t.
No. 141. Tweede biad. Acht en Negentigste Jaargang.
1896.
ZONDAG
15 NOVEMBER.
EEN OFFER.
FEUILLETON.
ALkMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,MO; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer: 3.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Misschien is Jameson te veel een man van de daad,
om zich met bespiegelingen in te laten. Aan gelegenheid
om de wisselvalligheden van 's menschen lot te over
peinzen, heeft het hem den laatsten tijd zeker niet ont
broken in de gevangenis zal deze avonturier, die zich
met zeshonderd volgelingen aan zijn aartsvijanden moest
overgeven, zeker wel er over nagedacht hebben, hoe zon
derling een stuivertje rollen kan.
Hij, de man die den Engelschen invloed in Zuid-Afrika
meende uit te breiden, die de Transvaalsche Republiek
dacht te annexeeren, die algemeen de bewondering wegens
stoutmoedige daden hoopte te oogsten, moest beleven wel
staanshalve door een Engelschen rechter te worden ver
oordeeld tot gevangenisstraf.
De grootmoedige behandeling, die de Boeren hem deden
ondergaan moet hem pijnlijk geweest zijn, maar nog
meer moet hij zich gekweld voelen door de gedachte, dat
tengevolge der mislukte expeditie, de zaak die hij diende
benadeeld werd.
Zelfs al leidt Jameson's karakter niet tot inkeer in
zichzelf, toch moet hij begrepen hebben, dat de Znid-
Alrikaansche Republiek en het tegen Engeland gestemde
deel der bevolking door zijn toedoen in bracht is toege
nomen, in Europa steun heeft gevonden, meer de nood
zakelijkheid tot aaneensluiting heeft ingezien, alles ten
gevolge van de mislukking van den op een ongelukkig
oogenblik op touw gezetten rooflocht.
De Engelschen kunnen de politieke nederlaag zoo
weinig verkroppen, dat de heer Draper, Britsch onder
daan. als Boerenvriend werd uitgejouwd toen hij onlangs
eene lezing hield in het Imperial-Institute te Londen.
Enkel en alleen omdat Draper erkend heeft opgetreden
te zijn als rustbewaarder te Johannesburg, na den inval
van Jameson, werd hij bij zijn optreden begroet met de
kreten van; Verrader»Boer De voor- en tegen
standers van Draper raakten bijna handgemeen.
De heer Draper, die niet anders deed dan in het land,
dat hem gastvrijheid verleende, de wet te eerbiedigen,
werd bejegend door een beschaafd deel van het Engelsche
publiek, als een landverraderdoor dezelfde Engelschen
die er zich op beroemen, den grootsten eerbied voor de
wet te koesteren en wier rechters Jameson hebben ver
oordeeld.
Dat door deze en dergelijke hatelijke uitingen de scheu
ring tusschen de Engelschen en Afrikaners breeder wordt,
ligt voor de hand.
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
22)
»Ik begrijp u mijnheer doch het ongeluk is dat u
toch een dame van haar hebt gemaakt en daarom ziet
zij laag op mij neer.''
»Er zouden ook andere redenen kunnen zijnwaarom
zij uw aanzoek heeft geweigerd," hernam de heer Le-
vinger droogjes; »maar dat doet hier weinig ter zake.
Over het geheel zou ik er niets op togen hebben wan
neer gij haar man wordtmits gij genegen zijt een be
paald bedrag op Joan vast te zetten waar gij niets op
tegen zult hebben want ge zijt een welvarend man en
ik zie dat ge van Joan houdt.''
>Ik zal alles doen wat ik kanmijnheerik zal
hierbij in 't geheele niet op geld zien. Maar al wenscht
u mij nu nog al zooveel goeds toe toch zie ik niet in,
hoe ik daardoor verder kom bij Joan.'
»Dat zult gij misschien binnen een paar dagen wel
inzien. En nu heb ik u nog een raad te geven houd u niet
zoo beslist aan de belofte, om eerst na zes maanden
terug te zullen komen. Probeer het nog eens over
een week, laten wij zeggen. Gij weet, waar zij zich op
het oogenblik meê bezig houdt, nietwaar
»Ik heb gehoord, dat zij den kapitein helpt oppassen.''
Juistzij helpt den kapitein oppassen. Ik zal daar
niets kwaads van zeggen, maar vindt gij dat wel een
geschikte bezigheid voor een mooie, jonge vrouw, die
ge wenscht te trouwon Kapitein Graves ziet er flink
uit, en onder dergolijke omstandigheden worden de
menschen spoedig aan elkaar gehecht. Den tienden
Juni heeft Joan u de verzekering gegeven, dat zij geen
anderen man lief had. Misschien zal zij dat den tienden
December niet meer kunnen zeggen, wanneer gij zoo
lang wacht."
Evenzeer is duidelijk dat de Afrikaners zich aaneen
sluiten en als middel daartoe de bevordering van de
Hollandsche taal aangewezen is.
Het aantal dergenen, die in Zuid-Afrika Rollandsch
spreken, overtreft naar 't schijnt zelfs thans nog het ge
tal van hen, die hun gedachten in de Engelsche taal
uitdrukken.
Ongeveer zeven tiende gedeelten der bevolking behoort
tot de verschillende gereformeerde kerkgenootschappen.
Toen de kaapkolonie een bezitting werd van het Britsche
rijk, hield de toevloed van Nederlanders naar Zuid-Afrika
geheel opterwijl de immigratie uit het Vereenigd
Koninkrijk steeds voortduurde.
Het is dus wel een merkwaardig feit, dat het Hol-
landsch nog niet geheel door het Engelsch, thans de taal
die over de geheele wereld gesproken wordt, heeft verdrongen
Uit het verschil van origine is dat vasthouden aan 't
Hollandsch, te verklaren. De Pransche refugiés, die zich
in Afrika vestigden, sloten zich gemakkelijker bij de af
stammelingen der Hollanders aan, dan bij de Engelschen;
terwijl bovendien den laatsten tijd meer propaganda ge
maakt wordt voor het Hollandsch, omdat men de nood
zakelijkheid eener nauwere aaneensluiting gevoelt ten
gevolge van vijandeljjke daden en hatelijke aanvechtingen,
die men van Britsche zijde te verduren heeft.
Ofschoon het o.i. in t geheel niet op den weg onzer regee
ring noch op den weg van invloedrijke Nederlanders ligt
om zich in den politieken strijd te mengen, het was,
dunkt ons, juist gezien van de Koningin-Regentes om,
toen de opwinding over Jameson's inval in 't begin van
dit jaar 't grootst was, bij den Engelschen gezant een
receptie bij te wonen, is het zeer zeker gewenscht,
dat hier te lande gesteund wordt het streven, om het
gebied van t Nederlandsch in Zuid-Afrika te behouden
en uit te breiden.
Gemakkelijk zal het niet zijn. Immers onze grammatica
is moeielijker dan de Engelsche. De Engelsche letterkunde
is zeer rijk ook wat betreft wetenschappelijke werken.
Voor handelscorrespondentie is de kennis dezer taal
onmisbaar. Doch welke voordeelen het Engelsch ook moge
hebben in een open briefdezer dagen aan de redac
ties van verschillende couranten gezonden wordt terecht
gezegddat het verlies der Hollandsche taal gelijk staat
met verlies van nationaliteit.
Opmerkenswaardig is uit dit schrijven te zien hoe
ver men 'tdoor dit denkbeeld gedreven gebracht heelt.
Op het theologisch Seminarium te Kaapstad leeren de
studenten in het Nederlandsch prediken.
Op bijna alle scholen in het Britsche gedeelte der ko-
Het vergif, dat in deze woorden lag, miste zijn uit
werking op zijn toehoorder nieten had de heer Bevinger
beter het karakter van Samuel Rock gekend, dan zou
hij zeer zeker tot de overtuiging zijn gekomen dat het
kwaad, hetwelk hij daardoor deed ontstaan, oneindig
veel grooter was dan de voordeelen die hij dacht te
zullen behalen. Nu reeds had hij berouw, toen hij zag,
hoe aangedaan Rock was. Zijn mager gelaat was rood
gekleurd, zijn trillende lippen zagen loodkleurig, en hij
trok zenuwachtig aan zijn dunnen baard.
Vervloektriep hij uit, terwijl hij opsprong van
zijn stoel; »als die kerel haar dien weg doet opgaan,
krijgt hij met mij te doen. Als hy nog iets om zijn le
ven geeft, raad ik hem aan, mijn ooilam met vrede te
laten."
Mr. Bevinger zag dat hy het vuur eener verschrik
kelijke jaloezie had aangeblazen, waaruit oneindig veel
kwaad kon ontstaan, en te laat trachtte hij nu de vlam
te blnsschen.
>Ga zitten, mijnheer," sprak hij bedaard, maar op
don toon van iemand, die gewoon is geweest anderen te
bevelen »ga zitten en waag het nooit weer in mijn te
genwoordig zoo te spreken." En toen Samuel gehoor
zaamde, voegde hij er bij»maak nu uw verontschuldi
ging over die woorden en zet in 't vervolg al zulke ge
dachten uit uw hoofd. Anders neem ik alles terug wat
ik beloofd heb en nooit zult gij weer een woord tot
Joan spreken."
Samuel's hartstocht was bedaardzijn gelaat werd
bleek, bleeker dan gewoonlijk, en alleen de onwillekeu
rige bewegingen van zijn dunne handen bewezen nog
welk een storm er in zijn binnenste had gewoed.
»Ik vraag u vergiffenis, mynheer," smeekte hij wee
klagend »God weet, hoe oprecht ik u vergiffenis vraag
en hoe ik niets meen van hetgeen ik gezegd heb. Het
was jaloezie, die mij zoo deed spreken, een jaloezie, ont
zettend als het graf; en toen ik u hoorde zeggen dat
zij verliefd zou kunnen worden op dien kapitein
mijne Joan hare liefde schenken aan een ander, en nog
wel een edelman, die haar zou behandelen, zooals haar
moeder door den een of anderen schurk behandeld is
lonie wordt het Hollandsch onderwezen. In het Parlement
worden beide talen gesproken.
De onderteekenaars van den zooeven gemelden brief wij
zen er op, dat bij de openbare examina, zoowel de letter
kundige als die voor den publieken dienstde taal een
plaats krygtzooals men twintig jaar geleden zich niet
had kunnen voorstellen terwijl het streven meer en meer
merkbaar wordtom aan de twee talen gelijke rechten
te geven op telegraafkantoren gerechtshoven en andere
instellingen.
Wij wenschen aan dezen open brief veel lezers toe.
Want daarin is een verzoek vervatwaaraan hier te
lande met eenigen goeden wil en zonder eenige geldelijke
opoffering van beteekenis kan worden voldaan.
»Het ontbreekt", aldus luidt het in gemeld schrijven
uit Afrika >ons al te zeer aan een middel ter bereiking
van het groote doel, tevens het middel voor alle beschaving,
n 1. aan leeslust. Er zijn Afrikaners die lezen, maar van
het volk in zijn geheel, kan dit niet gezegd worden. Voor
iedere vijf boeken die onze Afrikaners koopen en lezen,
hebben onze Engelsche medeburgers er minstens vijf maal
vijf. Hoezeer zij ons dientengevolge vooruitstreven in alge
meens kennis laat zich gemakkelijk begrijpen wjj zien
het met leede oogen en het wekt ons tot ijverzucht".
Het plan dat de heeren Moorreesde VosStucki
Viljoen en de Beer zich stellen, om niet slechts tot lezen,
maar tot het lezen van Hollandsch hun landgenooten op
te wekken is de uitgave van een tijdschrift.
»Het is zonneklaar en aan geen twijfel onderhevig",
zeggen zij»dat er bij de Afrikaners groote behoefte
bestaat aan geschikte lectuurboeken en tijdschriften
voor Afrikaners door Afrikaners opgesteld in Afrikaan-
sche taal en stijlen rekening houdende met hunne
spreek en denkwijze.
Hoewel deze zinnen die wij overnemen wel een wei
nig doen denken aan de schrijfwijze der menschen op
den Bibelebonschen berg die met Bibelebonsche lepels
Bibelebonsche pap eten is toch deze opwekking onzes
inziens blijkbaar zoo uit 't harte geweld en zoo goed
gemeend en oprechtdat wij Hollanders die steeds vol
bewondering voor Afrikaansche broeders heeten te zijn
op iedere leestafel het nieuw geïllustreerde tijdschrift
moeten brengen. De enkele guldensdie eeu jaargang
kostkunnen geen excuus zijn voor het verzuimindien
wij in deze onze belangstelling niet doen blijken.
Moge het aanbevolen geïllustreerde tijdschrift hier te
lande evenveel lezers vinden als thans de Engelsche
weekbladen dan zou dit reeds voldoende zijn om het
plan te doen slagen.
toen borrelde al do-boosheid der wereld in mijn hart op
en sprak uit mijn mond."
»Nu is het genoeg,antwoordde de heer Levinger.
vPas maar op dat die boosheid niet weer in uw hart aan
't borrelen gaatwant zoodra ik dat bemerk en
ik zal u in het oog houden zal ik aan alles een
einde maken. Ga nu heen, volg mijn raad op en vraag
Joan over een week nog eens en kom mij dan den uit
slag vertellen. Goeden dag!"
Samuel greep zijn breedgeranden hoed, boog en ver
trok, zoo voorzichtig loopende, alsof hij op eieren liep.
»Op mijn woord van eer," dacht de heer Levinger,
»ik was straks bijna bang voor hem. Zou het wel ver
standig zijn hem met dat meisje te laten trouwen Over
het geheel geloof ik het wel; hij heeft veel voor en deze
drift zal wel overgaan. Joan is ook geen vrouw om
zoo iets te dulden. In elk geval schijnt dit huwelijk
noodzakelijk voor het welzijn van anderen, ofschoon ik
soms twijfel of er wel veel goeds uit al die plannen
geboren wordt."
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Het vertrouwelijke onderhoud, dat mijnheer Levinger
had met juffrouw Gillingwater, droeg spoedig vruchten.
Joan bemerkte dra, dat haar tante haar nauwlettend
gadesloeg en dat alles werd gedaan om haar zoo weinig
mogeljjk met Henry alleen te laten. Dit verbitterde
haar. Haar geweten was schuldig, doch Joan behoorde
niet tot die vrouwen, die zich door een schuldig geweten
laten waarschuwen. Er mocht gebeuren wat er wilde,
zij was vast besloten haar eigen weg te volgen en zich
niet door anderen te laten dwarsboomen.
Tot haar verontschuldiging moet gezegd worden, dat
haar gansche leven thans werd beheerscht door haar
hartstocht voor Henry. Liefde, in den gewonen zin des
woords, was het niet die haar bezielde strikt genomen
was het ook niet dat wat onder hartstocht wordt ver
staan het was een vreemde, nieuwe kracht, een alles
beheerschende invloed, die liefde en hartstocht in zich
sloot. Doch wat het ook mocht zijn, Joan was nu oen-