No. 142. Acht en Negentigste Jaargang. 1896. WOENSDAG 18 NOVEMBER. Amsterdamsche Brieven. EEN OFFER. FEUILLETON. ALKMAARSCIIE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rjjk j 1, De 3 nummers O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentiên Per regel ©,16. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan do Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3 IJk en herijk. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeeue kennis dat de Minister van Wa terstaat, Handel en Nijverheid bij beschikking van 20 October 1.1. heeft goedgevonden: 1°. te bepalen dat het gcedkeuringsmerk gedurende het jaar 1897 zal zijn: bij den ijk en den herijk van maten en gewich ten de letter g, in den gewonen schrijfvorm bij den ijk en den herijk van gasmeters, de Koninklijke Kroon 2°. ter algemeene kennis te brengendat het merk van het ijkkantoor, waar de eerste stempeling heeft plaats gehad, voor het ijkkantoor Alkmaar bestaat uit het cijfer 10. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter. 16 Nov. 1896. C. D. DONATH Secretaris. XXIV. Van half elf tot half zevenmet slechts een pauze van een half uur, heeft zaterdag de fjiberale ÏJnle in .Eensgezindheid" vergaderd, maar wat van niet elke vergaderingdie lang duurt kan gezegd worden kan van haar worden getuigd: zij heelt werkelijk nut gesticht. Dacht menigeen na de uitingen van den laatsten tijd in de pers en na de besluiten van vele bij de Unie aan gesloten vereenigingen dat 'tonder de mannen, die toch in hoofdzaak dezelfde denkbeelden zijn toegedaan tot een formidable scheuring zou komen die verwachting is niet vervuld. Toen men eenmaal tegenover elkander stond bleek 't dat de schrikbeelden die sommigen zich hadden gevormd van de door het Bestuur der Unie ontworpen programma's van urgentie en hervorming geen reden van bestaan hadden en de eensgezindheid niet behoeft te wijken voor overgebleven kleine mea nings verschillen. Voor een groot deel is dat te danken aan de voor- treöelpke ïnleidingsrede door den voorzitter, prot. G. A. van Hameluitgesproken. Op de hem eigene heldere wijze zette hij de wordingsgeschiedenis van het program uiteen hoe aan het bestuur de opdracht werd gegeven een program op te maken dat in de kiesvereenigingen zou worden behandeld hoe de ontwerpen werden ver zonden en een definitieve formuleering daarna plaats had. De vergadering van Juni '95 had als haar wensch te kennen gegeven dat vooral de sociale punten aan de orde zouden gesteld worden en daaraan werd voldaan. Allen gevoelden dat de wetgever zich niet langer mocht terugtrekken tegenover de bevoorrechting van het kapi taal niet om staatsvoogdij te krijgen maar om de ge zonde krachten van het volk te ontwikkelen vooral bij hen die niets anders bezitten dan hun persoon en hun arbeid. Welnu het bestuur had in dien geest gehandeld en het had een program opgesteld zoowel van de nood zakelijke hervormingen als van de urgente quaesties, die het eerst in behandeling dienden te komen. Nu was t mogelijk dat de vergadering een punt van het tweede programma op het eerste wenschte overgebracht te zien daarover viel van gedachten te wisselen. Men had b.v. gevraagd waarom 6 over landbouw veeteelt, han del nijverheid enz. niet in het urgentie-program was opgenomen het bestuur erkend', de billijkheid van die opmerking en het was tot die verandering overgegaan. En wat nu de weuschon betreftin de programma s opgesomd er word geenszins tn bepaalde wetten of wetsvoorstellen gedachtslechts beginselen wilde men aangeven. Er was geen sprake van dat de candidaten aan den letter zouden zijn gebonden. In de overtuiging, dat men genoeg heeft van nietszeggende phrases, waaruit zooveel misverstand voortvloeithad liBt bestunr er naar gestreefdwaarheid in de polititk en zuiverheid in do staatkundigo verhoudingen te brengen. Een band in den letterlijken zie des woords had het niet bedoeld aan te leggener behoorde den libera len candidaat voor de Tweede Kamer een zekere vrijheid in de details te worden gelaten. Alleon zullen zij de verklaringen hebben te geven of zij de richting die is aangegeven, voorstaan; aan du -.raktijk moest worden overgelaten hoe de verhouding tusschen de candidaten en de kiezers zon zjjn. Wij roeten zoo eindigde prof. van Hamel in welwillendheid overleg plegen om in eensgezindheid een groot work in het belang van het volk te doen en de vergadering beloonde hot wel sprekend en conciliaut betoog met een dankbaar applaus. Voor een groot deel was hier ee het motief voor de veel besproken Leidsche motie vervallen. Dat zij niette min bij monde van prof. Pockema Andreae in hoofdzaak gehandhaafd bleefwas te dank .n aan het streven om de praktijk door een korter program te (iienen. Deze hoogleeraar wilde aan de liberale candidate i do vraag voorleggen of zij 1°. volledig ins'emmen met do grond gedachte van het aangeboden horvormingsprogramma dat de liberale beginselen voor hare belijders den plicht medebrengen niet slechts pal te blijven staan voor de handhaving van de constitutioneel instellingen, vrijheden en volksrechten, het openbaar ""-iderwijs en den vrijen handelmaar daarenboven mee kracht voort te arbeiden aan het tot stand brengen van wettelijke hervormingen van de zoodanige bovenalwaardoor sociale rechtvaar digheid in wetgeving en bestuur wordt betracht en de maatschappelijk zwakken worden befchermd tegen het exploiteeren hunner economische afhankelijkheid en 2°. de noodzalijkheid erkennende van het op den voor grond stellen der vraagstukken in het tweede besluit als urgent aangewezen. Deze motie werd door den voorzitter namens het bestuur onaannemelijk verklaard. Hier dreigde derhalve een conflict. Krachtig waarschuwde mr. Kerdijk voor deze nieuwe Leidsche motie, er op wijzende, dat het uitdrukken van den wensch om vraagstukken aan de orde te doen komen, niet kon zijn het standpunt eener partij, die oplossingen wilde. Zoodoende zou alleen oen achterdeurtje voor de achterhoede worden opengezet en een bedroevend einde worden gemaakt aan den arbeid van vele jaren. In dienzelfden geest spraken nog andere Roman van H. RIDER HAGGARD. 23) »0, Joan,' vervolgde hij op geheel anderen toon »vergeef mij, wanneer ik u harde dingen heb gezegd want uwe wreedeid drijft mij daartoeo, ik zal u al die wreedheid vergeven, ik zal ze weer dragen, want in uw toorn zijt gij zoo schoon 1" »U vergeven!'' hijgde Joan. Hij scheen haar niet te hooren. »Laat het uit zijn met dat geharrewar,'' vervolgde hij »laten wij ons ver zoenen en gaan trouwen, hoe eerder hoe beter morgen als ge wilt. Ge zult er nooit berouw over hebben gij zult gelukkiger zijn met mij dan met dien kapitein Graves, die miss Levinger bemint, niet u en ik ik zal ook gelukkig zijn gelukkig, gelukkig En als in een geest van verrukking sloeg hij zijn armen wijd uit. Van die gansche toespraak had Joan voor dat oogen- blik maar een paar woorden begrepen »die miss Levin ger bemintniet n". O zou dat waar zijn Beminde kapitein Graves werkelijk miss Levinger, zooals zij wist dat Emma hem beminde? De man sprak met een zeker heid alsof hij het wist. En zelfs te midden van haar woede drong die gedachte als een speer in haar hart en deed haar de tranen in de oogen springen. Samuel zag dit en dachtdat zij door zijn woorden zachter voor hem gestemd was. Plotseling sloot hij Joan in zijn lange armen trok haar naar zich toe en drukte twee hartstochtelijke kussen op haar gelaat. Aanvankelijk scheen Joan nauwelijks te begrijpen wat er gebeurde eerst toen Samuelaangemoedigd door zijn succeshaar weer wilde omhelzen ontwaakte zij uit haar verdooving Zij was sterk en de woede verdubbelde haar kracht. Zij stiet den aanrander met zooveel geweld van zich af, dat hij uitgleed en op zijn zijde in den modder kwam te liggen terwijl hij een groot stuk van de borst van Joan's japon in de hand hieldwaaraan hij zich had willen vasthouden. «Luister nu", zei zij toen Samuel langzaam opstond, Gij hebt gezegd wat gij te zeggen hadtik zal nu het zelfde doen. Begrjjp ten eerste dit: wanneer gij het weer waagt mij te kussen zal het slecht met n afloopen ik zou in staat zijn u te dooden als gij het weer eens mocht probeeren. Ik haat u, Samuel Rock, want gij hebt mij bedrogen en beleedigd op een wijzedie geen vrouw ooit ban vergeven. Ik wil nooit met u trouwen liever ging ik bedelen als gij dus verstandig zijtvergeet ge mij geheel en al of in ieder geval draagt ge zorg mij uit den weg te blijven. Samuel keek naar de schoone vrouwdie er zelfs niettegenstaande haar gescheurde en natte kleeding ko ninklijk uitzag in haar toorn. Hij was zeer bleek doch zijn hartstocht scheen verdwenen en hij sprak met kalme stem. »Wees niet bang", zei hij«ik zal het niet weer pro beeren. Ik heb u tweemaal gekusten dat is voorloopig genoeg. En al wrijft gij uw gelaat af, de herinnering daaraan kunt gij niet wegwrijven. Maar gij vergist u wanneer gij zegtdat gij niet met mij wilt trouwen want gij moetdat weet ik. En bij den eorsten kus dien ik u na ons huwelijk geef, zal ik u daaraan her inneren Joan Haste. Ik kom u niet weer vragen of gij mijn vrouw wilt worden. Ik zal wachten tot gij bij mij komt om mij te smeeken u tot mij te nemen en dan zal ik gewroken zijn. Die dag zal komen, de dag van uw schande en ellende de dag van mijn belooning, wan neer gij voor mij in het slijk zult liggen gelijk ik zoo even voor u. Dat is alles wat ik u te zeggen heb. Vaarwel Hij liep langs haar heen en verdween achter het riet Dit was het eerste oogenblik waarin Joan vrees ge voelde. De beleediging en het gevaar waren voorbij en toch was zij ontsteld vreeselijk ontsteld want hoe ou afgevaardigden en daarna kwam 't tot stemming. Toen bleek, dat de motie-Leidon met 46 tegen 25 stemmen was verworpen. Tot de tegenstemmenden behoorde ook Alkmaar dit ter rectificatie van een onjuiste opvatting van mjjn Zaterdag gezonden telegram. Nu eenmaal dit struikelblok van de baan was kon men in den namiddag beter opschieten. Bij paragr. 1 van het hervormings programma dat nu in de eerste plaats in bohaudeling werd genomen werd eene poging gedaan om in den tekst, luidende»Ten aanzien van het kiesrecht blijft de »Liberala Unie" in overeenstem- stemming met wat in 1892 en in 1894 door haar beleden werd, een zoo ruim mogelijke uitbreiding van het kies recht, los van eiken band met belastingen, noodzakelijk achten,het woord «noodzakelijk' door «wenschelijk' te vervangen, doch met groote meerderheid werd dit streven verjjdold en daarna de paragraat onveranderd goedgekeurd. Ook 2 waarin wordt gezegd wat ten aanzien van de sociale vraagstukken van den wetgever wordt ver langd werd met eenige kleine wijzigingen aangenomen. Zoo werden in de zinsnedeinvoering van een stelsel van verplichte verzekering tegen de nadeeleu waaraan de arbeid blootstaat tengevolge van ongevallen ziekte invaliditeit en ouderdom en zulks althans voor invali diteit en ouderdom ten deele op kosten van den Staat de gecursiveerde woorden vervangen doorzoo noodig met hulp. Een amendement van prof. Oppenheim dat de Staat armenzorg niet alleen zal beschouwen als maatregel van politiezorg werd door het bestuur over genomen. Nadat 3 zonder discussie was goedgekeurd werd bij 4 aangenomen een amendement des heeren de Kanter om hieraan nog »een betere regeling der onderwijzers- tractementen toe te voegen. Spr. deed uitkomen dat de onderwijzers nu nog te veel als koopman worden be schouwd en de vergadering was 't met hem eens dat daaraan een einde behoorde te komen. Van de discussie bij 5 dient vermeld dat alleen de afgevaardigde voor Delft protectinistische neigingen ver toonde. 6 ouderling alleen deze wijziging, dat daarin de noodzakelijkheid wordt uitgesproken om de schutte rijen naar het departement van oorlog over te bren gen. De overige paragrafen van het Hervormingspro gramma die wij om niet te uitvoerig te worden, wel genoodzaakt zijn als bekend te vooronderstellen werden vervolgens zonder of na weinig gedachtenwisse- ling goedgekeurd. Ook de considerantia werden aange- Domen en vervolgens werd het horvormingsprogram in zijn geheel aangenomen met 60 tegen 2 stemmen, terwijl 8 afgevaardigden baiten stemming bleven. Inderdaad, een prachtig resultaat van een met ernst en wederzijdsche waardeering gevoerd debat. Toen kwam het was inmiddels al zoowat half zes geworden het Program van Urgentie. Verschillende ame' dementen waren hierop ingediend en werden door de voorstellers toegelicht, maar het Be stuur verklaarde zich tegen de meesten daarvan en bij stemming werd die houding met groote meerderheid mogelijk het ook scheen had zij een voorgevoeldat de voorspelling van Samuel Rock waarheid was en dat eenmaal het uur zou komen waarop zij in zeker opzicht voor hem in het slijk zou liggen en een toevlucht bij hem zoeken als zijn vrouw. Zij kon zich niet voor stellen dat iets dergelijks mogeljjk zou zijn en toch voelde zij dat het gebeuren moest. Zij was bang voor den dood, maar de dood scheen haar vriendelijker toe dan zulk een lot. Zóó had de voorspelling haar aangogrepen dat zij den blik gevestigd hield op het zwarte water en over woog of het niet beter was onmiddellijk aan alles een eind to maken. Toen dacht zij aan Hemy en eensklaps veranderde de gang harer gedachten zij was te gezond naar lichaam en ziel om zich onvoorwaardelijk aan zulk een voorgevoel over te geven. Evenals alle vrouwen was Joan opportunistzij leefde bij den dag en voor den dag. Alles wat haar voorspeld was mocht waar zijn, maar nu was het nog niet gebeurd. En al zou zij eenmaal beBtemd zjjn om do vronw te worden van Samuel Rock, dan was zij wat het tegenwoordige betrefttoch nog haar eigen meesteres; zou er later schaduw, kommer en zorg komen, des te meer zou zij dan thans nog genieten van het licht en de vrijheid. Wanneer haar leven een hel op aarde moest zijn haar hand gewond zou worden door de door non en haar oogen blind door de tranen dan zou zij zich toch nog kunnen herinneren, dat zij eenmaal in het Paradijs had gewandeld en daar bloemen had geplukt. Aldus redeneerde zij in haar dwaasheid toen zij, zich niet bekommereude om den regen naar huis wandelde. Bij haar thuiskomst vond zij haar tante op haar wachten in het spreekkamertje. «Wie heeft je zoo lang in den regen opgehouden vroeg zij mot zekere spanning. Joan stak een kaars aan vóór zij antwoordde want het was donker in het vertrek. «Wilt u dat graag weten?" zei zij, «dan zal ik het u zeggen. Uw vriend Samuel Rock dien u op mij hebt afgezonden." «Mijn vriend En wat zou datwanneer hij mijn vriend is Ik zou blij zijnwanneer ik er meer zon

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1896 | | pagina 1