No. 149 federate bind. Acht en Megentigste Jaargang:
1896
Y RIJ 1) A (j
4 DECEMBER.
Zitting van den Gemeenteraad
Woensdag 2 December 1896,
ALK1AARSCHE COURAAT
Deze Courant wordt IMnsdag-, Donderdag- en
Kater dagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
8 maanden voor Alkmaar f 0,§0'ranee door het
geheele rjjk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlënt
Per regel O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
l'eiefoonnuniacr i 3
AAA ALKMAAR,
's namiddags 123/4 nre.
Voorzitterde Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig 16 leden. Afwezig ue heer P. Rent
meester, wegens ongesteldheid.
Secretarisde heer C. D. Donat'n.
De Voorzitter opent de vergadering waarna de notulen
der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd worden.
Aan de vergadering wordt mededeeling gedaan van de
volgende
Ingekomen stukken.
a. een schrijven d.d. 25 November 1.1. van M. Koop
man houdende bericht, dat hij de benoeming tot tijdelijk
leeraar aan de burgeravondschool onder dankzegging
aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. eene missive d.d. 25 November 1.1. No. 63 van do
Gedeputeerde Staten van Noordholland gericht aan B.
en W. houdende berichtdat genoemd collego zich ver-
eonigt met de zienswijze van B. en W., ontwikkeld in
den brief van 23 Oct. 1.1., ton aanzien der gemeente
rekening over 1895zoodat zij het voornemen hebben
die rekening vasttestellen met een batig saldo van
f 3863,74*.
Gedeputeerde Staten omschrijven het door hen ingeno
men standpunt als volgt
In de rekening eener gemeente kunnen alleen uitgaven
op legale wijze gedaan, en op een daarvoor bestemden
post verantwoord voorkomen. Het frauduleus onttrek
ken van gelden aan de gemeentekas is geene uitgaaf in
den zin der wet. De dekking van het tekort moet op
de eeno of andere wijze plaats hebben en zoolang het
niet vast staat op welke wijze dit geschieden zal be
hoort dat bedrag als eene vordering ten laste van den
ontslagen ontvanger Poll beschouwd te worden.
Worden later de middelen tot dekking van het tekort
aangewezen dan zullen deze als ontvangst behooren op
genomen te worden in eene suppletoire begrooting, welke
als uitgaaf zal aanwijzen de betaling aan den tegenwoor-
digen ontvanger van hot tekort dat bij zijn optreden in
kas was.
Zij zijn dus voornemens de rekening dezer gemeente
over 1895 vasttestellen in ontvangst op f 377056,18, in
uitgaaf op f 473,192,435, met een batig saldo van
:f 3863,745.
De heer Kraakman hoort dat Ged. Staten schrij
ven zich te vereenigen met de zienswjjze van Bnrg. en
Weth., doch aan den Raad heeft tot nog toe ont
broken de gelegenheid om met het inzicht van B. en
W. kennis te maken. Hij acht het van belang dat de
missive van B. en W. aan den Raad worde medegedeeld.
Die missive wordt daarop voorgelezen, waarna de heer
Kraakman voortgaatdat het zich niet zal laten
verwachten, dat de Raad zal ingaan om over deze missive
van B. en W. discussie te voeren. Dit college had alles
zins de bevoegdheid zijne meeuing aan Gqd. Staten mede
te deelen. 't Is echter iets andersdat na het nemen
van een raadsbesluit met algemeene stemmen B. en W.
eene met dat besluit tegenstrijdige meening voorstaan
en zeer uitgewerkt verdedigen zonder daarin den Raad
te kennen.
Gewonscht ware het hem voorgekomen dat B. en W.
den Raad in de gelegenheid had gesteld eene nadere nota
te stellen tegen de hunne.
Wat hem betreft betreurt hij het, dat B. en W. hunne
begeleidende missive bij de gemeente-rekening hebben
ingekleed tegenstrijdig met 's raads bedoeling.
Thans wenscht hij alleen maar aan- te stippen dat er
slechts is medegedeeld eene voorloopige kennisgeving van
Ged. Staten zonder dat deze nog een definitief besluit
hebben genomen. Hij doet dit opmerken met de bedoe
ling dat de Raad bij de verdere behandeling van zaken
nog geheel vrij is en door geen besluit gebonden.
De heer do Groot zon gaarne van de rechtsgeleerden
willen weten of de beslissing van Ged. Staten van in
vloed zal zijn op de procedure.
De heer Kraakman antwoordt, dat het hem voor
komt dat de vaststelling der rekening zooals de com
missie dat wenschte dus met een nadeelig slotniet
zonder invloed zon zijn geweest voor de toekomst.
De missive van Ged. Staten wordt vervolgens voor
kennisgeving aangenomen met het doel daarop zooveel
regard te slaan, als de Raad bij de behandeling der ge
meente-begrooting zal vermeenen te behooren.
c. een adres dd. 1 Dec. 11. van den heer Jan Pot,
houdende het verzoek om bij eventueelen afstand van
grond aan de Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij de be
langen van den telefoondienst in 't oog te willen houden.
Gesteld in handen van B. en W. om bericht.
d. een adres, ongedateerd 2 Dec. ontvangen, van J.
Baltns, houdende verzoek, om een mestvaalt bij de Popel-
manslaan te mogen laten liggen.
In handen van b. en w. ter beschikking.
Aan de orde is de behandeling der
gemeente-hegrootlng dienst 1897.
Bij de algemeene beschouwing wordt het woord ge
voerd door de heeren Kraakman en Canters.
Ten aanzien van het batig saldo verwijst eerstge
noemde naar hetgeen door hom bovon reeds is gesproken.
Hij vestigt er de aandacht op, dat bij het bepalen van
een batig saldo de raad, ook in gewone omstandigheden,
steeds een cijfer op de begrooting brengt, dat nog niet,
althans in de meeste gevallen niet, is vastgesteld. Die
vaststelling volgt eerst lator. De raad zal, na de mede
deeling der missive van Ged. staten, te beoordeelen heb
ben, welk voor- of nadeelig saldo zij wenscht op de be
grooting te brengen.
Brengt zij het voordeelig slot ad. f 3863,745 daarop,
dan merkt hij op, dat dit is een fictief saldo, omdat er
op de rekening van 1895 feitelijk een groot tokort bestaat.
Komende op den post van t 60000 brengt hij in her-
innoring het raadsbesluit van 18 Dec. 1895. In de vorige
vergadering is door hem daarop reeds gewezen hij had
verwacht, dat B. en W. thans een voorstel ter tafel zon
den hebben gebracht, om hun opnieuw voor 1897 een
crediet van f 60000 te verleenon tot het tijdelijk op
nemen van geld, ter voorziening in het bestaande kas
tekort, teneinde een geregelden dienst gaande te houden.
Ten slotte merkt hij op datindien het fictief saldo
op de begrooting wordt gebrachter dan nog een tekort
in do begrooting wordt ontdektomdat tegen dat saldo
van J 3863,74° staat oen voorgestelde post van onvoor
ziene uitgaven ten bedrage van slechts 1348. De uilgaven
bedragen alzoo 2500 meer dau de ontvangsten.
De post voor onvoorziene uitgaven acht bij te laag
geraamd wanneer hij bedenktdat bniten de door de
sectiën gestelde postendie waarschijnlijk aangenomen
zullen worden uitgaven moeten worden gedaan zooals
steeds ieder jaar. voor de bad- en zweminrichting, paasch-
tentoonstelling en andere buitengewoue uitgaven zoo
mede voor die welke reeds een gevolg zijn van genomen
besluiten zooals voor de leeraren der Burgeravondschool.
Resumeerende komt het hem voor, dat de ontvangsten
te geringde uitgaven te hoog zijn en de post voor
onvoorziene uitgaveu te laag geraamd is wil men voor
1897 niet te gebonden zijn.
De Voorzitter verklaartdat B. en W. het voor
nemen hebben deze maand nog een voorstel om een
crediet van 60000 bij den Raad aanhangig te makeu
en dat in diezelfde maand nog eeno raadsvergadering zal
worden gehouden.
De heer Canters vestigt er de aandacht op dat
het meermalen voorgekomen is dat hij bij een bezoek
aan het stadhuis niemand aanwezig vond, ook niet, nadat
hij aan onderscheidene bellen had getrokken. Hij ver
klaart het eens te hebben gehad dat hij de ter lezing
liggende stukken wenschte in te zien, doch, niet wetende
waar ze ter inzage lagen niemand kon vinden om ze
hem te wijzen nadat hij reeds onderscheidene vertrekken
had doorloopen.
De Sicretaris was eindelijk zoo beleefd te komen kijken,
wat er gebeurde. Deze nu is daarvoor niet de persoon.
Met het antwoord van B. en W. in hun rapport is hij
niet tevreden en zou gaarne mededeeling ontvangen, dat
er positief verandering zal worden aangebracht.
Staat dat huis voor hem open, dan staat het dat natuur
lijk voor een ieder.
De heer van den Bosch meendedat daarin go-
makkelijk zon zjjn te voorzien. Hij gat daaromtrent een
denkbeeld aan de hand, hetwelk de Voorzitter verklaarde,
bij B. en W. ter overweging te zullen brengen.
Uitgaven.
Met algemeene stemmen werd goed gevonden de jaar
wedden van de ambtenaren ter secretarie te verhoogen,
als volgt; die van de heereu v. d. Vegt en van Dijk.
ieder met f 200 en dio van den heer Hoek met 100.
Dit besluit werd genomenna eene voorafgaande dis
cussie, gevoerd door de heeren de Groot, Bruinvis,
Kraakman en den Voorzitter, waaruit bleek, dat deze
verhooging alleen de strekking had voor de werkzaam
heden waarmede deze ambtenaren thans waren belast
dus buiten diewelke eventueel nog zullen worden op
gedragen. Omtrent dit laatste deed de Voorzitter
de toezegging, de zaak nader bij B. en W. te bespreken,
ten einde zoo noodig eene nadere regeling aan te biedeu.
Overeenkomstig een voorstel van de le sectie werd
besloten zoo mogelijk reeds in 1897 over te gaan tot
aankoop van kachels, opdat daarvoor niet meer de hooge
huren behoefden te worden betaald.
De post voor onderhoud en aankoop van meubelen
voor het stadhuis werd met 350 verhoogdmet het
doel daarvoor een brandkast aan te koopen tot berging
der registers van den burg. standden vloer der secre
tarie te vernieuwen en de kamer van den secretaris tot
een voegzaam verblijf in te richten.
Van den post »vertering der raadscommissiën" werd
een bedrag van f 125, bestemd voor koffie en thee voor
de atnbtenaren ter secretarie, gebracht onder een afzon
derlijk volgnummerovereenkomstig het gevoelen der
le en 2e sectie.
De post »aankoop van boekwerken werd met f 40
verhoogd op voorstel der 3e sectieen nadat de heer
Kraakman de wenschelijkheid daarvan had betoogd,
in verband met het feitdat men na reeds zoekt naai
de jurisprudentie op het staatsrechtin zake de aan
hangige procedure.
De verhooging geschiedde evenwel nietdan nadat
over het voorstel der sectie was gestemd. Tegen stemden
de heeren Janssen, Bosman. Goede, Bruinvis en de Son-
Daville.
Omtrent de vraag der le sectie dat zij gaarne in
lichtingen zon ontvangen omtrent de controle van den
aanvoer op de groote vee- en paardenmarkten en het
daaromtrent door B. en W. in hunne memorie gegeven
antwoord, ontspon zich eene discussie tusschen de heeren
Kraakman, Witte, den Voorzitter, van den Bosch, Goede,
de Groot, de Wit en Bruinvis.
Daarin kwam vooral nit dat men een strenge con-
tróle op iedere markt zeer gewenscht achtte ook op de
groote vee- en paardenmarkten.
De heer Witte bracht verder ouder de aandacht de
controle op de graan- en zaadmarkt. Hij verklaarde
zich sterk te maken dat van de helft van het zaad
dat op Vrijdag in de stad wordt aangevoerd geen be
lasting wordt betaald. Do sctmld hiervan berust niet
bij het marktper8oneelmaar is z. i. gelegen in de ver
ordening. Hij zelf verklaart dit jaar nog van wel 3000
H.L. granen geene belasting te hebben betaald. Hij acht
het beter de in de stad ter levering aangevoerde granen,
die eene vorige week wellicht op monster zijn gekocht
te belasten, dan alleon het zaad aangevoerd ter markt.
De heer d e W i t zegtdat de heer Witte niet moet
koopen op monster, als hij wil dat de controle op de
graanmarkt goed werkt. Eeno dergelijke ontduiking van
belasting is evenwel niet te weren.
Do heer Bruinvis meentdat beiden de heeren
Witte en de Witstelijk hebben. Wanneer iemand levert
in een pakhnisdan staat zoo iets gelijk met levering
op monster. Maakt de leverancier daarbij echter gebruik
van de wallen der gemeontedan markt hij en is be
lasting verschuldigd.
De heer Witte blijft er bij. dat veel van de wallen
gebruikt wordt gemaakt, zondor betaling.
De voorzitter zegt toe, de zaak te onderzoeken,
evenals naar aanleiding van eene opmerking van den
heer de Groot over de controle op de aardappelenmarkt
enz. en de commissie voor de verordeningen zoo noodig
te hooienomtrent eventueel aan de orde te brengen
voorstellen.
Bij den post kosten van de Waag' word naar aan
leiding eener opmerking der 2e sectie, nader toegelicht
door den heer van den Bosch, de toezegging gedaan,
om te onderzoeken, of de hnur van eene vlet (f 80 per
jaar) voor de berging vau markthekken, niet kan wor
den vermeden, nn de botermarkt op de graan- en zaad-
markt wordt gehouden.
De heer van den Bosch vond deze hnnr veel
te hoog.
Bjj den post kosten der vischmarkt" deed de hoer de
Groot het denkbeeld aan de hand de vischmarkt te
verpachten.
Hoewel de Voorzitter verklaardedat niemand
deze markt zou willen pachten, omdat de aanvoer te ge
ring was, bleet toch de heer de Groot op verpachting
aandringen nu bij onderzoek gebleken was dat de aan
voer van visch niet zoo gering was, maar dat do be
lasting werd ontdoken enz.
Over een voorstel der 2e sectie, om terug te komen
op het besluitwaarbij den gemeente-architect werd toe
gestaan om particulier werk te doen daar dit toch aan
leiding kan geven dat de gemeente-architect als zoo
danig toezicht moet honden op hetgeen hij als burger
architect uitvoerten hem daarentegen eene jaarlijksche
toelage te geven van J 400, om zich voor extra-werken
desverkiezend hnlp to verschaffen op zijn bureau, en over het
daaromtrent door B. en W. gegeven antwoord dat zij
zich niet zonden kunnen vereenigen met een voorstel
om aan dien ambtenour thans weer te ontnemenwat
hem in 1889 vrijwillig en zonder dat hij daarom had
gevraagd door den Raad gegeven is immers zoolang
hij van het hem gegeven recht om met vergunning van
B. en W., particulier werk te verrichten geen misbrnik
maaktwaren de meeningen zeer verschillend.
Als voorstanders van het denkbeeld der 2e sectie
zonder echter eene toelage voor schadeloosstelling te ver
strekken deden zich kennen de heeren CantersGoede
en de Voorzitter, terwijl met de geheele overweging dier
sectie medegingen de heeren van den Bosch, de Groot en
Stoelin dier voege dat laatstgemelde eene tractemonts-
verhooging voorstelde van j 200.
Met het voorstel van B. en W. konden medegaau de
heeren Vonk, Kraakman, Bruinvis en Bosman.
Do discussie over dit onderwerp werd op voorstel van
den heer Kraakman geschorstten einde af te wach
ten wat de toekomst zal leeren omtrent de vrijgevig
heid van bnrg. en weth. inzake het doen uitvoeren van
particuliere werkzaamheden door den gein.-architect.
Do post »onderhond voor huizen enz.'' werd overeen
komstig het voorstel van B. en W. met 230 verhoogd
voor de gedeeltelijke verbetering der daken op de woning
van hot hoofd der burgerschool.
Verder werd f 280 toegestaan voor het doen bijwerken,
vanwege den gemeente-architect, van den platten grond
der gemeente waarmede 4 a 5 maanden heengaan.
Besloten werdbniten de door de commissie van bij
stand aanbevolon bestratingende Schapensteeg als ge
woon onderhoudswerk in 1897 te verBtraten, het trottoir
langs den Geestersingel met oud materieel te verleggen
en te verbreeden.