Acht en Negentigste Jaargang,
1896.
ZONDAG
6 DECEMBER.
PARIJSCHE BRIEVEN.
EEN OFFER.
FEUILLETON.
NO. 150. Tweede blad
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Baterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
3 Nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3*
XXVIII.
Parijs, 2 Dec. 1896.
De Franschen en vooral de Parijzenaars hebben den
naam van zeer beleefd en zeer galant te zijn. Inderdaad
is over het algemeen bij hen het gevoel van beleefdheid
meer ontwikkeld dan in vele andere landenook zijn zij
galant tegenover de vrouwen, doch dit schijnt toch niet
meer zoo ver te worden gedreven als in vroegere jaren,
De ouden van dagen weten u te vertellen, dat in hun
tijd een heer nooit zou bljjven zitten, daar, waar eene
dame verplicht zon zijn te blijven staan, dat een werk
man niet zou dulden, dat eene vrouw met een zwaar
pak onder den arm liep, neen, hij hield niet af, of zij
moest dien zwaren last aan zijne sterkere armen toever
trouwen en zooveel meer kleinigheden, waaruit de
zucht van den man bleek, de zwakkere vrouw behulp
zaam te zijn. Die fijne beleefdheid, die galanterie, zijn
door de snelle middelen van verkeer, door de groote
haast, waarin men voortleeft en door den moeilijken
strijd om het bestaan, geheel verdwenen. Wij zien dit
iederen morgen het best, wanneer wij van Asuières met
den spoortrein naar Parijs trekken, wanneer de locomo
tief met de twintig overvolle wagens het station komt
binnenstoomen. Dan stormt alles op de portieren los,
geen mandie er aan denktdat daar ook vrouwen
mede moeten, die misschien verplicht zullen zijn, straks
in den goederenwagen of bovenop »a l'impériale" te
klauteren, om daar een kwartier lang van koude te ver
kleumen geheele compartimenten zitten vol mannen, die
u lachend beduiden dat binnenin alles .complet" is, en
niet één die het in zijn hoofd krijgt zijne plaats aan
eene dame in te ruimen. Ook in een ander opzicht heb
ben, vooral onder de kleine burgerij, vele mannen een
vreemdsoortig begrip van hunne plichten tegenover de
vrouw. Deze laatste werkt, werkt in dienst van anderen,
zelfs al is zij gehuwd. Dit is op zich zelf geen kwaad,
want de vrouw die mede de welvaart in huis brengt,
wordt daardoor meer zelfstandig ontwikkeld, zij wordt
onafhankelijk en de parijsche meisjes en vrouwen zijn
bijna allen in staat door eigen arbeid in haar onderhoud
en in dat van een klein gezin te voorzien. Doch de
groote schaduwzijde van dien arbeid der vrouw is, dat
vele mannen daarop te veel vertrouwen, vele mannen
geven veel geld uit voor kleeren, voor hun eten buiten
's huis en voor hun .apéritif" in de koffiehuizen, zoodat
dikwijls het grootste deel van het geld. benoodigd voor
de huishouding, wordt ingebracht door de vrouw. Deze
verhouding staat in vele gezinnen de vermeerdering van
de bevolking in den weg, de kinderen worden een last,
want eene vrouw, die dikwijls een kindje krijgt, kan
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
30)
.Moeder,'' zei hij, .dit zjjn de eerste vriendelijke
woorden die ik sedert lang van iemand onzer familie
heb gehoord ik verzeker udat ik er dankbaar voor
ben en ze niet spoedig zal vergetenwant ik dacht dat
u mij ook verwijten kwam doen, gelijk de anderen ge
daan hebben. U wilt mijn veitrouwen niet afdwingen,
zegt u, maar gelukkig kan een man zonder eenig schaam
tegevoel vry uit met zijn moeder spreken, zelfs wanneer
hjj reden heeft zich te schamen over hetgeen hij haar
heeft te zeggen. Luister nu, moederu weet, dat men
thuis nooit veel met mij heeft opgehad, misschien is dat
mijn eigen schuld geweest, doch het was nu eenmaal zoo.
Van mijn jeugd af heeft zoo wat een ieder laag op mij
neergezien en ik geloof niet, dat er buiten u iemand is
geweest, die zich veel om mij heeft bekommerd. Ik be
sloot, mij zelf door de wereld te slaan en te toonen
dat er iets in mij zat en tot op zekere hoogte ben ik er
in geslaagd. Ik heb hard moeten werken ik heb mjj
in veel moeten bekrimpen en bovenal hield ik mij vrij
van alle ondougden, waarin de meeste jonge mannen
vervallen. Toen overleed mijn broeder en juist op het
oogenblik, toen ik mij bevond waar ik verlangd had
eens te zullen komen, werd ik genoodzaakt een betrek
king te verlaten, die alles voor mij was. Uit de brieven,
die ik ontving, begreep ik, dat het op de eene of andere
geheimzinnige wijze tin mijn macht lag, en in de mijne
alleen, om bij mijn terugkeer do aangelegenheden mijner
familie weer in orde te brengen. Daarom nam ik ontslag
uit den dienst en ik ben naar huis gegaan omdat ik
dat mijn plicht achtte en omdat ik mij tot nog toe steeds
zooveel mogelijk door mijn plicht heb laten leiden. Op
den eersten avond na mijn terugkeer vernam ik reeds
van Ellen hoe het hier met de zaken stond en wat men
van mij verwachtte dat ik namelijk een jonge dame
zou moeten trouwen, met wie ik slechts vluchtig kennis
had gemaakt, maar die toevallig eigenares was van de
hypotheken op ons goed.''
niet geregeld werken. Dit maakt den strijd om het be
staan voor mannen die het zich tot eene eer stellen
alleen in de behoeften van vrouw en kinderen te voor
zien, die niet meedoen aan het tweekinderstelsel, doch
drie, vier, ja een half dozijn kinderen hebben, niet ge
makkelijker.
Een ander gevolg van don arbeid der vronw is dat
eene parijsche dienstbode tot de zeldzaamheden behoort.
De geborene parijsche is eene geborene naaister of modiste,
zoodat bijna alle dienstboden van buiten komen. Deze
buitenmeisjes zijn in den aanvang heel lief en gewillig,
zij weten zoowat niets hebben van koken niet het minste
begrip, komen naar Parijs om geld naar de spaarbank te
brengen om te trouwen en ook om den slechten
weg op te gaan. Eene geborene parijsche gaat zelden
den slechten weg op wel trouwt zij zeer gemakkelijk
met den man harer keuze zonder de hulp van den bur
gemeester of den pastoor in te roepen doch zelfs in het
ergste gevalwanneer de man haar laat zitten welnu
dan besteedt zij haar kind uit en gaat weer aan den
arbeid.
De .Kleine Courant'' bevat een hoofdartikel van Pierre
Giffard waaruit wij leeren dat do vrouw deugden bezit,
veel meer dan de man. Naar aanleiding van den »prix
de Monthyon", uitgeloofd tot belooning der deugdver
nemen wij dat dit jaar de vrouw 83 °/0 deugd bezit
dus dat op honderd daden van trouw liefde en zelfop
offering er drie en tachtig ten goede komen aan het
zwakkere geslacht en slechts zeventien aan den man. En
in zake de misdrijven is de verhouding juist omgekeerd,
daar zijn 86 misdadigers mannen en slechts 14 vrouwen.
Talrijk zijn dan ook de belooningenaan vrouwen en
meisjes elk jaar uitgekeerd zeer vele parijsehe gemeenten
hebben ieder jaar éene of meer .rosières", dat zijn meis
jes die door deugdzaamheid boven allen uitmunten en
voor welke door weldenkende menschen vrienden bij
testamentaire beschikking prjjzen worden uitgeloofd.
Dezelfde .Kleine Courant belooft ons weldra een nieuw
feuilleton»le Roman de 1' Ouvrière", welke bij de prijs
vraag, verleden jaar door gemeld dagblad uitgeschreven,
den prijs van 30 duizend franken behaalde. De schrijver
is de heer Charles de Viticdie drie jaren geleden
eveneens den prijs kreeg van 3 duizend franken voor zijn
.Sang noir" (zwart bloed) in het concours, of liever
gezegd, in den internationalen letterkundigen anti-slaven-
wedstrijd (hè, wat een mondvol), waarvan de jury be
stond uit de leden van het instituut onder voorzitterschap
van wijlen den heer Jules Simon.
Men begint ons te overladen met catalogussen van
alle groote magazijnen catalogussen gewijd aan allerlei
speelgoed en welke wij een volgend maal eens willen
doorloopen.
J. M. T.
.Het was heel onbescheiden van Ellen om de zaak
zoo voor te stellen," zei lady Graves.
.Ellen is wel meer onbescheiden, moeder; doch het
kwam waarschijnlijk niet in haar op, dat ik zon weige
ren iets te doen waarin zij zelf geen kwaad ziet
trouwen om het geld. U begrijptdat een man van eer
reeds dadeljjk een afkeer van zulk een huwelijk heeft.
De jonge dame kwam en zij beviel mij uitstekendbeter
dan eenige andere vrouw die ik tot nog toe ontmoet
hadéén ding was mij nog duister waarom ter wereld
wilde ze mij trouwen want dat was toch het geval
meende ik."
.Dwaze jongen!" zei lady Graves met een zwak glim
lachje .begrijp je dan nietdat ze al van je is gaan
honden toen je verleden jaar hier een week geweest bent."
.Neen, moeder, dat begrijp ik niet, want ik heb me
zeer weinig met haar bemoeid. Doch aangenomen dat
u gelijk hebtdan begrijp ik nog niet waarom haar
vader zoo op dit huwelijk gesteld is. Natuurlijk weet ik,
dat hij daarvoor een menigte redenen heeft opgegevon
maar ik denk steeds dat er iets anders achter steekt."
.Ik vermoed dat het eenige wat er achter steektis
de oprechte wensch van mijnheer Levinger om zijn doch
ter gelukkig te maken."
.Zooals ik u gezegd heb moeder beviel het meisje
mij zeer goeden ofschoomhet mij niet bijzonder aantrok,
een meisjetot wie wij in zulke betrekking staan het
hof te maken wilde ik toch mijn hoogmoed ter zijde
stellen en haar vragenmij in haar fortuin te laten
deelen want dat was toch eigenlijk de beteekenis mijner
vraag. Ik ging mot dat doel naar Monk's Lodge, en nu
begon de ellende. Het meisje dat indirect de oorzaak
was van mijn ongeluk, werd mijn verpleegster; zij scheen
zich aan mij te hechten gelijk ik aan haar. Dat was
niet te verwonderenu kent haarzij is beel mooi, heeft
een goed hart en is in de meeste opzichten een dame.
Zij is in 't kort een vrouw die in landen waar men
minder met vooroordeelen behept is dan in het onze
gaarne in alle beschaafde kringen zou zijn opgenomen
wanneer zij het daarop had toegelegd. Er gebeurde echter
niets bijzonders tot kort geleden. En nu gaf hij
zijn moeder een oprecht verhaal van hetgeen er tusschen
hem en Joan was voorgevallen.
»En nu moederheb ik u alles verteld en nu zal u
misschien ook begrijpen hoe ikterwijl dat alles nog
versch in mijn geheugen lagniet kon beloven wat mijn
De NTederlamlsclie Mariniers.
Motto Het zij ter zee het zij te land
Steeds voor Vorstin en Vaderland!
In het algemeen kan men niet zeggen, dat de belang
stelling voor den militairen dienst in ons land groot is.
De vloot en het indische leger mogen zich nog eenig-
zins verheugen in populariteitvooral als aan hun be
staan herinnerd wordt door gebeurtenissen als eenigen
tijd geleden in Lombok en nog kort geleden te Atjeh
plaats vonden.
Dat gebrek aan belangstelling is voor een groot ge
deelte toe te schrijven aan het volkskarakter voor een
groot deel aan het feit dat te weinig direct nut wordt
gezien in het bestaan van het militair element maar
ook is een belangrijke reden de weinige bekendheid met
die militaire wereld. Die bekendheid wordt dan nog
dikwijls op een dwaalspoor gebracht door enkelen die
trachten op het leven in kazernes en op oorlogschepen
een verkeerd licht te werpen. Die enkelen weten niet
hoeveel kwaad zij doen met hunne uitingen, die natuurlijk
gegrond zijn op ervaringen van .weinigen", die kennis
hebben gemaakt met minder goede elementen bij leger
of vloot; evenals overal elders, zullen die ook daar ge
vonden worden helaas Door die leugenachtige af
schilderingen van het militaire leven die een onver
dienden blaam werpen op de meerderen wordt niet
alleen de jeugdige milicien ten onrechte tegen dat leven
ingenomen, maar ook worden flinke, geschikte jongelingen
weerhouden om zich in die militaire wereld te begeven,
en van het soldaten- of matrozenleven een beroep te maken.
En dat militaire leven is verre van slecht, ten minste,
voor hen die zich goed gedragen. Degenen die zich
misdragen hebben in de burger-maatschappij inderdaad
toch ook weinige vooruitzichten.
Neen dat militaire leven heeft veel goeds. Bij een
goede behandelinghuisvestingvoeding en kleeding
heeft iedereen het vooruitzicht van een goed burgermans-
bestaan en de zekerheid van een pensioen op den ouden
dag en bovendien steun tot het verkrijgen eener betrekking.
Waar hier gesproken wordt over militairen is het in
de eerste plaats, dat wij het oog hebben op de vi ij williger
korpsen, bij ons weinig in getal en daardoor ook misschien
in wijder kring niet bekend. Het doel van deze enkele
regels zal dan ook zijn om meer bekendheid te geven
aan het bestaan en het wezen van één dier korpsen en
wel het korps Mariniers.
Velen zullen hooren praten over het korps Mariniers
zonder te wetenwat hieronder verstaan wordtwel
zullen zij weten dat er eenige verwantschap bestaat met
de marine maar niethoe die verwantschap is.
Het korps Mariniers dan is zooals de regeling voor
schrijft bestemd
vader van mij vroeg. Ik weet niet hoe u over mjjn
gedrag denktu kunt het waarschijnlijk niet strenger
beoordeelen dan ikter verontschuldiging kan echter
worden aangevoerddat de toestanden zoo zonderling
waren en dat ik haar liefheb. Wat is nu mijn plicht
tegenover haar?"
.Heb je beloofd haar te trouwenHenry
.Beloofd? Ja, ik zei dat ik het doen wilde, want,
zooals u weetheb ik iets van een puritein ofschoon
ik op dit oogenblik weinig recht op dien titel hebdat
huwelijk was in mjjn oogen het eenig middel om uit de
moeielijkheden te geraken."
.Verwacht ze dan dat je haar zult trouwen?"
.Zeker niet. Zij verklaart zelfs dat zij dat in geen
geval zou willen. Doch dat doet er niet toe want hoe
kan ik partij trekken van haar onervarenheid en haar
zelfopofferende dwaasheid Nu weet u alleswat moet
ik nu doen
»Ik ben ouder dan jij, Henry, en ik heb veel van het
leven gezienik neem aan dat je mij niets dan de waar
heid hebt gezegd en niets voor mij verborgen hebt ge-
honden. Maar dan zie ik nog niet in hoe het je plicht
kan zijn dat arme meisje te trouwen tegenover wie je
door je eigen zwakheid en dwaasheid in zulk een valsche
positie bent gekomenhoewel het ontegenzeggelijk je
plicht is voor haar te zorgen. Als je het er op gezet
hadt haar den verkeerden weg op te brengen zon het
een ander geval zijndoch wanneer je daartoe in staat
waart en ik weet dat je dat niet zijt zou jij je
niet zoo angstig maken over de vraagwat je plicht
tegenover haar is. Je spreekt van Joan's .onervarenheid."
Ben je zeker dat zij zoo onervaren is Het geheele ver
haal van haar gedrag toont juist het tegenovergestelde
toont juistdat zij weet hoe zij het best de genegenheid
van een man kan winnen. Opzettelijk mag zij misschien
die weienschap niet hebben toegepast, want alles is mo
gelijk en ik km alleen oordeelen over wat waarschijnlijk
is maar het staat in elk geval vastdat ze niet heeft
verwacht met je te zullen trouwen omdat zij wistdat
zulk een huwelijk je ondergang zou zijn en dat waardeer
ik zeer in haar."
»Zou een man moeten terugschrikken voor zijn plicht,
omdat die plicht zijn ondergang zal zijn moeder
.Misschien nietwanneer het zijn plicht isHenry
doch dat is in dit gev:l nog niet gebleken. Ik wil je
vraag beantwoorden met een andere: zou een nan zijn