No. 135. Tweede wad. Acht en IWegentigste Jaargang. Zondag* 1 November 18%.
De Atjeli-oiilusten in 189b.
EEN OFFER.
N e derland,
FEUILLETON.
UkH MRSCHi; COURAtMT.
ii.
De officier ia actieven dienst in 't voorgaand opstel
aangehaald, zegt dat gedurende het jaar 1895 van den
vijand betrekkelijk weinig last werd ondervonden Van
tijd tot tijd gaf hjj blijken van zijne tegenwoordigheid
door het beschieten van de tijdelijke posten en trans
porten doch alle handelingen waren onbeduidend en
bepaald ernstige vijandelijkheden hadden niet plaats.
Gedurende deze periode heerschte rust.
Op Groot-Atjeh was de veiligheid grooter dan in jaren
te voren en op de zeeposten viel niets bijzonders voor.
Geen wonder dus dat hier te lande algemeen aan de
pacificatie geloofd werd.
28 November 1895 gaat de legercommandant Vetter
naar Atjeh.
Het schijut dat deze uitzending van generaal Vetter
geschiedde in overleg met den minister van koloniën.
De opdracht van den minister van koloniën moet ge
weest zijn om onmiddellijk naar Atjeh te gaan en niet
eerst naar Batavia, waar Generaal Vetter het commando
heeft aanvaard. Dit was eene wijziging van 't reisplan.
Welke aanleiding had de minister tot deze uitzendin g
Hoewel daarop niet met zekerheid valt te antwoorden,
schijnt ons de aanleiding 0. a. deze een groot aantal
posten was door behulp van onzen vriend Toekoe Oemar
in onze handel gevallen. Generaal Deijkerhoff had voor
gesteld in den loop van 1895, om de tot nu toe tijdelijke
posten buiten de linie permanent te bezetten en in te
Tichten.
Te Batavia vond dit plan ondersteuning by den Gou
verneur-Generaal, hoewel de uitbreiding onzer stellingen
in strijd was met het besluit door de Staten-Geueraal in
de geheime zitting van 1884op advies van den heer
Sprenger van Ejjkminister van koloniën, genomen.
Het motief der zending van generaal Vetter kan dus
geweest zijn dat men tot deze uitbreiding slechts wilde
overgaan nadat de legercommandant zich overtuigd had
van de noodzakelijkheid daarvan.
Er waren b.v. posten als Anak Galoengdie door
Generaal Vetter gevaarlijk en door Generaal Deijkerhoff
daarentegen noodig werden geacht.
Misschien kwam er nog wel een reden bij.
Hoe gunstig de toestand scheen en hoewel de bevol
king rnstiger scheen te worden te Kotta Radja was b.v.
een lagere schooldoor kinderen der hoofden bezocht
toch waren er die het bondgenootschap met Toekoe
Oemar niet vertrouwden, die de voorstelling, als heerschte
er vrede in den Atjeh valleiin strijd met de waarheid
achtten.
Merkwaardig b.v. zijn de opstellen voorkomende in
het Bataviasche Handelsblad van 15 Mei 1895, geschreven
door wijlen Mr. Haakman.
Hij betoogde, door de officiëele rapporten uit de Java-
courant te vergelijken met de berichten van ooggetuigen f
dat de Atjeh-verslagen maar al te veel gelijkenis hebben
met de Chineescho in den jougsten oorlog tegen Japan
en evenals dezen er op aangelegd zijn ons het kwade
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
16)
»Zeker, mijn jongen ze zijn hier en ze weten alles."
»Zou u mij dan bij hen willen verontschuldigen, moe
der? Wanneer ik wat beter ben, zon ik hen graag wil
len zien, maar nu gevoel ik mij daartoe nog niet goed
in staat."
Henry's stem was zwakker geworden en den wenk
begrijpende, tikte dr. Childs lady Graves op den schouder
en zag naar de deur.
»Ik moet gaan, mijn jongen," zei zijn moeder »doch
Ellen of ik zullen morgen weer eens naar je komen
zien. Zou je niet liever worden opgepast door een zieken
verpleegster
»Zekerniet", antwoordde hjj vlug; ik kan niet tegen
ziekenverpleegsters Zij herinneren mij altijd aan Hasler,
toen ik daar in het hospitaal lag aan de geelzucht. Er
zijn twee doctors en deze goede juffrouw, om mij op te
passen en is dat niet genoeg voor mij
»Wij zullen eens zien hoe het gaat," zei zijn moeder
twijfelend. Toen kuste zij hem en ging heen de docter
bleef, nam de temperatuur van zijn patient op en
schreef hem nog een slaapmiddel voor.
Zoodra lady Graves de spreekkamer had verlaten, had
Joan haar voorbeeld gevolgdonder voorwendseldat
ze zich wat flauw gevoeldewat inderdaad de waar
heid was.
>Wat een mooi meisje, vader," zei Emma tot mr.
Levinger, »Wie is zij Ik heb wel eens gehoord, dat er
een geheim aan haar geboorte verbonden is."
»Hoe ter wereld zal ik dat nu weten?' antwoordde
bij. Zij is de nicht van juffrouw Gillingwater en ik
en het kwaadste te verbloemen en het succes van den
vijand te ignoreeren.
Zoo verwijt de heer Haakman onder meer, dat de artil
lerie proeven des vijands in den nacht van 12/18 Decem-
her 1894 tegen den post Senelop, worden gemeld als
gold 't iets van zeer weinig aanbelang,
Onwaarschijnlijk is het mitsdien nietdat de minister
van koloniën ook in deze of dergelijke berichten aanlei
ding vondom zich over den waren toestand te doen
voorlichten.
Motieven tot do uitzending zijn er dus 0. i. wel te
vinden. Doch de regeering behoeft ze thans niet lan
ger geheim te honden.
Een andere vraag is of Generaal Vetter de aangewezen
man was om dit onderzoek met het noodige beleid
te volvoeren. Na Lombok zullen er weinigen zijndie
Generaal Vetter diplomatiek talent toeschrijven. Hij is
veeleer een ruw soldaateen krijgsman die geen gevaren
ducht noch voorziet.
Zeer merkwaardig is dan ook een particuliere corres
pondentie voorkomende in het Algemeen Handelsblad
van 12 Januari 1896 en geschreven enkele weken na het
bezoek van den legercommandant aan Atjeh
»Ik voor mij", zegt de schrijver die blijkbaar goed
is ingelicht, »acht de zending van Generaal Vetter naar
Atjeh een fout. De Atjeher ziet als in 1889 toen
Pruijs van der Hoeven op het tooneel verscheen een
nieuw régime in 't verschiet dank zij de komst van
nieuwe personen die zich niet duidelijk en openlijk bij
den bestaanden toestand aansluiten.
»Het is natuurlijk mogelijk", aldus vervolgt de schrij
ver »dat mijne zegslieden slecht ingelicht zijn, dat niet
gedacht wordt aan verandering van stelsel, aan vervan
ging van Generaal Deijkerhoff, maar ik zon mij niet
verantwoord rekenen tegenover mijn land wanneer ik
de tegenspraak of de bevestiging van mijne veronderstel
lingen afwachtte. Misschien zou 't dan Ie laat zijn.
Wanneer onverhoopt het besluit genomen mocht worden
om zoo lang Kroesen niet in Atjeh terug is en hem
de politieke leiding der zaken weder is toevertrouwd
Generaal Deijkerhoff van Atjeh weg te nemen en daar
mede al het verkregen voordeel der laatste drie jaren
weder op losse schroeven te stellen dan zal ik althans
de (treurige) voldoening hebben dat er één persoon is
geweest die tijdig voor de gevolgen heeft gewaarschuwd.'''
Het nummer van het Handelsblad, waarin voorspeld
wordt het ontslag van Deijkerhoff en de zending van
Generaal Vetter een fout wordt genoemd, vóór dat iemand
het verraad van Toekoe Oemar vermoedde moet voor
latere geschiedschrijvers bij uitstek merkwaardig zijn.
Heeft de regeering met het stelsel Deijkerhoff willen
breken Ook daaromtrent is opheldering noodig.
Vermoedelijk heeft de Gouverneur-Generaal vooral
met 'toog op de afkeuring die dit ontslag hier te lande
zou verwekken niet daartoe willen overgaan.
Vermoedelijk heeft men niet aangedurfd flinkweg tot
een aggressieve politiek over te gaan, terwijl officieel
een vredestoestand heerschte en de vijand meestal werd
geloof, dat haar ouders dood zijn dat is het eenige ge
heim, waarvan ik ooit heb gehoord."
»Ik vind toch iets zonderlings in haaf-,," zei Emma.
»Haar manieren verschillen heel veel van die der meeste
dorpsmeisjes en zij spreekt bijna als een dame."
»Zij is boven haar stand opgevoed, vermoed ik," ant
woordde haar vader driftig. »Dat is de manier om zulke
meisjes ten gronde te richten ze beginnen eindelijk te
meenen, dat niets in haar omgeving goed genoeg voor
haar is. Hoe 't ook zij, zij heeft dien armen Graves in
't ongeluk geholpen en dat vergeef ik haar niet zoo ge
makkelijk."
»Zij heeft toch haar best gedaan om hem te redden
en zelf groot gevaar geloopen," zei Emma zacht. „Ik
zie niet in wat zij meer had moeten doen."
>Dat is weer vrouwen-redeneering," hernam haar vader.
»Eerst een man in ongelegenheid brengen, een physioke
of andere en dan uw best doen om hem daaruit te red
den en te poseeren ais een heldin. In negen van de tien
gevallen zou het beter geweest zijn, wanneer die man
aan zijn lot werd overgelaten, doch dan zon hot de vrouw
onmogelijk zijn de reddende engel te spelen. Om te vol
doen aan haar nuk want dat was het en anders niet
liet dit meisje den armen Graves op den toren klim
men en omdat zij, toen hij viel, hem in haar armen
trachtte op te vangen, praat iedereen over haar wonder
baarlijken moed. Het zuivere resultaat zal zijn, dat hij
nooit weer de oude wordt."
Haar vader sprak met zooveel onderdrukte opgewon
denheid, dat Emma hem verbaasd aanzag.
»Is het dan zoo erg met kapitein Graves gesteld
vroeg zij.
»Te oordeelen naar hetgeen de jonge Salter mij heeft
verteld, ziet het er niet bijzonder gunstig uit. Hij heeft
zijn been op een zeer gevaarlijke plaats gebroken daarbij
heeft hij ongeveer vijf uur in het gras gelegen en moest
toen nog eenige mijlen ver worden gedragen."
„Wat zal er dan met hem gebeuren vroeg Emma
angstig. »Ik dacht, dat het ergste al voorbij was."
»Dat kan ik je niet zeggen. Dat hangt af van de
voorgesteld als bestond hij slechts uit enkele benden van
kwaadwilligen.
Het was dus een hinken op twee gedachten.
Aggressief optreden als er geen oorlog was dat ging
niet, en Deijkerhoff te ontslaan was evenzeer moeielijk,
hoewel er velen waren die evenals Generaal Vetter het
systeem met groote bezorgdheid gade sloegen, die het
vernederend achtten, die Toekoe Oemar betichtten en ver
dachten van te heulen met den vijand.
Dat de regeering voor dit moeielijk dilemna geplaatst,
gemeend heeft een veiligen middelweg in te slaan, moeten
wij veronderstellen en zoo is het plan gevormd om, ter
wijl Deijkerhoff aan 't bestuur bleef met behulp van
Toekoe Oemar een aggressieve politiek in te slaan.
En zoo is het te verklaren dat op bevel van den over
ste Bischoff van Heemskerk een militaire promenade ge.
maakt werd 7 Maart 1896, onder leiding van den kapi
tein van Blokland in den omtrek van Anak Galoeng
een ongelukkig denkbeeld tengevolge waarvan 12 man
schappen onzerzijds sneuvelden en 27 werden gewond.
De luitenant-kolonel Bischoff van Heemskerk was com
mandant der Ooster linie en pas uit Batavia op Atjeh
aangekomen.
In plaats dat generaal Deijkerhoff dezen kolonel naar
Batavia terug zond met de boodschap, dat hij geen on
derbevelhebbers kon gebruiken die niet naar zijn inzichten
handelden, is hij gezwicht. Hij heeft ingestemd met de
aggressieve houding, hij heeft zich gevleid dat Toekoe
Oemar hem ter zijde zou blijven staan.
Doch Toekoe Oemar heeft blijkbaar ingezien, dat men
van systeem ging veranderen.
En de fout, de groote fout o.i. van Generaal Vetter is
niet geweest, gelijk in alle couranten te lezen stond, dat
hij Toekoe Oemar boos heeft aangekeken of ruw heeft
bejegend, maar dat hij door zijne honding, de plannen
der regeering als 't ware wereldkundig gemaakt heeft
dat hij de Atjehers een nieuw regime heeft aangekon
digd, zelfs zoo openlijk, dat er over uit Batavia aan 't
Handelsblad wordt geschreven.
In een volgend opstel zij 't vergund, aan deze beschou
wing nog enkele opmerkingen toe te voegen.
De gehuwde vroaw.
Aan de Koningin-Regentes is een adres verzonden
door het hoofdbestuur der Vereeniging voor
vrouwenkiesrecht, gevestigd te Amsterdam en
goedgekeurd bij kon. besl. van 1 Aug. 1894, waarin ver
zocht wordt geen wet aanhangig te maken bij de tweede
kamer speciaal betrekking hebbende op het huweljjk
der koningin.
Het hoofdbestuur voornoemd verzoekt liever door een
wetsontwerp te willen bevorderen de herziening van het
burg. wetboek in dien zin, dat de koningin der Neder
landen kan huwen als iedere andere Nederlandsche vrouw,
zonder aan hare waardigheid als mensch en aan hare
zelfstandigheid te kort te doen.
Indien het Uwe Majesteit zoo luidt verder het
adres mocht behagen een willig oor te leenen aan dit
verzoek, dan zou voorzeker een der laatste daden van
Uwer Majesteits ten einde spoedend regentschap u aan
spraak geven op de groote dankbaarheid der nederlandsche
Voorzienigheid en zijn gestel doch het is zeer goed
mogelijk, dat zijn been afgezet moet worden en hij voor
zijn heele leven kreupel blijft."
»0 zuchtte Emma »Ik vermoedde niet, dat het
zoo erg was. Dat is vreeselijk." En een oogwenk
leunde zij tegen den rug van den stoel om te bekomen
van haar aandoening.
»Ja, het is treurig genoeg; doch wij kunnen er niets
meer aan veranderen, daarom doen wij verstandig wan
neer wij maar naar huis gaan. Ik zal van avond nog
eens naar hem laten vragen."
Nog nooit had Emma zich zoo ongelukkig gevoeld;
zij had zoo verlangend naar de komst van kapitein Gra
ves uitgezien, on nu lag hij daar gewond, gevaarlijk
ziek. Die gedachte pijnigde haar hart en zij kon bijna
een gevoel van haat niet onderdrukken tegen het meisje,
dat, hoe onschuldig ook, de oorzaak van al deze ellende
was geweest.
TIENDE HOOFDSTUK.
Niettegenstaande de gevaarlijke breuk van zijn been,
schoen Henry de beide volgende dagen goed vooruit te
gaan. Den tweeden dag bleef Joan die geheel her
steld was, ofschoon zij den arm nog in een doek droeg,
de wacht houden in de ziekenkamer, omdat de aan
wezigheid harer tante elders vereischt werd. Zij ging
aan het bed zitten, want Henry sliep. Kort daarna ont
waakte hij en zag bij haar.
»Is u dat, miss Haste?" vroeg hij. „Ik wist niet, dat
ik ook door u werd opgepast."
»Mijn tante moest u voor een oogenblik verlaten
en heeft mij gevraagd eens naar u te kijken tot zij
terugkwam."
>Datiszeer vriendelijk van u," zei Henry. »Ziekenka-
mers zijn anders geen gezellige plaatsen. Zoudt gij mij
iets van het afschuwelijke goedje willen geven Ik
geloof, dat het gerstewater is. Ik heb dorst."
Joan reikte hem het glas toe en ondersteunde zijn