn betalingen gestaakt had
er moest nog iets bijkomen. Hij moest öf gegijzeld zijn,
of door twee schnldeischers minstens, worden aangespro
ken öf met executie bedreigd worden öf zonder orde op
zijn zaken gesteld te hebben, van zijn woonplaats ver
trokken zijn. Dit alles is thans niet meer noodig. Wan
neer thans een winkelier bij voorbeeld, een niet betwiste
vordering heeft tegen een particulier, die, gelijk er zoo-
velen zijn, steeds de betaling uitstelt, dan kan het faillis
sement van den schuldenaar worden aangevraagd bij de
rechtbank, door middel van een procureur, die het ver
zoek opstelt.
Hierdoor heeft de wet, en dit is een groote verbete
ring, een dwangmiddel gegeven, dat, al wordt het niet
aanstonds gebruikt, toch in de meeste gevallen schrik
genoeg zal inboezemen. Het zou zeker te wenschen zijn
dat de neringdoenden, niet te angstvallig waren met het
gebruik maken van deze bevoegdheid. Immers daardoor
zouden de langdurige credieten, die zij tot eigen schade
zoo dikwijls verleenen, beperkt worden.
Indien ieder, die iets kocht, wist, dat hij binnen kor
ten tijd moest betalen, dan zou dit in 't algemeen be
lang veel beter zijn en spoedig iedereen er aan
wend zijn.
De vrees om failliet verklaard te worden, zal onder de
nieuwe wet niet minder zijn dan thans.
Een uittreksel van 't vonnis moet onmiddelijk in de
staatscourant worden opgenomen en de namen van hen,
die daarin voorkomenraken dus bekend en blijven be-
0
kend in 't geheele land.
Ook geeft de griffier kennis van 't faillissement aan
het telegraaf- en postkantoor, zoodat de telegrammen en
brieven bij den curator terecht komen.
Iets nieuws in de wet is de commissie van schnldeischers.
De handel had zich onder de tegenwoordige regeling
meermalen beklaagd, dat de schnldeischers in het beheer
en bij de vereffening van den faillieten boedel te weinig
gekend werden.
Thans kan in alle faillisementen van eenige beteekenis,
een commissie van advies worden benoemd uit de credi
teuren.
Gesalariëerd worden deze commissieleden niet. Zij doen
't werk in 't algemeen belang. Zij zullen de boeken en
bescheiden van den gefailleerde mogen inzien en met den
curator in overleg treden, b.v. om te voeren processen
over 't voortzetten van de zaken, over 't stellen van den
failliet onder verzekerde bewaring, waartoe de rechter
ten allen tijde volgens de wet bevel kan geven
De bepalingen omtrent deze commissie van schnld
eischers zullen wel in den smaak vallen dunkt ons.
Hier te lande vergadert men gaarne. En als de curator
op die vergaderingen gesteld is, dan kunnen deze bijeen
komsten talrijk zijn de curator mag zooveel vergade
ringen, als hij wil, bijeen roepen en is in die vergade
ringen voorzitter en secretaris tegelijk. Hij voert de pen,
staat in de wet.
Laat ons dus hopen, dat deze bepalingen veel toepas-
zullen vinden en dat de schnldeischers van alles
wat bij de vereffening gebeurt op de hoogte zullen komen
Wat de verificatie-vergaderingen betreft, en de kunstjes,
die daar dikwijls werden uitgehaald, door bijvoorbeeld
een volkomen deugdelijke vordering te betwisten, enkel en
alleen om een schuldeischer, die tegen 't accoord was
te beletten, zijn stem uit te brengen de wetgever
heeft ze thans zooveel mogelijk trachten te weren.
Er is maar één verificatie-vergadering. Zij wordt ge
houden na een onderzoek der schuldvorderingen. Men
kan dus niet meer, gelijk thans, bij de eerste verificatie
den curator verrassen met vorderingen, die voor dien
tijd niet waren onderzocht en waarvan niemand wist,
of zij deugdelijk waren of niet.
De schnldeischers behoeven ook niet die eenige veri
ficatie-vergadering bij te wonen.
Het betwisten van vorderingen zal voortaan niet meer
zoo veelvuldig voorkomenomdat die vorderingen ook
voorwaardelijk toegelaten kunnen worden.
De betwisting, als middel tot uitsluiting bij de stem
ming, is dus vervallen.
Tegen een ander misbruikhet doen aannemen van
een accoord met behulp van een groot getal kleine vor
deringen b.v. van den bakker, den melkboer, den krui
denier enz., tracht de wet eveneens te waken, door de
toestemming te eischen van tweederde der erkende en
voorwaardelijk toegelaten schnldeischers, die drie vierde
der concurrente schuld vertegenwoordigen.
Een accoord zal dus niet zoo gemakkelijk zijn als
en J/3 der schuld ook vol-
smg
thans, nu 3/4 der personen
doende was voor de aanneming.
Eén der artikelen, die men met genoegen leest, luidt
als volgtZoo dikwijls, naar het oordeel van den rech-
ter-commissaris voldoende gereede penningen aanwezig
zjjn, beveelt hij eene nitdeeling aan de geverifieerde
schnldeischers.
Wat was 't geval Zoolang een faillissement niet af
gewikkeld was, en 't duurde soms ontzettend lang,
gelijk misschien sommige onzer lezers bij ondervinding
weten had er geene nitdeeling plaats.
Dat de curator voortaanals er geld aanwezig isdit
percentsgewijze moet uitbetalen is dus veel beter.
Om kort te gaan, er zjjn in de wet verschillende be
palingen, die een goede uitwerking kunnen hebben
daarvoor is echter wel noodig dat de schnldeischers zich
meer met 't faillissement inlaten, dan zij thans gewoon
zijn te doen. Ten slotte hangt de goede toepassing der
wet van personen af.
Eindelijk moet hier nog de aandacht vallen op de uit
breiding der surséanee.
Surpéance van betaling is hoewel het woord anders
zon doen vermoeden, een oud-Hollandsch rechtsinstituut.
Gelijk een rechtsgeleerde der voorgaande eeuw van der
Linden zegt, kon een schuldenaar, door een »extra or-
dinaire-gratie van den Souverein," »atterminatie," dat is
uitstel van betaling verkrijgen, met dien verstande dat
hij kon aantoonen, over eenigen tijd zijn schulden ten
volle te zullen voldoen
'/olgens ons wetboek van Koophandel kan de Hooge
Raad dit uitstel verleenen, doch slechts in buitengewone
omstandigheden van oorlog of andere onvoorziene rampen.
De surséance bleef dus een buitengewone gunst en
zelden kwam zij voor.
Thans echter heeft de wetgever het zoo geregeld, dat
de arrondissements-rechtbank een uitstel van betaling kan
toestaan, mits de schuldenaar aantoont, dat er vooruitzicht
DOOR
ROBERT LOUIS STEVENSON.
7)
Hoofdstuk VI.
Merkwaardig voorval met Dr. Lanyon.
De tijd verliep; duizenden ponden sterling waren
uitgeloofd gewordenwant de dood van sir Dan vers
Carew werd als een bespotting der menschelijke gerech
tigheid beschouwd maar Mr. Hyde was uit het oog der
politie verdwenen, alsof hij nimmer bestaan had. Er was
veel omtrent zijn verleden aan het licht gekomen, en alles
even verachtelijk, er kwamen verhalen aan den dag om
trent 's mans wreedaardigheid, die inderdaad aan razernij
deden denken, omtrent zijn losbandig leven, zijn vreemd
soortige relaties, en al het hatelijke dat zijn persoonlijk
heid omgaf maar men vernam zelfs geen vermoeden
omtrent zijn tegenwoordige verblijfplaats. Van af het
oogenblik dat hij hel huis in Sobo had verlaten, op den
morgen na den moord, was hij verdwenen, en na verloop
van tijd begon Mr. Utterson zijn geest van het onderwerp,
dat hem zooveel zorg en onrust had gegeven, af te
leiden, en werd ook hij weder rustig en met zich zelve
tevreden. Volgens zijn tegenwoordige meening, was de
dood van air Danvers voldoende vergoed door de ver
dwijning van Mr. Hyde. Nu deze demonische invloed
vernietigd was, brak ook voor Dr. Jekyll een nieuw le
ven aan. Hij verliet zijne eenzaamheid, vernieuwde de
betrekkingen met zijne vrienden, en werd weder hun ge-
wenschte en onderhoudende gast, en terwijl hij steeds om
zijn weldadigheid bekend was geweest, onderscheidde hij
zich tegenwoordig niet minder door godsdienstigheid. Hij
was altijd werkzaam, verkeerde veel in de vrije lucht, en
deed welzijn gelaat scheen weder openhartig en opge.
ruimd en getuigde van innige tevredenheid, en gedu
rende meer dan twee maanden was de dokter gelukkig.
Op den 8en Januari had Utterson met een klein ge
zelschap bij den dokter gedineerd ook Lanyon was van
de partij geweesten de gastheer had zich wederom nu
met den een en dan met den ander bezig gehouden
evenals in de dagen toen het drietal onafscheidelijke
vrienden waren geweest. Op den 12en en vervolgens
op den 14en echter, "bleef de deur van den advocaat ge
sloten.
»De docter houdt zijn kamer," zeide Poole»en ont
vangt niemand. Op den 15en probeerde hij het opnieuw,
maar werd wederom afgewezen en daar hij gedurende
de laatste twee maanden gewoon was geweest, zijn vriend
dagelijks te bezoeken, trof deze terugkeer tot de afzon
dering hem alleronaangenaamst. Op den vijfden avond had
hij Guest bij zich te dineeren en den zesden dag begaf
hij zich tot dokter Lanyon.
Daar werd hij ten minste niet afgewezen doch toen
hij binnenkwam, ontstelde hij op het gezicht der veran
dering in des dokters voorkomen. Zijn doodvonnis stond
op zijn gelaat te lezen. De blozende man was geheel
wit gewordenzijn vleesch was van het lichaam ge
teerd hij was zichtbaar zwakker en verouderd en toch
waren het niet zoo zeer deze teekens van een snellen li
chaamlijken achteruitgang, die de opmerkzaamheid van
den advocaat tot zich trokken, dan wel de oogopslag en
de wijze van doen, die een diepliggendon angst schenen
te verraden. Het was niet denkbaar, dat de dokter be'
vreesd zoude wezen voor den dood en toch moest Ut
terson dit wel veronderstellen. »Ja,'" dacht hij hij is
geneesheer, hij moet zeker zijn eigen toestand begrijpen
en deze wetenschap is hem ondragelijk."
En toch, toen Utterson hem op zijn ziekelijk uitzicht
opmerkzaam maakte, verklaarde hij met eene uitdrukking
van de grootste vastberadenheid dat hij veroordeeld was.
»Ik heb een schok ondergaan," zei hijen die zal
ik nooit te boven komen. Het kan nog slochts eenige
weken duren. Welnu, ik heb een genoegelijk leven ge
had ik schepte er ook veel behagen in. Somwijlen deuk
ik echter, dat wij, als wij alles wisten, meer blijde zou
den zijn om hoen te gaan."
»Jekyll is ook ziek," merkte Utterson op, »hebt gij
hem gezien
Lanyon's gelaat veranderde plotseling en hij hief zijn
bevende hand op »ik wensch van dokter Jekyll niets
meer te zien of te hooren," zeide hij op een luiden doch
onvasten toon »ik heb met dien persoon geheel afgedaan
i ik bid je mij zelfs de minste toespeling te besparen
op iemand, dien ik als dood beschouw."
>Tuttut," zei Mr. Utterson en na eenig zwij
gen ging hij voort; Kan ik er ook iets aan doen Wij
zijn drie zeer oude vrienden Lanyon wij zullen niet
zoo lang meer leven om nog nieuwe te kiezen."
»Er is niets aan te doen", antwoordde Lanyon vraag
het hem zelve."
Hij wil mij niet ontvangen."
Dat verwondert mij geenszins," was het antwoord.
»Eens, Utterson, na mijn dood, zult gij misschien het
rechte of slechte hiervan begrijpen. Ik kan je niets zeg
gen en evenwelindien gij u bij mij kunt nederzetten
en over andere onderwerpen met mij spreken bijjf dan
om Godswilen doe hetmaar indien gij u niet kunt
weerhoudenom over deze vervloekte omstandigheden
te sprekenga dan in Gods naam want ik kan het
onmogelijk verdragen."
Zoodra Utterson tehuis kwam zette hij zich neder
en schreef aan Jekyllhem uit zijn afzondering oproe
pende en hem de oorzaak vragende van die ongelukkige
vredebreuk met Lanyonden volgenden dag ontving
hij een uitvoerig antwoordnu eens in zeer hartstochte
lijke bewoordingen vervat en dan weder duister en vol
geheimzinnige uitdrukkingen. De breuk met Lanyon
was onherstelbaar. »Ik spreek geen kwaad van onzen
ouden vriend," schreef Jekyll, »maar ik deel zijn ge
voelen, dat wij elkander nooit weder mogen ontmoeten.
Ik voor mij zal voortaan in de strengste afzondering
leven het moet u niet bevreemden noch moogt gij aan