No. 125.
Acht en ïtfegentigste Jaargang.
1896
Y R IJ D A Gr
9 OCTOBER.
Amsterdamsche Brieven.
EEN OFFER.
FEUILLETON.
ALkMAAHSCHE COERANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door hot
geheele rijk j 1,
De 3 nummers O, OO. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer
XX.
Dinsdagavond.
Morgen belooft 't een belangrijke dag te worden. De
gemeenteraad zal dan vermoedelijk een beslissing in de
beurs-cjuaestie nemen.
Het ambt van gemeenteraadslid van Amsterdam is in
de laatste maanden een drukke betrekking. Nu reeds
verscheidene weken achtereen worden de Raadsleden op
Woensdag bijeen geroepen en telkens worden er belang
rijke onderwerpen aan hunne goedkeuring onderworpen.
Veertien dagen geleden was 't de erfpacht-quaestie die
echter in deze zitting niet tot algeheele oplossing werd
gebrachtde vorige week werd de behandeling van dit
onderwerp voortgezet en evenals het indertijd besproken
sanitair woningtoezicht tot een goed einde gebracht.
Tegelijkertijd werd toen de geheele agenda afgehandeld,
zoodat men meende nu eenige weken rust te zullen hebben.
De burgemeester heeft echter anders beslist. Zoo lang
mr. Treub nog aan zijn zijde zitwil hij van diens
werkkracht profiteeren en daarom stelt hij met zenuw
achtige haast alle belangrijke, aanhangige quaesties nog
vóór den len November aan de orde. Aan dat streven
is 't zeker ook toe te schrijven dat nu reeds de beurs-
quaestie op de agenda is geplaatstimmers waar men
25 jaren reeds daarmee bezig ishad men in gewone
omstandigheden aan de burgerij wel wat meer tijd ge
geven om het nog zoo kort geleden gepubliceerde plan
der Raadscommissie nauwgezet te overwegen.
Overigens moet erkend dat de methode om de Am
sterdamsche vroede mannen zonder veel omwegen te zetten
voor een beslissing in een vraagstuk van groot belang
ook haar voordeelen heeft. Hoe meer tijd des te meer
is er gelegenheid om allerlei bezwaren breed uit te
meten. En dat spreekt van zelfwaar 't een bouwwerk
geldt van eenige tonnen zijn er altijd menschendie
't beter meenen te weten.
De oppositie heeft zich nu hals over kop moeten uiten.
Zij bestaat uit heterogene elementen. Het meest is te
gevoelen voor de bezwaren van hen. die van oordeel zijn,
dat de straat tusschen den achterkant van de nieuwe
Beurs en de stille zijde van het Damrak een weg zal
worden, waar reinheid en zedelijkheid wel altijd vreem
delingen zullen blijveneen gevolg daarvan zal mede
zijn een aanzienlijke waardevermindering van die aan
de stille zijde gelegen Damrak-perceelen. Daartegen is
werkelijk weinig aan te voeren. Vervolgens komt de
oppositie van menschendie de voordeelen van een
Mercurius-tempel liever zouden hebben voor de buurt
waarin zij wonen. Zoo is de heer A. W. de Flines
(Blikman Sartorius) sterk tegen het Damrak hij
droomt zich een fraaien Boulevard van het Centraal
station tot de Munt aan het einde der Kalverstraat
waarvan de demping van het Rokin juist aan het
meest troebele deel van dezen vervuilden Amstel-arm
ligt zijn zaak het gevolg zou zijn. Veel kans op
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
6)
Hier volgden eenige bijzonderheden omtrent het on
geluk en de regeling der begrafenis. Het vervolg luidde
»Uw moeder en uw zuster zijn wanhopig en wat mij
betreft, kan ik alleen zeggen, dat mijn hart gebroken is.
Het leven is mij in het vervolg niets meer waard en ik
zal het einde met verlangen te gem et zien. Het schijnt
inderdaad wreed, dat zulk een schitterend en veelbelovend
jongmensch als uw broeder van ons is weggenomen,
doch Gods wil geschiede. Ofschoon gij in de laatste jaren
weinig met elkaar hebt omgegaan, weet ik toch dat gij
deelt in onze droefheid.
Om nu te komen op zaken, waarover ik door de ge
beurtenissen genoodzaakt ben tot u te spreken; door den
dood van uw broeder komt gij natuurlijk in zijn plaats
dat is, wat tijdelijke dingen aangaat. Ik moet u
maar dadelijk zeggen, dat onze financiën zeer in de war
zijn. In den laatsten tijd werden ze bijna geheel beheerd
door Reginald en daarom ben ik thans nog niet op de
hoogte van alle bijzonderheden. Over het geheel schijnen
de zaken veel slechter te staan dan ik vermoedde en
ofschoon hij nog niet begraven iskomen er nu reeds
zware rekeningen in welke voor de eer der familio
moeten worden voldaan.
En numijn beste jongen moet ik of liever uw
moeder uw zuster en ik een opoffering van u vra
gen namelijk dezegeef uw betrekking op en neem de
plaats in ons huis in waarop de dood van uw broe
der u recht heeft gegeven. Deze vraag valt mij niet
gemakkelijk; doch gij weet, dat mijn gezondheid zeer
zwak is en ik gevoel mij niet in staat aan de moeilijk
heden dezer dagen en de ernstige verwikkelingen het
hoofd te bieden. Ik behoef het voor u niet te verbergen
verwezenlijking van dit denkbeeld is er niet want
burg. en wetb. hebben zich gehaast een door hen van
den directeur van Publieke Werken ontvangen rapport
te publiceerenwaarin de bewuste demping die een
kwart millioen zon kostenop dit oogenblik althans
wordt ontraden.
Het meest venijnig wordt wel tegen het Beursplan
geageerd door sommige architecten. Bij hen is de ja-
lousie de métier in het spelzij kunnen 't niet goed zet
ten, dat de Raadscommissie den heer Berlage een der
nieuwlichters op architectonisch gebied, in den arm heeft
genomen. Zij beweren, dat deze bouwkundige wol is waar
fraaie theorieën verkondigt, maar zijne ervaring op het
gebied der architectuur nog niet groot genoeg is om een
onderneming als den Beursbouw aan te vatten. Op zijn
beide bouwwerken, het huis van de Algemeene Maat
schappij voor Levensverzekering en Lijfrente aan het
Damrak en »de forteres met de groene gordijnen" aan
het Sophiaplein, wordt erg afgegeven en deze worden
voorgesteld als proefnemingen, geen uitingen van een zelf-
bewusten wil. Sommigen, zooals de heer Eduard Cuy-
pers, zijn in adressen komen betoogen, wat er aan de in
deeling van het aanhangige Beursplan ontbreekt anderen
bepalen er zich toe met den gemeenteraad to verzoeken
om óf eerst het plan-Berlage te publiceeren óf andere
architecten in de gelegenheid te stellen hunne denkbeel
den over den Beursbouw uit te spreken.
Er is nog meer oppositie. Verschillende voorname firma's
aan den Nieuwendijk en de Kalverstraat vreezen, dat het
onvermijdelijk gevolg van de aanneming van het Beurs
plan zal zijn het aan do markt brengen van een groote
oppervlakte bouwterrein op hut tegenwoordige Damrak,
waar alsdan winkels en koffiehuizen zullen verrijzen, die
den bestaanden een geweldigo concurrentie zullen aan
doen hetgeen bjj de hooge lastenwaarop thans de
Amsterdamsche middenstand reeds zit, onverantwoorde
lijk zou wezen. En eindelijk is de vereeniging »Amstels
Middenstand" bij den raad komen aankloppen met de
mededeeiing, »dat zij het een ramp zou achten voor vele
zwaar belaste neringdoende ingezetenen, wanneer bij op
lossing dor beurs-quaestie dooi het inrichten van to ver
huren kantoorlokalen en van een te verhuren café
restaurant, werd toegelaten, dat de gemeente in concur
rentie ging treden met de burgerij zelve."
Men versta ons wel dit zijn nog maar de hoofd
grieven. Verschillende andere adressen zijn nog boven
dien in zee gegaan. Voorts loopt de rubriek «Ingezonden
Stukken" der dagbladen over van gratis wenken en
adviezen en aan de bittertafels is dezer dagen het gesprek
buitengewoon geanimeerd. Vooral het gerucht, dat reeds
in geheime zitting zou zijn besloten tot de aanneming
van het plan, geeft velen bittere ergernis en doet pro
testeeren tegen deze minachting van het oordeel des
publieks.
Wat wel eenigszins bevreemding wekt is het feit dat
de handelvoor wier gerief toch alles begonnen wordt
van zoo weinig geestdriftige sympathie blijk geeft, 't Is
dat Rosham na niet langen tijd voor ons zal zijn ge
sloten wanneer de zaken niet spoedig ter hand worden
genomen en een oplossing is gevonden een mogelijk
heid die ik bijna niet kan dragen en die ook u smar
telijk zal aandoen, bij de herinnering, dat deze bezitting
meer dan drie honderd jaar in onze familie is geweest
en wij geen andere inkomsten hebben dan die van ons
landgoed."
Verder kwamen er in den brief nog eenige bijzonder
heden voor, die niet zeer geruststellend waren en hij eindigde
met een zinspeling op een kanswelke de familie zou
kunnen reddenen welke hem bij zijn terugkeer in
Engeland zou worden medegedeeld.
De ontvangst van dit schrijven bracht Henry Graves
in een zwaren strijd. Zooals reeds gezegd is hing hij
aan zijn betrekking en had hij geen lust deze vaarwel
te zeggen. Zijn vooruitzichten bij de marine waren wel
is waar in den beginne niet bijzonder schitterend geweest,
doch hij stond bij de Admiraliteit goed aangeschreven en
in den dienst was hij populairzoowel bij zijn mede
officieren als bij zijn manschappenmisschien nog wel
meer bij de laatsten dan bij de eersten. Hij had echter
vertrouwen in zich zelf en was bezield met het vaste
voornemen, op te klimmen tot de hoogste trap, of daar
dicht bij. Nu na jaren lang luitenant te zijn geweest
en eindelijk een onafhankelijk commando te hebben ge
kregen, werd hem gevraagd zijn loopbaan op te geven,
en daarmede de hoop van zijn halve leven om het beheer
op zich te nemen over een bankroeten boedel een
taak, waarvoor hij zich zelf niet bekwaam achtte.
Eerst dacht hij er aan te weigerendoch terwijl hij
nog aarzelde kwam er een tweede briefnu van zijn
moedervoor wie hij meer gevoelde dan voor eenig
ander lid zijner familie. Deze brief, die niet in onder-
deelen gingwas blijkbaar in diepe verslagenheid ge
schreven en zij bezwoer hemnaar Engeland terug te
keeren wanneer hjj hen van ondergang wilde redden.
Aan het slot werd ook hierin evenals in het schrijven
van zijn vadergezinspeeld op een geheimzinnig iets
waardoor hijen hij alleen het in zijn macht had het
vernietigde vermogen te herstellen.
Plicht had altijd bij Henry voor gezeten. Hij ver-
waar, de groote colleges hebben hun instemming be
tuigd maar wanneer b.v. op de Beurs een adhaesie-
adres druk ware geteekend, zou dat zeker op den Raad
en de burgers daarbuiten indruk hebben gemaakt.
Aan voorspellingen wagen wij ons nu natuurlijk niet,
waar morgen waarschijnlijk de beslissing valt. Dit zij
echter geconstateerd er was van daag in de stad eene
zekere agitatie waar te nemen zooals men maar zelden
vóór eene belangrijke raadsvergadering ziet. De publieke
tribune op het Prinsenhof zal morgen stellig te klein zijnt
Woensdagmiddag.
Zoo was dau hedenmiddag het uur der beraadslaging
over de belangrijke voordracht aangebroken.
De stemmingdie in oen vergadering van vroede
mannen heerscht alvorens 't tot een gewichtige beslissing
komt, ontbrak ook nu niet. De vertegenwoordigers der
burgerjj spraken op een toondie verried dat zij zich
ten volle van de beteekenis hunner positie waren bewust.
De heer Kuinders had 't eerst bet woord. Hijvoor
uitstel gezind, had de diplomatie om het aanhangige plan
niet geheel weg te werpen; zelfs bracht hij daaraan hulde.
Maar een beter plan achtte hij met dat al niet buiten
gesloten en daarom wilde hij den architecten de gele
genheid openen om hunne denkbeelden op papier te
brengen, desnoods binnen den tijd van een maand; men
kon dan ten minste kiezen. Nog bescheidener was de
heer Hooglandt, wiun 't ook niet dikwijls overkomt, dat
hij de tweede spreker is over een belangrijke voordracht
met veertien dagen uitstel was hij al tevreden. Tegen
die opmerkingen kwam de heer Muller op; de effectenhoek,
het telegraafkantoor, de verzakkende graan beurs het
Damrak dat alles eischte voorziening en dringend
ook. Met kracht van argumenten bestreed hij de po
gingen tot uitstelnieuwe plattegronden zouden nieuwe
voordeelen maar ook nieawe nadeelen hebben en wat de
gevels betreft de een vindt dit mooi en de andere
hetzelfde leelijk. Gelukkig kwam hierna het eerste
voorsteleen van den heer Kuinders om de voordracht
aan te honden, de commissie diligent te verklaren, haar
een oproeping tot het publiek te doen richten tot indie
ning van plannen voor de som van f 1.500.000 en haar
te versterken met 2 deskundigen. Aangezien echter dit
voorstel niet oens voldoende ondersteund werd kon er
niet over beraadslaagd worden.
Toen kwam de heer Knijpers met zijn bezwaren. De
verbindingsweg werd te klein de straat aan de stille
zijde te nauw en in do toekomst kon men het gebouw
niet uitbreiden. Deze spreker deed vorder het nog niet
zoo dwaze denkbeeld aan de hand om vooraf een schut
ting te bouwen; dan kon men zien, hoeveel ruimte er over
bleef en hoe de toestand worden zou. Ook de heer Kouveld
zou eerst de ruimte eens willen afzetten.
Tot hiertoe was de discussie zonder groote hatelijkheid
gevoerd. Maar nu deed de heer Boelen een wanklank
hooren. Wetende, hoe groot het aandeel is van den heer
Treub in het aanhangige plan, noemde hij het geheim
keerde nu niet langer in twijfel wat hij moest doen
hij moest zijn eigen wenschen, evenals wat hij voor zich
zelf hot best achtte, opgeven.
Een verlof, wegens dringende particuliere zaken, werd
hem niet toegestaan; daarom zond hij zijn stukken aan
de Lords der Admiraliteit om ontslag, wegens den dood
van zijn broeder.
Na verloop van tijd deden de Lords der Admiraliteit
commandant Graves weten, dat zijn verzoek in gunstige
overweging was genomen en dat hem verlof werd toe
gestaan gedurende den tijd welke noodig was voor het
treffen der regeling omtrent zijn ontslag uit den dienst
van Harer Majesteit-s marine. En achttien dagen later
stond hij in de bibliotheek van Rosham Hall.
Het weer was koud, ofschoon het reeds in het midden
van Mei wasen het weinige groen dat aan de boomen
verscheen kon den reiziger nog niet overtuigen dat de
winter was heen gegaan. Onbeschrijfelijk somber zag
het groot witte huis er uithooge ceders reikten tot
boven aan de vensters en zelfs in het midden van den
zomer scheen het er nooit gezellig. De schaduw des
doods lag op het huis en in de harten van hen die er
woonden en deed Henry rillen, toen hij over den drempel
trad. Zijn vader, een groot, deftig man met sneeuwwitte
haren trad hem tegemoet met een vlaag van vriende
lijkheid die spoedig verdween.
»Hoe gaat het, mijn jongen?" zei hij. »Ik ben bljj
dat je thuis bent en er zoo goed uitziet. Het is heel
vriendeljjk van je dat je aan onze wenschen hebt vol
daan en de marine hebt verlaten. Ik durfde bijna niet
verwachten dat je het zou doen. Ik ben nooit meer
verrast geweest dan toen ik je brief kreegwaarin je
mededeelde dat je ontslag hadt gevraagd. Het zal een
heel gemak zijn nu je terug bentofsehoon ik vrees
dat het weinig zal baten."
«Dan had ik wel kunnen blijven waar ik was, vader",
antwoordde Henry.
«Neen, neen, het is heel goed, dat je gekomen bent
om zeer verschillende reden. Je kijkt rond naar je
moeder en Ellen. Die zijn een krans gaan leggen op
het graf van je armen broeder. De trein is over 't
algemeen laat wij hadden je nog niet verwacht.