No. 13/
Acht en HTegentigste Jaargang.
1896.
Y R IJ DAG
6 NOVEMBER.
Amsterdainsche Brieven.
EEN OFFER.
-Jar IA ~v1
TelefoonnuMiaer3
FEUILLETON.
Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donder Jag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonn-ioen tsprjjs per
3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheele rijk J 1,
De 3 nummers ƒ0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlënt
Per regel O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.
Brievon franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
XXIII.
Dinsdagavond.
Morgen is het weder een van die raadszittingen,
waarnaar allen, die eenigszins in gemeente-zaken belang
stellen, met groote spanning uitzien. Het is de laatste
zitting, die door mr. Treub wordt bijgewoond en daarin
zal ongetwijfeld lel gestreden worden door de voor- en
tegenstanders van het stelsel van gemeente-exploitatie
Veertien dagen geleden, toen ook de qnaestie van het
nemen der gasfabriek in eigen beheer in behandeling
kwam, voorspelden wij, dat deze voordracht op groot
verzet zon starten. Dit is uitgekomen en naar aanleiding
van de billijke klacht over overhaasting werd een beslis
sing twee weken uitgesteld. Sedert is in onze oogen de
kans, dat aan de Imperial kortweg haar congé zal wor
den gegeven, nog weer verminderd. De meening steunt
vooral hierop, dat door een twaalftal raadsleden, waar
onder er zijn van grooteu invloed, een voorstel is ge
daan, dat vermoedelijk als een middel om voorloopig
van de lastige qnaestie te zijn ontslagen wel zal worden
aangenomen. Dit voorstel wenscht den gemeenteraad te
doen besluiten
a. B. en W. uit te noodigen
1°. met de Imperial betreffende een aan haar te ver-
leenen concessie voor de levering van gas onderhande
lingen te openen, nadat met haar overeenstemming zal
zijn verkregen omtrent eene verlenging van den termijn
van naasting met den tijd, gedurende welken de onder
handelingen door B. en W. zullen worden voortgezet.
2°. Een commissie van twee of meer Nederlandsche
deskundigen te benoemen ten einde B. en W. van advies
te dienen omtrent de voorstellen, door de Imperial ge
daan of nog te doen, alsmede omtrent de geldelijke uit
komsten, die van eene naasting en gemeente-exploitatie
der gasfabrieken mogen worden verwacht, zoowei bij be
houd van den tegenwoordigen gasprijs als bij verlaging
3°. Van het advies der deskundigen te zijner tijd aan
den gemeenteraad mededeehug te doen.
b. De voordracht van B. en W., d.d. 12 October 1896,
no. 704 (omtrent de gemeente-exploitatie det gasfabrieken)
aan te houden.
Voor den heer Treub zal 't uit den aard der zaak een
hard geval zijn, wanneer men hem tot afscheid een votum
van wantrouwen in de door hem zorgvuldig verzamelde
cijfers meegeeft. Hij benoeft zich dat echter niet aan te
trekken, want ook bij den vangsten bewonderaar van
den vertrek kenden wethouder van Publieke Werken kan
de behoelte levendig zijn om nog meer berekeningen te
hebben alvorens tot zulk een ingrijpenden stap als de
naasting der gasconces3ie over te gaan. En in ieder
geval kan bij de voldoening hebben, dat hij den steen
aan het rollen heeft gebracht.
Zenuwachtige oogenbiikken moet de wethouder op den
leu November hebben doorleefd. Toen begon de ge-
meeute-exploiiatie van den telefoon. Een sncces was
't ontegenzeglijk, dat de kosten van aanleg eenige
duizenden guldens beneden de raming zijn gebleven
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
18)
ELFDE HOOFDSTUK.
Den volgenden morgen had Henry een lang onderhond
met zijn moeder en met Ellen, die hem weer allerlei
bijzonderheden nit zjjn ziekte mededeelden, waarvan hij
zich niets herinnerde en het vooral drnk hadden over
hetgeen er was voorgevallen op den avond, toen men
vreesde dat hij sterven zou. Het verhaal, dat Ellen hem
deed omtrent de bewusteloosheid van Emma, verschilde
niet veel van dat van Joan het was alleen wat uit
voeriger.
»lk heb er van gehoord," zei Henry, toen zij zweeg
»en het spijt mij, dat miss Levinger zich mijn ziekte
zoo heelt aangetrokken."
»IIeb je er al van gehoord Wie heeft het je dan ver
teld Dr. Childa?"
»Neen, Joan Haste 1"
»Dan kan ik alleen zeggen, dat zij daar niets mee te
maken beeft. Het was al erg genoeg, dat dat meisje,
aan wie wij eigenlijk weinig dankbaarheid zijn verschul
digd, op zulk een oogenbük bij ons is binnengedrongen,
maar erger nog is het, dat zij, na ons eerst bespionneerd
te hebben, de brutaliteit heelt u dat te komen vertellen."
»Je moet het mij niet kwalijk nemen, Ellen,'' ant
woordde haar broeder, »maar ik voor mij beu Joan Haste
veel dank verschuldigd en wanneer zij er niet geweest
was, zon ik thans weinig van dankbaarheid meer af
weten.
Je schijnt je dus niet te kunnen voorstellen, dat zij
waarschijnlijk eenig belang stelde in mjjn lot en alleen
wilde hoeren wat de dokter zei."
en het aantal aansluitingen grootor is dan waarop men
had gerekend. Ook de belotfe, dat op den 1 November
alles zou gereed zijn kon worden gehouden. Maar zon
de nieuwe telefoon voldoen en zouden er wellicht on
verwachte zwarigheden opduiken Den eersten en twee
den dag scheen het werkelijk, of er grond voor die vrees
was. Uit alle deelen der stad kwamen de reclames; bijna
niemand kon telefoneeren en wanneer bij al, na opschellen,
gehoor kreeg dan werd hij in negentig van do honderd
gevallen met een verkeerd adres verbonden. Gelukkig is
gebleken, dat 't overal slechts aan kloinighedon haperde;
de inspecteurs en werkliedon waren drnk bezig en den
derden dag ging alles al veel beter. En ieder die een
telefonisch gesprok heeft gevoerd moet erkennen dat
het geluid oneindig veel beter dan vroeger overkomt,
't Klinkt werkelijk alsof men met iemand in zijn naaste
omgeving zit te spreken. Natuurlijk moeten de telefoon
juffrouwen eerst nog meerdere oefening verkrijgen, maar
dat envel wordt met den dag beter en dan gelooven wij
zeker dat Amsterdam den wethouder zal zegenen die
een eind maakte aan de gebrekkige heerschappij van de
Bell-telefoon. Dit sncces is zoo grootdat een klein
echec bij de gasqnaestie er best af kan.
Een merkwaardigo oppositie is in de pers ontstaan
tegen de voordracht om ook het overzetveer over
liet IJ dat nn door den Havenstoombootdionst ge
ëxploiteerd wordt, in eigen beheer te nemen. De directeur
van dien stoombootdienstde hoer Znr Miihlen heelt
dat zaakje h ndig aangepakt. Hij heeft een adres aan
den gemeenteraad gezonden, waarin hjj op inderdaad zeer
deugdelijke gronden aantoont hoe onbillijk het zou zjjn
hem die concessie te ontnemen. De prijs voor het over
varen is zeer laag gesteld bij alle weersgesteldheid en
ook bij strengen vorst wordt altijd de dienst naar be-
hooren vervuldals de kettiugboot moet worden schoon
gemaakt en nagezien is er altijd een plaatsvervangster
en van de bruto-ontvangsten krijgt de stad nog 5 procent.
De heer Zur Miihlen heeft echter nog meer edaan; per
soonlijk is bij de redacties der verschillende bladen gaan
bezoeken enna mondelinge verdediging van zijn goed
recht, heelt hij »den machtigen stenn van de Koningin
der Aarde" ingeroepen. Nn is de heer Znr Mühlen in
Amsterdam een geacht ingezetene met oen goeden naam,
aan wien men ongaarne een verzoek weigert. En zoo
heeft men zien gebeuren dat verscheidene courauten
waaronder de hooldbladende partij van den Haven
stoombootdionst hebben gekozen en den gemeenteraad
hebben geadviseerd het overzetveer niet te naasten.
Zeer terecht wijzen zij er op dat de heer Znr Mliulen
blijkens zijn adres tot nadere ouderhandeling met de ge
meente bereid is en wellicht nog voordeeliger condities
zijn te bedingen.
Van een merkwaardige veroordeeling zij hier ten slotte
nog molding gemaakt. Onlangs werd in bet maandblad
„Woord en Beeld", dat door de firma Erven F. Bohn
te Haarlem wordt uitgegeven, een portret opgenomen
van prof. Hector Trenb met een bijschrift van een zijner
leerlingen, den beer K. B. M. ten Brink. De heer Ker-
remans, uitgever van De Tribune (sedert reeds opgehe-
»Heel veel belang stelt ze in je te veel zelfs, ge
loof ik", zei Ellen kalm j en toen zwoeg zij, na een
waarschuwenden blik van lady Graves.
Kort daarna verliet zijn moeder het vertrek, om met
juffrouw Gilliugwater iets te bespreken, en liet zij Ellen
en Henry alleen.
»Het spijt mij, dat ik scherp tegen je geweest ben,"
zei Ellen nu. «Doch om de waarhoid te zeggen was ik
een beetje uit mijn humeur, dat het verhaal van Emma's
verdriet je zoo koud liet en ook omdat ik de eerste
wilde zijn, die het je zon vertellen."
»Het liet mij niet koud en ik kan slechts herhalen,
dat het mjj spijt. Een meisje met zulk een zenuwachtig
temperament als miss Davioger, die waarschijnlijk vroe
ger nooit een harer vrienden in levensgevaar heeft ge
zien, had men aan iets dergelijks niet moeten blootstellen."
»Een vriend een vriend?" riep Ellen nit, terwijl
zij haar wenkbrauwen optrok.
«Ja oen vriend zoo mag ik mij toch wel noomen.
Werkelijk Ellen ik begrijp je niet."
«En ik verbaas mij over je", antwoordde zijn zuster.
„Of je moet de onnoozelste man zijn óf je houdt je
maar zoo."
»Je schijnt niet rechtuit te willen sprekon. Ik heb
nooit raadseltjes kunnen oplossen en na een val van een
toren is mijn verstand daaromtrent er niet beter op
geworden."
«Hoe kun je toch zoo spreken Herinner jij jo dan
uiet meer wat ik je bij je thuiskomst heb verteld
»Je hebt mij zoovéél verteldEllen waarvan het
meeste mij min of meer onaangeuaam was."
»Ik vertelde je, ilat Emma al half verliefd op je was."
»Ja, dat weet ik; en ik geloofde het niet."
»Misscbien zul je mij nu gelooven, wanneer ik je
zeg, dat zij nu heelemaal verliefd op je is zooals
ooit 6eu vrouw op een man kan zjjn."
»Neen", zei Henry hoofdschuddend »dat kan ik niet
gelooven."
Heb je ooit zoo'n koppig menscb gezien Luister nu
en wanneer je rnjj niet gelooftvraag het dan moeder
ven), had een beter portret van denzelfden hoogleeraar,
dat hij in zijn blad opnam eu daarbij schreef hij: »Hoe
prof. Tren'o te Leiden was gezien, blijkt het best nit
een geschrift van een zijner leerlingen in bot nieuwe
tijdschrift Woord en Beeld (uitgave Erveu F. Bohn te
Haarlem) gepubliceerd en dat wij hier laten volgen.
De Huarlemsche firma was daarover zeer voroutwaar-
digd. Zij zond den hoer Kerremans over dat feit telkens
aangetoekendo brieven tot dat deze terugschroefdat
hij hiervan verder vorscboond wonschte te blijven. Toen
hebben de Erven F. Bohn een aanklacht ingediend wegens
opzettelijk inbreuk maken op huu auteursrecht en wer
kelijk is de heer K. veroordoeld tot ean schadevergoeding
vau f 25. Natuurlijk berust de heer K. niet daarbij en
hij beeft thans den rechtskundigen bijstand van mr. D.
A Giel ingeroepen, die deze qnaestie in rechten wil zien
uitgemaakt.
Naar den afloop daarvau zijn wij zeer nieuwsgierig.
Als 't onsarmen jonrnalisten voortaan bij de wet
verboden is te citeerendan ziet 't er droevig uit. Wij
meenden al heel eerlijk te zijn als wjj de bron vermold-
den maar zelfs daarmee kunnen wij beboet worden en
misschien bij recidive nog in de gevangenis komen 1 De
rechter zal wel wijzer zijn.
W oensdagmiddag.
Uitvoerige debatten in de vergadering van hedenmid
dag. De motie der twaalf heeren werd voortreffelijk ver
dedigd door den heer van Nierop, die nadrukkelijk deed
uitkomen, 'Jat deze motie niet voortsproot uit gemis aan
waardeering voor de eigenaardige tale iteu van de hoeren
der gascommissie. Om tot voorlichting omtrent de gas-
exploitatie bevoegd te zijn moet men practisch techno
loog zijn en op dien naam kon geen dier heeren met
volle recht aanspraak maken. Pe Raad zon niet over
geineonto-exploitatie of concessie kunnen beslissen wan
neer eerst uiet de meening der meest bevoogde deskun
digen was ingewonnen.
De bestrijding van dit botoog door den heer Knijpers
was niet zeer krachtig te meer niet toen zijn rede uit
liep op een pleidooi voor do Imperial. Neen dan was
de heer Gerritsen veel krachtiger met zijn argumenten
om het voorstel van B. on W. aan te nemen, maar ieder
begreep niettemin dat hiervan, op het oogenbük althans,
toch niets kon komen.
Wij zullen op deze wijze niet voortgaan. Weinig nut
heeft 't,van alle sprekers een resumé hunner redevoe
ringen te geven, waar onmiskenbaar duidelijk nit de
stemming in den Raad bleek, dat bet voorstel der twaalf
heeren von vornherein de wensch was vaD de moerderheid.
En niemand verwonderde zich dan ook, toen dit ten slotte
met. 28 tegen 8 stemmen werd aangenomen. Wij zijn das
vooreerst van deze qnaestie niet afjaals wij ons niet
zeer vergissen dan kan de directie van de Imperial zich
heden vergenoegd in de handen wrijven overtuigd als
zij mag zijn dat eeu zeer kritieke periode voorbjj is en
men haar vooreerst wel met rast zal laten.
Intnsschen mogen wij ons verslag hiermee uiet eindigen.
Toen de beslissing was gevallen, nam de burgemeester
vraag het mr. Levingervraag het haar zelf." En
woord voor woord herhaalde zij de hartstochtelijke be
kentenis welke Emma in haar doodsangst had afgelegd.
«Geloof je mij nu vroeg zij.
«Ik zal het wel moeten", antwoordde hij na eenigo
oogenbiikken«ofschoon ik mij even goed kan voorstel
len dat miss Levinger's woorden een gevolg waren van
haar opgewondenheid en er niet de beteokenis aan moet
worden gehechtwelke gij er aan geeft. Je moeBt je
schamen dunkt mjjtegenover mij te herhalon wat haar
in een oogenbük van overspanning is ontsnapt; je plaatst
haar zoo in een valsche positie. Veronderstel eens dat
de dokter of Joan Haste je alle dwaze dingen gingen
oververtellen die ik in mijn koorts gozegd hebwat
zon je dan wel van hen denken?
Je hebt hot misschien goed bedoelddoch ik weet
nietboe ik na het gebeurde hot meisje ooit weer in
bet gelaat durf zien. Ik gevoel mij nu een beetje ver
moeid. Zou je juffrouw Gillingwater of iemand anders
willen roepen
Opgewonden verliet Ellen de kamerzij voelde dat
haar coup mislukt was dat zij de zaken eerder slechter
dan beter had gemaakt. Zij had er op gerekend dat
minstens Henry's ijdelbeid zou zijn gestreeldwanneer
er althans geen wederliefde bij hem werd opgewekt.
Doch noch het een noch het ander was gebeurd.
Hij had integendeel de gelegenheid aangegrepen om
haar gebrek aan vertrouwen te verwjjten en dit verwijt
voelde zij des te dieper omdat zij moest erkennen dat
het verdiend was. Zij had zich zoo vast voorgenomen
dat dit huwelijk zoo spoedig mogelijk moest geschieden,
dut zij te ver was gegaan en de gevolgen daarvan had
zij nu ondervonden.
Ellen kende zeer weinig het karakter van haar broe
der zij zag hom aan voor koud en schijnheilig en als
schijnheiligheid beschouwde zjj alles, wat hjj omtrent
huwelijken uit een financieel oogpunt gezegd had. Het
kwam niet in haar opdat hij een teere gevoeligheid
bezatwelko zij mistezij kon zich niet voorstellen, dat
hij walgde bjj de gedachte aan een huweljjk, met welke